
De manier waarop banken klanten en transacties controleren op witwassen moet tegelijk effectiever worden om echte criminelen op te sporen én bonafide klanten minder tot last zijn. Minister Heinen (Financiën, VVD) deed woensdagochtend in De Telegraaf sterke uitspraken over de huidige antiwitwasaanpak: „Iedereen wordt lastiggevallen met allerlei formulieren waarmee we het probleem niet aanpakken.”
Een Kamerbrief, ook woensdag verschenen, maakt meer duidelijk over het nieuwe beleid dat de ministers Heinen en David van Weel (Justitie, VVD) voor ogen hebben. Die plannen zijn geen verrassing; Heinen deed de uitgangspunten begin dit jaar al uit de doeken. Zo wil hij meer samenwerking tussen de partijen die betrokken zijn bij de aanpak van witwassen. In de Kamerbrief schrijft de VVD’er dat hij dit ook op Europees niveau nastreeft „door met gelijkgestemde landen een internationale pilot te starten”. Dat moet in 2026 gebeuren.
Heinen wil het verder mogelijk maken dat onder meer Openbaar Ministerie, politie en de fiscale opsporingsdienst FIOD gegevens delen met banken „in het kader van efficiënte samenwerking in de keten”. Banken en andere ‘poortwachters’ van het financiële systeem, zoals notarissen, klagen al langer dat ze weinig terughoren over hun meldingen bij opsporingsdiensten. Daardoor weten ze niet of die meldingen effectief zijn, en of ze iets kunnen doen om die te verbeteren. Daarnaast wil Heinen banken toegang geven tot de Basisregistratie Personen, waarin de gemeenten persoonsgegevens van ingezetenen bijhouden.
Privacy
Verdergaande samenwerking tussen poortwachters is niet onomstreden. Banken zeggen al jaren dat zij meer criminele patronen kunnen zien als ze hun eigen transacties naast die van andere banken zouden mogen leggen. Onder meer de Autoriteit Persoonsgegevens is echter bezorgd over zo vergaande data-uitwisseling. De toezichthouder was vijf jaar geleden ook kritisch over toegang van banken tot de Basisregistratie Personen. In zijn Kamerbrief gaat Heinen daar niet op in.
Een proef waarin de vijf grootste Nederlandse consumentenbanken transactiegegevens deelden, is vorig jaar voortijdig afgebroken omdat die in strijd was met toezichtsregels. Europese voorschriften voor transactiemonitoring die in 2027 ingaan, verbieden zulke samenwerking ook. Banken mogen wel data uitwisselen, maar alleen als zij zelf al hebben vastgesteld dat bij een specifieke klant of transactie sprake is van verhoogd risico.
Heinen schrijft dat poortwachters „meer ruimte” moeten krijgen om „veilig gegevens te delen”
Heinen schrijft dat poortwachters „meer ruimte” moeten krijgen om „veilig gegevens te delen”. Dat moet de hinder voor klanten verminderen. De minister ziet dat die nu „keer op keer dezelfde vragen” moeten beantwoorden. Op mogelijke inbreuk op privacy gaat de minister niet in. Wel noemt hij het bijhouden van ‘weigerlijsten’ van klanten „disproportioneel”.
Recht op zakelijke bankrekening
Heinen is in de Kamerbrief opmerkelijk hard van toon over de huidige „doorgeslagen” aanpak van witwassen door banken én toezichthouders. Nadat banken zwaar zijn beboet voor falend beleid op dit terrein is nu sprake van „overreactie, zowel bij de sector als bij de toezichthouders”. Vorige maand maakte justitie nog bekend Rabobank te vervolgen vanwege falend antiwitwasbeleid.
Een veelgehoorde klacht over de manier waarop banken witwassen nu tegengaan, is dat het vooral voor zakelijke klanten moeilijker is geworden een bankrekening te openen of aan te houden. Banken nemen liever het zekere voor het onzekere en nemen in geval van twijfel afstand. Heinen wil nu een convenant dat zakelijke klanten het recht op een betaalrekening garandeert – zoals dat ook voor consumenten geldt. De minister wil dat recht proberen te regelen via Brussel.
Een andere bezwaar van de huidige aanpak is dat banken naar álle klanten en transacties kijken, en te weinig kiezen voor screening van alleen klanten en transacties met hogere risico’s. Heinen vindt dat banken „voldoende comfort moeten krijgen van de toezichthouder om minder te kunnen en mogen doen bij lagere risico’s”. Om dat voor elkaar te krijgen, wil hij maandelijks overleg van de betrokken partijen over hervorming van de „risicogebaseerde aanpak” waarbij „iedereen bij elkaar in een hok [wordt] gezet op het ministerie van Financiën”.
