Kinderen op basisscholen in Groningen en Noord-Drenthe krijgen vanaf september volgend jaar twee tot zes uur extra les. Op scholen waar leerlingen onderpresteren in taal en rekenen kan daar extra les in worden gegeven, maar het geld mag ook worden besteed aan muzieklessen, handvaardigheid, tekenles, theaterles of sportieve activiteiten. „Het is structureel geld, voor dertig jaar”, zegt Henk Nijboer. „Zo kunnen scholen tegelijk iets doen om de achterstanden bij kinderen weg te werken én vakmensen een goed contract te bieden.”
Het voormalig Tweede Kamerlid (PvdA) is een van de twee kwartiermakers die door het vorige kabinet en de regio zijn aangewezen om plannen te maken die de leefbaarheid en het economisch perspectief van het voormalige gaswinningsgebied verbeteren. Nijboer is verantwoordelijk voor de sociale agenda, voormalig Rabobankbestuurder Jakob Klompien richt zich op de economische agenda. Zij hebben allebei 100 miljoen euro per jaar te verdelen. Het geld voor ‘Nij begun’ (nieuw begin) kwam vrij nadat de parlementaire enquêtecommissie die de gaswinning onderzocht had geconcludeerd dat Nederland een ‘ereschuld’ aan de provincie heeft die moet worden ingelost.
Henk Nijboer in zijn tijd als Kamerlid (PvdA). Foto Lex van Lieshout
Waarom krijgen alle kinderen in Groningen extra lesuren, niet alleen kinderen in het aardbevingsgebied?
„De sociale en de economische agenda zijn bedoeld voor alle tien Groningse gemeenten en drie gemeenten in Noord-Drenthe, zo is het destijds afgesproken. Er zijn best wel veel zorgen over jongeren, eigenlijk in heel Nederland. Mentaal gaat het niet goed en op onderwijsgebied zijn er achterstanden. Daarom krijgen in het gebied waarvoor wij plannen maken alle kinderen in groep drie tot en met groep acht in elk geval twee uur extra les. Op scholen waar de grootste achterstanden zijn, bijvoorbeeld in Oost-Groningen, kan dat oplopen tot zes uur.”
U zegt: er zijn onderwijsachterstanden. Maar scholen hoeven het geld niet per se aan taal- of rekenles te besteden. Waarom niet?
„Het is aan scholen zelf om te bepalen wat ze met de extra lestijd doen. Het kunnen taal- en rekenlessen zijn, maar ook zwemlessen. De achterstanden bij kinderen zijn breder dan alleen taal en rekenen, het gaat om hun hele ontwikkeling. We willen hun leven verrijken door ze bijvoorbeeld de kans te geven om een muziekinstrument te bespelen of meer te bewegen, want dat laatste is ook best een groot probleem.”
Het voordeel van structureel geld is dat je mensen een contract kunt geven
U bent gaan kijken bij gemeenten die al extra investeren in onderwijs. Wat leerde u daar?
„Klopt, ik heb scholen in de regio bezocht waar al geëxperimenteerd wordt met extra lesuren, maar ik heb ook gekeken in Rotterdam-Zuid en Heerlen-Noord, waar een Nationaal Programma loopt om achterstanden weg te werken. Daar zijn de ervaringen positief, de schoolresultaten gaan echt omhoog. Ik was best wel onder de indruk. En ik ben bijvoorbeeld ook in Kerkrade geweest, waar de Universiteit Maastricht onderzoek doet naar het effect van de ‘verrijkte schooldag’. Daar hoorde ik over een onverwacht bijeffect: na twee, drie jaar werd er ook veel minder gepest.”
Zijn er genoeg leraren om al die extra lesuren gegeven?
„Daar hebben we over gesproken met de scholen. Het is zeker een uitdaging om genoeg mensen voor de klas te hebben, al is het lerarentekort bij ons kleiner dan in de Randstad. Maar ik denk dat het gaat lukken. We hebben hier in het Noorden een bloeiende cultuursector en een sportopleiding, het CIOS. Er zijn genoeg theaterdocenten, muziekleraren en sportinstructeurs die graag twee of drie dagen voor de klas willen staan. Er is heel veel animo. Het voordeel van structureel geld is dat je mensen een contract kunt geven.”
