Gunay Uslu zat voor D66 in het kabinet maar is nu ceo van Corendon: ‘Ik zie geen wereld voor me zonder reizen’

Het voordeel van een eigen hotel: je kunt er ook afspreken als het dicht is. The College Hotel in Amsterdam, eigendom van reisorganisatie Corendon, verkeert wegens renovatie in onttakelde toestand. Gunay Uslu (51) wisselt een paar woorden met bouwers op het voorplein voor ze even na enen het bijbehorende restaurant Mondi binnenkomt. Dat is wel open, maar eigenlijk alleen voor diner. Ze verschuift een bord op de voor twee gedekte ronde tafel zodat we niet recht tegenover elkaar zitten.

Sinds januari is Gunay Uslu ceo van Corendon. Zij richtte het bedrijf in 1997 op samen met haar broer Atilay, later was ze acht jaar directeur hotelontwikkeling. Corendon Nederland heeft drie eigen vliegtuigen en negen hotels en resorts, en vervoert ruim 750.000 reizigers per jaar – ook met andere vliegtuigen. Atilay Uslu runt de hotels op Curaçao en is daarnaartoe verhuisd. De vorige ceo van Corendon, Steven van der Heijden, moest eind vorig jaar wegens persoonlijke omstandigheden zijn werk neerleggen en vroeg Gunay Uslu het over te nemen. Ze gaf er de post van staatssecretaris van Cultuur en Media in het demissionaire kabinet-Rutte IV voor op.

Was het een moeilijk besluit het kabinet te verlaten?

„Ik heb er slapeloze nachten van gehad. Dat er bij Corendon iets moest gebeuren was duidelijk, maar als het kabinet niet demissionair was geweest, was ik niet weggegaan.” Door de val van het kabinet, zegt ze, kwam ze al niet meer toe aan twee grote klussen die nog lagen te wachten: de hervorming van het mediabestel en de inrichting van een nieuw cultuurbestel. Ze droomt er nog steeds over. „Ik droom dat ik Geert Wilders en Martin Bosma adviseer over het cultuurbeleid. Dan word ik wakker en denk: o nee, dat kan niet.”

Vreest u voor het cultuurbeleid onder het volgende kabinet?

„Ik denk dat alle formerende partijen het belang van cultuur inzien. Martin Bosma zie ik regelmatig voorlezen uit onze klassieke literaire werken, dat vind ik leuk. Ook BBB en de partij van Pieter Omtzigt vinden cultuur belangrijk. Ik denk wel dat je misschien de experimentele kunst moet beschermen.”

Tegen deze partijen?

„Ja, het is goed om te benoemen dat het experiment, de artistieke kwaliteit, je basis is, je bron. Die moet gevoed worden, anders krijg je verschraling. Daar maak ik me wel zorgen over. Dat heeft ook effect op je fanfares, op immaterieel erfgoed, cultuurparticipatie, film- en muziekhubs in de regio. En ik maak me zorgen over de media. De formerende partijen denken in termen van bezuinigingen als het om media gaat.”

Het restaurant is dicht maar we zijn niet alleen. Een vrouw in het zwart is neuriënd met de planten bezig. Een man staat hoog op een ladder te sleutelen in een openstaand luik. De chefkok vraagt wat we willen eten. „Zal ik gewoon een paar dingetjes doen?” „Doe maar een paar dingetjes”, zegt Uslu. „Ik wil geen vlees.” Het restaurant is in 2014 gerenoveerd, vertelt ze, het is een rijksmonument. „Alles was overgeverfd, het was helemaal wit. Ik heb de originele bakstenen gezandstraald” – ze wijst naar de muur aan de raamkant – „niet ikzelf, maar een fantastisch team.”

Gunay Uslu was in Den Haag een nieuw gezicht. Haar politieke ervaring beperkte zich tot een stage op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het eind van haar studie cultuurwetenschappen. Rob Jetten van D66 vroeg haar voor het kabinet, ze werd er lid voor van de partij. Haar hoofddoel, zegt ze, was de waardering voor cultuur te vergroten, „door te laten zien wat voor fantastische voorstellingen en tentoonstellingen we maken, wat een enorme talenten we hebben”.

Nam u daarom minister Kuipers mee naar een toneelstuk van Ivo van Hove, premier Rutte naar cabaretier Sanne Wallis de Vries?

