N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Eerste Kamer Dinsdag krijgt de Eerste Kamer 39 nieuwe leden. Wat zullen ze aantreffen? Huidige senatoren vinden dat ze te veel de Tweede Kamer nadoen, in plaats van wetten toetsen. „Als we zo doorgaan, maken we ons overbodig.”
Ze vallen weleens in slaap, de Eerste Kamerleden. Zelfs nog in de vergadering die voor 39 van de 75 leden de allerlaatste is, afgelopen dinsdag. Er hangt een feeststemming, in de pauze was er al champagne, de lintjes van de koning en de bloemen liggen klaar, en Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn (VVD) heeft voor iedereen die vertrekt een verhaal voorbereid, soms met een grapje. Twee senatoren doen zichtbaar hun best hun ogen open te houden.
Bruijn noemt ook Tiny Kox, de fractievoorzitter van de SP. „Die blijft nog even”, zegt hij. Kox kijkt op, fronst zijn wenkbrauwen. Bruijn corrigeert zichzelf meteen. „O, die blijft nog een tijd, hoor ik.”
Tiny Kox (70) is nu het langstzittende Eerste Kamerlid, twintig jaar. Hij is op twee na de langstzittende senator sinds de Tweede Wereldoorlog. „Ik moet ook weleens tegen mezelf zeggen: Tiny, wakker blijven!”, zegt hij na de bijeenkomst. „Mijn vrouw en kinderen moeten niet zien dat ik wegdommel. Dan moet ik hier weg.”
De kans dat iemand het ziet, is niet heel groot. Op de publieke tribune zit bijna nooit een bezoeker, de livestream wordt door weinig mensen gevolgd. En toch: in de vergaderzaal van de Eerste Kamer werden de afgelopen vier jaar 998 wetten behandeld. Vijf keer werd zo’n wetsvoorstel door de senaat verworpen, acht keer trok het kabinet een wet alsnog in. Het gaat er ook allang niet meer zachtzinnig aan toe in dit parlement, toch ooit bedoeld als ‘chambre de réflexion’. Als je wel kijkt, zie je debatten die hoog kunnen oplopen, hoofdelijke stemmingen, ruzies bij het bankje van de Eerste Kamervoorzitter. In het najaar werd zelfs voor het eerst iemand het woord ontnomen door Jan Anthonie Bruijn: PVV’er Marjolein Faber mocht bij de Algemene Politieke Beschouwingen het kabinet niet „de vijfde colonne” noemen.
Mijn vrouw en kinderen moeten niet zien dat ik wegdommel. Dan moet ik hier weg
Tiny Kox fractievoorzitter van de SP
Het gaat ook wel ergens over in de Eerste Kamer: de kabinetten-Rutte, sinds 2010, hebben er bijna nooit een meerderheid gehad. Kabinetsleden moeten daar dus steeds op zoek naar steun voor hun voorstellen. En anders dan in de Tweede Kamer kunnen ze het wheelen en dealen niet overlaten aan hun politiek assistenten. Senatoren zijn, door de functies die ze hebben of hebben gehad naast de politiek, vaak gewend aan status. Als je iets van hen gedaan wil krijgen, stuur je geen medewerker. Dan ga je, als minister of staatssecretaris, zélf. En neem je de tijd.
Anders dan in de Tweede Kamer krijgen de parlementariërs in hun bankjes wél drinken aangeboden. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen zwaaide een GroenLinks-Kamerlid met een leeg flesje water naar een bode: ze wilde een nieuwe.
De beste bankjes voor het beeld
Komende dinsdag worden 39 nieuwe Eerste Kamerleden beëdigd. En net als in 2019, na de enorme winst van FVD, komt er een grote fractie bij: BBB. Maar anders dan toen is er bij de andere Kamerleden eerder nieuwsgierigheid dan onrust over. BBB wordt vooralsnog gezien als een partij waarmee ze kunnen samenwerken. En ook willen samenwerken.
Op een terras in Den Haag, op een woensdagmiddag, vertelt Ilona Lagas, BBB-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, dat ze al wekenlang door haar aanstaande collega’s wordt gebeld en geappt: of ze kunnen kennismaken, of de zestien BBB’ers misschien nog tips nodig hebben. Ex-FVD’er Henk Otten had haar ook geappt. Ze kon met haar mensen het beste de bankjes rechts van de voorzitter kiezen, waar de afgelopen jaren GroenLinks en D66 zaten. Hij had zelf links gezeten en kwam steeds met zijn achterhoofd in beeld. BBB kon, vond hij, ook het beste de fractiekamer van de VVD overnemen: die was het dichtst bij de vergaderzaal. „Maar daar passen wij niet in”, zegt Lagas. Ze denkt dat de fractiekamer van het CDA groter is. Hoe de BBB’ers in beeld komen, dat interesseert haar niet zo.
