N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Boeken
Sciencefiction Een nieuwe uitgave van Heerlijke nieuwe wereld, met sombere essays van Margaret Atwood en Yuval Noah Harari, leest als een literaire toverbal met een bittere nasmaak.
‘Een hap soma, en je kunt er weer tegen,’ zo vatte mijn leraar Engels Aldous Huxleys Brave New World samen. Hij vond het geen meesterwerk. Als het toch een toekomstroman moest zijn, dan zag hij meer in George Orwells Nineteen Eighty-Four (in het Nederlands: 1984). Omstreeks 1977 werd 1984 vooral gelezen als een grimmige parabel van hoe het er achter het IJzeren Gordijn aan toe ging. In die dagen tekende zich al af dat het Sovjet-systeem niet tot de hoogte reikte van Orwells Big Brother, die in staat was iedereen te controleren, toe te spreken en desnoods hardhandig te laten corrigeren. De Sovjets wilden dit wel, maar ze konden het niet – het communisme had ieder innovatief vermogen vernietigd. Beeldschermen die, zoals in 1984, niet alleen uitzonden maar ook in de huiskamers konden meekijken, die waren er niet en zouden er ook niet komen.
Het Vrije Westen mankeerde niets; mensenrechten, persoonlijke ontplooiingsmogelijkheden, privacy en medezeggenschap waren aan hun zegetocht begonnen. In de jaren zeventig leek geen einde te komen aan de Koude Oorlog, maar het Westen wentelde zich in groeiende welvaart en bewoog steeds verder weg van alle totalitaire verschrikkingen die het in de eerste helft van de twintigste eeuw had doorgemaakt. Het fascisme was verslagen, en in de jaren tachtig begonnen de Sovjets merkbaar te wankelen. Toen in 1989 in Berlijn de Muur definitief openging, leek het totalitaire spook uiteindelijk zichzelf vernietigd te hebben. Het einde van de geschiedenis, aldus Francis Fukuyama. De sombere toekomstromans van Orwell en Huxley bleken meer fiction dan science.
Inmiddels zijn we weer zo’n dertig jaar verder. De geschiedenis bleek helemaal niet geëindigd, en de stabiele liberale wereldorde, die Fukuyama in 1989 nog zag ontstaan, wordt van alle kanten aangevreten, niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit. Dat juist nu Huxleys Brave New World in een opgefriste vertaling van Pauline Moody uit 1999 opnieuw wordt uitgegeven, is geen toeval. Deze uitgave wordt voorafgegaan door twee nogal sombere essays, een van Margaret Atwood uit 2007, en een van Yuval Noah Harari uit 2020. Atwoods essay ademt nog de schrik over 9/11, en de ontmanteling van de privacy die daardoor in gang werd gezet. Harari is alweer een stap verder, en ziet dat overheden en bedrijven inmiddels zoveel over individuele burgers weten dat ze ongemerkt van alles met hen kunnen doen. De mens wordt ‘gehackt’. Wanneer dit middel in handen valt van een ‘eenentwintigste-eeuwse Stalin’ dan zullen de verschrikkingen van de twintigste eeuw kinderspel blijken.
Lees ook: Yuval Noah Harari over de complexe mens
De eerste T-Ford
Heerlijke nieuwe wereld speelt in het jaar A.F. 632, en dat is gerekend vanaf het jaar waarin Henry Ford zijn eerste T-Ford van de lopende band liet rollen, ofwel het jaar 2540. In A.F. 632 kent de wereld geen conflicten meer, er is nog maar één regering, bestaande uit tien regionale leiders, omgeven door een klasse van slimme alfa’s, die de maatschappelijke radertjes aansturen. Omdat het zware werk ook gedaan moet worden is er een kastensysteem van genetisch gemanipuleerde mensen, de beta’s, gamma’s en epsilons. Ze zijn op een pavlov-achtige manier gedrild in de simpele waarheden die het bestaan richting geven. Iedereen kan en zal hier gelukkig zijn. En wie ook maar even zijn stemming voelt dalen, kan zijn toevlucht nemen tot tabletjes soma. Alle zorgen verdwijnen, en de wereld verdwijnt ook. Een stevige dosis soma kan iemand voor geruime tijd ‘vakantie’ bezorgen.
Het is een gepolijste samenleving, waarin alles goed georganiseerd is. Het morsige gedoe van de menselijke voortplanting is vervangen door gekloonde kindertjes die uit het lab komen; binnen twee jaar kunnen uit één eicel ruim tienduizend gelijke mensen gekweekt worden. Overzichtelijk. Daar staat tegenover dat iedereen het met iedereen mag doen; seks is vrij. O heerlijke nieuwe wereld, het is zo’n waarheid die honderden keren per dag de oren van de twee miljard aardbewoners in wordt geblazen. Iedereen kan in het collectief opgaan. Lukt het even niet, dan is er soma.
