Het balkon van Shells galerijflat is deze zomer de ‘beachclub’

Over Derk Visser zou je kunnen zeggen dat hij steeds hetzelfde boek schrijft. Met getroebleerde tieners als personages, met de rafelrand van de maatschappij als setting, met sprekende beelden en dialogen als voortstuwende kracht, en met een verhaal dat bestaat uit kleine gebeurtenissen. Ook Vissers nieuwste en achtste jeugdboek Gran Balconia sluit hierbij aan. Verrassen doet de novelle dus niet. Toch is deze wel relevant. Alleen al omdat Visser durft te schrijven over menstruatiearmoede en dat is best taboedoorbrekend. Ja, dat klinkt als een probleemboekthema. Maar zoals altijd bij Visser dient de grauwe realiteit vooral als decor. Het geldgebrek waar Shell (14) en haar zusjes Danni (13) en Jodi (11) en hun hoogzwangere moeder (van een vierde zusje van weer een andere vader) mee moeten zien te dealen, is een vanzelfsprekend gegeven dat hij vanuit het credo ‘show don’t tell’ knap onnadrukkelijk zichtbaar maakt.

De filmische openingsscène spreekt direct al boekdelen: „Ik sta in een dode hoek bij de flessenautomaat”, zo begint Shell haar verhaal. „Gisteren zou ik het rustig hebben gevonden in de supermarkt, nu voelt het onheilspellend stil. Mitchel DE OCTOPUS Moll staat een gang verder en vult het schap conserven aan. Hij heeft me niet gezien. Het meisje van het brood wel. Ze stond me aan te gapen omdat ik zonder lege flessen bij de automaat rondhing. Maar ze werd weggeroepen door haar baas./ In mijn mandje ligt een pak maandverband.”

Little Earthquake

Bam, in een keer sta je middenin het verhaal: geen introductie, geen uitleg, alleen enkele suggestieve rechttoe-rechtaan zinnen die Shells situatie doeltreffend schetsen. En die wordt er niet beter op omdat Shell, bevreesd voor „alle ogen”, het maandverband teruglegt. Integendeel, ze voelt zich onzeker en beschaamd: wat als ze doorlekt? Daarbij heeft hun wasmachine met de even geweldige als veelzeggende naam Little Earthquake het ook nog eens begeven. Gelukkig heeft Shell via Lenny Montana een gratis strippenkaart bij de wasserij van zijn moeder weten te regelen, omdat ze hem het idee heeft gegeven dat ze verkering hebben. Al vindt ze verliefd zijn eigenlijk niks: „Als het om jongens gaat”, zegt ze tegen Danni, „moet je blijven nadenken en je niet laten meeslepen door rare gevoelens. Ik wil niet worden zoals mama.”

Krijgen ze elkaar of niet? Die vraag is feitelijk de motor van dit verhaal dat zich afspeelt tijdens een zomervakantie in en rond de galerijflat van Shell met het balkon als „beachclub”. Dat levert een dunne plot op. Maar de levensechte karakterisering van de personages maakt veel goed. Via treffende, soms geestige soms ontroerende dialogen tussen Shell en haar moeder, en Shell en Lenny krijg je goed inzicht in wat ze drijft alsook in hun onderlinge verhoudingen. Bovendien tonen ze overtuigend hoezeer je achtergrond je vormt. Als Shell haar moeder vertelt dat ze bang is Lenny haar liefde te tonen, en haar moeder haar adviseert haar hart te durven volgen, antwoordt ze gevat, „alsof dat van jou altijd de goede kant uit wees”.

Varkensrollade

Sterk is ook haar ogenschijnlijk potsierlijke vraag aan Lenny of hij kinderen wil. De jongen is veertien, natuurlijk heeft hij daar nog nooit over nagedacht. Voor Shell ligt dit echter anders. Het beeld van haar zwangere moeder als „een varkensrollade” met „grillige, donkerrode strepen als een onderhuids vuur over haar buik” doen haar inzien dat een zwangerschap geen roze wolk is. „Eerder een donderwolk, Lenny”, zegt ze. „En als de bliksem inslaat, is ze dood en blijf ik over met twee jonge zusjes. Ik hoef geen kinderen. Ik heb ze al.”

Soms klinkt in Shells woordkeus Vissers stem door. „Het strijklicht van de bedlamp” en verliefdheid als „die wereld van verlangen en vertwijfeling” zijn geen woorden van een veertienjarige. Maar die missertjes zijn Visser vergeven: Gran Balconia is een eerlijk, rauw portret van een meisje dat droomt over romantiek maar er door de omstandigheden moeilijk in kan geloven.