Het bloed spat van de pagina’s in de nieuwe wereldgeschiedenis van Simon Sebag Montefiore

Recensie

Boeken

Wereldgeschiedenis In maar liefst 1467 pagina’s beschrijft de Britse historicus Simon Sebag Montefiore de geschiedenis van de wereld aan de hand van belangrijke personen en hun families.

Muur met de geschiedenis van Peru in de oude Inca-stad Cuzco.
Muur met de geschiedenis van Peru in de oude Inca-stad Cuzco.

Foto Education Images/Universal Images Group via Getty Images

Een beetje oppassen met vuurwerk en niet vechten in de kroeg: wie zich in Nederland netjes gedraagt, loopt weinig kans straks met Oud en Nieuw het loodje te leggen. Hoe anders was dat bij de viering van het Perzisch Nieuwjaar (Nowruz) aan het hof van koning Xerxes (519 v.Chr. – 465 v.Chr.) Deze vorst hield er een turbulent liefdesleven op na: zo deelde hij het bed met de vrouw van zijn broer Masišta én met diens dochter. Xerxes’ echtgenote had hier lucht van gekregen, en haar ongenoegen kwam tijdens een Nieuwjaarsfeest tot uitbarsting.

Toen de koningin van haar man een wens mocht doen, wist ze het wel: ze eiste het leven van de hele familie van Masišta. Xerxes koos eieren voor zijn geld en stemde toe. Daarop beval de gekrenkte vorstin dat Masišta’s vrouw een verradersdood moest sterven: haar neus, oren, tong en borsten werden afgesneden en aan de honden gevoerd.

Moraal van dit verhaal: ook in de beste families komt wel eens ruzie voor. Sterker nog, in de families van vorsten, politici en rijkelui is het opvallend vaak herrie. Dat moet in ieder geval de conclusie zijn na lezing van De wereld. Een familiegeschiedenis van Simon Sebag Montefiore, het boek waaruit bovenstaande scène afkomstig is.

Montefiore, een Brits historicus die eerder boeken publiceerde over Jozef Stalin, de Romanovs en Jeruzalem, heeft tijdens de coronajaren bepaald niet stilgezeten. Hij schreef een geschiedenis van de mensheid, vanaf de uitvinding van het schrift tot aan de Russische inval in Oekraïne. Dat heeft een boek opgeleverd van 1.467 pagina’s (de literatuurlijst van nog eens 137 bladzijden staat op zijn website) dat bol staat van interessante en vaak ook gruwelijke verhalen.

De wereld is in zekere zin een ouderwets boek. Montefiore heeft er namelijk voor gekozen vijfduizend jaar menselijke geschiedenis te vertellen aan de hand van de belevenissen van belangrijke personen en hun families. Die komen er vooral in de academische geschiedschrijving al decennia bekaaid vanaf. Een wereldgeschiedenis aan de hand van bijvoorbeeld klimaatverandering of arbeidsverhoudingen zou een stuk moderner zijn, maar Montefiore stelt in zijn inleiding dat dit soort geschiedschrijving vooral een ‘panacee voor verwarrende tijden’ is. ‘Haar voordeel is dat ze een idee van perspectief biedt, haar nadeel dat ze te veel afstand schept. Wereldgeschiedenis gaat vaak over thema’s, niet over mensen; biografie gaat over mensen, niet over thema’s.’

In zijn nieuwe boek tracht Montefiore het beste van beide genres te combineren, schrijft hij. ‘Ik heb geschiedenis samengeweven door de verhalen te vertellen van verscheidene families in ieder werelddeel en tijdperk, en die verhalen heb ik gebruikt om er de voortgang van de geschiedenis van de mens aan vast te koppelen. Het is de biografie van heel veel mensen in plaats van één persoon.’

De dynastieke wereldgeschiedenis die zich na deze inleiding ontrolt, is niet geschikt voor lezers die denken dat de meeste mensen deugen – en die illusie graag blijven koesteren. Het bloed spat namelijk van de pagina’s. Iedereen probeert de macht te grijpen, met alle beschikbare middelen.