Bernard Marx is een alfa, een alfa-plus zelfs, maar onder zijn soortgenoten is hij een misbaksel, te klein van postuur en te tenger. Hij staat wat alleen. Soma zou kunnen helpen, maar hij wil die niet meer. Hij ontwikkelt ongezonde nieuwsgierigheid naar een reservaat in New Mexico waar nog indianen op de manier van het jaar nul A.F. leven. Daar ontmoet hij John de Wilde, die van zijn moeder over het Andere Land heeft gehoord. Het lijkt John een paradijs. Hij neemt zijn moeder mee. Wanneer die sterft aan een overdosis soma, slaat het gemoed van John om. Hij ontketent een opstand, die makkelijk wordt gesmoord, niet met traangas maar met somadamp. Zo gaat dat in een mooie perfecte wereld.
‘De mensen zijn gelukkig’
John wordt een bezienswaardigheid als relict uit de oude wereld, maar hij loopt vast in zijn eigen agressie en pleegt zelfmoord. Geheel volgens verwachting. De goede nieuwe wereld kan weer verder. ‘De wereld is nu stabiel. De mensen zijn gelukkig,’ zo verklaart wereldchef Mustapha Mond. Dit is het echte einde van de geschiedenis, tot in de eeuwigheid.
De geschiedenis is dan ook afgeschaft. Dat was nog een idee van de oude Ford uit de twintigste eeuw: ‘Geschiedenis is kletskoek,’ kon je die horen zeggen. Intussen is het intrigerend hoe Huxley de ontwikkeling vanaf ca. 1930 tot A.F. 632 voor zich zag. Want hoe kan onze wereld die nieuwe totalitaire staat baren? Veel meer dan Orwell biedt Huxley zicht op hoe de vrije wereld ophield te bestaan. In 1984 heerst totaal geheugenverlies, alles is ‘verdwenen in de mist’: ‘het verleden was uitgewist, en dit uitwissen was vergeten, de leugen werd waarheid.’
Bij Huxley krijgen we af en toe een glimp van het verleden. De tweedracht in de wereld werd opgeruimd in een hevige Negenjarige Oorlog. Musea en standbeelden konden verdwijnen. De godsdienst werd meteen ook weggevaagd. Vanaf dat moment werd gestaag toegewerkt naar sociale stabiliteit. Met jarenlang geëxperimenteer werden het consumeren en gelukkig zijn geperfectioneerd.
Beklemmende boodschap
Dat blijkt in 2023 een beklemmende boodschap. Rusland en China stralen inmiddels uit dat ze de Westerse superioriteit tot iedere prijs willen ondergraven. Op dit ogenblik proberen ze alles wat naar liberalisme neigt in hun directe omgeving al te verdelgen. Buurstaatjes worden ingenomen, en heel doelgericht worden er boeken verbrand, kunstwerken vernietigd, de geschiedenis wordt uit een gebied gehaald.
In China is de surveillancestaat uitgerold, en die zal de komende jaren verder worden geperfectioneerd. Huxley hield nog geen rekening met de opkomst van computers in ieders leven – het is een wonder dat hij het in 1932 al over televisie heeft. Orwell was duidelijk al verder met zijn schermen die tegelijk uitzonden en registreerden, en met uitvindingen als ‘Newspeak’, ‘Thought Police’ en ‘Double Think’. Vooral dat laatste: ‘Oorlog is vrede, vrijheid is slavernij en Onwetendheid is kracht.’ Die tegenstrijdigheden waren in de wereld van 1984 overal te lezen.
Het is de laatste jaren alsnog griezelig dichtbij gekomen, met een Amerikaanse president die de waarheid als ‘nepnieuws’ afdeed, en omgekeerd. Of en in hoeverre bedrijven als Google, Facebook en Microsoft hun eigen variant van de surveillancestaat ontwikkelen, is een vraag die nauwelijks leeft onder gebruikers van mobiele netwerken, die al die heerlijke prikkels die van het scherm komen, schuldeloos ondergaan als hun dagelijkse shotjes soma. Verder slikken we ons ongans aan pijnstilllers, antidepressiva en slaapmiddelen.
De vraag dringt zich op of de wereld, en in het bijzonder het Westen, nog een andere afslag kan nemen. Wie onbezorgd verder wil leven, kan Heerlijke nieuwe wereld beter ongelezen laten, en zeker ook het nawoord dat Huxley in 1946, na de Holocaust en Hiroshima, toevoegde. Een totalitaire wereld is ‘waarschijnlijk’ zegt hij het ene moment, ‘onvermijdelijk’ het andere, want technologische ontwikkelingen zullen de massa in verwarring brengen en dictators in de kaart spelen. We zijn bijna tachtig jaar verder; Huxleys fictie begint alsnog griezelig veel op science te lijken.
Heerlijke nieuwe wereld en 1984 zijn beide wonderlijke literaire toverballen, die met het verstrijken van de tijd telkens weer een andere kleur en ook een andere smaak afgeven. Het bitter begint nu door te komen. Of zoals Harari het samenvat: 1984 is angstaanjagend, Heerlijke nieuwe wereld van Huxley is uiteindelijk nog veel verontrustender.