Het eenoudergezin rukt op: een op de zes kinderen groeit op met één ouder of verzorger

Wat ís eigenlijk een eenoudergezin? Die vraag was het eerste waar Amaranta de Haan tegenaan liep toen ze vorig jaar een onderzoek begon naar alleenstaande ouders. De Haan, universitair docent aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, wilde onderzoeken wat hen veerkrachtig maakt, helpt te functioneren onder stress. Bij het werven van ouders voor haar onderzoek hanteerde ze de definitie: ‘iemand die kinderen opvoedt zonder een andere, volwassen medeopvoeder in hetzelfde huishouden’. Daarmee sluit je sowieso mensen uit, wist ze. „Een gezin met een inwonende opa of oma telt niet, ook al is er maar een ouder.” Een gescheiden stel dat beurtelings voor de kinderen zorgt geldt als twee eenoudergezinnen, mits de zorg eerlijk verdeeld is.

Dat het eenoudergezin vele gedaanten kent, maakt het onderzoeken ervan ingewikkeld. Feit is wel: het zijn er steeds meer. Bijna een op de zes kinderen in Nederland groeit op in een situatie met één ouder of verzorger, blijkt uit CBS-cijfers. De jaarlijkse Jeugdmonitor (deze vrijdag verscheen de nieuwe editie) signaleert al jarenlang een gestage groei. Het is een „stroperige trend”, zegt hoofdsocioloog Tanja Traag. „Begin vorig jaar ging het om 16 procent van alle minderjarigen, dat is nu weer met een procent toegenomen. In 2004 was het nog 12 procent.”

Bijna een op de zes kinderen in Nederland groeit op in een situatie met één ouder of verzorger, blijkt uit CBS-cijfers

De toename is goed te verklaren. Traag: „Waar het vroeger de norm was om bij elkaar te blijven, zelfs als het niet goed ging, werd het in de loop van de twintigste eeuw steeds meer geaccepteerd om te scheiden. Vrouwen werden economisch onafhankelijker, tegelijkertijd veranderden de maatschappelijke opvattingen over genderrollen en het gezin.” Oudersterfte, vroeger een belangrijke oorzaak, komt juist steeds minder voor. „Er zijn nauwelijks nog moeders die overlijden in het kraambed.”

Liefdevol en betrokken

Maakt het uit met hoeveel ouders een kind opgroeit? Het hangt ervan af hoe je ernaar kijkt, zegt Amaranta de Haan, gespecialiseerd in hoe kinderen zich ontwikkelen in verschillende gezinsstructuren. „Als je kinderen uit eenoudergezinnen vergelijkt met kinderen uit tweeoudergezinnen zie je bij hen meer gedragsproblemen, een minder hoog opleidingsniveau – op allerlei indicatoren doen ze het gemiddeld genomen minder goed.” Maar dat heeft er vooral mee te maken, zegt De Haan, dat gezinnen met alleenstaande ouders vaker in armoede leven. „Bij alleenstaande ouders zie je over het algemeen meer risicofactoren: iets als een relatiebreuk brengt natuurlijk vaak stress met zich mee. Tegelijkertijd zijn er ontzettend grote verschillen tussen kinderen uit eenoudergezinnen. Die verschillen tussen hen zijn groter dan de overeenkomsten.”

Wat er uiteindelijk het meeste toe doet, is dat opvoeders liefdevol en betrokken zijn, zegt De Haan. „Of dat één iemand is of drie, een man of een vrouw – dat maakt eigenlijk niet uit. Uit onderzoeken naar extended families of kinderen die naar de kinderopvang gaan, weten we dat kinderen zich heel goed aan meerdere opvoeders kunnen hechten, ook buiten het gezin.”

Wat haar als gezinswetenschapper vooral interesseert, is hoe opvoeders in verschillende gezinsvormen kunnen worden ondersteund. „Veel alleenstaande ouders zeggen: het lastigste is de buitenwereld. Wachtlijsten voor de bso, niet-flexibele werkgevers: de maatschappij is er meestal niet op ingericht. Ze voelen zich niet gehoord en gezien.” Ze ziet dat langzaam veranderen. „Ik woon in Rotterdam, sinds kort hebben we hier Carola Schouten. Zo’n voorbeeld helpt. ‘Kijk: een alleenstaande moeder die burgemeester is.’”

Patrick van Hoof (51), vader van Nine (15) en Julie (13)‘Iedere vader kan een vissengraatvlecht maken’

„Helaas strandde onze relatie toen de meisjes nog klein waren. Het was niet wat ik voor ogen had, je denkt toch: we worden gelukkig oud met elkaar. Daarna viel ik best wel in een zwart gat, ik moest mezelf opnieuw uitvinden. We zijn nu elf jaar verder en nog steeds vind ik het lastig om terug te komen in een leeg, stil huis na een weekend vol reuring en plezier met de meiden.