Dit is het begin van meer plannen. Kunt u al een tipje van de sluier oplichten over de rest?
„Nog even geduld, in januari presenteren we het hele pakket.”
Lees ook
De ene na de andere Groninger komt met plannen om het leven in het aardbevingsgebied beter te maken
Een „cadeautje”, is de meest gehoorde kwalificatie van de wilde natuur die is ontstaan na het nemen van maatregelen om de rivieren, in dit geval de Waal bij Zaltbommel, meer ruimte te geven. „Ik ben vogelaar en vind het geweldig”, zegt Cassandra van Altena, die namens de vereniging Natuurwacht Bommelerwaard rondleidingen verzorgt door onder meer het Munnikenland in Poederoijen, dichtbij Slot Loevestein. Het gebied achter de dijk van de machtige Waal veranderde ongeveer tien jaar geleden van boerenland in een moeras – buitendijks en overstroombaar, bevolkt door konikpaarden en wilde runderen die het gebied min of meer kaal houden. En door vogels. „Een blauwborst”, hoort Van Altena. Even later: „Een graspiepertje.” „Een slechtvalk.” Vorig jaar nog zat hier de kwartelkoning.
Het is echt een soort kleine Biesbosch
Het Munnikenland is sinds de uitvoering van het programma Ruimte voor de Rivier een aantrekkelijk wandel- en fietsgebied. Een grote rivierdijk werd verwijderd, er kwam een andere, brede dijk voor in de plaats, veel verder weg van de stroomgeul van de Waal. Naar deze dijk vluchten de paarden en runderen bij hoog water.
Er zijn mensen, zoals bestuurslid Paul Kuenen van de dorpsraad Poederoijen, die het natuurgebied omschrijven als „een veredeld motorcrossterrein” dat mogelijk ook nog eens is vervuild met verontreinigd slib. „Ik vind het er niet mooier op geworden.” Maar de meerderheid is positief. „Er valt hier zo veel te beleven”, zegt Ria van Gelderen uit Andel, drie kilometer verderop. Ze komt regelmatig herten tegen, en ooievaars. Ze wandelt hier „vijf keer per week” met haar retriever. „Het is echt een soort kleine Biesbosch.”
Enkele kilometers stroomopwaarts, bij Gameren, is in het kader van Ruimte voor de Rivier een nevengeul aangelegd, meestromend met de Waal. Ook hier zie je veel wandelaars in de ooibossen, op natuurlijke wijze ontstane bossen langs een rivier, en op het zand van de met keien verzwaarde oever. We treffen Bernadette Keijser uit Bruchem met twee honden. „Ik schrok me wezenloos toen hier jaren geleden ineens grote kraanwagens in de uiterwaarden verschenen”, vertelt ze. „Enorme graafmachines haalden met grof geweld bomen en alle wilde bloemen weg. Ik durfde er niet meer te komen. Nu vind ik het gebied er mooier op geworden. Het is heel natuurlijk.” Ze klimt een heuveltje op. Van de noodzaak meer ruimte voor de rivieren te maken is de tachtigjarige ten zeerste doordrongen. „Ik woonde in Zaltbommel toen we in 1995 moesten worden geëvacueerd. Het was doodeng. We woonden aan de rivier. Het water kwam steeds hoger. Op een gegeven moment zag je op een parkeerplaats alleen nog de koppen van de lantaarnpalen.”
Cassandra van Altena is blij dat de Waal bij Zaltbommel meer ruimte heeft gekregen: „Ik ben vogelaar en vind het geweldig.”
