N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Werkvloer 22 bedrijven, waaronder de NS, Conservatorium Amsterdam en DuraVermeer, gaan een handleiding van Mariëtte Hamer gebruiken. Zij delen hun bevindingen met de regeringscommissaris.
Volgens Mariëtte Hamer grijpen bedrijven na een melding over grensoverschrijdend gedrag vaak ‘in paniek’ naar extern onderzoek, wat de situatie juist heftiger maakt. Foto Robin Utrecht/ANP
Bedrijven moeten na een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag niet te snel „in paniek” naar extern onderzoek grijpen. Volgens regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld Mariëtte Hamer maakt dat de situatie juist „heftiger”. Dat staat in de woensdag gepubliceerde pilotversie van een handleiding met „tips en tricks” voor de aanpak van meldingen waar bedrijven zelf mee aan de slag kunnen.
Hamer adviseert bedrijven in het rapport om al een plan van aanpak te hebben hoe met seksueel grensoverschrijdend gedrag om te gaan, al vóór een melding komt. Dat kan bijvoorbeeld door het aanstellen van vertrouwenspersonen die verstand hebben van het thema. Ook vindt ze het belangrijk dat elke melding wordt geëvalueerd.
De handleiding is opgesteld samen met experts en mensen die eerder betrokken zijn geweest bij meldingen van seksueel overschrijdend gedrag. Het is de bedoeling dat de pilotversie nog verder ontwikkeld wordt, benadrukt Hamer in het rapport. Nu gaan 22 bedrijven, waaronder de NS, Conservatorium Amsterdam en DuraVermeer, de handleiding gebruiken en hun bevindingen met de regeringscommissaris delen. Hamer: „We hebben allemaal gezien dat het vaak misgaat met de opvolging van meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer, met grote gevolgen voor melder, beschuldigde en organisatie. Deze handreiking is geen panklare oplossing, maar wel een gids in het maken van weloverwogen beslissingen.”
Door zware regenval in en rond de Chinese hoofdstad Beijing zijn zeker dertig mensen om het leven gekomen, meldt het Chinese staatspersbureau Xinhua dinsdag. Meer dan 80.000 mensen zijn geëvacueerd vanwege het noodweer.
Op beelden zijn ondergelopen wijken en weggespoelde wegen te zien. De weerdiensten in China hadden de afgelopen dagen al gewaarschuwd voor overstromingen en aardverschuivingen als gevolg van de extreme regenval. Er is sinds het begin van het weekend tot ruim 540 millimeter regen gevallen in en rond Beijing.
De meeste doden vielen in het ten noordoosten van de hoofdstad gelegen bergachtige district Miyun. Er zaten in de nacht van maandag op dinsdag 136 dorpen zonder stroom. Alle scholen in het gebied blijven dicht.
President Xi Jinping heeft een grootschalige zoek- en reddingsoperatie aangekondigd. „Geen inspanning is te veel om mensen die worden vermist of die vastzitten te zoeken en te redden, om mensen uit getroffen gebieden te evacueren en het aantal slachtoffers zoveel mogelijk te beperken”, zei hij maandagavond op de Chinese televisie.
Volgens de laatste voorspellingen blijft de hevige regen nog zeker tot dinsdagmiddag aanhouden.
Jongvolwassen Oekraïners in Nederland verkeren in limbo. Ze kunnen niet terug naar hun land, maar in Nederland kunnen ze ook niet bouwen aan hun toekomst. Onlangs werd de einddatum tot wanneer Oekraïners mogen blijven weer verlengd, nu tot 1 maart 2027. In de tussentijd zitten de jongeren onder hen in de wachtstand als het gaat om hun opleiding.
Oekraïners zijn weliswaar vluchtelingen, maar vallen niet onder het asielrecht. Op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming hebben zij recht op verblijf, toegang tot de arbeidsmarkt, huisvesting, medische en sociale bijstand en onderwijs voor kinderen. Dat is mooi, maar in dat rijtje van rechten ontbreekt iets fundamenteels.
Anders dan statushouders hebben de Oekraïense vluchtelingen na hun achttiende verjaardag geen recht op onderwijs. Studiefinanciering krijgen ze niet en als ze een hbo- of universitaire opleiding willen volgen, moeten ze het collegegeld zelf betalen. Omdat Oekraïne geen lid is van de EU betalen ze in plaats van het wettelijk vastgestelde collegegeld van 2.600 euro het zogenoemde instellingstarief, dat varieert van 8.000 tot 15.000 euro.
Uit cijfers van het CBS bleek vorig jaar dat een ontstellend hoog aantal Oekraïners tussen de 17 en 23 jaar geen opleiding volgt: vier op de vijf. Dat betekent niet dat ze allemaal op de bank hangen. Ongeveer de helft van de Oekraïense jongeren heeft betaald werk.
Maar wie fulltime werkt, heeft geen tijd om te studeren. Het gaat bovendien vaak om ongeschoold werk tegen een laag loon, waarvan ze ook nog een bijdrage aan de gemeente moeten betalen voor hun tijdelijke huisvesting. Die bijdrage gaat vanaf oktober omhoog naar 244 euro per volwassene. Dan blijft er voor een eventuele studie weinig over.
Deze situatie is onwenselijk. Zo blijft deze generatie veroordeeld tot laaggekwalificeerd werk, terwijl er op de Nederlandse arbeidsmarkt dringend behoefte is aan goed opgeleide werknemers. En als ze terugkeren naar hun land, zal daar ook behoefte zijn aan mensen die kunnen bijdragen aan de wederopbouw.
In collegejaar 2022-2023 gold voor Oekraïense studenten nog het lagere wettelijke collegegeld. Dat dit nu niet meer zo is, komt doordat universiteiten en hogescholen het zelf moesten betalen, terwijl ze moeten bezuinigen. UAF heeft met een aantal onderwijsinstellingen afspraken kunnen maken over een verlaagd collegegeld, maar daar kunnen nu slechts 250 Oekraïners gebruik van maken. De groep die graag zou willen doorleren na de middelbare school omvat volgens UAF vijf- tot zevenduizend mensen.
Het is billijk om wat ruimhartiger met deze groep om te gaan. Veel Oekraïners in Nederland werken, betalen belastinggeld en dragen zelf bij aan hun huisvesting. Hun verblijfsduur wordt telkens verlengd en de kans is groot dat ze ook na maart 2027 nog in Nederland zullen zijn. Naast vrede in hun land is hun ook perspectief gegund op een toekomst waarin ze als goed gekwalificeerde werknemers kunnen meedraaien op de arbeidsmarkt. Of dat nu in Nederland is of in Oekraïne.
In een archeologisch museum in Ecuador loop ik zoals wel vaker sneller door de tentoonstellingsruimten dan mijn vrouw. Ik bewonder de tuinen van het museum nog even en keer terug naar de centrale hal. Van mijn vrouw is nergens een spoor te bekennen. Uiteindelijk informeer ik voorzichtig bij de kaartverkoopster: „Have you seen my wife?” Haar antwoord is even helder als gedecideerd: „Yes, here is the QR code for the WiFi.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]