N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reshoring wordt het wel genoemd, in plaats van offshoring. Of insourcing in plaats van outsourcing. De recente omkering van deze woorden staat voor een verandering van de globaliserende wereld die we sinds 1945 kennen. Van vergaande geo-economische integratie tot nu toe, naar geo-economische fragmentatie in de naaste toekomst. Van globalisering naar de-globalisering.
Dat is een fundamentele verandering. Na de Tweede Wereldoorlog vond onder Amerikaanse leiding een grootscheepse heropening van de wereldeconomie plaats, met handelsverdragen en investeringen. Eerst tussen westerse landen zelf, vervolgens via het onder Amerikaanse druk onafhankelijk worden van de koloniën. Daarna door de val van de Sovjet-Unie en de teloorgang van de Comecon – de economische gemeenschap van de USSR en zijn Oost-Europese satellieten – en de uitbreiding van de Europese Unie naar het oosten. Toen China vervolgens zijn isolement opgaf en deel ging uitmaken van de wereldeconomie was het proces compleet. Vrijhandel voor allen, grensoverschrijdende investeringen die de wereld over vloeiden en technologie die meeverhuisde.
Die globalisering staat aan de vooravond van een grote ommekeer. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) sprak vorig jaar voor het eerst over de „geo-economische fragmentatie”. Voor die trend zijn verschillende redenen. De opkomst van China als rivaal voor supermacht VS ondermijnde al een tijd het vertrouwen in het internationale zakendoen – met name op het gebied van intellectueel eigendom. De lage economische groei van de eigen economie in de afgelopen tien jaar maakte het Westen al minder toegeeflijk en genereus. Dat China zichzelf als ‘ontwikkelingsland’ bleef presenteren, met bijbehorend recht op uitzonderingen – van handel tot goedkope posttarieven – zorgde voor steeds meer irritaties.
Daarna legde de pandemie de kwetsbaarheid van al te lange internationale aanvoer- en productieketens bloot. Alles liep destijds vast. En als dat éne schroefje ontbrak, of die specifieke chip, dan kon een hele auto of wasmachine niet meer worden vervaardigd. En als laatste is er nu de oorlog in Oekraïne, die bespoedigt dat de wereld in nieuwe politieke invloedssferen uiteenvalt. Veiligheid is het nieuwe ding, en daar hoort economische veiligheid zeker ook bij. Liever wat dichter bij huis geproduceerd, en dan maar wat duurder. Hoewel: misschien dat de dure arbeidskosten thuis automatisering en robotisering wel een enorme impuls geven.
Maar hoe meet je of dat proces van fragmentatie al aan de gang is? Het verloop van de internationale handel analyseren is een goede aanpak, zei het IMF deze week. En het volgen van technologieoverdracht. Maar uiteindelijk gaat het toch vooral om directe buitenlandse investeringen, dus in daadwerkelijke fabrieken overzee. En die heeft het IMF nu uitgebreid onderzocht.
Hier zie je, per kwartaal, het aantal directe buitenlandse investeringen per regio in de wereld. Het Westen trekt zich al terug op eigen bodem, en dan vooral in de chipindustrie, waar China buiten de boot valt.
Maar wat zijn precies de overwegingen bij deze terugtrekkende beweging? ‘Het Westen’ is een ruim begrip: ook Australië hoort erbij, en eigenlijk ook Japan. Geografische nabijheid speelt wel een rol, maar politieke nabijheid nog veel meer. Het IMF heeft dan ook gekeken naar het percentage van de directe buitenlandse investeringen die bedrijven doen in landen die relatief dicht bij elkaar liggen, maar daarnaast ook politiek verwant zijn. Maatstaf is hier het stemgedrag in de Verenigde Naties.
De boodschap lijkt duidelijk: de geo-economische fragmentatie uit zich in de investeringen die landen in elkaar doen. Het hemd is, zowel geografisch als ideologisch, weer nader dan de rok.
Toch is hier wel enige nuancering op zijn plaats. Want blijft het Westen zélf wel zo’n ondeelbaar ideologisch blok als het om directe economische belangen gaat? Vorig jaar kwam de Amerikaanse president Biden met zijn Inflation Reduction Act, die zo’n 340 miljard euro klaar heeft staan voor directe of indirecte subsidies om bedrijvigheid in groene technologie in de VS te houden, of ernaartoe te halen. In de EU ging direct het alarm af: als Europese bedrijven op deze manier naar Amerika worden gelokt, dan loopt het continent leeg.
Hoewel er al Europese tegenplannen zijn, zouden bij het slagen van Bidens plan de directe Europese investeringen in de VS behoorlijk toenemen. Dat duikt dan in de statistieken op als voorbeeld van hoe het Westen zich terugtrekt op eigen, gemeenschappelijk gebied. Terwijl het, juist andersom, een teken zou zijn van geo-economische fragmentatie bínnen het Westen zelf.
En dan is er de betrouwbaarheid van de cijfers over de richting van directe buitenlandse investeringen zelf. Die wordt behoorlijk aangetast door landen als Nederland, Ierland en Luxemburg, die de spil zijn in internationaal fiscaal vriendelijke routes. Dat betekent dat via deze landen veel directe investeringen lopen door holdings en andere vestigingen van duizenden buitenlandse multinationals, die helemaal niet ‘Nederlands’ of ‘Iers’ zijn, maar wel als zodanig in de statistiek kunnen opduiken.
Volgens onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en De Nederlandsche Bank gaat het daarbij om twee derde van alle directe buitenlandse investeringen. Dat is geen klein bier: de totale Nederlandse directe investeringen in het buitenland die helemaal niet ‘Nederlands’ zijn, tellen door de jaren heen op tot maar liefst 3.700 miljard euro. Geen wonder dat Nederland sinds jaar en dag te boek staat als een van de grootste buitenlandse investeerders in de VS.
Hieronder is te zien hoe buitenproportioneel de Nederlandse investeringen zijn, in vergelijking met bijvoorbeeld die van veel grotere landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Dat verstorende probleem gaat voorlopig niet weg, hoewel in internationaal verband, vooral via de club van rijke industrielanden OESO, wel initiatieven zijn genomen om belastingroutes weg te gummen. Misschien dus, dat ook dit aspect van de globalisering steeds verder wordt teruggedrongen. En dat is dan weer een ontwikkeling die helemaal niet zo erg is.