Grootste stijging cao-lonen in 40 jaar, bijna zo hoog als inflatie

Loonstijging De cao-lonen stegen in het eerste kwartaal van dit jaar flink. Toch blijven ze nog achter bij de toegenomen inflatie.

Terras van een café in de Utrechtse binnenstad. In de horeca namen de cao-lonen het meest toe, met 8 procent.
Terras van een café in de Utrechtse binnenstad. In de horeca namen de cao-lonen het meest toe, met 8 procent.

Foto Ramon van Flymen/ANP

De cao-lonen liggen in het eerste kwartaal van 2023 5 procent hoger dan een jaar eerder. Dat is de grootste toename in veertig jaar, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. Die stijging is bijna twee keer zo hoog als vorig jaar, toen de cao-lonen in het eerste kwartaal toenamen met 2,7 procent.

In de horeca namen de cao-lonen het meest toe, met 8 procent. Een jaar geleden had die bedrijfstak nog een van de laagste loonstijgingen (0,3 procent). In de sector ‘verhuur en handel van onroerend goed’ stegen de lonen met 2,5 procent het minst.

Toch betekent deze stijging niet dat het verschil met de inflatie is overbrugd, want die steeg harder dan de cao-lonen. Volgende week wordt de inflatie over het eerste kwartaal bekendgemaakt, maar op basis van voorlopige CBS-cijfers nemen de cao-lonen na inflatiecorrectie af met 1,5 procent.

Dat is nog altijd minder dan over heel 2022, toen de cao-lonen in absoluut opzicht ook toenamen, maar met zo’n 6 procent daalden na correctie voor inflatie. Zo’n groot verschil tussen cao-loonstijging en inflatieontwikkeling is sinds het CBS het bijhoudt niet voorgekomen.

Sinds 2022 nemen cao-lonen met grotere stappen toe, om zo het koopkrachtverlies te compenseren dat is ontstaan doordat de inflatie ook toenam in die periode. Cao-onderhandelingen zijn volgens werkgeversvereniging AWVN de laatste tijd „harder” geworden, met vakbonden die staken of dreigen te staken. Protestacties werden vooralsnog vooral uitgevoerd door ziekenhuispersoneel, buschauffeurs en gemeenteambtenaren.

Van een stagnatie van het tempo waarin nieuwe cao-afspraken worden gemaakt, is desondanks geen sprake. In maart werden volgens voorlopige cijfers van AWVN 25 cao’s afgesloten. Dat zijn er vijf meer dan de 25 van maart 2022. De gemiddelde loontoename bedroeg 7,3 procent.

‘Gigantisch gat’

Werkgevers zien in de cijfers bevestiging dat de hoge inflatie tijdelijk was, zegt een woordvoerder van AWVN. „We hebben geen glazen bol, maar het lijkt erop dat de absurd hoge inflatie achter de rug is.” De vereniging hoopt dat de vakbonden hun looneisen in komende cao-onderhandelingen naar beneden willen bijstellen, „nu de koopkrachtdaling mede door compensatiemaatregelen toch lager uitvalt”.

Maar vakbonden zien dat niet zitten. „Doordat de lonen in het afgelopen jaar zo zijn achtergebleven bij de inflatie, is er een gigantisch gat in de koopkracht van mensen geslagen”, zegt Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van FNV. „Het is nu zaak om de schade die de torenhoge inflatie van het afgelopen jaar heeft veroorzaakt snel in te halen.” De vakbond stelt vast te houden aan de hoge looneisen van 14,3 procent, zolang bedrijven „hoge winsten” blijven maken.

Ongeveer 80 procent van de Nederlandse werknemers valt onder een collectieve arbeidsovereenkomst. Hun salaris kan toenemen door cao-verhogingen, maar ook door een periodieke verhoging of individuele onderhandelingen. Op dit moment onderhandelen werkgevers en vakbonden onder meer verder over de cao in het streekvervoer, nadat in die branche de afgelopen maanden meerdere stakingsacties plaatsvonden.