Het Faber-effect? Zo veel impact heeft het Nederlandse beleid niet op de dalende asielcijfers, zeggen experts

Dat het aantal Nederlandse asielaanvragen in 2024 voor het eerst in vier jaar is gedaald, kan volgens PVV-leider Geert Wilders maar op één manier worden uitgelegd: „Het FABER-effect!”, schreef hij begin vorige maand op X. Het jubelbericht werd versierd met een spierbal-emoji. Wilders doelde hiermee op minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV), die sinds haar aantreden overal verkondigt dat ze gaat zorgen voor „het strengste asielbeleid ooit”.

Vorig jaar werden er in Nederland 38.000 eerste asielaanvragen ingediend, tegenover 32.000 in 2023, bleek dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Maar „causale verbanden”, zoals Wilders die legde, „zijn zeer twijfelachtig”, stelt migratieonderzoeker Hein de Haas. Hij wijst erop dat het kabinet „met heel weinig beleid” is gekomen, en zich tot nu toe vooral van „heel veel retoriek” bedient.

Het aantal asielaanvragen in Nederland staat niet op zichzelf. Ook in Europa als geheel waren er in 2024 minder mensen die een eerste asielaanvraag deden, becijferde Trouw vorige maand op basis van gegevens van statistiekbureau Eurostat.

Randen van Europa

Liever dan naar retoriek kijkt De Haas naar wetenschappelijk „bewezen oorzaken van asielmigratie”, zoals het onderdrukkings- en conflictniveau in landen van herkomst. Als mensen minder redenen hebben om hun thuisland te ontvluchten, daalt het aantal mensen dat asiel in Europa aanvraagt. Aan de randen van Europa is „het wat kalmer geworden”, zegt De Haas. Hij ziet geen nieuwe conflicten die „nieuwe vluchtelingen” creëren.

Mensen die hun toevlucht in Europa moesten of wilden zoeken, zegt ook migratieonderzoeker Franck Düvell van de Universiteit Osnabrück, hebben dat al gedaan. Denk hierbij aan landen als Turkije en Afghanistan. Bovendien zijn de omstandigheden in een belangrijk doorreisland als Libië verbeterd, aldus Düvell, waardoor migranten die zich daar bevinden minder de noodzaak voelen om verder te reizen.

En Gaza, een gebied dat zwaar gebombardeerd werd, leverde Europa volgens beide onderzoekers amper extra asielzoekers op, omdat de meeste Palestijnen niet uit het gebied konden vertrekken.

Hier ligt meteen een andere factor die de omvang van (asiel)migratie bepaalt: feitelijke mogelijkheden om landen te verlaten en door andere landen heen te reizen. Meer dan ooit heeft de Europese Unie in de afgelopen jaren „ingezet op betere grensbewaking”. Dit kan volgens migratiedeskundige Myrthe Wijnkoop van Vluchtelingenwerk een verklaring zijn voor de afgenomen asielcijfers in 2024. Maar „een daling in de asielaanvragen betekent niet dat er wereldwijd minder vluchtelingen zijn”, benadrukt zij.

Een daling in de asielaanvragen betekent niet dat er wereldwijd minder vluchtelingen zijn

Myrthe Wijnkoop
migratiedeskundige

Fluctuatie is inherent aan asielcijfers. Dat er in 2020 maar iets meer dan 19.000 asielaanvragen in Nederland werden ingediend, lag duidelijk aan de coronapandemie. Landen bewaakten toen hun grenzen strenger, ter bescherming van de volksgezondheid. Dit bracht veel migranten in de wachtstand. Met het opheffen van de meeste reisbeperkingen steeg het aantal asielaanvragen weer, naar bijna 25.000 in 2021.

Wie naar de cijfers van Eurostat kijkt, ziet dat landen in Midden-Europa, zoals Tsjechië, Hongarije en Oostenrijk, vorig jaar met minder asielaanvragen te maken hebben gehad. Die hebben hun grenzen „intensiever bewaakt”, verklaart Wijnkoop. Hierdoor blijven meer migranten die eigenlijk door hadden willen reizen vastzitten in de westelijke Balkan, bijvoorbeeld in Servië.

Migratiedeals

Dan zijn er nog de migratieafspraken die de EU met belangrijke doorreislanden als Tunesië, Egypte en Mauritanië heeft gemaakt. In ruil voor geld houden deze landen het vertrek van migranten naar Europa tegen. Op de korte termijn lijken deze deals vaak succesvol, zegt De Haas, maar uiteindelijk leiden ze vooral „tot een verschuiving van de routes”.

De Haas ziet dat de Atlantische route – van West-Afrikaanse landen als Senegal naar de Canarische Eilanden – weer meer wordt gebruikt sinds Italië en Tunesië meer controles uitvoeren op de Centraal-Mediterrane route. En hoewel het relatief rustig is in Libië, hebben de migranten die wel door willen reizen ook daar een nieuwe route gevonden, zegt Düvell. Het aantal bootmigranten van West-Libië naar Italië is gedaald, en de route van Oost-Libië naar Kreta is in opkomst. Het aantal asielaanvragen in Griekenland steeg vorig jaar tegen de Europese trend in met 46 procent.

Minister Faber (Asiel, PVV) bracht donderdag een bezoek aan het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Ze kondigde een proef aan met verscherpt toezicht op asielzoekers die veel overlast veroorzaken.
Foto Remko de Waal / ANP

Het sluiten van overeenkomsten met doorreislanden verandert volgens de migratiedeskundigen niets aan de redenen die mensen hebben om hun landen te verlaten, zoals geweld of armoede. De tegengehouden migranten zitten doorgaans nog steeds in landen als Tunesië. De verwachting is zij hun kans afwachten om later alsnog de oversteek te maken, bijvoorbeeld om zich bij familieleden aan te sluiten.

