Het zijn de beloften van het Europese topvoetbal die het deze januariavond zomaar mogen laten zien. De 19-jarige PSV-middenvelder Tygo Land maakt, met zijn fijne passing, een prima basisdebuut tegen Liverpool FC. Waar zijn leeftijdsgenoot, de in Liverpool geboren spits Jayden Danns, opvalt met zijn techniek en fysieke kracht.
Het is mooi om PSV-coach Peter Bosz en Liverpool-manager Arne Slot, twee van Nederlands meest vooruitstrevende trainers, op een paar meter van elkaar aan het werk te zien. Bosz veelal de armen over elkaar, Slot zijn handen ontspannen in zijn broekzakken. Onmiskenbaar is hun progressieve aanvallende speelwijze zichtbaar, wat zich vertaalt in een open, aantrekkelijk duel.
De klasse is te zien bij PSV-aanvaller Johan Bakayoko. De rust in zijn kapbeweging, dan het geplaatste schot in de verre hoek bij de 1-1 halverwege de eerste helft. Zoals ook de afwerking van Ismael Saibari schitterend is bij de 2-2 kort voor rust.
Maar er ontbreekt ook veel, woensdagavond bij PSV-Liverpool (3-2). Zelden is de spanning van een klassieke ‘grote’ Europese avond voelbaar in het Philips Stadion. De hoge rugnummers bij Liverpools basisspelers – van 62 (de doelman) tot 84 (de rechtsback) – vertellen het verhaal van de vele afwezige sterren. Met aanvaller Cody Gakpo – maker van de 0-1, uit een strafschop – verdwijnt vijf minuten na rust de laatste reguliere basisspeler. Ook Bosz geeft, met Luuk de Jong en Jerdy Schouten, enkele bepalende spelers rust.
Het animo onder familieleden voor wedstrijdkaartjes daalde toen Slot ze vertelde dat hij met een uitgedunde selectie zou afreizen naar Eindhoven, zei hij dinsdag. Zijn ploeg was al zeker van de eerste of tweede plek in de groepsfase, dus was dit een goed moment om basiskrachten te sparen.
Daar waar PSV de zogeheten tussenronde – waarin ploegen in de groepsfase aan elkaar worden gekoppeld – vrijwel niet meer kon mislopen. Zo bracht PSV-Liverpool enerzijds een van de verrassendste uitslagen van de avond, maar was het tegelijk een veredeld oefenduel.
Zinloze wedstrijden
Juist dit soort situaties wilde de UEFA voorkomen in de nieuwe Champions League-opzet. Elke Europese wedstrijd moest ertoe doen, zei directeur voetbalzaken Giorgio Marchetti toen hij vorig jaar maart dat nieuwe format toelichtte. Iets wat in de oude opzet lang niet altijd het geval was. Daar speelden clubs in groepen van vier: zes wedstrijden, twee tegen elke tegenstander. Als de verschillen tussen groepsgenoten groot waren, dan kon het zijn dat na vier rondes al duidelijk was wie doorging en wie niet. Dat leverde „zinloze en nutteloze wedstrijden” op.
Door alle 36 deelnemers in één grote groep te gooien hoopte de UEFA dat aan te pakken. Iedereen moest elkaars concurrent worden, en de achtste en laatste speeldag de opwindendste van allemaal. Een spectaculaire ontknoping, in achttien Europese stadions tegelijkertijd, „waarbij elke tussenstand en elke goal consequenties heeft voor de eindstand” en „elke ploeg iets heeft om voor te strijden”.
Woensdag 29 januari moest die dag worden. Dat een dergelijke climax er lang niet overal zou komen was vóór de laatste speelronde al duidelijk. Al was het alleen maar omdat na zeven wedstrijden negen clubs (een kwart) bij voorbaat al geen zicht meer hebben op de volgende ronde.
En bij duels zoals Sturm Graz – RB Leipzig en Young Boys – Rode Ster stond, naast de winstpremie, hooguit nog de eer op het spel. Bij Bayer Leverkusen – Sparta Praag en Bayern München – Slovan Bratislava maken alleen de thuisclubs zich nog druk om de ranglijst.