„Hoe ga je door als vader na een scheiding? Ik merkte al gauw dat daar heel weinig informatie over te vinden is. In mijn geval had ik ineens een paar dagen per week twee kleine meisjes om voor te zorgen. Dat zorgde voor allerlei nieuwe vraagstukken. ‘Papa, kun je een staart maken?’ Oké, dat lukte me nog wel. Maar een vlechtje? Op YouTube ging het veel te snel. Uiteindelijk ben ik naar een kapster in de buurt gegaan: ‘Ik zou graag les van je willen. Misschien kunnen we er een workshop van maken?’ Ze zei: ‘Als je tien vaders kunt optrommelen, doen we het.’ Zo is Superparent ontstaan – onder die naam geef ik zelf workshops.

„Vaderschap is aan het evolueren. Vaders zijn steeds meer betrokken bij de opvoeding. Haarverzorging, ongesteldheid, problemen op school – zulke dingen hoef je echt niet alleen aan moeders over te laten. Tegelijkertijd komen vaders na een relatiebreuk soms juist meer op afstand te staan. De reden dat ik nu al acht jaar workshops haarvlechten geef, is om te laten zien: het gaat om quality time. Soms komt iemand binnen met een houding van ‘dit wordt niks’, maar geloof me, iedere vader kan een vissengraatvlecht maken. Die glunderende snoetjes als de vaders klaar zijn, het blijft geweldig om te zien.

„De samenleving is ingericht op gezinnen. Paren kunnen de lasten beter verdelen, ook financieel. Als alleenstaande ouder ben je twee keer zo druk: opvoeding, huishouden, werk – je moet het steeds in balans zien te houden. Ik zou heel graag dichterbij de kinderen willen wonen, maar de regio Brabant kan ik niet betalen. In Limburg werk ik als functioneel beheerder voor een gemeente – 36 uur, zodat ik op vrijdagmiddag de meiden kan halen.

Vaders zijn steeds meer betrokken bij de opvoeding. Haarverzorging, ongesteldheid, problemen op school – zulke dingen hoef je echt niet alleen aan moeders over te laten

„Er zijn denk ik ook voordelen aan onze situatie; soms krijgen mijn dochters het beste van twee werelden. Mijn ex-partner houdt bijvoorbeeld van musea, met mij gaan ze naar pretparken en doen ze veel met muziek. Ik heb geleerd betrokken te zijn, ook als ik niet in de buurt ben. Ik weet precies wanneer ze les hebben, of wanneer er een moeilijk proefwerk is. De meiden weten dat ik er voor ze ben als ze me nodig hebben.”

Shanthy van den Beuken (34), moeder van Xavi (1)‘Ik heb geleerd dat ik het me soms makkelijk moet maken’

„Het solomoederschap heeft mijn leven een totaal andere wending gegegeven. Ik was altijd heel ambitieus, best wel een workaholic, ik wilde alleen het hoogst haalbare. Nog steeds werk ik fulltime, als voogd voor een jeugdbeschermingsinstelling, maar ik ben veel meer in het hier en nu, dichter bij m’n gevoel. Xavi en ik zijn echt een team, we zijn volledig op elkaar ingespeeld. Als ik op de bank ga zitten, zegt hij bijvoorbeeld: ‘Mama moe?’ Hij is het beste dat me ooit is overkomen.

„Vier jaar geleden was ik net gescheiden en mijn leven stond op z’n kop. Ik wist dat ik iets wilde met mijn kinderwens: ik ben geadopteerd uit Sri Lanka en dat maakt dat ik geen echte bloedband heb in mijn omgeving. Omdat ik wilde weten of mijn lichaam gezond was, meldde ik me aan bij een kliniek. Ik bleek een aandoening te hebben: mijn eicelproductie zou de komende jaren snel afnemen. Toen ben ik gaan nadenken: ik kan nu wel focussen op een nieuwe partner, maar dat kan zo jaren duren. Wat als ik die tijd niet heb?

„Heel snel, maar heel bewust heb ik de keuze gemaakt om alleen een kind te krijgen. Kan ik het als mens? Kan ik het financieel dragen? Heb ik voldoende netwerk? Op al die vragen was het antwoord ‘ja’. Voor een single mother-to-be zijn er dan drie opties: zelf een donor zoeken, naar een Nederlandse spermabank, of naar een internationale. Voor mij bleef alleen die laatste optie over, anders zou het te lang duren. Je mag het niet zeggen, maar zo’n spermabank is eigenlijk een soort bol.com met honderden donoren. Avonden, nachten en vele gesprekken met vrienden en familie heb ik eraan gewijd. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een Deense donor – die leek het meest op een Nederlandse. Ik ging voor een uitgebreid profiel, zodat mijn kind later veel informatie zou hebben. Ik wilde een donor met een hoog EQ. Ik vind het belangrijk dat iemand met de hoge pieken en diepe dalen van het leven kan omgaan.

Heel snel, maar heel bewust heb ik de keuze gemaakt om alleen een kind te krijgen

„Het is een pittig traject om alleen doorheen te gaan. Ik besef dat ik in een gelukkige positie zit: ik heb een fijn huis, een goede baan, mijn ouders kunnen af en toe bijspringen. Ik heb wel moeten wennen aan het feit dat je meer hulp moet vragen. Zeker na bevalling kon ik een tijdje helemaal niets. Ik heb geleerd dat ik het mezelf soms makkelijk moet maken. Of het zwaar is? Ik weet niet beter. Dat Xavi het alleen met mij moet doen, vind ik vooral bijzonder: hoe vaak kies je zó bewust voor iets?”