Ze zegt dat ze die ochtend werd gebeld door iemand van NPO Radio 1: hoe BBB als grootste fractie „de macht ging grijpen” in de Eerste Kamer. „Ik vind dat vreselijk. Kijk, in de Tweede Kamer zie je veel poppetjesgeweld, zo noem ik het altijd. Het draait heel erg om je gelijk halen en niet om anderen te overtuigen. Ik vind: laten we nou eens het gesprek aangaan met elkaar. Elkaar de ruimte geven.”
Dat ze toch al vóór haar beëdiging aan de Eerste Kamervoorzitter vroeg of de stemming over de nieuwe pensioenwet kon worden uitgesteld, vindt ze geen machtsdenken, of onbescheiden. „Ja, jongens, sorry, denk ik dan. Er komt een aanzienlijk andere meerderheid straks en als de samenstelling van de senaat zo ingrijpend verandert, is het toch heel raar om zo’n majeure hervorming erdoorheen te drukken?”
Er werd toch over de pensioenwet gestemd, een meerderheid stemde voor.
Net vóór het afscheid van de 39 Kamerleden, dinsdag, neemt Paul Rosenmöller van GroenLinks een foto van het D66-vak. „Met hoeveel zijn jullie ook alweer, jongens? Zo groot worden jullie nooit meer.” D66 ging bij de verkiezingen in maart van zeven naar vijf zetels. De coalitiepartijen van Rutte IV (VVD, D66, CDA en ChristenUnie) hielden in de Eerste Kamer 24 zetels over van de 32 die ze daar eerst nog hadden. Het lijkt er nu om te gaan: zoekt het kabinet steun bij links, GroenLinks en de PvdA, of bij rechts, BBB? Die kunnen Rutte IV allebei aan een meerderheid helpen. Maar is het wel zo overzichtelijk?
VVD en CDA werken het liefst samen met een rechtse partij als BBB. D66 en ChristenUnie zoeken liever steun bij links. En dan zijn er nog de fracties van die coalitiepartijen in de Eerste Kamer zelf. Zij willen niet blind volgen wat hun partijen in de Tweede Kamer hebben afgesproken.
D66’er Paul van Meenen, die deze week afscheid nam van de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer de D66-fractie gaat leiden, zegt dat hij zich als Twééde Kamerlid „verbonden” heeft aan het coalitieakkoord. „Niet als Eerste Kamerlid. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je je ogen sluit voor de partij waar je van bent. Ik vind wel dat je echt de ruimte moet houden om een eigen oordeel te geven. Als je dat niet doet, kun je de tent wel sluiten.” In de partij weten ze waar ze „aan begonnen zijn” met hem. „We gaan daar geen Tweede Kamertje spelen.”
Van Meenen, die in de Tweede Kamer als ondervoorzitter veel onrustige debatten heeft geleid, verwacht dat het in de Eerste Kamer heel anders is. „Ik reken op een zachte landing. Ik denk dat er een goeie kans is dat het daar beschaafd en fatsoenlijk aan toe gaat. Daar zal ik zelf ook mijn best voor doen.”
In de Eerste Kamer zou Van Meenen, als hij ervoor gevraagd wordt, „met veel plezier” ook weer ondervoorzitter willen zijn. „Maar we moeten daar eerst maar eens een voorzitter kiezen.” Wie daar in elk geval kandidaat voor is, opnieuw: Jan Anthonie Bruijn van de VVD. Volgens partijgenoten is hij er nerveus over. Het is al zo goed als zeker dat er ook andere kandidaten zijn. GroenLinks en de PvdA, die één fractie gaan vormen in de Eerste Kamer, komen volgens betrokkenen met iemand.
BBB overweegt dat ook. „We hebben wel mensen die er geschikt voor zijn”, zegt Ilona Lagas. „Maar je maakt jezelf super-impopulair wanneer je door de macht van het getal gaat roepen wat je wil. Wij wachten het nog even af.” Mogelijk wil BBB alleen een ondervoorzitterschap. „Dan kan iemand zich warmlopen voor de volgende ronde.”
De toon verandert
Beschaafd en fatsoenlijk: lang niet alle Eerste Kamerleden vinden dat zij met z’n allen die omschrijving verdienen. In de hal achter de debatzaal, bij de koffie en de thee, kun je horen hoe bezorgd en soms zelfs verdrietig Kamerleden kunnen zijn over de manier waarop ze met elkaar omgaan in de debatten. Er wordt soms fel en persoonlijk uitgehaald, er wordt getwijfeld aan elkaars integriteit en motieven. Het is steeds vaker harde politiek. „Als we zo doorgaan”, zegt eentje, „maken we ons volkomen overbodig.”
Want waar heb je de Eerste Kamer nog voor nodig als ze daar de scherpe debatten uit de Tweede Kamer gaan naspelen? Alsof je daar ook nog van alles kan veranderen. De Eerste Kamer, vinden de meeste senatoren nog steeds, moet achterover leunen en heel goed nadenken: klopt de wet juridisch? Is een wet uitvoerbaar? En zo geschreven dat die te handhaven is? De Eerste Kamer kan nog wel met moties komen en het kabinet om veranderingen vragen. Uiteindelijk gaat het erom dat ze ja of nee tegen zo’n wet zeggen.
