N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Bruinkool Het Duitse dorp Keyenberg moest wijken voor de bruinkoolwinning. Tenminste: dat was het besluit in 2016. Vorig najaar werd dat alsnog teruggedraaid. Te laat, vinden betrokkenen. „Het dorp is verwoest, ook al staan de huizen nog overeind.”
In de zomer moet Keyenberg een soort paradijsje zijn. In de verlaten tuinen van de buren groeit nog volop groente en fruit, dus oogsten de laatst overgebleven bewoners van het dorp de verweesde bessen en druiven. „En kiwi’s. Van de zomer hadden we een hele kruiwagen vol.”
Norbert Winzen is één van de laatste ongeveer honderd inwoners van Keyenberg, waar oorspronkelijk zo’n negenhonderd mensen woonden. Na een lange strijd die in de jaren negentig begon, werd in 2016 besloten dat de burgers van Keyenberg zich elders moesten vestigen. Keyenberg ligt aan de rand van een reusachtige bruinkoolgroeve, en in 2024 zou ook dit dorp ten prooi vallen aan de graafmachines van energieconcern RWE. Op slechts een paar honderd meter van Winzens achtertuin klinkt een diep gerommel uit de immense put.
Nu, zes jaar later, is Keyenberg een spookdorp. School en crèche zijn dicht, de kerk is ontwijd, de doden op het kerkhof zijn opgegraven en op een nieuw kerkhof gelegd. De ramen van de huizen zijn dichtgetimmerd, de rolluiken zijn neergelaten, klimop wurmt zich door muren en daken. Voormalige inwoners kregen een bedrag van energieconcern RWE en bouwden daarmee een nieuw huis op een plek die “Keyenberg (neu)” heet, een soort vinexwijk van het nabijgelegen stadje Erkelenz, een half uurtje rijden van Sittard.
Toch niet
Alleen: in oktober besloten de minister van Economie Robert Habeck (Groenen), de deelstaat-minister van Economie Mona Neubaur (Groenen) en de RWE-bestuursvoorzitter Markus Krebber dat Keyenberg en vier andere dorpen worden gespaard. Duitsland zal niet in 2038 maar in 2030 een punt zetten achter kolenverbranding, de bruinkool onder Keyenberg wordt niet langer nodig geacht. Het buurdorp Lützerath, dat al een aantal jaar door de bewoners verlaten is, is het laatste dorp dat moet wijken. Deze dagen probeert de politie Lützerath te ontruimen, honderden klimaatactivisten weren zich daartegen. Keyenberg mag blijven staan. „Een pyrrusoverwinning”, vindt Winzen.
De strijd tegen de bruinkoolbaggeraars begeleidt Winzen al zijn hele leven. „Op mijn vijftiende demonstreerde ik voor het eerst, ’s nachts met een fakkel.” In de negentiende-eeuwse vierkantshoeve in Keyenberg wonen ook zijn moeder en zijn zus met haar gezin. Tussen de schuur en het walletje dat het begin van de dagbouw markeert, grazen twee pony’s. Twee honden heersen op de binnenplaats.
„Zestig jaar geleden ongeveer heeft mijn grootvader deze hoeve gekocht. Ook hij moest toen verhuizen vanwege de mijnbouw. Destijds was het gat nog zo’n dertig kilometer verderop. Mijn opa had een soortgelijke boerderij. Men zei tegen hem, in Keyenberg is eenzelfde soort huis en daar is geen bruinkool. Twintig jaar later bleek hier misschien toch ook bruinkool te zijn.”
De bruinkoolgroeve vreet zich door het gebied. Steeds als er een nieuw stuk wordt afgegraven, wordt het zand en grind aan de andere kant van de put gestort om het gat weer wat te dichten. De huidige mijn Garzweiler II is bijna vijftig vierkante kilometer groot, het eerste deel omvatte bijna zeventig vierkante kilometer.
Bijna 30 procent van de elektriciteit in Duitsland komt uit bruinkoolverbranding. Volgens het besluit van Habeck, Neubaur en Krebber is de bruinkool onder Lützerath nodig voor de energievoorziening de komende jaren, juist nu Duitsland onafhankelijker wordt van Russisch gas. Het Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung (DIW) oordeelt daarentegen dat de bruinkool onder Lützerath niet noodzakelijk is voor de energievoorziening, en de delving ervan de klimaatdoelen van Parijs nagenoeg onhaalbaar maakt.