„Ze zouden misschien zelf ook wel zijn gegaan maar inderdaad, ik zette dat wel in als een soort marketinginstrument. Cultuur heeft veel kracht, allerlei maatschappelijke problemen kun je er ook mee opvangen. Denk aan depressies, eenzaamheid bij ouderen. Maar dan moet het wel bij andere departementen op de agenda staan. Ik ben ook met Rob Jetten naar Happy in Holland geweest, een voorstelling van Char Li Chung over de geschiedenis van de Aziatische migranten, hoe ze leven, wat ze doorgeven. Met Hugo de Jonge zou ik naar een jazzconcert gaan, dat heb ik niet meer gered.”

Ze zette zich in voor betere arbeidsvoorwaarden voor zzp’ers in kunst en cultuur, verplichtte streamingdiensten als Netflix en Disney+ 5 procent van hun omzet te investeren in Nederlandse producties en investeerde 56 miljoen euro in de bibliotheken. „In onze samenleving van bubbels en kloven is de bibliotheek een van de belangrijkste publieke plekken. Iedereen komt er, ongeacht achtergrond en leeftijd. Toegang is gratis, als je dakloos bent kun je er even opwarmen, mensen die moeilijk lezen worden er geholpen, je ziet er studenten, leerlingen die thuis geen eigen kamer hebben of computer hebben. Het is toch vreselijk dat we de bibliotheek zo verwaarloosd hebben? De afgelopen jaren zijn er honderd bibliotheken gesloten.” Tevreden: „Vandaag las ik dat er 42 nieuwe vestigingen komen. En dat van 245 bibliotheken de collectie wordt versterkt en de openingstijden worden verruimd.”

Begin 2022 kwam het misbruikschandaal bij talentenshow The Voice of Holland aan het licht. Hoe ging u daarmee om?

„Het was zo ongeveer in mijn eerste week, ik dacht: wat overkomt me nu? Je moet een vorm vinden om het erover te hebben. Ik heb een gesprek gehad met John de Mol [eigenaar Talpa] en later met verschillende anderen, zoals Paul Römer [toenmalig directeur radio en tv bij Talpa], Sven Sauvé [ceo van RTL] en Frederieke Leeflang [voorzitter NPO], met deskundigen erbij.”

Leverde dat iets op?

„Samenwerking, bewustwording. Je kunt geen revolutie veroorzaken, het gaat stap voor stap. Ik ben ook zelf veel benaderd door mensen die iets meegemaakt hadden – niet iedereen wil zich slachtoffer noemen, dus met die term ben ik voorzichtig.”

Zij namen rechtstreeks contact met u op?

„Ik kwam uit de cultuurwereld, heel veel mensen hebben mijn nummer. In sommige situaties nodigde ik hen uit bij mij langs te komen, of ik ging naar hen toe. Dat vond ik mijn taak. Het is zo precair, het gaat zo diep.” Ze verwees een aantal mensen door naar de commissie-Van Rijn, die na de publicatie over het grensoverschrijdende gedrag van DWDD-presentator Matthijs van Nieuwkerk de sociale veiligheid bij de publieke omroep onderzocht.

Met Hugo de Jonge zou ik naar een jazzconcert gaan, dat heb ik niet meer gered

In uw laatste week als staatssecretaris besloot u, tegen de zin van de NPO, dat omroep Ongehoord Nederland in het publieke bestel mocht blijven. Speelde de verkiezingsoverwinning van de PVV daarin een rol?

„Neeee, die beslissing is gebaseerd op maandenlang onderzoek. Ik heb meteen gezegd, en daar sta ik nog steeds achter: ik vind het ongemakkelijk dat een politicus de ruimte heeft om te oordelen of een omroep wel of niet mag uitzenden. Dat is echt gevaarlijk. Nu gaat het over Ongehoord Nederland, straks is de VPRO of BNNVARA aan de beurt. Ik heb er wel heel zorgvuldig en zo zuiver mogelijk naar gekeken.”

Ongehoord Nederland scheidt volgens de NPO-ombudsman meningen niet van feiten. Nu u geen politicus meer bent: wat vindt u daarvan?

„Laat ik even wachten met dat oordeel tot er een nieuw kabinet is. Anders maak ik het moeilijk voor mijn opvolger.”

