‘Hé zat je weer vastgelijmd op de snelweg gisteren?’

Martijn Dekker staakt. Hij leest en beantwoordt daarom geen mail, staat in het automatische antwoord op het verzoek om een interview. De reden: het bestuur van de Universiteit van Amsterdam heeft na maanden van onderhandelen „geweigerd om in te gaan op sleutelonderdelen van de vakbondseisen”, geformuleerd door vakbond FNV. Dat gaat onder andere over het verbreken van banden met Israëlische universiteiten en bedrijven die „medeplichtig zijn aan ernstige mensenrechtenschendingen en schendingen van het internationaal recht.” Een eis die voortkomt uit de studentenprotesten die begonnen in mei.

Toch mailt de docent politicologie, gespecialiseerd in activisme, kort daarna terug. „Ik loop nu in een demonstratie bij de UvA, dus dit is wat kort, maar ik werk graag mee.” Voor een interview waarin er aandacht is voor de reden dat hij staakt en demonstreert, wil Dekker zijn staking wel tijdelijk onderbreken.

Want Dekker is niet alleen als academicus bezig met activisme, hij is ook activist. Afgelopen jaar deed hij ten minste een keer per week mee aan een actie, vertelt hij in zijn werkkamer op de Roeterseilandcampus in Amsterdam. Daar praten we over het demonstratierecht, dat afgelopen jaar zowel flink is uitgeoefend als stevig onder druk is komen te staan.

Heeft de staking wat opgeleverd?

„Dat durf ik nog niet helemaal te zeggen. Als het gaat over sociale bewegingen, weet ik uit onderzoek, kun je eigenlijk nooit een-op-een vaststellen of een actie direct effect heeft. Het aantal UvA-medewerkers dat zich heeft aangesloten bij de FNV is verdubbeld sinds begin dit jaar. Wij deden vier dagen op rij acties, eindigend met een sit-in en een mars waar honderden universiteitsmedewerkers aan meededen.

„Het college van bestuur voelde zich, denk ik, onder druk gezet, want ze hebben maanden niet gereageerd op onze eisen. En nu ineens, de vrijdag vóór de staking, lag er een voorstel op tafel. Om samenwerkingen van de universiteit te kunnen toetsen. Ruw en nog geen beleid, maar het is wel íéts.”

Wat was 2024 voor jaar om te demonstreren?

„Het was moeizaam en strijdbaar. Strijdbaar omdat er zó veel mensen de straat op gingen. Voor Gaza, voor het klimaat. Ik kan me niet herinneren dat het er eerder zoveel waren, op zoveel verschillende plekken. Maar het was in toenemende mate moeizaam. De druk vanuit de politiek neemt toe – dit kabinet geeft zoveel reden om te demonstreren, maar wil tegelijkertijd het demonstratierecht inperken.

„Ook juridisch zoeken gezagsdragers naar nieuwe manieren om activisten te stoppen. Zoals de burgemeester van Haarlem, die boven op arrestaties dwangsommen oplegde aan klimaatactivisten, als ze niet meteen vertrokken nadat de burgemeester het bevel gaf een protest te beëindigen. De rechter heeft hem ongelijk gegeven, maar er loopt nog een beroep. Dat zijn manieren waarmee de autoriteiten activisten ontmoedigen. Dat maakt het echt zwaar.”

Martijn Dekker studeerde antropologie en schreef zowel zijn bachelor- als zijn masterscriptie over geweldloos verzet in Palestina. Hij promoveerde aan de Vrije Universiteit (VU) op de manier waarop Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever hun veiligheid organiseren. Het onrecht dat hij zag en bestudeerde tijdens zijn reizen in de regio raakten hem diep.

Dekker zocht mensen op die zich inzetten voor de Palestijnse zaak en sloot zich aan bij Kick Out Zwarte Piet. Ook is hij ambassadeur van Emancipator, een stichting die zich inzet voor de emancipatie van mannen. De laatste jaren raakte hij betrokken bij Extinction Rebellion.

U doceert over activisme en bedrijft het ook. Levert dat iets op?

„Ik vind van wel. Ik draag uit wat ik op grond van onderzoek weet – en wat ik ervaar op straat. Over de manieren waarop mensen zich verzetten. En over hoe het gezag daarop reageert. Voor mij is lesgeven ook een vorm van activisme: jonge mensen kennis bijbrengen, ze helpen stevig in de wereld te staan.”

Martijn Dekker werd in 2014 en 2019 door studenten verkozen tot docent van het jaar van de Faculteit Maatschappij en Gedrag aan de UvA.

Schuurt het ook weleens?

„Voor mij niet. Maar er zijn best veel collega’s die iets vinden van disruptief klimaatactivisme en al helemaal van activisme dat gaat over het Midden-Oosten. En ik ben best zichtbaar in beide bewegingen.”

Wat vinden ze ervan?

„Er zijn genoeg mensen die vinden dat activisme en protest horen bij een gezonde samenleving. Maar er is ook een groep die zegt ‘genuanceerder’ in het Midden-Oostenconflict te staan. Ik vind dat onterecht. Ik probeer het woord conflict voor wat zich daar afspeelt sowieso te vermijden.”

