N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Boeken
Cultboek In 1977 schreef Nicola Pugliese een bruisende, magisch-realistische roman over Napels dat overspoeld wordt door een eindeloze regenbui: de Napolitanen geven zich niet gewonnen. Waarom deed de schrijver van dit krankzinnige cultboek er altijd het zwijgen toe? Plus: hoe de vertaalster Malacqua nieuw leven inblies.
De journalist Nicola Pugliese schreef in 45 dagen een roman en hij noemde hem Malacqua. Waarna hij de journalistiek verliet, het vak dat hem liet schrijven over ‘dingen die me geen bal interesseerden’ zoals hij zei in het enige interview dat hij ooit gaf, zich terugtrok in de bergen en op een bundel verhalen na nooit meer iets publiceerde. Malacqua was direct uitverkocht. Maar van een volgende druk wilde hij niet weten, die verscheen na zijn dood in 2012.
‘Malacqua’. Vreemde titel. Het woord ontbreekt in het woordenboek, maar het echoot ‘malocchio’, het boze oog. Het boze water dus. Oftewel, het Natte Kwaad. Geïnspireerd door een fatale regenbui die in 1969 in Napels slecht onderhouden wegen en wooncomplexen deed instorten en met de apocalyptische regenfilm Het laatste oordeel (Il Giudizio Universale van Vittorio de Sica, 1961) voor ogen, roept Pugliese in zijn roman een Napels op dat wordt geteisterd door een eindeloze regenbui. Het hemelwater sist en het borrelt. Het gooit met modder, het slaat gaten in het wegdek die auto’s verzwelgen, laat straten verzakken en huizen instorten. Het stadsbestuur komt bijeen. Na een eerbiedige minuut stilte die vijftien seconden duurt, zoeken de autoriteiten dekking in de bureaucratie, formeren een commissie en maken zich uit de voeten. En Napels kan, in de woorden van Pugliese, ‘alleen maar de dekens over zijn hoofd trekken en zachtjes jammeren’.
Schuimende taal
Het stortregent zoals wel vaker, erg bedreigend lijkt het niet. Alleen, het houdt maar niet op. Het borrelt, het bruist, het stroomt en Pugliese doet hetzelfde. Zijn taal schuimt over de lezers heen en sleurt ze mee, Napels in naar de Napolitanen, naar hun dromen, hun geheimen, hun teleurstellingen. Pugliese zoomt in op een aantal inwoners, weggedoken voor de regen. Hun gedachten stromen bij bakken het boek in. Hij opent luikjes naar hun onopvallende levens en overvalt je met hun bijzonderheid, hij openbaart stiekeme bliksem in een grijs leven of trekt als een goochelaar een magnifieke liefdesbrief achter een oor vandaan. Mij raakt de koppige Salvatore die zijn leven overdenkt, niet vanwege de regen maar omdat hij dat altijd doet. Ik treur mee met de carabiniere en zijn zenuwzieke echtgenote, ik deel in het genot van de jonge vrouw die zich overgeeft aan een geslaagde vrijpartij met haar getrouwde minnaar. Hoogtepunt van Puglieses vertelkunst biedt zich aan in het magisch-realistische verhaal over een intriest schoolmeisje, maar het simpele relaas van het gelukkige huwelijk van een caféhouder met zijn Engelse echtgenote mag er ook wezen. Samen zijn deze mensen de stad waar de regen sist en reutelt, ‘als een dier in doodsnood’ en waar niemand wil weten van een ramp, met de orde van de dag als houvast.
Terwijl het op elke pagina van Malacqua regent, vindt Pugliese honderd manieren om te beschrijven hoe het water sist, hoe de wind giert, hoe als straten doorweekt zijn. Hoe het is om te schuilen, hoe om in de regen te lopen en gelaten in je nek te laten druipen.
Zorgvuldig verstrengelde Pugliese zijn stijl met het aanvallende water, voor dit boek waar van hem geen woord in veranderd mocht worden. Ook niet door Italo Calvino op wiens voorspraak Malacqua in 1977 werd uitgegeven. Dat betekent een grote verantwoordelijkheid voor wie het vertaalt, want die moet aan de slag met een taalgebruik vol elementen die normaal gesproken van een literaire redacteur niet ‘mogen’, maar die, Puglieses bevel indachtig, trouw gehandhaafd zullen moeten worden. Zijn zinnen zijn vaak lang en associatief, op het onsamenhangende af, alsof er iemand tegen je aan zit te kletsen.
Maar terwijl je met een half oor luistert (je denkt: och, waarom niet, het is een aardige man) dringt tot je door wat hij zegt en hoe meeslepend dat is. Dan ben je ineens een en al oor en heb je geen tijd om een probleem te maken als hetzelfde woord in die ene zin een keer of vier heen en weer klotst. Dat vloeiende en borrelende geheel van vorm en inhoud vertalen, ga d’r maar aan staan. Annemart Pilon waagde het erop en vertaalde op eigen risico een voorproefje in het Nederlands, in de hoop een uitgever te interesseren. Dat lukte.
Taalkundige curiositeiten
Nu is dankzij haar deze begeerlijke cultroman ontsloten voor een Nederlandstalig publiek. En hoe. Als een vliegende vis buitelt Pilon door de tekst. Hartstochtelijk zet ze zoeklichtjes op Puglieses taalkundige curiositeiten in spreek- en denktaal en met haar gevoel voor kreetjes als ‘kan mij het schelen’ en ‘morgen brengen’ houdt ze zijn smakelijke kroegtoon in ere.