Uslu’s ouders kwamen als gastarbeiders naar Nederland, met het idee later terug te gaan naar Turkije. Haar moeder is gebleven, haar vader woont weer daar. „Hij is 88, een vrolijke man, was niet altijd trouw en niet altijd even verantwoordelijk, wel creatief. Hij bedacht, in moderne termen, concepten en mijn moeder runde dan de bedrijven.” Pensions, koffiehuizen, een hotel-restaurant. „Ze waren aan het pionieren, begreep ik later. Ze zagen kansen en pakten die.” Haar moeder kon niet lezen of schrijven toen ze naar Nederland kwam. „Rond haar veertigste heeft ze het geleerd, tegelijk met mij, in Haarlem. Ik op de basisschool en zij in een buurthuis.”

Hoe runde zij bedrijven zonder te kunnen lezen en schrijven?

„Mijn moeder is een heel bijzondere vrouw. Aan de kleur van enveloppen en aan cijfers zag ze wat ze moest betalen. Ze kon heel goed hoofdrekenen, een som als 132 x 245 deed zij uit haar hoofd. Als kind viel me dat al op, ik ging het narekenen op een rekenmachine. Ze is nu 84, pienter, wijs en hartstikke trots op haar kinderen. Ze vliegt in de vliegtuigen van haar zoon, dat is best stoer natuurlijk. Toen ik gevraagd was als staatssecretaris, zei ze: ‘Het is een eer en je kan dingen veranderen, doe het’. En: ‘het lijkt me wel leuk om in een dienstauto te rijden, haal je me een keer op’. Heel lief.”

Het schooladvies van Gunay Uslu was lbo, lager beroepsonderwijs. Haar tien jaar oudere zus, documentairemaker Meral Uslu, pikte dat niet. Gunay Uslu noemt het een van de bepalende momenten in haar leven. „Ik zat met mijn zus op de kamer van het schoolhoofd een beetje te wiebelen met mijn voeten”, ze doet het voor met haar witte enkellaarsjes. „Meral had een kaalgeschoren hoofd met één plukje op haar voorhoofd en droeg een tuinbroek van spijkerstof. Ze zei: Gunay kan toch veel meer aan dan lbo? Het schoolhoofd zei: maar meisje, het is toch beter dat ze een vak leert, voor als jullie teruggaan naar jullie thuisland? Ik dacht: thuisland? Wat bedoelt die man?”

Op haar twaalfde verliet ze het ouderlijk huis in Haarlem en trok in bij Meral in Amsterdam – die had geregeld dat ze daar naar de mavo kon. Jarenlang deelden ze een studentenkamer. Gunay ging mee naar feestjes in kraakpanden, naar musea, naar de bioscoop. Ze deed mavo, havo en ging na een propedeuse op de lerarenopleiding als eerste in haar familie naar de universiteit.

Veel later is ze nog eens teruggegaan naar dat schoolhoofd, vertelt ze, ze was aan het promoveren. „Ik was wel gecharmeerd van hem toen. Hij bedoelde het natuurlijk niet slecht. Hij dacht: ik moet die meiden helpen zodat ze straks een beroep hebben. Iedereen dacht dat gastarbeiders terug zouden gaan.”

Foto Frank Ruiter

Heeft u zelf ook veel gehad aan de bibliotheek? Uw zus zei dat u vaak huiswerk deed bij de portier van de Filmacademie, waar zij op zat.

Ze lacht. „Ja, daar wilde ik dan op haar wachten. Ik deed graag huiswerk buitenshuis. Tijdens mijn studie ging ik met mijn OV-studentenkaart naar Maastricht als ik een tentamen had. Dan studeerde ik onderweg in de trein. Mijn proefschrift heb ik geschreven in bibliotheken en in hotellobby’s, waar ook van alles gebeurt. Je hebt wat afleiding maar je hoeft niets, je kijkt alleen maar, als een voyeur. Dan raak je geïnspireerd en schrijf je verder.”

Haar ervaring met hotellobby’s kwam van pas toen haar broer haar in 2014 vroeg bij Corendon een hotelketen op te zetten. Op dat moment gaf ze les op de universiteit en had ze een bedrijf voor kunstprojecten. „In die hotellobby’s had ik ook allerlei mankementen gezien. Tafels waar je voeten tegenaan stootten, kleuren die niet klopten, een routing die ik anders zou doen.”

Uw partij D66 heeft ambitieuze klimaatdoelen. Hoe verenigt u dat met het leiden van een bedrijf dat vliegen stimuleert?

„Ik zie geen wereld voor me zonder reizen – dat is wat mij betreft het realistische verhaal. Ik zie wél een wereld voor me waarin dat duurzamer kan en moet. Op deze manier, vanuit mijn positie kan ik daar juist aan bijdragen. Dat zie ik als mijn grote opdracht. Sommige mensen vinden dat ingewikkeld of zijn zelfs een beetje boos op me. Dat mag. Maar het hoort ook bij D66 om niet aan de zijlijn te blijven roepen. Ik los problemen liever op door ze in het gezicht te kijken en echte verandering te bewerkstelligen, ook tegen de stroom in.”