Erg is dat niet: de laatste groepsavond van de Champions League heeft alsnog veel te bieden. Misschien wel zo veel dat het onmogelijk is om het allemaal goed te volgen. Op televisie schakelt Ziggo Sport van het ene doelpunt naar het andere, maar desondanks is het ondoenlijk om te zien wat de impact van die ene uitslag in Stuttgart, Zagreb of Barcelona is op het geheel.
Slechts een handjevol wedstrijden is op zichzelf goed te volgen, omdat de uitkomst niet wordt beïnvloed door de resultaten op drie of vier andere velden.
LOSC Lille tegen Feyenoord bijvoorbeeld, twee ploegen die allebei nog kans maken op een plek in de top-acht. Of Stuttgart tegen PSG, twee ploegen die allebei nog punten nodig hebben om de tussenronde te halen.
In Manchester móéten de sterren van City winnen van Club Brugge om verder te kunnen in de Champions League. Het is een wedstrijd die City-coach Pep Guardiola ondanks de enorme belangen „heel ontspannen, zonder emotie” benaderde, zegt hij vooraf.
Ontlading bij Guardiola
Met rust lijkt een stunt op komst. Brugge speelt uitermate verdedigend, maar komt na dik veertig minuten via een snelle uitbraak tegen de verhoudingen op voorsprong. Zoals ook in Zagreb een verrassing aanstaande lijkt: voor Dynamo leek de tussenronde al vrijwel onhaalbaar, maar doordat de club 1-0 leidt tegen AC Milan en concurrent Sporting Portugal op achterstand staat, is Dynamo kortstondig 23ste in de groep. De eerste 24 gaan door.
Toch wordt het geen avond van stunts, anders dan de onophoudelijke stroom van hoogtepunten soms doet vermoeden. Aan het einde van de avond maakt Sporting gelijk, en steken de Portugezen Dynamo weer voorbij.
Meest verrassend is dat grootmachten Real Madrid, Juventus, Bayern München en Paris Saint-Germain zich via de tussenronde moeten plaatsen voor de achtste finales. De tussenronde wordt door de UEFA subtiel de knock-outfase genoemd, maar is in feite een extra scheidslijn tussen de groepsfase en eindfase van het toernooi.
Er is nog een eliteclub die deze route moet afleggen: Manchester City weet de achterstand in amper tien minuten om te keren. Kort na rust kan Mateo Kovačić onbedreigd van eigen helft opstomen en scoren, kort daarop belandt een harde voorzet van Joško Gvardiol via het been van een verdediger in het Brugse doel. Van rust en ontspanning is bij trainer Guardiola dan niets meer te merken. Uit pure ontlading schopt hij twee keer uit alle macht tegen een krat vol bidons. City wint met 3-1 en gaat dus ternauwernood door – als 22ste.
Feyenoord, een van de meest onberekenbare teams in dit nieuwe format, toont opnieuw zijn wisselvallige kant. Een half uur heeft de club zich op een goed resultaat, totdat eerst spits Santiago Giménez en daarna doelman Justin Bijlow geblesseerd het veld verlaat. Zonder die twee bepalende spelers wordt Feyenoord in Lille, een week na de krachttoer tegen Bayern (3-0 zege), compleet overlopen: 6-1.
Lille, in de Franse competitie vijfde op grote afstand van PSG, plaatst zich door die zege als nummer zeven direct voor de achtste finales. Ook verrassend is Aston Villa, de ambitieuze Premier League-club die zich voor het eerst kwalificeerde voor de ‘moderne’ Champions League (sinds 1992). Villa mag als nummer acht de tussenronde eveneens overslaan.
Laat op de avond in Eindhoven spreken Bosz en Slot in de gang al over het vervolg van de Nederlandse clubs in de Champions League. Na acht speelrondes, wacht Feyenoord en PSV de tussenronde in februari. In de loting, die vrijdag plaatsvindt, zijn er voor PSV slechts twee mogelijkheden: Juventus of uitgerekend Feyenoord. Slot: „Hoe is het mogelijk, zou je bijna zeggen.”