Een kleine kwantitatieve analyse spreekt boekdelen. Het woord ‘oorlog’ komt in dit boek 1.089 keer voor, ‘moord’ 949 keer, ‘onthoofden’ 129 keer, ‘martelen’ 104 keer en ‘staatgreep/coup’ 95 keer. Ter vergelijking: ‘seks’ komt tot 300 vermeldingen, ‘liefde’ tot 257 en ‘vrede’ slechts tot 196. Montefiore citeert instemmend Friedrich Nietzsche: ‘Bij individuen is waanzin zeldzaam, maar in groepen, partijen, landen en tijdperken is het de norm.’

Gouden eeuw

Het is de gewoonte om in een recensie in enkele alinea’s de inhoud van het boek samen te vatten, maar het is weinig zinvol om in 146 woorden 1467 pagina’s na te vertellen. Daarom, kort en goed: wie geïnteresseerd is in het lief en leed van, onder veel meer, de Ramessiden, de Julisch-Claudische dynastie, de Karolingen, de Ottonen, Dzjengis Khan en zijn kroost, de Borgia’s, de Bourbons, de Habsburgers, de Romanovs, de Rothschilds, de Kennedy’s en de Trumps kan aan dit boek zijn hart ophalen.

Ook Nederlanders als Willem de Zwijger, Rembrandt van Rijn, de Amsterdamse regent Jacob de Graeff, Jan Janszoon (tot de islam bekeerde piraat die via zijn kleindochter de voorvader was van de Amerikaanse miljardairsfamilie Vanderbilt), Claes Martenszen van Rosenvelt (stamvader van de presidentsfamilie Roosevelt), Jan Pieterszoon Coen en Johan de Witt (‘een imperialistisch meesterbrein’) maken hun opwachting. Het is duidelijk wanneer Nederland volgens Montefiore iets te betekenen had op het mondiale toneel: in de Gouden Eeuw.

Voor wie wat van geschiedenis weet, zullen de bovenstaande familienamen niet als een enorme verrassing komen. Maar Montefiore heeft zijn best gedaan om ook veel verhalen van buiten het Westen te vertellen. Kommer en kwel sloeg ook hier de klok. Wie bijvoorbeeld dacht dat het in de Amerika’s een idyllisch paradijs was tot de komst van Europese ontdekkingsreizigers, zal lelijk opkijken van het hoofdstuk over de Inca’s.

Machu Picchu

In het huidige Peru kreeg Inca-prins Yupanqui het begin vijftiende eeuw aan de stok met zijn vader. Die had Yupanqui’s broer aangewezen als zijn troonopvolger, maar de jongere zoon meende dat hij veel geschikter was voor de baan. Hij bewees zijn kundigheid in een oorlog, maar dat was voor zijn vader juist een reden om het bevel te geven Yupanqui te doden. Hierop restte de prins niets anders dan een succesvolle greep naar de macht. Hij gaf zichzelf een nieuwe naam – Pachacuti (de Wereldschudder) – en veroverde in veertig jaar tijd heel Peru. Ook bouwde hij in de bergen het complex van Machu Picchu.

Zijn zoon Tupac Inca Yupanqui breidde het rijk uit langs de Andes tot in Ecuador, bouwde een nieuwe hoofdstad, Quito, en trok naar de Stille Oceaan. De kroning van de koning, de Sapa Inca (Enige Inca), werd gevierd met het wurgen van tweehonderd kinderen in de leeftijd van vier tot tien; de dodenritus van een Sapa bestond uit het kelen van tweeduizend lama’s terwijl ‘duizend jongens en meisjes naar de plek waar ik sliep of mij vermaakte zullen worden gebracht en begraven’, aldus Pachacuti.

Het spreekt voor zich dat de Inca’s een enorm leger nodig hadden voor het vergroten en bewaken van hun rijk. De soldaten zongen tijdens hun marsen een vrolijk lied. ‘Wij zullen drinken uit de schedel van de verrader, we zullen ons versieren met een halsketting van zijn tanden, we zullen de melodie van de pinkullu spelen op fluiten gemaakt van zijn botten, we zullen slaan op de trom, gemaakt van zijn huid en zo zullen we dansen!’