Haar Haagse woordvoerder en haar politiek adviseur zijn meegegaan naar Corendon, vertelt ze, de laatste zet er een afdeling duurzaamheid op. „Er waren al mensen die zich daarmee bezighielden, maar het is nu echt een afdeling, met een beleidsplan en een budget, die duurzamere brandstoffen inkoopt, en mogelijkheden onderzoekt om met de trein naar bestemmingen te gaan. Als je niet verduurzaamt heb je geen toekomst, zo simpel is het.”

Waar heeft u zich in Den Haag het meest over verbaasd?

„Ik heb gewerkt in de wetenschap, in de cultuur, in het bedrijfsleven, dat is allemaal constructief. Je bent samen iets aan het maken, aan het bouwen, uiteindelijk ga je naar een product toe, dan deel je de vreugde dat het is gelukt. Bij Kamerdebatten vond ik het heel jammer dat het niet altijd over de inhoud ging. Het gaat vaak over de volgende verkiezingen. Zo ervoer ik dat. Natuurlijk hoort het erbij dat je ideologische, partijpolitieke denkbeelden verkondigt. Maar laat het dan wel over de inhoud gaan, zodat je samen verder komt met bijvoorbeeld een wetsvoorstel.”

De formatie stevent af op een rechts programkabinet. Zou u daar zitting in nemen?

„Dat gaat natuurlijk niet gebeuren.”

Maar stel? Het is een patroon in uw loopbaan, dat als er een beroep op u wordt gedaan…

„…dan wil ik die verantwoordelijkheid nemen. Als ik iets kan toevoegen ja, anders doe ik het niet. Ik word ook gevraagd voor dingen die ik niet doe. Ik doe het als ik denk: oké, hier kan ik van betekenis zijn.”

Als u, zeg, minister van Onderwijs kunt worden?

„Nou ja kijk, dan zou ik cultuureducatie willen verankeren in de wet. Het is toch gek dat wij in Nederland onze klassieken niet kennen. In Duitsland wordt Goethe door jan en alleman geciteerd.”

Het belang van nationale trots, dat lijkt me een raakvlak met rechts.

„Is dat meteen nationale trots? Nou, misschien wel. En hoe erg is dat? Johan Huizinga is onze bekendste cultuurhistoricus. Wereldberoemd. Vertaald naar het Japans. En wij kennen hem niet. Ja, van een straatnaam. Of een school die naar hem vernoemd is.”

Zou u ook willen zorgen dat slimme kinderen geen te laag schooladvies meer krijgen?

Ze leunt achterover. „Dat gaat over kansengelijkheid. Daar moeten natuurlijk nog heel veel stappen in gezet worden. Een paar weken geleden mocht ik een gastcollege geven op een mbo-opleiding. Het mbo is zo belangrijk voor ons, zo cruciaal voor de samenleving. Als je dan ziet hoe achtergesteld die studenten zich voelen, hoe gediscrimineerd. Eén jongen vroeg: word ik bij Corendon aangenomen als ik een islamitische naam heb? Een meisje met een hoofddoek zei: als ik solliciteer bij jullie, hoef ik dan niet schoon te maken? Ik dacht: wat erg dat zij denkt dat ze niet de functie krijgt waar zij als stagiaire op solliciteert.”

Ze wil meer mbo-studenten gaan inzetten bij Corendon; in de hospitality-industrie zoals nu al gebeurt, maar ook om personeelsuniformen en de bekleding van vliegtuigstoelen te ontwerpen.

Uslu heeft zich „als migrantenkind” lang ontworteld gevoeld, zegt ze, op een niet per se onplezierige manier. „Ik dacht altijd: ‘ik laat me niet begrenzen door grenzen. Bomen hebben wortels, mensen hebben benen, die lopen, laten sporen achter’.” Dat gevoel veranderde toen haar dochter en zoon, nu 23 en 20, naar dezelfde school gingen als zij, het Montessorilyceum. „De leuke mevrouw van de schoolbibliotheek bleek er nog steeds te werken, mijn geschiedenisleraar was rector geworden. Ik woon ook nog altijd in die buurt. Toen dacht ik wel: wacht even. Nu ben ik toch aan het wortelschieten.”