Grote kloof tussen mondiaal klimaatbeleid en wat nodig is, maar die is nog te dichten

Bijna tien jaar nadat in het Klimaatakkoord van Parijs (2015) werd afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd snel te reduceren en zo gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, is er nog steeds geen sprake van een daling. In het jaarlijkse Emissions Gap Report becijferde UNEP, het milieuprogramma van de Verenigde Naties, dat de uitstoot van alle broeikasgassen in 2023 (omgerekend naar CO2) ruim 57 gigaton bedroeg, dat is 1,3 procent meer dan het jaar ervoor.

Het rapport is deze donderdag gepubliceerd tijdens de biodiversiteitstop in de Colombiaanse stad Cali, waarmee UNEP indirect de verwevenheid laat zien tussen klimaat- en natuurbeleid. De meeste uitstoot (ongeveer een kwart) wordt veroorzaakt door de productie van elektriciteit – in snel groeiende economieën als China en India en in veel ontwikkelingslanden gebeurt dat vaak nog met het zwaar vervuilende steenkool. De snelste groei van de emissies (+19,5 procent) vond plaats in de luchtvaart, waar de dip die tijdens de coronacrisis ontstond ruimschoots is ingehaald.


Lees ook

Op naar een nieuw VN-akkoord over biodiversiteit: na Montreal zijn de doelen duidelijk, in Cali gaat het over concrete plannen

Conferentiecentrum in Cali, Colombia, waar de komende twee weken de VN-biodiversiteitstop zal plaatsvinden.  Foto Joaquin Sarmiento/AFP

Het rapport, getiteld No more hot air… please, is een smeekbede aan landen om hun uitstoot sneller te reduceren dan ze tot nu toe hebben gedaan. Deze vijftiende editie verschijnt aan de vooravond van de klimaattop die volgende maand plaatsvindt in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe. Volgens UNEP gaapt er een grote kloof tussen wat nodig is om te voldoen aan het Parijsakkoord (de opwarming beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius en liefst onder de 1,5 graden) en wat er daadwerkelijk gebeurt. Landen moeten daarom hun klimaatbeleid aanscherpen en – zeker zo belangrijker – ze moeten hun beloftes nakomen.

Doen ze dat niet, dan kan de temperatuurstijging aan het einde van de eeuw oplopen tot 3,1 graden Celsius. „Catastrofaal”, volgens UNEP. Als landen alle geplande maatregelen uitvoeren, bedraagt de opwarming 2,6 tot 2,8 graden, nog steeds veel te veel. Komend jaar moet elk land zijn zogeheten nieuwe NDC inleveren, de nationaal bepaalde bijdrage aan de reductie van broeikasgassen. Mondiaal klimaatbeleid kan niet dwingend aan landen worden opgelegd. Wel is in Parijs afgesproken dat alle landen hun steentje bijdragen en dat ze hun die bijdrage aanscherpen als tussentijds blijkt dat het gezamenlijke einddoel uit zicht raakt.

Als landen alle geplande maatregelen uitvoeren, bedraagt de opwarming 2,6 tot 2,8 graden, nog steeds veel te veel

UNEP wijst erop dat het „technisch” nog steeds mogelijk is om het meest ambitieuze doel uit het Parijsakkoord te halen. Het Nederlandse adviesbureau Common Futures becijferde in een apart rapport, Bridging the gap, het potentieel aan reductiemogelijkheden met een kostprijs van maximaal 200 dollar per ton CO2. Daarin wordt een groot aantal mogelijkheden opgesomd die voor 2030 optellen tot 31 gigaton en voor 2035 zelfs tot 42 gigaton, ruimschoots voldoende voor de mondiale reductiedoelen.

Het gaat wel om een immense opdracht. In een interview in NRC wees klimaatwetenschapper Johan Rockström er een aantal jaren geleden al op dat tijdens de coronacrisis de wereldeconomie instortte, fabrieken werden stilgelegd, vliegtuigen aan de grond werden gehouden en mensen opgesloten zaten in hun huizen. Het leidde in 2020 tot een daling van de uitstoot met ruim 8 procent. „Om te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs moeten de emissies tot 2050 ieder jaar met 5 tot 8 procent dalen”, zei Rockström.

Dat is ook de boodschap van UNEP-directeur Inger Andersen. „We hebben een wereldwijde inzet nodig op een ongekende schaal en in een tempo dat we nog nooit eerder hebben gezien”, zei ze bij de presentatie van het rapport. „Zo niet, dan is het 1,5 graden doel binnenkort dood en ligt het ruim onder de 2 graden doel op de intensive care.”

Andersen roept landen op om tijdens de klimaattop in Bakoe hun nationale beleid aan te scherpen. De kans dat dat ook gebeurt, is niet groot. Formeel staat zo’n aanscherping pas volgend jaar op de agenda. Daar komt bij dat in Europa de nieuwe Commissie nog moet beginnen, dat de Verenigde Staten net de presidentsverkiezingen achter de rug hebben, en dat China een afwachtende houding aanneemt nu zowel de EU als de VS import van Chinese duurzame producten zoals elektrische auto’s en zonnepanelen moeilijker maken.


Lees ook

‘Heel erg onwaarschijnlijk’ dat Nederland klimaatplannen van 2030 haalt: eerder meer dan minder CO2-uitstoot onder nieuwe kabinet

Platform Alfa in de Noordzee, ter hoogte van Scheveningen. Het gaat de energie van een kavel windmolens verwerken.