Haagse straatcoach Hannibal hoort dat bijna alle jongeren een mes bij zich hebben

Reportage

Messengeweld in Den Haag Veel jongeren in Den Haag zorgen voor grote overlast, tot steekpartijen aan toe. Straatcoaches moeten hen op het rechte pad zien te krijgen. „Het geeft een bepaalde status: als je terugdeinst bij een woordenwisseling is al je krediet weg. Met een mes blijf je staan.”

Bewoners van de Haagse Houtwijk lopen een stille tocht voor de eigenaar van een snackbar die werd doodgestoken.
Bewoners van de Haagse Houtwijk lopen een stille tocht voor de eigenaar van een snackbar die werd doodgestoken.

Foto’s Robin van Lonkhuijsen / ANP

Vijf jongens staan in een hoek bij een Haagse voetbalkooi. Trainingsbroek, hoodies tot vlak over de ogen getrokken, zwarte gewatteerde jas, gympen. Eén op een deelscooter. Ze hangen wat. Om negen uur ’s avonds.

„In de zomer staan er echt wel 25 man”, zeg jongerenwerker Hannibal Fitiwi (25). „Als er niemand is, gaan we zoeken. In garageboxen, portieken.” Juist dán, zegt hij, is het belangrijk te weten wat de jongeren aan het doen zijn. Uit verveling gaan ze „kloten”. Blowen, snus gebruiken ofwel nicotine zuigen. Overlast veroorzaken, plantenbakken omgooien, scooters in brand steken.

Of erger: ruzie zoeken met andere groepen jongeren. Dit leidde de afgelopen tijd in Den Haag tot steekpartijen onder minderjarigen. In de wijk Escamp escaleerde het zodanig dat een vechtpartij op een schoolfeest op een steekincident in een buurtwinkel uitliep, wat weer leidde tot een steekpartij in een tram.

Doodgestoken

Vorige week woensdag werd er opnieuw een aantal minderjarigen in Den Haag voor opgepakt. En in Houtwijk werd een snackbar-eigenaar doodgestoken toen hij naar verluidt tussen beiden kwam bij een vechtpartij. Ook hier zijn de verdachten jonger dan 16 jaar.

Gebieds- en samenscholingsverboden doen deels hun werk. Burgemeester Jan van Zanen zei onlangs in een Haagse raadsvergadering dat hij het geweld liever wil voorkomen dan dat hij dergelijke „draconische maatregelen”, die hij in januari gebruikte, vaker moet instellen. Voorlichting over wapens en projecten om jongeren weerbaar te maken, helpen deels ook. Maar niet iedereen wordt bereikt.

Elf hotspots

Dan komen Hannibal Fitiwi en zijn zeven collega’s in beeld. Straatcoaches, tussen een jongerenwerker en een wijkagent in, opgeleid door jongerenwerkers van Stichting Meion. Ze zijn net iets ouder dan de ernstig overlast gevende jongeren (zo’n 636 in een stad van ruim 553.000 inwoners). Ze kunnen niet voorkomen dat „er gekke dingen in de hoofden spelen”, zei Van Zanen. Ze kunnen wel proberen jongeren op het rechte pad te krijgen. En voorkomen dat die strafbare feiten plegen.

Voor het donker wordt gaan de coaches naar buiten, tot middernacht. Elf hotspots heeft de gemeente aangewezen, 31 groepen zijn er geïdentificeerd. Die kloppen niet snel zélf in buurthuizen aan, daar wordt vooral de groep onder de twaalf jaar bereikt.

En dan is het vooral aanspreken. Praten. Vertrouwen winnen van de meelopers. Zorgen dat ze de druk van de groep kunnen weerstaan. Perspectief bieden door ze terug op school te krijgen, of een stage te regelen.

Het is lastig, vertelt straatcoach Samia El Hannoudi (28). Ze staat met collega Jamil Kuipers (25) bij een plantsoen in de Haagse binnenstad. Aan de rand schommelen twee kinderen. Verder is het er leeg. „Zes van de jongens zitten vast, een aantal heeft een taakstraf”, zegt ze: „Er was hier een steekpartij en de politie is dossiertjes gaan opbouwen.”

Verlaten plantsoen

Het gevolg is niet alleen dat het plantsoen verlaten is – El Hannoudi en Kuipers staan hier vanavond vooral om te voorkomen dat ándere jongeren bezit nemen van het plantsoen en er zo een strijd om gebied ontstaan, of dat dealers hun kans zien. Maar het gevolg is ook dat het messenbezit onder de jongeren die hier rondhangen gemeengoed is geworden.

Was in Den Haag in 2017 nog 6 procent van de verdachten van messengeweld minderjarig, in 2021 was dat al 20 procent. Van de zeventig steekpartijen die de politie vorig jaar registreerde, vonden er 22 in Den Haag plaats.

Het is een landelijk probleem. Gemeenten vragen om een landelijk messenverbod voor minderjarigen, er is een wetsvoorstel in de maak. Een aantal grote winkelketens verkoopt al geen messen meer aan minderjarigen.

Eerst vielen de slachtoffers onder rivaliserende drillrapgroepen, zoals in de zomer van 2020 op Scheveningen. El Hannoudi: „Ik hoor nu van bijna alle jongeren hier dat ze zich niet meer veilig voelen en bij voorbaat al een mes bij zich hebben.” Kuipers: „Het geeft ook een bepaalde status: als je terugdeinst bij een woordenwisseling is al je krediet weg. Met een mes blijf je staan.”

Sociale media

Soms, zegt Kuipers, is het „dweilen met de kraan open”. Alle straatcoaches vertellen dat de groepen flexibel zijn, aangroeien met jongere jongeren, of via sociale media. De groepen die in de wijk Escamp betrokken waren bij de steekincidenten kwamen uit de hele stad.

Soms hebben ze iemand terug op school gekregen, die opeens weer terug is op straat. Soms ook is er succes: 107 van de 636 jongeren werden volgens Stichting Meion begeleid of doorverwezen naar andere instanties. Het is de reden dat de gemeente Den Haag deze donderdag bekendmaakt dat ze doorgaat met de straatcoaches.

‘We waren best irritant bezig’

Straatcoach Ali Coşkun (23) vertelt hoe hij bij een supermarkt in Houtwijk Ibrahim Mohamed (23) en Erdan Serik (20) zag rondhangen.

Mohamed: „We waren best irritant bezig.”

Serik: „Met kattekwaad. Ik dacht niet zo helder na. Nee, ik wil niet zeggen wat ik precies deed.”

Coşkun: „Een paar dagen later zag ik ze weer. Ik bood ze een blikje Red Bull aan.”

Mohamed: „Die eerste keer boeide het niet echt wat Ali zei.”

Maar hij won wel hun vertrouwen, vond stageplekken in de thuiszorg. Mohamed is nu brandwacht en doet een opleiding tot sociaal werker, Serik werkt bij Tata Steel: „Ik moet om vijf uur op en moet hard werken. Dus ik ben te moe om nog buiten te hangen.”