Afgebonden voeten

In De wereld is opvallend veel aandacht voor de geschiedenis van China. Nu dat land op weg is het machtigste op aarde te worden, kan het geen kwaad daarvan kennis te nemen. Als de bronnen het toelaten, zet Montefiore zoveel mogelijk vrouwen in de schijnwerpers. Dat doet hij ook met Cixi, een dochter van een Mantsjoe-officier en lid van de lagere adel. De Mantsjoe’s bonden de voeten van hun vrouwen niet af, maar desalniettemin viel Cixi in de smaak bij de Quing-keizer Xianfeng, ook wel Kreupele Draak genoemd. Hij nam haar tot zich als concubine van de achtste rang en noemde haar Yi.

Cixi werd zwanger van Xianfeng en baarde hem in 1854 een zoon, wat een promotie naar de vijfde rang betekende. Tegelijk hield ze er goede banden op na met keizerin Zhen – bijnaam Fragiele Feniks – wat er uiteindelijk toe leidde dat ze opklom tot Edele Bijzit Yi, nummer twee na de keizerin.

Xianfeng was in een oorlog verwikkeld met de Britten, die opium verkochten in China. In 1860 namen de Europeanen Beijing in en een jaar later stierf de vernederde Xianfeng. De troon was voor zijn vijfjarige zoon, gesteund door Cixi en acht regenten, onder leiding van de Mantsjoe-prins Sushun.

Deze heren namen geen genoegen met een bijrol en wilde een greep naar de macht doen, waarbij ze Cixi zouden vermoorden. Die stak daar een stokje voor door tijdens de uitvaart van haar man het initiatief naar zich toe te trekken. Sushun, die was belast met de doodskist, werd betrapt met twee concubines – ongepast gedrag tijdens koninklijke uitvaarten. Hij werd onthoofd. De regenten kregen ‘zijde’: een witte sjaal om zichzelf mee te verhangen.

Hierna zat Cixi nog decennia op de troon. Elke dag kwam ze op met Zhen (met wie ze in naam twintig jaar samen regeerde) om achter de kleine keizer te zitten, terwijl ze staatszaken bespraken. Een fraai staaltje girlpower.

Brandend maagzuur

Montefiore heeft met het beschrijven van het leven van Cixi en honderden anderen een herculische prestatie geleverd, waar wel enige kanttekeningen bij te maken zijn. De feitendichtheid in De wereld is enorm. Dat zorgt voor een rijk gevuld buffet vol verhalen, maar leidt soms ook tot het mentale equivalent van brandend maagzuur. Dit boek lees je waarschijnlijk niet in één ruk uit, maar wie de laatste bladzijde heeft omgeslagen zit nooit meer om een anekdote verlegen.

Een ander probleem is van fundamenteler aard. De wereld is een vlot geschreven verhalende geschiedenis, maar wat léren we nu van dit boek? En wat leren we over het wezen van families en dynastieën? Wat zijn de voordelen en nadelen van de concentratie van macht in de handen van een kleine groep individuen? Welke dynamiek binnen families zorgt ervoor dat uiteindelijk altijd iedereen het aan de stok krijgt met elkaar? Zo’n analyse had het boek een extra laag gegeven, en het is jammer dat Montefiore voor de antwoorden niet op zoek is gegaan in wetenschappen als sociologie en politicologie.

In zijn conclusie beschouwt Montefiore de toekomst van de wereld met fikse bezorgdheid. Klimaatverandering, bevolkingsgroei, migratie, pandemieën en oprukkende autoritaire regimes zullen de komende eeuw grote uitdagingen opleveren. Het valt nog maar te bezien of de westerse democratieën daar tegen bestand zijn. Om niet in mineur af te sluiten, zingt Montefiore de lof van de liefde en het vermogen van de mens om te herstellen wat vernietigd is. Hij geeft het laatste woord in zijn boek aan Anne Frank: ‘Denk aan al het mooie dat er in en om jezelf nog overblijft en wees gelukkig.’