In het centrum van Arnhem staan zeker tien historische panden in brand. Dat meldt provinciekrant De Gelderlander. Hulpdiensten waarschuwen om niet naar de binnenstad te komen. Ook is er een lokaal NL-Alert verstuurd, omdat de brandweer vermoedt dat er asbest is vrijgekomen. Over eventuele slachtoffers is nog niets bekend.
Het vuur ontstond donderdagochtend rond kwart voor vier in een pand van feestwinkel SoLow in de Jansstraat en sloeg snel over naar andere winkelpanden. Hoe de brand heeft kunnen ontstaan is nog niet bekend. Hulpdiensten hebben een deel van het gebied geëvacueerd en adviseren mensen ter plaatse om een mondkapje te dragen in verband met giftige rook en vermoedelijk vrijgekomen asbest.
De brandweer laat zeker één compleet blok met eeuwenoude panden gecontroleerd uitbranden. Het zou gaan om panden uit de 16e en 17e eeuw.
Hoe moet Nederland het capaciteitsprobleem in de gevangenissen oplossen? Dat gaat staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie, PVV) vrijdag uitleggen aan de ministerraad. Er is een tekort aan cellen en personeel, terwijl het aantal gevangenen blijft toenemen. Eerder noemde Coenradie het een „code-zwart-situatie”.
Inderdaad is sinds 2016 het aantal gedetineerden niet zo groot geweest als nu. Een extra complicatie is dat een op de zes detentieplekken (16 procent) niet bruikbaar is, in totaal 1.781 plekken. Dit blijkt uit een analyse van NRC van de capaciteits- en bezettingscijfers, van 2016 tot 2024, van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). In december 2024 waren ruim 11.000 plekken beschikbaar, waarvan 80 procent toen werd bezet.
„In Nederland wordt overbevolking van gevangenissen niet geaccepteerd”, vertelt Hester de Boer, die promoveert bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden. „Een matrasje op de grond of een stapelbed bijplaatsen, gebeurt hier niet. We willen een humane straf en veiligheid voor het personeel en de gedetineerden.”
Sport
Dat maakt het snel ophogen van de beschikbare plekken in de 26 Nederlandse penitentiaire inrichtingen lastig. „Soms kunnen gedetineerden niet samen worden geplaatst vanwege hun problematiek of gedrag, of omdat je dan te veel gedetineerden hebt op een afdeling, of omdat die te weinig faciliteiten heeft voor bijvoorbeeld arbeid, bezoek of sport”, laat een woordvoerder van DJI weten. Over de onderzochte periode bleken gemiddeld 550 plaatsen daarnaast onbruikbaar door verbouwingen of personeelsgebrek.
„In 2004 hebben we eenzelfde tekort gehad”, legt De Boer uit. In tegenstelling tot omringende landen fluctueert de omvang van de Nederlandse gevangenispopulatie behoorlijk. Zo daalde de populatie tussen 2005 en 2016 met ongeveer 40 procent, om tussen 2016 en 2020 weer toe te nemen. „Er worden nu langere onvoorwaardelijke straffen opgelegd. De prioritering van de opsporing bepaalt deels de instroom in de gevangenissen. Vanaf 2016 ligt de nadruk vooral op de georganiseerde criminaliteit.” Vanaf 2020 is het aandeel langgestraften in de strafrechtelijke uitstroom toegenomen.
Het antwoord op het cellentekort ligt altijd bij de medewerkers: je moet eerst investeren in mensen, dan pas in stenen
Het tekort is ontstaan doordat eerdere kabinetten gevangenissen sloten om te bezuinigen. Vanaf 2012, toen de gevangenispopulatie relatief klein was, is bezuinigd op het gevangeniswezen. Daarna daalde het aantal detentieplekken sinds 2016 met nog eens bijna 8 procent, onder meer door het sluiten van gevangenissen in Almere, Zoetermeer en Zwaag in 2019. Dit had weinig effect op de beschikbare plekken; de bezetting daalde in deze gevangenissen voorafgaand aan de sluitingen en de meeste verdwenen plekken vielen al in de categorie niet-bruikbaar. Maar waar een gevangenis wordt gesloten, vertrekt het personeel.
„Het antwoord op het cellentekort ligt altijd bij de medewerkers. Je moet eerst investeren in mensen, dan pas in stenen. Pas als het vak aantrekkelijker is, kun je nieuwe locaties openen”, zegt FNV-bestuurder Marcelle Buitendam, die de gecreëerde onzekerheid hekelt: „Het gevangeniswezen was lang een onbetrouwbare branche voor werknemers. Vanwege de sluitingen wisten de werknemers niet wat ze te wachten stond.”
