‘Helft van alle daders van seksuele uitbuiting begint daarmee voor hun 25ste’

Ruim de helft van alle daders van seksuele uitbuiting begint daar al mee wanneer ze jonger zijn dan 25 jaar. Dat concludeert de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in een woensdag gepubliceerd onderzoek naar de achtergronden van deze daders. Uitbuiters hebben bovendien vaak een „brede criminele carrière”, waarbij ze, naast mensenhandel, veel andere misdaden plegen. Veel van hen komen al met criminaliteit in aanraking wanneer ze nog minderjarig zijn.

De Nationaal Rapporteur onderzocht dit thema door een steekproef te nemen van 630 mensen die tussen 2008 en 2017 werden veroordeeld voor seksuele uitbuiting. Het gaat hier specifiek om zogeheten binnenlandse uitbuiting: slachtoffers zijn dan in hetzelfde land ‘geworven’ als waar ze gedwongen worden om de seksuele handelingen te verrichten. Naar eerdere schattingen zijn er in Nederland jaarlijks zo’n zevenhonderd tot duizend mensen, overwegend vrouwen, die slachtoffer worden van binnenlandse seksuele uitbuiting.

Hoewel de Nationaal Rapporteur stelt dat „dé dader” niet bestaat, schetst de organisatie wel een algemeen profiel. Zo hebben veel veroordeelden een moeilijke jeugd gehad. Bijvoorbeeld doordat ze in een instabiele gezinssituatie opgroeiden of een deel van de directe omgeving, zoals broers, zussen of ouders, in de criminaliteit zat. Ook zijn daders vaker dan gemiddeld laag opgeleid. Slechts 30 procent heeft de middelbare school afgemaakt. Vroeg ingrijpen bij jongeren met „een hoog risicoprofiel en maximale inzet op hulp aan daders” zou kunnen voorkomen dat jongeren op latere leeftijd mensenhandel plegen, schrijven de onderzoekers.