Mensenrechten

De lagere cijfers worden „als een triomf gezien” door politici als Wilders, Faber en hun Europese collega’s, zegt Wijnkoop van Vluchtelingenwerk. „Ten koste van de fundamentele mensenrechten, die massaal worden geschonden bij het afgrendelen van Europa.”


Lees ook

Australisch vluchtelingenbeleid is in strijd met internationaal recht, maar blijft inspiratie voor andere landen

Asielzoekers protesteren in het Mantra Hotel in Preston, een buitenwijk van Melbourne, Australië op 16 mei 2020. Volgens berichten in de media bevonden de vluchtelingen die in het hotel werden vastgehouden zich op Manus Island voordat ze naar Australië kwamen.

Europese vertegenwoordigers benadrukken nagenoeg altijd dat mensenrechten hoog in het vaandel staan bij het sluiten van migratiedeals. „Een holle frase”, aldus Wijnkoop. „Als je direct naar de geldstromen kijkt, dan zie je vrijwel altijd dat het meeste geld wordt gestoken in surveillance.” Blijkbaar vindt de EU het tegenhouden van asielzoekers en andere migranten belangrijker dan een „fatsoenlijke omgang met de mensenrechten”, observeert ze.

Sommige landen waarmee de EU afspraken maakt, nemen het evident niet zo nauw met de mensenrechten. Zo heeft de autocratische president Kais Saied van Tunesië zich sinds zijn machtsovername, in 2021, haatdragend en discriminerend uitgelaten over zwarte migranten. Dit heeft in Tunesië geleid tot een toename in geweld tegen mensen van kleur. Ook lieten de Tunesische autoriteiten honderden migranten – nota bene tijdens de onderhandelingen met de EU – zonder water, voedsel of onderdak achter in de woestijn.

Grensbewaking en het respecteren van mensenrechten kunnen „hand in hand” gaan, stelt Wijnkoop. Ze beaamt dat elk land het recht heeft om te bepalen wie er wordt toegelaten, maar zegt ook dat dit „soevereine recht wordt ingeperkt door internationale regels”, zoals het recht om asiel aan te vragen. Vluchten, zegt migratieonderzoeker De Haas, is een mensenrecht en mag dus in principe niet worden gezien als illegale migratie die je zo veel mogelijk moet tegenhouden.

Zo onaantrekkelijk mogelijk

Heeft de retoriek van asielminister Faber écht geen effect? Zij zegt steevast dat ze zo min mogelijk asielzoekers in Nederland wil, wat ze wil bereiken door van Nederland een zo onaantrekkelijk mogelijk bestemmingsland te maken. „Het is in Europa heel duidelijk dat Nederland een redelijk rabiate koers vaart”, zegt Wijnkoop.

Daar kan „strategische communicatie” achter zitten, vergelijkbaar met wat Denemarken heeft gedaan: het luid en duidelijk kenbaar maken dat migranten niet welkom zijn, zou op zichzelf mensen afschrikken. Eigenlijk gaat een vergelijking niet helemaal op, omdat Denemarken anders dan Nederland een opt-out op Europese migratieregels heeft. Dit betekent dat het land strenger mag zijn dan de rest van Europa. Dat doet Denemarken onder meer door de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen een afwijzing af te schaffen.

Zich bewust van de juridische verschillen met Denemarken noemt Faber vaker Zweden als voorbeeld. In dat land daalde het aantal asielaanvragen vorig jaar met 28 procent, tegen 16 procent in Nederland. Ook Zweden mikt op strenger beleid, bijvoorbeeld door van statushouders te eisen dat ze zichzelf eerst financieel moeten kunnen bedruipen voordat ze familieleden mogen laten overkomen.

Vluchten, zegt migratieonderzoeker De Haas, is een mensenrecht en mag dus in principe niet worden gezien als illegale migratie die je zo veel mogelijk moet tegenhouden.

Experts zien een wedloop ontstaan, ook wel omschreven als ‘race naar de bodem’: wie kan het strengst zijn voor migranten? Het gevolg hiervan is dat migranten hun heil in buurlanden gaan zoeken, waarna ook die landen strengere maatregelen gaan overwegen. Dit druist in tegen het Europese principe van een gelijk speelveld, waarbij landen min of meer dezelfde regels moeten voeren.

Aanzuigende werking

Politici ter rechterzijde beklaagden zich de afgelopen jaren vaak over de vermeende ‘aanzuigende werking’ van het Nederlandse asielbeleid. Dat zou soepeler zijn dan buurlanden, afgaande op een hoog inwilligingspercentage.

Maar asielzoekers laten zich bij de keuze voor een bestemmingsland niet leiden door het asielbeleid dat er gevoerd wordt, bleek in september 2023 uit onderzoek van het onafhankelijke onderzoeksinstituut van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Veel doorslaggevender is de aanwezigheid van een netwerk, bijvoorbeeld familie of mensen uit dezelfde sociale groep.

Dat wil niet zeggen dat de tactiek van Faber, de strategische communicatie, helemaal terzijde moet worden geschoven, vindt Wijnkoop. Ze noemt het „een interessant fenomeen”, waarvan het effect nog onvoldoende is onderzocht.

De Haas ziet op zijn beurt „heel weinig bewijs” voor het effect van afschrikwekkende retoriek. „Asielzoekers en migranten weten dondersgoed wat [juridisch] wel of niet kan.” Uitspraken als „het strengste asielbeleid ooit” zijn volgens hem een voorbeeld van „politieke communicatie die primair bedoeld is voor interne consumptie”: de Nederlandse kiezer.