De laatste tijd spreek ik steeds meer vrouwen die willen leren bluffen. Hebben ze niet geleerd, vroeger op school en thuis. Daar moesten ze gezellig zijn, en sociaal, met de meisjes. Samenwerken, elkaar prijzen en ondersteunen. Leuk doen. Aardig. Bescheiden.
Jongens leren al vanaf dat ze luiers dragen hoe ze moeten bluffen. Op de sportclub, op het schoolplein, wie heeft de grootste. En dat doen ze ook op hun werk: ik kan dit, ik wil dit, ik ben hier de beste in. En het ergste: het werkt.
En dus willen vrouwen het ook wel eens leren. Want het gaat zo laaaaaangzaam op het werk, zeggen ze. Na jaren van sleuren en vrouwenquota is er nog steeds een loonkloof en bestaan directies voor slechts 15 procent uit vrouwen. Misschien gaat het sneller met bluffen?
Ik vind dat zelf dus totáál geen oplossing. Vrouwen moeten niet leren bluffen, mannen moeten er juist mee stoppen! Maar ik snap de vrouwen ook heel goed. En dus wil ik best wat bluftips geven. Zeker voor Vrouwendag, deze week. Maar niet doorvertellen, oké? Anders gaat iedereen het doen.
1. Sta rechtop, schouders recht, duidelijke stem, handen lichtjes op je holster.
Draag hakken als je dat wilt, ja, ook de vrouwen boven de 1.80 meter, júíst die vrouwen, waarom niet? Straal voortdurend uit: ik ben de juiste man (zeg nooit vrouw) voor deze baan en jij bent gek als je dat niet weet.
2. Zeg: „Notuleer jij even Richard?”
En: „Ruim jij de vergadertafel even op, Johan? Ik moet naar m’n volgende call.”
3. Onderbreek mannelijke collega’s midden in zo’n ellenlang verhaal, je weet wel.
En pak het over. Als er eentje halverwege een briljant idee zit, maak jij het af en zeg je: „Grappig Willem, dat zei ik gisteren ook al.” BAM. Nu is het jouw idee.
4.Zeg nooit: „Ik weet het niet.”
Maar zeg: „Dat mag ik helaas niet zeggen.” Nu ben je relevant, in plaats van dat je je niet hebt voorbereid.
5. Solliciteer.
Altijd. Ga niet vragen of dat zin heeft zoals ik vroeger altijd deed (en dan te horen kreeg: ‘doe maar niet’). Denk ook nooit: ik voldoe maar aan drie van de negen voorwaarden – ha! Doen mannen ook niet. Die solliciteren zelfs als ze nul kwalificaties hebben.
6. Zet altijd hoger in.
Echt, heel kinderachtig, maar zo werkt het. Heb je vier dagen nodig voor een project, dan zeg je zeven dagen. Heb je twee nieuwe collega’s nodig in je team, zeg dan vier collega’s. Vind je je eigen salarisvoorstel hoog? Doe er dan 10 procent bovenop. Of liever nog: 20 procent! Zakken kan altijd nog. Zeg „120 K”, in plaats van „120.000.”
7.Maak grote gebaren.
Ga breed zitten. Hard lachen, fluiten. Je uitrekken. Zet je handen op je dijbenen als je zit, de ellebogen opzij. Als ze om je heen willen, moeten ze door je heen!
8.Denk aan mannen die een vis gevangen hebben.
Die hebben niet zomaar een vis gevangen, nee, die spreiden hun armen: zó groot was ie! Hupsakee! Net als dat je niet zómaar een auto hebt gekocht, nee, je hebt er eentje BOMVOL OPTIES! En die noem je dan op! Lane assist, aflopende daklijn, sportstoelen met geheugenfunctie, 7-traps Steptronic automatische transmissie, adaptieve M-ophanging, 0 tot 100 in 5,4 seconden (is nog langzaam, maar goed) – enzovoorts.
9. Zo praat je ook over je weekend.
Je hebt dus niet zomaar gewonnen met tennis zondag, nee, je hebt ze VERPLETTERD. Het was een VERNEDERING. Ze kropen HUILEND van de baan. Die bal ging niet zomaar in de kruising, nee, dat was een EENMALIG schot! Draag sowieso altijd een Messi-shirt onder je jasje.
10. Blijf niet in het dal met de dames.
Maar ga ook eens naar boven met de jongens, met de lift. En pak die zwarte piste. Doe een bod op dat veel te dure huis.
11. Zeg dingen als ‘blockchain’, ‘synergie’, ‘living lab’, ‘paradigmaverschuiving’, ‘holistische benadering’.
En: „Laten we even parkeren wat je zegt en terugkomen op mijn punt.” Vooral dat laatste.
12. Ga meer bewegen. Rondlopen.
Ook tijdens een vergadering. Iedereen zit, maar jij loopt rond. Zie de hele dag als jouw Ted Talk. Met in je hand je kaartjes met steekwoorden. Draag een headset, ook tijdens de lunch.
13.Ga mansplainen.
Dus: „Zit jij nou niet te luisteren, Henk? Dan leg ik het nog even uit. O, dat wist je al? Daar lijkt het niet op.”
14. Zeg geen dingen meer als: „Ik deed maar wat”, „een andere oplossing kan natuurlijk ook”, „het was in de uitverkoop”, of: „ik ben natuurlijk geen expert op dit gebied”.
Vanaf nu is het: „Volgens mijn ervaring” en: „ik ben ervan overtuigd dat”. Zeg: „Ik doe een pilot”, in plaats van: „ik weet het niet”.
15. En dan het belangrijkste: stop met dit belachelijke gedrag zodra je de baas bent.
Dan luister je juist naar de bescheiden mensen, zet je bluffers op de gang en beloon je collega’s die ‘gewoon’ goed werk leveren. Dan kunnen we eindelijk weer normaal gaan doen.
Ik kijk daar erg naar uit.