Het Achterhuis, nu ook in Manhattan

In het Center for Jewish History in New York opent maandag, op de internationale herdenkingsdag van de Holocaust, een tot in detail nagebouwde replica van het Achterhuis in Amsterdam. Bezoekers gaan naar binnen via een draaibare boekenkast.

De replica is het hart van Anne Frank, The exhibition, een grote tentoonstelling die het verhaal van de familie Frank vertelt en uitleg geeft over de opkomst van de nazi’s, de Jodenvervolging en de eenzame terugkeer van Anne’s vader Otto Frank naar Amsterdam.

Het is maandag tachtig jaar geleden dat het concentratiekamp Auschwitz werd bevrijd. Anne Frank overleed in 1945 in Bergen-Belsen.

De replica van het Achterhuis is gemaakt in het Nederlandse Erp, door Annemiek Swinkels en Willem Claassen. De Anne Frank Stichting gaf hiertoe opdracht in juni 2024. Als bouwpakketten werden de delen van de replica per zeecontainer verscheept naar de VS. In New York is de constructie vastgemaakt aan de vloer van het Center for Jewish History.

De makers, die eerder het decor maakten voor het videodagboek van Anne Frank, hebben zo’n achtduizend foto’s genomen in het oorspronkelijke Achterhuis. Toch zijn er grote verschillen met de replica in New York. Deels hebben die te maken met de museale opstelling. De kamers van het andere gezin van onderduikers, Van Pels, liggen in Amsterdam een verdieping hoger, te bereiken via een steile trap, terwijl in New York alles gelijkvloers is.

Ook moest de expositie voldoen aan de Amerikaanse vergunningsrichtlijnen. Muren werden bijvoorbeeld gemaakt van brandvertragende bouwplaten. Doorgangen werden verbreed, om de kamers toegankelijk te maken voor mindervaliden. Om de benauwde ervaring van de onderduikers over te brengen, heeft de replica wel plafonds gekregen, die bij decors vaak worden weggelaten.

Een ander opmerkelijk verschil: in het originele Achterhuis zijn de kamers leeg, de replica in New York is gemeubileerd. De leegte in het Achterhuis was een uitdrukkelijk verzoek van Otto Frank, Anne’s vader, als symbool van de leegte die hij voelde als enige overlevende: „Tijdens de oorlog is alles eruit gehaald en ik wil het zo laten”, zei hij in 1960 bij de opening van het Achterhuis als museum.

Doordat in de replica zaken als servies, boeken en een kattenmand zijn neergezet, moeten museumbezoekers een idee krijgen van hoe de onderduikers leefden. De Anne Frank Stichting stuurde zo’n honderd authentieke voorwerpen naar Amerika, zoals een fotoalbum van Anne en de stoffen tas die Otto Frank in Auschwitz bezat. De rest van de inrichting hebben de decorbouwers bij elkaar gezocht. De stukken dateren uit de bezettingsjaren, maar waren niet van een van de ondergedoken gezinnen.

Penvriendin

De voorwerpen die de Anne Frank Stichting selecteerde, laten ook de band zien van de familie Frank met de Verenigde Staten. Als twintigjarige, in 1909, had Otto Frank stage gelopen bij het warenhuis Macy’s in New York. Hij had Amerikaanse vrienden en correspondeerde met hen. Ook Anne had een Amerikaanse penvriendin.

De familie Frank probeerde vanaf 1938 naar de VS te emigreren. „Voor zover ik kan zien, zijn de VS het enige land waar we naartoe kunnen”, schreef Otto aan een vriend. Alle pogingen liepen echter vast. Uiteindelijk restte Otto Frank in 1942 geen andere optie dan onderduiken in het Achterhuis. De acht onderduikers zouden er blijven tot de nazi’s op 4 augustus 1944 binnenvielen.

Om de tijd in het Achterhuis te doden, versierde Anne Frank de wanden in haar slaapkamer met plaatjes en prentbriefkaarten. In het tijdschrift Libelle vond ze foto’s van filmsterren, later plakte ze ook knipsels van kunstwerken en mythologische figuren op. Die wanden zijn in Amsterdam nog intact, en in New York nagemaakt tot in detail.