Wat wilde Pugliese met deze roman zeggen? Het is verleidelijk om het boek te associëren met de klimaatcrisis, die zich in zijn dagen begon af te tekenen. Hij had toen hij in 1977 het boek schreef vermoedelijk weet van het rapport van de Club van Rome (1972).
Maar het doet geen recht aan Malacqua, de associatie is te beperkt. Pugliese mikte anders, hoger, grilliger ook. Terwijl onder hun voeten vaste grond moeras wordt, verzetten zijn personages zich tegen de vergankelijkheid. Vlieg hoog boven deze roman en je ziet de onvermijdelijkheid van de dood. Zet de daling in en je ziet de even onvermijdelijke ontkenning daarvan. Land tussen de personages en je ziet hoe roerend de menselijke soort is.
‘Vier dagen Regen in Napels in afwachting van een uitzonderlijke Gebeurtenis’ is de ondertitel van Malacqua. Die Gebeurtenis, wat is dat? Daar is de journalist weer, hij staat zich te scheren, hij voelt zich goed, hij wordt overspoeld door een visioen van de zon, ‘want het leven speelt zich niet af in verwrongen gedachten, in de regen die naar beneden komt […], het leven speelt zich af in de warme oktoberzon die op ieder blad teerheid tekent…’ Al staat het er niet met zoveel woorden, hij heeft een besluit genomen, zijn roer gaat om.
Napels is een tragedie, het leven is dom. Maar zolang iemand dat nog doorheeft is er schoonheid, is er hoop. Is er de onweerstaanbare krankzinnigheid van dit geweldige boek.
Lees ook dit opiniestuk van vertaalster Annemart Pilon: Ik kan mijn werk niet betalen
Vertaalster Annemart Pilon: ‘Nicola Pugliese kan abstract gevoel concreet maken’
Met Malacqua voltooide Annemart Pilon haar eerste integrale vertaling van een Italiaanse roman. Een zinderende, beklemmende tekst, die voor een vertaler niet altijd even makkelijk moet zijn geweest.
Was het inderdaad een moeilijke klus?
„Jazeker. Pugliese heeft een heel aparte stijl. Het was een uitdaging om die goed te vertalen. Vaak vroeg ik me af of hij het echt zo had bedoeld. Maar gelukkig was mijn Italiaans goed genoeg en heb ik twee jaar in Napels gewoond, waardoor ik de locaties waarover hij schrijft goed ken. Ook heb ik native speakers geraadpleegd. Als ik hun een lastige zin voorlegde, vonden ze die inderdaad vreemd. Maar zo had Pugliese het nu eenmaal bedoeld en zo moest ik het zien te vertalen.”
Kunt u een voorbeeld geven?
„Grammaticaal is Puglieses proza correct, maar er ontbreekt wel eens interpunctie. Ook hapert zijn taal soms. Op die manier laat hij de gedachten van zijn hoofdpersoon Carlo Andreoli loeien. Alsof hij stamelt, omdat hij overvallen wordt door die ramp. En als hij schrijft over angst die zich ‘in je vuisten vastzet’, is dat weliswaar een vreemd beeld, maar maakt hij tegelijkertijd abstracte gevoelens heel fysiek en concreet.”
Ondanks de ramp die zich in het boek voltrekt, gaat het dagelijkse leven in Napels gewoon door. Wat zegt dat over die stad?
„Bij akelige gebeurtenissen halen Napolitanen vrijwel altijd de schouders op, omdat ze er toch niets aan kunnen doen. Ze reageren gelaten. Bij die grote, de stad bedreigende bosbranden op de Vesuvius van 2017 zaten velen gewoon op het strand met een pizza.”
Waar gaat het verhaal van ‘Malacqua’ verder over?
„Niet over corruptie. Wel over de onmacht van de instituties, die niet bij machte zijn om adequaat op rampen te reageren. Ze praten en vergaderen maar, zonder dat er iets gebeurt. Het beeld van die chaos wordt versterkt door die regenval. Tegelijkertijd gaat Malacqua over de puinhoop van het leven, dat altijd anders gaat dan je had gedacht.”
Toen het boek in 1977 verscheen was het een bestseller. Maar een herdruk is er nooit gekomen. Waarom eigenlijk niet?
„Pugliese had bepaald dat zijn boek pas na zijn dood mocht worden herdrukt. Na het verschijnen van Malacqua in 1977 heeft hij zich op 34-jarige leeftijd teruggetrokken in een bergdorpje in de buurt van Napels. Met het literaire wereldje wilde hij niets te maken hebben. Ook weigerde hij zich te laten interviewen. Daarna heeft hij nog wel een verhalenbundel geschreven. Maar dat boek is nergens meer verkrijgbaar.”
Wat ziet u als de verklaring daarvoor?
„Ik denk dat hij met Malacqua alles gezegd heeft. Het boek was zijn levenswerk, ook al heeft hij het er in 45 dagen uit geramd. Niet voor niets wordt hij de Napolitaanse Salinger genoemd.”
U heeft het boek zelf aangedragen bij uitgeverij Van Oorschot. Hoe kwam dat zo?
„Het literaire tijdschrift Terras had me gevraagd om een fragment uit Malacqua te vertalen. Ik vond het toen waanzinnig goed, want zulke boeken lees je niet vaak. Ik ben vervolgens de boer opgegaan en bij Van Oorschot beland. Toen ik mijn vertaling af had miste ik het een beetje. Zo jammer vond ik het dat het voorbij was.”