Foto Merlin Daleman
Vervolg op ‘succesverhaal’
Tot 2018 werd in Nederland op ruim dertig plaatsen het programma Ruimte voor de Rivier uitgevoerd, voor ruim 2 miljard euro in tien jaar tijd. Aanleiding waren de hoogwaters, met grootscheepse evacuaties in de jaren negentig in het rivierengebied. Uitgangspunt was dat de Nederlandse rivieren toegerust moesten zijn op het verwerken van een hoeveelheid Rijnwater die bij Lobith het land binnenstroomt van 15.000 tot 16.000 kubieke meter per seconde, en 3.800 kubieke meter per seconde Maaswater bij Borgharen.
Nu is er een vervolg. Donderdag gaf minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) in Zaltbommel, aan de Waal, het startsein voor een nieuwe versie van het programma, Ruimte voor de Rivier 2.0. Madlener wil „voortbouwen” op het „succesverhaal” van het eerste programma. Hij herinnert aan de overstromingen van vier jaar geleden in België, Duitsland en Zuid-Limburg. „Voor Nederland zijn de gevolgen toen meegevallen. Dat heeft iets te maken met Ruimte voor de Rivier en dat vind ik een hele prestatie.”
Doel van het nieuwe programma, dat zich misschien wel over twintig jaar uitstrekt, is echter niet alleen overstromingen het hoofd te bieden, maar ook langdurige perioden van droogte. „We moeten soms ook zuinig zijn op water, dat is nieuw”, zegt Marieke Hofstra, programmamanager van Ruimte voor de Rivier 2.0. Zo moet er ook in droge tijden voldoende water door de IJssel blijven stromen om het IJsselmeer, „onze nationale regenton”, te vullen. Uit het IJsselmeer krijgen in droge zomers immers boeren in het noorden van Nederland water als de gewassen dreigen te verdorren. Dat vergt „keuzes over de inrichting van het rivierengebied”, aldus Hofstra.
Bodem van de Waal daalt fors
Daar komt een andere kwestie bij: de gestage daling van de rivierbodems. De bodem daalt doordat het water steeds sneller door de rivieren is gaan stromen, door het verdwijnen van meanders (lussen) en door de aanleg van kribben (een korte stenen dam die haaks staat op de kade). Die bodemdaling, die in de Waal hier en daar zelfs twee meter bedraagt, leidt in omliggend boerenland en natuurgebieden tot verdroging. Het grondwater daalt omdat het sneller naar de rivier afstroomt. Dat zorgt voor hinder voor de scheepvaart op de rivieren, bijvoorbeeld omdat sluizen relatief hoger komen te liggen.
Dankzij maatregelen die het rivierwaterpeil verlagen mag op die buitendijkse plek nieuwbouw worden ontwikkeld
Er liggen plannen om de erosie van de rivierbodems te stoppen door simpelweg zand of slib te storten. „Dat is op korte termijn relatief goedkoop”, zegt Marco Taal, die vijfendertig jaar geleden al, als jonge ingenieur, wees op uitslijtende rivierbodems. „Ik ben blij dat er nu iets gebeurt”, zegt hij glimlachend. Taal is inmiddels ‘trekker beleidskeuzes’ binnen het programma Ruimte voor de Rivier 2.0. Het nadeel van zand storten is volgens hem echter dat je het „tot in de eeuwigheid” moet blijven doen.
Veel „duurzamer” is het om de stroomsnelheid van de rivier te verlagen door meer meanders en nevengeulen aan te leggen. „Het meergeulensysteem is beter voor zowel de scheepvaart, de grondwaterstanden als de zoetwaterverdeling”, zegt hij.
In de buurt van Gameren heeft de rivier meer ruimte gekregen, na enkele hoogwaters.
Foto Merlin Daleman
Toch weer bouwen in de rivier
Nog meer nevengeulen derhalve, zoals bij Gameren, en daartoe natuurlijk zo min mogelijk in de uiterwaarden bouwen. „Het is niet verstandig om buitendijks te bouwen”, zegt minister Madlener. Zijn voorganger Mark Harbers (VVD) heeft bouwen in de uiterwaarden zelfs verboden.
