Het blauwtongvirus is terug van weggeweest: vier schapenhouderijen besmet

Infectie Schapen met koorts, lusteloosheid en ontstekingen in de bek en aan de poten: voor het eerst in veertien jaar zijn besmettingen met het blauwtongvirus vastgesteld.
Schapen en runderen kunnen door het virus onder meer koorts, ontstoken slijmvliezen en zweertjes aan de uiers krijgen.
Schapen en runderen kunnen door het virus onder meer koorts, ontstoken slijmvliezen en zweertjes aan de uiers krijgen. Foto Getty Images

Bij vier schapenbedrijven in Midden-Nederland is het blauwtongvirus (BTV) ontdekt. Dat blijkt woensdag uit een Kamerbrief van demissionair minister Piet Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ChristenUnie). Het is voor het eerst in veertien jaar dat een besmetting met het virus in Nederland is vastgesteld. Voor mensen is BTV niet gevaarlijk, wel heeft het gevolgen voor de handel in de sector. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft de vier schapenhouders tijdelijk geblokkeerd in afwachting van verder onderzoek. Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat er meer positieve gevallen zullen worden gevonden, aldus Adema.

Vanuit de gemeente Wijdemeren en de gemeente Stichtse Vecht ontving de NVWA begin september verdenkingen van blauwtong. Schapen hadden last van koorts, lusteloosheid, en ontstekingen in de bek en aan de poten. Na onderzoek bleek het inderdaad om besmettingen met het virus te gaan. BTV wordt voornamelijk door een soort mug verspreid en is niet overdraagbaar door direct contact tussen dieren.

Vaccinatie van belang

Vooral runderen, geiten en schapen zijn vatbaar voor het virus. Ook hun eicellen, sperma en embryo’s zijn mogelijk besmet. Dit bemoeilijkt de internationale handel van het vee. Hierover schrijft Adema dat Nederland niet meer „vrij” is van blauwtong en dat er daarom „aanvullende voorwaarden” gelden voor de handel naar andere EU-lidstaten in de vorm van bijvoorbeeld quarantaine of extra testen. Om het virus tegen te gaan is vaccinatie van belang, maar daarvoor moet eerst het ‘serotype’ worden vastgesteld. Dit is nog niet gedaan.

In 2006 was er sprake van een BTV-epidemie. Het was de eerste keer dat het virus in Nederland werd vastgesteld. Toen breidden de infecties zich uit met een straal van gemiddeld zestien kilometer per week. Welk verspreidingspatroon er nu te verwachten valt, is nog onduidelijk. Doordat in 2008 een vaccinatiecampagne werd gestart, daalde het aantal besmettingen sterk. Hoewel veel Europese landen na 2012 BTV-vrij werden verklaard, werd in Frankrijk in 2015 een besmetting van het virus gerapporteerd. Hoe het kan dat het virus nu ook in Nederland terug is, is niet bekend.