Volgens de DJI is het nodig om bijna duizend mensen aan te trekken om alle openstaande vacatures te vullen. Maar volgens de woordvoerder is het capaciteitsprobleem niet alleen op te lossen met extra personeel.
Leegstand
Naast de 1.781 onbruikbare plekken staan ook 350 bruikbare plekken leeg. Die benutten lijkt makkelijker dan het is. Zo kan op een beschikbare plek in een vrouwengevangenis geen man worden geplaatst. Bovendien bevindt het aantal lege, bruikbare plekken – net als de onbruikbare plekken – zich op het laagste niveau in tien jaar: slechts 3 procent staat leeg. Tijdens de coronapandemie was dit meer dan 10 procent.
En dus zoekt de staatssecretaris op andere plekken naar cellen. Volgens het AD zou ze overwegen noodgevangenissen bij te bouwen voor 120 extra bedden, de gevangenis in Almere te heropenen en cellen te huren in Estland.
Cellen huren in het buitenland is niet uniek. Tot september 2018 verhuurde Nederland alle 272 plekken in de PI Veenhuizen locatie Norgerhaven aan Noorwegen. Momenteel verhuurt Nederland nog 126 plekken, onder meer ten behoeve van internationale tribunalen en het Internationaal Strafhof.
Lees ook
In de grootste gevangenis van Nederland zoekt Coenradie haar gelijk. ‘Ook hier blijkt weer dat je niet méér gevangenen op een cel kan zetten’
In het centrum van Arnhem staan zeker tien historische panden in brand. Dat meldt provinciekrant De Gelderlander. Hulpdiensten waarschuwen om niet naar de binnenstad te komen. Ook is er een lokaal NL-Alert verstuurd, omdat de brandweer vermoedt dat er asbest is vrijgekomen. Over eventuele slachtoffers is nog niets bekend.
Het vuur ontstond donderdagochtend rond kwart voor vier in een pand van feestwinkel SoLow in de Jansstraat en sloeg snel over naar andere winkelpanden. Hoe de brand heeft kunnen ontstaan is nog niet bekend. Hulpdiensten hebben een deel van het gebied geëvacueerd en adviseren mensen ter plaatse om een mondkapje te dragen in verband met giftige rook en vermoedelijk vrijgekomen asbest.
De brandweer laat zeker één compleet blok met eeuwenoude panden gecontroleerd uitbranden. Het zou gaan om panden uit de 16e en 17e eeuw.
Om de wettelijk vastgelegde stikstofdoelen te halen, moet de stikstofuitstoot van de landbouw tussen nu en 2035 twee keer zo hard dalen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met onder meer het RIVM. Het PBL en het RIVM gingen er tot nu toe van uit dat de stikstofdoelen gehaald zouden worden als de landbouw de uitstoot van ammoniak met zo’n 40 procent zou reduceren ten opzichte van de huidige uitstoot. Maar uit het nieuwe rapport blijkt dat die met zo’n 80 procent moet dalen.
Dat kan eigenlijk niet zonder flink in de veestapel te snijden. Dat is een forse tegenvaller voor het kabinet, dat hoopte het stikstofprobleem zo veel mogelijk op te lossen zonder een krimp van de veestapel. Specifieke plannen daarvoor zijn nog niet gepresenteerd en zitten dus ook nog niet in de nieuwe ramingen.
In de wet is vastgelegd dat 74 procent van de stikstofgevoelige natuur in 2035 onder de ‘kritische depositiewaarde’ moet liggen. Daarin is vastgelegd hoeveel stikstof de natuur aankan zonder te verslechteren. De kritische depositiewaarde is door wetenschappers vastgesteld voor verschillende typen natuur, van droge heide tot zure vennen. In 2023 bleek veel natuur gevoeliger voor stikstof dan gedacht. De kritische depositiewaarden zijn toen scherper geworden.
Scherpere normen
Het PBL en het RIVM hebben nu voor het eerst doorgerekend hoe die scherpere normen gehaald kunnen worden. Daarbij kijken ze naar twee typen stikstof: ammoniak, vrijwel uitsluitend uit mest, en stikstofoxiden, dat uit bijvoorbeeld verbrandingsmotoren van onder meer auto’s komt. Veruit de grootste bron van de stikstof die in Nederlandse natuurgebieden landt, is ammoniak.
