Het alarmisme in het nieuwe boek van Harari over de groeiende macht van algoritmen is héél terecht, maar ook wel erg bekend

De vorige boeken van de Israëlische historicus Yuval Noah Harari waren misschien te goed. Zijn eerste bestseller, Sapiens (de vertaling verscheen in 2014), was een sensatie. Harari bleek een meester van de grote greep, vol scherpe eye-openers over hoe de mensheid ooit machtig werd: niet door zijn verstand, maar door een extreem vermogen tot samenwerking. En het ging vooral over hoe die samenwerking intens afhankelijk is van ‘gemeenschappelijke illusies’. We leven in nuttige illusies als enige dieren die prima met volstrekte vreemden kunnen samenwerken, zolang we hen tenminste zien als leden van onze ‘ingebeelde gemeenschappen’. Ten goede of ten kwade, of die gemeenschap nou het Nederlandse volk is, de Hells Angels of de KGB.

Met Homo Deus (2016) vestigde Harari bovendien een reputatie als profeet. Op basis van zijn wereldgeschiedenis bouwde hij indringende waarschuwingen dat humanisme, democratie en het vrije innerlijke leven ernstig bedreigd zullen worden door genetica, biotechnologie en vooral algoritmes. Als we niet uitkijken, zal er door die nieuwe ontwikkelingen een nieuw menstype ontstaan, en het is zeer de vraag of we daar blij mee moeten zijn, was Harari’s beklemmende boodschap.

Nu is er Nexus, het derde grote boek van Yuval Noah Harari (1976), die ooit als mediëvist begon aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. In de afgelopen jaren werd hij een veelgevraagd spreker en opinieschrijver, vooral over de gevaren die de wereld bedreigen. In dit dikste boek tot nu toe herneemt hij zijn basisverhaal over de samenwerking en de gedeelde ‘illusies’ als basis van menselijke macht. En ook kijkt hij weer vooruit naar de enorme veranderingen die de mensheid te wachten staan.

Hij concentreert zich nu op de digitale wereld. De steeds slimmer wordende artificiële intelligentie kan onze samenleving uit evenwicht slaan en zelfs ten onder laten gaan. Niet alleen door misleiding van mensen op Facebook en andere sociale media, maar vooral omdat de software steeds meer zelfstandige beoordelingen maakt en daarmee langzaamaan een onmenselijke orde aan de maatschappij kan opleggen. Harari noemt het niet, maar door de Toeslagenaffaire hebben we in Nederland daarvan al een heftig voorproefje gekregen.

Strenge overheidsregulering van algoritmes en radicale privacybescherming is het enige wat erop zit, aldus Harari. Want de grote technologische monopolisten zullen onze vrijheid niet beschermen. Een belangrijke, maar bekende boodschap. De Europese Unie werkt daar al jaren aan, met veel moeite.

In essentie biedt Nexus dezelfde boodschap als Sapiens en Homo Deus, maar nu beschreven rond het fenomeen van ‘informatie’

Evenwicht tussen waarheid en orde

In essentie biedt Nexus aldus dezelfde boodschap als Sapiens en Homo Deus, maar nu beschreven rond het fenomeen van ‘informatie’. En zo gedreven als Harari’s eerdere betogen waren, zo kalm en genuanceerd schrijft hij nu. Veel meer dan voorheen geeft hij grif de vele voordelen van digitalisering toe en ook legt hij verrassend sterk de nadruk op het belang van orde in een samenleving. Bovenal moeten politiek, buraucratie, artificiële intelligentie, ja wij allemaal een evenwicht zoeken tussen waarheid en orde. Dat komt in ieder hoofdstuk terug en het is de belangrijkste wijsheid die de lezer uit de ruim vijfhonderd pagina’s overhoudt.

In de worsteling tussen mens en kennis onderscheidt Harari drie fasen, en we staan aan de vooravond van een vierde. In de oertijd weefden we onze groepen aaneen met verhalen en mythologieën, waarvan de motor altijd ons biologische functioneren is: twist tussen generaties, geweld en ruzie, liefde en seks, de angst om het welzijn van de kinderen. Die verhalen geven vorm aan onze gemeenschappelijke illusies en creëren orde in cultuur en existentie, nog steeds, in allerlei nieuwe vormen. En in hun irrationele aantrekkingskracht kunnen ze ook leiden tot enorme ellende, door de hypnotiserende werking van schadelijke verhalen.

Dat naargeestige effect is nooit verdwenen; Harari noemt als recente voorbeelden stalinisme en nazisme, maar ook bijvoorbeeld de leugens die via Facebook werden verspreid over de Rohingya in Myanmar en de inmiddels eindeloos doorgaande stroom van opwindend nepnieuws – steeds meer gecreëerd door ‘bots’ en algoritmes. Waarheid is geen vanzelfsprekend gegeven als het om informatie gaat, zo prent Harari zijn lezers voortdurend in.