Murw gebeukt
Het onderhoud van de hoeve is er de laatste jaren bij ingeschoten, zegt Winzen, gebarend naar het huis en de schuren om hem heen. „Het dak is tig keer gerepareerd, maar eigenlijk had het geheel vernieuwd moeten worden. Maar ja, dat doe je niet als de boel dreigt te worden afgebroken.”
Binnen, tussen statige donkere kasten, zegt Winzen: „We zijn allemaal murw gebeukt door de lange strijd de laatste jaren. En we weten nu nog niet waar we aan toe zijn: tot 2030 mag er gebaggerd worden, ongeveer tot aan de voordeur.”
Volgens de huidige regels mogen de graafmachines tot 350 meter van een woonhuis komen. „Bijna 90 procent van de huizen hier is al van RWE, mogelijk worden die afgebroken zoals gepland. RWE doet in ieder geval niets aan het onderhoud ervan. Misschien komt er dan een industriegebied. De komende jaren leven we in een bouwput, als een schiereilandje in de dagbouw. Daar slaap ik slecht van.”
Sinds het besluit van 2016 vecht Winzen voor het behoud van de boerderij, gesteund door klimaatactivisten van over de hele wereld. Greta Thunberg stond ook al eens op het erf. De strijd om het dorp verdeelde de gemeenschap; degenen die zich snel door RWE lieten uitkopen werden verguisd, degenen die zich verzetten, zoals Winzen, werd verweten in het verleden te blijven hangen.
Nu terugkomen gaat niet meer
Veel contact met zijn voormalige dorpsgenoten in Keyenberg (neu) heeft Winzen niet. Hij kan zich indenken dat het besluit van oktober velen zwaar op de maag ligt. „Achteraf waren velen denk ik graag gebleven. Maar nu terugkomen, dat gaat niet meer”, aldus Winzen.
Volgens hem hebben veel van de oude Keyenbergers al hun geld in een nieuw huis gestopt, financieel is het niet zomaar mogelijk het oude huis terug te kopen van RWE. „En ik denk dat het voor velen moeilijk is toe te geven dat ze een ingrijpend besluit misschien te snel en verkeerd hebben genomen. Je kunt het misschien vergelijken met dat je de relatie met een partner verbreekt, maar achteraf tot de conclusie komt dat de relatie helemaal niet zo slecht was.”
Iedereen is gekwetst
Susanne Jansen verhuisde met haar gezin een paar maanden geleden, in de achterhoede, naar Keyenberg (neu). De straten in het nieuwbouwdorp hebben dezelfde namen, de postcode is hetzelfde, zelfs de overledenen zijn meeverhuisd. „Geen sprake van”, zegt Jansen op de vraag of ze terug zou willen naar het oude dorp. „Het dorp is verwoest, ook al staan de huizen nog overeind.”
„Iedereen in het dorp is op de een of andere manier gekwetst”, zegt Jansen aan de telefoon. „Voor mensen zoals mijn schoonmoeder, die sinds de jaren negentig heeft gevochten, is dit besluit, op het laatste nippertje en nu het al te laat is, een catastrofe. Voor mijn zwager, die als een van de weinigen met zijn boerenbedrijf achtergebleven is, is het dramatisch omdat hij zich door iedereen die wél is verhuisd, verraden voelt. Anderen die zijn verhuisd eisen dat hun huis alsnóg wordt afgebroken, omdat ze liever willen dat het tegen de grond gaat dan dat iemand anders erin woont.”
In het verderop gelegen Lützerath brak RWE al bijna alle huizen af. Naar schatting vijftienhonderd activisten verzetten zich nog tegen de ontruiming door een enorme politiemacht, waarna RWE alle overige huizen en bomen plat kan walsen.
Of de klimaatactivisten succes zullen hebben, valt zeer te betwijfelen. Maar Norbert Winzen is ervan overtuigd dat de activisten in ieder geval Keyenberg hebben gered: „De aandacht die mensen van Fridays for Future voor het klimaat opeisten, dat heeft de stemming in Duitsland enorm beïnvloed. Toen een paar mensen uit de klimaatbeweging doorhadden dat we hier iets probeerden te redden, werd ik opgebeld met de vraag: ‘Zullen we jullie helpen?’ Sinds dertig jaar proberen de mensen zich hier te weren maar ze hadden geen kans omdat ze verdeeld waren. Met de steun van vele jonge mensen van buiten is het gelukt.”