Het eerste prentenboek van illustrator Joost Oosterwijk ademt een gelaten eenzaamheid

‘Niemand wist waar ze vandaan kwamen, de geesten die plotseling in de stad verschenen. Ze zwierven door de straten, maar wat ze zochten, wisten de mensen niet.” Zo vangt het debuut De kattengeest van Joost Oosterwijk aan. Oosterwijk, die in 2022 de illustratiewedstrijd Picture This! won, begon pas op latere leeftijd met illustreren. Eerst had hij carrières als architect en lichtontwerper.

In De kattengeest komt een meisje, Anna, een ‘kattengeest’ tegen op straat. Ze belooft hem naar huis te brengen, maar dat is niet eenvoudig, omdat ze de weg naar zijn huis niet weet. De illustraties in kleurpotlood en pastel laten een donkerende stad zien. Het regent, mensen lopen met opgetrokken kragen en opgestoken paraplu’s over straat. Neus, ogen en mond ontbreken in de gezichten, waarschijnlijk om de anonimiteit van de stad te benadrukken. En midden op straat licht een buitenproportionele witte kat op.

Grote gebouwen

Oosterwijk legt op zijn website uit dat hij zijn weg naar het illustreren vond doordat hij zich in zijn werk als architect en lichtontwerper afvroeg welke verhalen zich binnen zijn ontwerpen konden afspelen. Dat zie je terug in de grootstedelijke platen waarin een klein meisje langs grote gebouwen loopt in een stad waarin de avondspits zich vormt. Het boek doet daarin denken aan Klein in de grote stad van Sydney Smith. Al werd in dat boek iets meer gespeeld in de illustraties. Wel zie je net als bij Smith ook bij Oosterwijk een bepaalde berustende droefheid in de platen. Een verlangen naar verbondenheid, een gelaten eenzaamheid. Die klinkt ook door in de tekst. Sobere zinnen die ontdaan zijn van sentiment. „Het begon al laat te worden en ze had al thuis moeten zijn. Haar benen waren moe, maar ze wilde het nog niet opgeven. Want soms vind je hulp op de vreemdste plekken.” Samen met de grote witte kat loopt Anna door de stille donkere stad met hoge muren vol graffiti. Als ze een kleine witte muisjesgeest tegenkomen, volgen ze die.

Levensboom

Oosterwijk noemt sfeer en omgeving een belangrijk aspect van zijn werk, die vaak als personages naar voren komen. Aan het eind van de wandeling is daar plotseling een witte spookboom waarin een kraai zit. Daar springt de kat in, om dan langzaam te verdwijnen. „Langzaam werd hij kleiner en vager.” Het is moeilijk om in die boom geen levensboom te zien. Een Yggdrasil uit de Noordse mythologie, bijvoorbeeld, die alle werelden met elkaar verbindt, en die groei, verbondenheid en kosmische orde symboliseert.

Dat is voor eigen interpretatie, want Oosterwijk is niet dwingend in zijn vertelling. Wel zien we dat als ook de boom verdwijnt, Anna naar beneden kijkt in een ronde opening, terwijl boven haar de laatste witte stipjes van de kat worden opgenomen in een lucht die zich uitstrekt boven de pagina. „Anna dacht nog vaak aan de kat en aan hun reis samen, ze was blij dat ze nu de weg wist.” De kattengeest is een bijzonder debuut dat smaakt naar meer.