Met de komst van stedelijke en schriftelijke beschavingen, zo’n vijfduizend jaar geleden, komt er boven op die mythologie een nieuwe laag: de bureaucratie. Voor die tijd bestond ieder informatienetwerk altijd tussen mensen, maar vanaf dan kun je ook een relatie hebben met een document. Harari vertelt een vermakelijk verhaal over de manier waarop er uit een brief – op een kleitablet – uit Sippar, aan de Eufraat, blijkt dat daar 3800 jaar geleden een huis volledig op zijn kop moet zijn gezet omdat een superbelangrijk contract zoek was geraakt.

De bureaucratie brengt nieuwe orde én nieuwe leugens: indelingen die handig zijn voor het bestuur, maar helemaal niet in werkelijkheid bestaan. Naast de mythologische werkelijkheid van verhalen heeft de mens voortaan dus ook te maken met de ‘papieren werkelijkheid’ van het bestuur, een vaak hardhandige indeling van het gewone leven.

Tegenmacht

Centraal in Nexus, dat ‘netwerkknooppunt’ betekent, staat dus de informatie, een concept dat Harari overigens theoretisch nauwelijks uitwerkt. En heel vaak gaat het in zijn betogen evengoed over macht. Het is daarbij jammer dat hij nooit aandacht heeft voor de voortdurende tegenmacht die vanuit de ‘bestuurden’ wordt ontwikkeld, zoals zo mooi beschreven is een ander recent ‘grote-greep-boek’, The Dawn of Everything (2021), door David Graeber en David Wengrow. Dat zou ook de historische diepgang hebben versterkt. Nu blijft het verhaal vaak een beetje abstract.

Door de macht van de ‘papieren werkelijkheid’, nou ja, aanvankelijk ‘kleitablettenwerkelijkheid’, moeten in ieder goed bestuur ook zelfcorrigerende mechanismen bestaan. In een moderne samenleving zijn dat onafhankelijke rechters, vrije pers, wetenschap, een eerlijk gekozen parlement. Zonder dat gaat de orde de waarheid overheersen. Die beschouwingen leiden tot een groot loflied van Harari op de flexibiliteit van een democratie, die dus uit veel meer bestaat dan alleen vrije verkiezingen. Die zelfcorrigerende werking wordt tot grote hoogte gestuwd in de moderne wetenschap, vanaf de zeventiende eeuw. Met die grote ruimte voor institutionele twijfel aan alles is dat eigenlijk een derde fase in de verhouding tussen orde en waarheid, al noemt Harari dat niet zo met zoveel woorden.

En tot slot leiden de komst van artificiële intelligentie en de groeiende macht van algoritmes tot de huidige fase, waarin informatienetwerken ontstaan waarin mensen zelfs helemaal geen rol meer spelen. Een groot verlies aan macht. Regulering is het enige wat erop zit, om de democratie te redden – kort gezegd.

Best belangrijk allemaal, maar Harari’s genuanceerde betoog geeft niet het opwindende red pill effect – dat je wereldbeeld ineens op z’n kop wordt gezet – dat vooral Sapiens bood, met de vrij dwingende onthulling dat de menselijke werkelijkheid voornamelijk uit gedeelde illusies en verhaaltjes bestaat. Het mist ook de dreun die Harari met Homo Deus uitdeelde aan het optimisme over technische ontwikkelingen. Het alarmisme in Nexus over de groeiende macht van algoritmen is héél terecht, maar, eh, dat wéten we nu wel.

Ongetwijfeld weet Harari dat ook, en misschien is daarom zijn betoog minder koortsachtig en gedreven. Gelouterd en gevierd door zijn vele lezingen in de afgelopen jaren legt hij het nu allemaal nóg een keer uit. Jammer is dat hij daarbij veel minder historische analyses geeft dan voorheen. In de echt historische passages wordt zijn stijl ineens veel enthousiaster, je ziet de historicus in zijn element.

Zoals wanneer hij in Nexus vertelt hoe er in het jodendom uitleg op uitleg werd gestapeld om de interpretatie van de heilige tekst van de Bijbel bij de tijd te houden. De eerste ronde van interpretaties werd gebundeld in de Misjna en toen die tekst van de weeromstuit ook weer als Gods Woord werd beschouwd, kwam er een tweede discussieronde over de Misjna, die weer werd vastgelegd in de Talmoed, enzovoort. Zo veranderde het jodendom in een echte ‘informatiereligie, die geobsedeerd was door teksten en interpretaties’, schrijft Harari. Des te verrassender, voegt hij er – klassiek Harariësk – aan toe, ‘omdat je nergens in de Bijbel iemand ziet ruziën over de interpretatie van wat voor tekst dan ook’.

Kortom: als we de eerdere boeken niet kenden, zou Nexus gewoon een leuk boek zijn geweest, hooguit een tikje langdradig. Maar omdat het Harari is, valt het tegen.


Lees ook

Onheilsprofeet Harari houdt de moed erin



Lees ook

Yuval Noah Harari: goeroe of wetenschapper?

Yuval Noah Hariri