Ze komen op de fiets naar de rechtbank in Utrecht, de ouders van Sarah V., ook als het regent. Dan trekken ze beneden in de hal hun regenpakken uit. In de rechtszaal, op de vierde verdieping, zitten ze op de tweede rij, achter hun dochter in de beklaagdenbank. Naast hen: een broer en zus van Sarah V., haar man, haar schoonmoeder.
De zes lange dagen van het strafproces, tweemaal tot in de avond, luisteren ze bijna bewegingloos en op het oog emotieloos naar de rechters, de officieren van justitie, de advocaten. Alleen in de pauzes kun je ze soms uiting horen geven aan hun boosheid en ongeloof. Maar niet met grote gebaren of luide stemmen. Zacht, discreet.
Sarah V., arts en eerder in opleiding tot anesthesioloog, wordt beschuldigd van poging tot moord op haar dochter Y., in de twee maanden na haar geboorte in april 2020. Ze wordt ook beschuldigd van zware mishandeling van haar zoon T., in de vier jaar na zijn geboorte in juni 2016.
Ze zou haar kinderen te weinig of sterk verdunde voeding hebben gegeven, waardoor ze niet groeiden. Ze zou de gekolfde moedermelk voor haar dochter Y. vergiftigd hebben met het diarreeremmende middel loperamide. Ze zou de artsen van T. verkeerd geïnformeerd hebben over T.’s voeding en ontlasting, waardoor die hem behandelden voor een ernstige darmziekte die hij volgens het Openbaar Ministerie niet had. Het OM eist een gevangenisstraf van elf jaar tegen haar.
Secondenlang doodstil
Ook op het moment dat een van de twee officieren van justitie die eis kenbaar maakt, vorige week dinsdag na een requisitoir van meer dan zeven uur, zijn Sarah V.’s ouders rustig en beheerst, net als Sarah V. en haar man, haar broer en zus, haar schoonmoeder. In de rechtszaal blijft het secondenlang doodstil. Daarna, buiten de rechtszaal, vormen ze een gesloten kring waarin ze elkaar omhelzen en troosten.
Aan het begin van het requisitoir zei de officier hoe onvoorstelbaar het is dat moeders hun kinderen iets aandoen, de verschrikkelijkste dingen soms. „Het past niet bij het beeld dat we van moeders hebben. Daarom geloven we het niet. En als we het wel geloven, wat zegt het dan over ons?” Ze zei ook dat moeders die hun kinderen mishandelen door ziekten te verzinnen en symptomen na te bootsen bijna nooit bekennen. Dat kúnnen ze niet, want voor de maatschappij zijn ze dan af. Een moeder móét alles ontkennen en de „suggestie wekken” van onschuld, want „dan win je de sympathie”. En de mensen om haar heen moeten met haar mee blijven doen, want wat als zij denken dat ze wél schuldig is?
Volgens de familie van Sarah V. bestaat kindermishandeling door het falsificeren van ziekteverschijnselen niet. En als het bestaat, dan is het zeer zeldzaam. Dat artsen een ziekte niet medisch kunnen verklaren, betekent niet dat die ziekte er niet ís. En zéker niet dat de moeder dan wel de oorzaak zal zijn. Ze vinden steun bij iemand als de hoogleraar en rechtspsycholoog Peter van Koppen, die kindermishandeling door falsificatie „flauwekul” noemt: een drogredenering, waarbij andere mogelijke oorzaken worden genegeerd.
Lees ook
Misschien, zegt Sarah V., was haar moedermelk vergiftigd door de 60 pillen die ze slikte
De officier van justitie verwachtte al dat de advocaten van Sarah V. zouden gaan betogen dat Sarah V. niets gedaan heeft, dat T. en Y. bij hun geboorte al ziek waren, dat ze verkeerd zijn behandeld en daardoor nog zieker werden. En dat is precies wat ze vrijdag krijgen, een dag later dan de bedoeling.
Pleidooi van negen uur
Van de 200 pagina’s van het requisitoir gingen er 140 over de hoeveelheid voeding die T. al dan niet kreeg, over de ontlasting die hij al dan niet had, over de verschillen daartussen in zijn medisch dossier en het dagboek dat Sarah V. bijhield. Sarah V. en haar advocaten waren daardoor „erg overvallen” en hadden meer tijd nodig voor hun verdediging. Sarah V. wilde weten waarom de officieren haar in hun bijna vier jaar durende onderzoek niet gewoon gevráágd hebben hoe het met die verschillen zit. „Ik had alles kunnen weerleggen.”
Ze schrijft een document van tachtig pagina’s om dat alsnog te doen. Het komt bij het pleidooi van de advocaten, dat nog langer is dan het requisitoir. Negen uur lang vertellen de advocaten over de alternatieve verklaringen die volgens hen mogelijk zijn voor de ziekteverschijnselen bij T. en Y. Ze trekken elk bewijs dat het OM meent te hebben in twijfel, ook de loperamide in Sarah V.’s moedermelk. Ja, die zat erin, maar dat kwam doordat Sarah V. zelf erg veel loperamide slikte tegen diarree. En door besmetting met gruis van de pillen in haar kolftas. Ook is volgens de advocaten onzeker dat Y. daardoor zo ziek is geworden. Ze was al ziek.
Na de reactie van het OM daarop, afgelopen dinsdag, en de reactie dáár weer op van de verdediging, krijgt Sarah V. het laatste woord. Ze zegt dat ze niet in staat is gesteld om te zeggen wat er gezegd had moeten worden en geen kans heeft gekregen zich te verdedigen. Haar leven is verwoest. Ze heeft drie prachtige kinderen (er is nog een ouder meisje), ze houdt van ze, ze wil voor hen strijden. Tegen de rechters: „Ik hoop dat jullie naar de feiten willen kijken en mijn kinderen hun moeder willen teruggeven.”
Dan is het weer secondenlang stil, waarna de voorzitter van de rechtbank knikt en zegt dat de rechtbank op 19 maart uitspraak wil doen. Zeker is dat niet. De zaak is zo complex, zegt ze, dat er mogelijk meer tijd nodig is. „Het is voor ons oprecht niet duidelijk hoe we hierover gaan beslissen.” Welke beslissing het ook wordt, zegt ze, de rechtbank zal die zeer uitvoerig motiveren. Ook bij vrijspraak.