Om de doelen onder de ‘oude’, nog niet aangescherpte depositiewaarden te halen, zou de landbouw jaarlijks nog zo’n 63 kiloton (een miljoen kilogram) ammoniak mogen uitstoten, berekende het RIVM eerder. De landbouw stoot nu ruim 100 kiloton ammoniak uit. Met de scherpere kritische depositiewaarden mag de uitstoot nog maar tussen de 19 en 28 kiloton zijn.
Dat is ver buiten bereik, concludeert het PBL. De verwachting is wel dat de ammoniakuitstoot de komende jaren gaat dalen, maar lang niet hard genoeg. In 2030 is de uitstoot waarschijnlijk afgenomen met zo’n 20 kiloton, naar ruim 83 kiloton. Na 2030 daalt de uitstoot in de ramingen van het PBL nauwelijks verder. „Er is nauwelijks beleid dat verder reikt dan 2030”, zegt Winand Smeets, die bij het PBL het onderzoek heeft geleid. De uitstoot blijft dan nog zo’n 60 kiloton boven wat er nodig zou zijn om de stikstofdoelen te halen.
Bovendien is niet altijd zeker of de daling wel zeker is. Ongeveer de helft van de uitstootreductie in de landbouw komt door de afschaffing van de uitzondering op Europese mestregels. Tot 2026 mogen boeren in Nederland meer mest uitrijden dan in andere Europese landen, de zogeheten ‘derogatie’. De mest die niet op het land kan worden uitgereden, moet worden verwerkt of geëxporteerd. Dat is duur. Het PBL denkt daarom dat boeren hun veestapel zullen verkleinen, dat leidt tot een extra daling in de uitstoot.
Lees ook
Een snelle uitweg uit de stikstofcrisis is er niet
Maar het kabinet wil juist een nieuwe uitzondering afdwingen in Brussel. Het is hoogst onzeker of dat lukt, maar als het kabinet daarin slaagt, wordt in elk geval een deel van de geraamde vermindering in de uitstoot niet gerealiseerd.
BBB, de partij van minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) ziet de oplossing van het stikstofprobleem vooral in innovatieve maatregelen. De afgelopen jaren zijn er tal van nieuwe stallen ontworpen die de stikstofuitstoot moeten terugdringen. Het gaat bijvoorbeeld om vloeren voor koeienstallen die poep en urine scheiden, zodat er minder ammoniak ontstaat. Dat idee kreeg in januari steun in de rug toen Wageningen University een rapport publiceerde, waaruit bleek dat als álle boeren de állerbeste innovaties optimaal zouden invoeren, de ammoniakuitstoot met 40 tot 50 procent zou verminderen. Dat was wel een optimistische inschatting, waarschuwden de onderzoekers.
Smeets van het PBL wijst ook naar dit rapport. „Deze studie komt op 40 tot 50 procent reductie, als alles perfect werkt. Dan zit je nog niet op 80 procent reductie, die volgens ons rapport nodig is”, zegt hij. Het kabinet heeft weinig opties om dat gat te dichten, dat kan bijna alleen maar door de veestapel te verkleinen.
Het is, stelt Smeets, ook een optie om de uitstoot in andere sectoren, zoals verkeer of industrie te reduceren. Dan wordt de opdracht van de landbouw wat kleiner. „Ik ben geen politicus, maar ik begrijp wel dat er meer naar de landbouw wordt gekeken”, zegt hij. „Driekwart van de Nederlandse stikstof die in de natuur terechtkomt, komt van de landbouw. Dat is de grootste knop waar je aan kunt draaien. Als je bij de industrie op een effectieve manier wat kunt reduceren, moet je dat zeker doen, maar dat is met 4 procent maar een klein knopje.”
Bovendien daalt de uitstoot van andere bronnen veel harder dan die van de landbouw – die daling gaat gemiddeld anderhalf keer sneller. De uitstoot van stikstofoxiden in de sector ‘mobiliteit’ is in 2035 bijvoorbeeld volgens de projecties 40 procent lager dan nu. Dat heeft met name te maken met de opkomst van elektrische auto’s. Vanaf 2030 worden de normen voor vrachtwagens ook strenger, dan zullen er voornamelijk elektrische vrachtwagens rondrijden, is de verwachting. Ook de stikstofuitstoot van industrie is in 2035 waarschijnlijk met zo’n 30 procent gedaald.
Lees ook
Hoogleraar die Wiersma rekengrens leverde: stikstofuitstoot moet naar beneden