Waarom?

„Omdat het verdoezelt wat er eigenlijk gaande is. Het suggereert dat er twee gelijkwaardige strijdende partijen zijn. Maar we hebben het hier over een bezetting. Over apartheid, genocide en etnische zuiveringen. Het woord conflict doet geen recht aan die realiteit.

„Wat ik interessant vind: als het gaat over medisch-ethische vraagstukken of natuurkunde, dan stapt de samenleving naar experts. Maar als het over het Midden-Oosten gaat, schiet iedereen in een kramp. Dan zijn het ineens meningen en wordt het ongemakkelijk als universiteitsmedewerkers positie innemen. Dan roept de universiteit heel hard dat het geen politiek instituut is.

„Terwijl: ik ben een expert op dit gebied. We kunnen feitelijk vaststellen dat wat daar gebeurt onrechtvaardig is. Als hoogleraren fel strijden tegen het gebruik van vuurwerk of tegen de tabaksindustrie, wordt nooit gesuggereerd dat het problematisch is dat zij ook activist zijn. Maar zij gebruiken hun kennis, net als ik. Hetzelfde zie je bij het klimaat. De wetenschap is duidelijk. Maar daarnaar handelen wordt als activisme gezien.”

Wat voor een activist bent u?

„Veel van mijn vrienden zullen zeggen dat ik in de afgelopen twee jaar behoorlijk geradicaliseerd ben. Omdat ik het vaak doe. En ook steeds… fysieker. Twee jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik mezelf ergens aan zou vastlijmen, als ik me nu vastketen op de A12 is dat een gemiddelde dinsdag. Ik ben mijn grenzen aan het verleggen. Voor mij is fysiek actievoeren een manier om de machteloosheid die ik voel tegen te gaan. Het brengt rust in mijn hoofd, een vreemde gewaarwording.

„Ik ben ook met een collega van een andere universiteit een onderzoek begonnen. Naar wat de drijfveren zijn van mensen die fysiek risicovol werk doen en wat dat ze brengt. Dat zijn militairen en activisten, maar ook ordehandhavers als politie en ME. De parallellen daartussen vind ik heel interessant.”

U was ook betrokken bij de studentenprotesten dit voorjaar, waarbij veel werd vernield.

„Voor mij is geweldloosheid het uitgangspunt, ik zou nooit iets vernielen. Het is allicht vervelend dat dat hier wel gebeurde, maar ik veroordeel het niet. En laten we de ogen op de bal houden. Het gaat over de genocide in Gaza en over onze medeplichtigheid daaraan als universiteit.”

Er was ook veel te doen om studenten die met gezichtsbedekkende kleding onderhandelden met het universiteitsbestuur.

„Heel wonderlijk dat de nadruk daar zo op is komen te liggen. Ik vind het heel logisch dat mensen onherkenbaar willen blijven, ook tijdens onderhandelingen. Sommige van die studenten waren hier met een visum, die konden zo worden weggestuurd. Ik ben altijd herkenbaar, omdat ik geprivilegieerd ben, een witte man met een vast contract. De gevolgen voor mij zijn veel minder groot.”

Leidt uw activisme tot eigen conflict, tussen u en uw omgeving?

„Nee, want ik ben van nature in interpersoonlijk contact extreem conflictvermijdend. Dus ik geloof in volledige ontregeling van de status quo, om iets te veranderen. Maar als ik er een-op-een met mensen over praat hoor ik altijd: je bent in het echt heel anders dan je op X overkomt. Er worden wel grapjes gemaakt, van ‘hé zat je weer vastgelijmd op de snelweg gisteren?’ en dan zeg ik: ‘Nou toevallig wel, ja’. Daar proef ik wel in dat mensen het eens kunnen zijn met waar ik voor sta, maar niet met de manier waarop ik dat doe.

„Maar ik heb nooit vervelende dingen meegemaakt met collega’s en ik hanteer het principe dat mijn studenten en mijn werk nooit onder mijn activisme lijden. Dus lessen en nakijkwerk gaan altijd voor. Het maakt het soms wel zwaar, want ik werk fulltime en mijn activisme kost ook heel wat uren in de week.”

Wat wordt 2025 voor een jaar?

„Gezien alle bezuinigingen die het kabinet wil doorvoeren, wordt dit een heet jaar denk ik. Uit onderzoek blijkt dat het moeilijk te voorspellen is hoe protest zich ontwikkelt. De grootste invloed heeft de interactie tussen de autoriteit en de uitdager. Ik denk dat de uitdager volhardend en strijdbaar is en dat de groep groter wordt, omdat steeds meer mensen zich dingen ontzegd voelen – studenten, zorgpersoneel. En dat de autoriteit alleen maar repressiever zal gaan optreden. Dat voorspelt niet veel goeds.

„De universiteit laat goed de dubbele standaard zien die ze zelf hanteert. Vrij snel nadat de onderwijsbezuinigingen werden aangekondigd, kwam er een mail. Daarin werden universiteitsmedewerkers opgeroepen massaal te komen demonstreren op het Malieveld. En de universiteit is geen politiek instituut, yeah right.”