Kox zag „de toon van de debatten” veranderen sinds de komst van de PVV, die in 2011 tien zetels haalde in de senaat. Hij begint over het debat van afgelopen maandag, over de ‘staatlozen’: mensen zonder formele nationaliteit. „Dan hoor je de PVV eerst over staatlozen, en dan over asielzoekers. En dan meteen over ‘criminele Algerijnen’, ‘tuig in het asielzoekerscentrum van Gilze en Rijen’. Dat het allemaal ‘verschrikkelijk’ is, ‘grenzen dicht’. Twintig jaar geleden zou er tegen zo’n PVV’er zijn gezegd: ‘Waar heb je het over? Ga dat maar ergens anders zeggen.’”
Bij sommige fracties, zegt Kox ook, is het idee ontstaan dat je alles mag zeggen. „Maar dat is niet zo. Je kunt er inderdaad niet voor vervolgd worden, je komt er niet voor in de gevangenis. Maar je kunt alleen zeggen wat je van de Kamervoorzitter mag zeggen. Als die zegt: ‘Je bent uitgeluld, je gaat over de schreef’, dan is het einde verhaal.”
Kox vindt dat de voorzitter veel vaker zou moeten ingrijpen. „De politieke mores moeten worden hersteld. De voorzitter moet zich dan wel gesteund voelen door de Kamer.”
Ex-FVD’er Henk Otten wekt ook irritatie op bij collega’s, en misschien wel vooral bij voorzitter Bruijn. Otten maakt vaak ‘punten van orde’, hij is uitgesproken en kritisch over de manier waarop de Eerste Kamer werkt. Ook over het eten in het restaurant, dat hij „onsmakelijk” noemt, en over het voorzitterschap van Bruijn. Volgens Otten draait die vooral bij hém de microfoon vaak dicht, en krijgen anderen eindeloos het woord.
Er zijn ook senatoren die bewondering hebben voor Ottens gedrevenheid en werklust, niemand nam de afgelopen jaren zo vaak het woord in de Eerste Kamer als hij: 227 keer. „Als Henk Otten naar voren komt, wordt er gemopperd in de bankjes. Die gaat weer grote woorden gebruiken”, zegt Tiny Kox van de SP. „Maar ik vind dat niet erg, het geeft reuring.”
De afdeling grappen en grollen gaat zich netjes gedragen zodra de microfoon aangaat
Hendrik-Jan Talsma Eerste Kamerlid van de ChristenUnie
Krampachtig
Nu het Binnenhof wordt verbouwd, zit de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg, naast de A12. De Eerste Kamer zit in de Kazernestraat, bijna twintig minuten lopen verderop. Dat had, vindt Henk Otten, de Eerste Kamer nooit moeten laten gebeuren. „Er staan een paar etages leeg in de Tweede Kamer. Daar hadden wij makkelijk in gepast.” Dan was er, denkt hij, de afgelopen jaren wél veel aandacht geweest voor de senaat. Journalisten waren vaker komen kijken bij debatten. „We zien hier ook bijna nooit meer een Tweede Kamerlid.”
Hendrik-Jan Talsma, Eerste Kamerlid van de ChristenUnie, zegt dat „de luwte” die er nu is de Kamerleden ook wel „helpt”. „Je hoeft niet elk woord te wegen. Omdat het anders meteen kan leiden tot een hoop gedoe.” Er zijn collega’s die juist van aandacht genieten en het nu erg missen. Maar er zijn er ook, zegt Talsma, die er wat krampachtig van worden. En zich juist formeler gaan gedragen als er ineens wél aandacht is. Sinds de coronacrisis worden ook de commissievergaderingen, in de kleine zaaltjes, live uitgezonden. „De afdeling grappen en grollen gaat zich netjes gedragen zodra de microfoon aangaat.” En ja, zegt hij, ook als er online maar twintig mensen meekijken. Hij denkt dat dat vooral ambtenaren zijn die willen weten waar hun minister aan toe is bij de behandeling van een wet.
Op dinsdagmiddag, anderhalve week geleden, stemmen de Provinciale Statenleden op de kandidaten voor de senaat. In de hal achter de debatzaal zendt de NOS de uitslag live uit. ‘Oude’ en ‘nieuwe’ Kamerleden hebben zich daar verzameld, ze zien zichzelf op tv. Daar wijzen ze elkaar op.
Ze laten zelf de nieuwe verhoudingen in de Eerste Kamer zien. De VVD is niet meer de grootste, er blijven tien van de twaalf zetels over, en Edith Schippers, die de fractie gaat leiden, staat achterin.
Ilona Lagas reageert laconiek op het nieuws van die middag dat BBB niet de voorspelde zeventien zetels krijgt, maar zestien. Ze vindt het nog steeds heel veel en noemt BBB tegen de journalisten „de nieuwe middenpartij” die „constructief” wil zijn. Ze staat vooraan. De NOS interviewt haar als eerste, in haar eentje in de grote debatzaal. De anderen moeten wachten.