Het beeld is nog geen twee maanden oud en nu al een Rotterdams icoon

Reportage

Beeld in Rotterdam Het metershoge beeld van de jonge, zwarte vrouw is een ontmoetingsplek geworden, waar je niet langs kan lopen zonder er een foto van te maken.

Voorbijgangers maken op het Rotterdamse Stationsplein foto’s van het standbeeld Moments Contained van kunstenaar Thomas J Price.
Voorbijgangers maken op het Rotterdamse Stationsplein foto’s van het standbeeld Moments Contained van kunstenaar Thomas J Price. Foto’s Bart Maat

Niemand die Rotterdam Centraal uitloopt en het Stationsplein oversteekt, kan het ontgaan: het vier meter hoge beeld van de jonge, zwarte vrouw. Niet alleen haar nonchalante houding – handen in de zakken, voeten in Nikes – trekt de aandacht. Zo veel mensen die naar haar kijken, die zich rond haar groeperen, die haar bronzen broekspijpen strelen, die met een arm om haar been op de foto gaan. Dát is pas opvallend.

Het beeld Moments Contained van de Britse kunstenaar Thomas J. Price is een gift aan de stad van de Rotterdamse weldoenersfamilie Van der Vorm. Het staat er nog geen twee maanden en is nu al een Rotterdams icoon. Een ontmoetingsplek, en een beeld waar je niet langs kan lopen zonder er een foto van te maken. Vaak staat er een heel rijtje mensen, te wachten tot ze aan de beurt zijn.

‘Ze is pure waarheid’

Gaaf beeld, vindt Freek van Holten, manager in de GGZ, die zijn dochter Eva bij het beeld fotografeert. Ze wonen in Wageningen, zijn een dagje in Rotterdam en wilden het graag in het echt zien. „Het is een vrouw die je hier zo op straat tegen zou kunnen komen”, zegt Freek. Klopt, zegt Eva. „Ze is pure waarheid.”

Andere beeldkijkers zijn Bart en Marianne. Zij zijn vlak achter het station opgegroeid en wonen nu in Capelle aan den IJssel. Ze hadden gelezen over ophef over het beeld na een column in NRC van Rosanne Herzberger, die het beeld een „belediging” vond, omdat de jonge vrouw „niets bijzonders had gepresteerd”. Dat heeft wel bijgedragen aan de bekendheid, lachen ze. Zij zijn er in elk geval speciaal voor omgefietst. Marianne zet haar fietshelm af voor de foto.

Bart: „Ze is in beweging.”

Marianne: „Bart heeft er oog voor.”

Bart: „Nou, dat valt wel mee, maar je ziet dat ze leeft.”

Marianne: „Voor mij staat ze voor de jeugd van Rotterdam. Zij is van de generatie van onze kinderen.”

Slavernij

Dat vinden Annita en Armand Kambel uit Arnhem ook. Zij poseren eerst aan één kant van het beeld, dan ieder aan een kant. Zij zien er nóg een extra laag in. „De jeugd kijkt vooruit, kijk maar naar haar blik. We laten achter ons, wat achter ons ligt.”

Annita Kambel doelt op de slavernij, die haar Surinaamse grootmoeder nog meemaakte. Nu de koning excuses heeft uitgesproken voor de rol van Nederland, is het mogelijk het een plek te geven en naar de toekomst te kijken, zegt Annita. Haar man zegt niets, maar knikt.

De slavernij werkt door in volgende generaties, zegt Annita. Haar grootmoeder kreeg veel slaag en voedde haar kinderen ook op met slaag. „Dat geef je door. Ik dacht ook dat het bij de opvoeding hoorde. Maar wij hebben dat kunnen doorbreken. We hebben geleerd met onze kinderen te praten.” Ze knikt naar de bronzen jongedame. „Dat zijn ze.”

Nkonde Chenda en Milambo Mavuba komen uit Zambia en werken in Venlo. Ook zij poseren trots. Het beeld is hun eerste attractie van een dagje Rotterdam. Van vrienden hoorden ze dat ze haar niet mochten missen. „Als de rest ook zo mooi is hier, wordt het een leuke dag”, zeggen ze. Straks gaan ze naar de Kubuswoningen en de Markthal.

„Een alledaagse meid”, zegt Astrid uit Amsterdam, die met haar zoon Pim op de foto gaat. „En ook fijn dat het niet zo’n slank popje is, maar realistisch. Ze staat dicht bij je. En op zo’n prominente plek.”

Ja, zegt Pim. „Gelukkig niet weer een man van eeuwen geleden, op een paard.”

‘Ik ben gewoon trots’

Ze is Rotterdamse, zegt Astrid, wijzend op het beeld. „We komen hier vaker en steeds valt ons op: „Iedereen heeft een plek in deze stad, iedereen leeft door elkaar heen. Het is soms ruig, maar niet zo gesegregeerd als in Amsterdam.”

Klopt, zegt Pim. „Ook veel verschillende kledingstijlen.” Even wat anders dan de eenvormige yuppenkleding in de hoofdstad, die Pim „soft academia” noemt.

Rkia Cherradi die haar moeder naast het beeld op de foto zet, is het met hen eens. „Ik ben gewoon trots.”