„Ironisch” is dan wel weer, zegt natuurwacht Cassandra van Altena, dat het nieuwe programma is gepresenteerd in Zaltbommel – op twee minuten wandelen van de bouw van driehonderd buitendijkse woningen, op de plaats van een voormalige scheepswerf. Het is „een ideale plek pal naast het historische centrum”, aldus de gemeente. Van Altena: „Dankzij maatregelen die het rivierwaterpeil verlagen mag op die buitendijkse plek nieuwbouw, ter vervanging van de oude werfgebouwen, worden ontwikkeld.” Het maaiveld wordt tot acht meter boven NAP „opgetild”, zegt de gemeente, om de buitendijkse situatie „ervaarbaar” te houden.
„Bizar”, zegt wandelaar Bernadette Keijser erover. „Het is een mooi stuk van de rivier. Er is veel protest geweest tegen het neerzetten van huizen daar. Het is ongepast. En dat het toch is toegestaan, daar zijn ze bij de gemeente nog trots op ook.”
Een gewone namiddag, tegen het avondeten. Een stoet auto’s trekt traag Den Haag in, over het laatste stukje van de A12. Opstopping bij het stoplicht voor het Provinciehuis. Vaststaand verkeer op de Vaillantlaan in de Schilderswijk, op het kruispunt bij de Uithof in het zuiden van de stad.
’s Ochtends even na achten: ladende en lossende vrachtauto’s, bestelbusjes in de Goudenregenstraat, in de Frederik Hendriklaan. Schoolgaande fietsers slalommen eromheen. Het Hobbemaplein op een woensdagse marktdag, een wirwar van voetgangers met boodschappenkarretjes, fietsers, trams én auto’s. Op zaterdag is het nog veel drukker.
En altijd, in bijna alle Haagse wijken: automobilisten die rondjes rijden, speurend naar een schaarse parkeerplek.
Iedere stad zoekt een balans tussen auto, ruimte en leefbaarheid. In Amsterdam werd anderhalf jaar geleden een snelheidslimiet van 30 kilometer per uur ingevoerd en geëxperimenteerd met het afsluiten van verkeersaders. In Parijs worden straten autovrij gemaakt, in Londen geldt een emissiezone voor vervuilende voertuigen.
In Den Haag proberen stadsbesturen al tien jaar lang de Hagenaar op de fiets, in het openbaar vervoer of de deelauto te krijgen. Er kwamen snelfietsroutes, fietscursussen, goedkope fietsen voor kinderen, stallingen in leegstaande winkels. Sluipverkeer werd ontmoedigd, een circulatieroute ging verkeersstromen sturen, straten werden autoluw, parkeervergunningen gelimiteerd tot de derde auto, parkeerplekken gebruikt voor deelscooters.
Maar nog altijd is Den Haag de stad met de hoogste autodichtheid per vierkante kilometer én met de meeste inwoners per vierkante kilometer van Nederland. Het aantal auto’s per huishouden – 0,6 – nam in tien jaar nauwelijks af, terwijl het aantal inwoners groeide van 508.950 naar 568.419.
En het inwonertal stijgt verder tot 2040. „Het gaat niet meer passen”, zegt wethouder Arjen Kapteijns (Mobiliteit, GroenLinks). Hij rekent voor dat er honderdduizend inwoners bijkomen, vijftigduizend banen en 20 procent meer „verplaatsingen”. De stad kan in oppervlakte niet uitbreiden, want ze zit klem tussen kust en buurgemeenten.
Den Haag moet kiezen: wie krijgt welke ruimte?
De stilstaande auto
In de Fultonstraat in het Valkenboskwartier staat een picknicktafel op een parkeerplek, met een kleurige minibieb ernaast. Kinderen doen er spelletjes, volwassenen drinken koffie of wijn. De statige vooroorlogse huizen werden opgedeeld in meerdere appartementen. Ook in deze wijk moet je rondjes rijden als je wil parkeren.
„We hebben brutaal een tafel neergezet. We hadden geen auto, maar wel kleine kinderen. Waarom was er geen ruimte in de straat?”, zegt Eline Keus. Overbuurvrouw Estelle Smits: „De tafel zorgt ervoor dat we een dorp in de stad zijn. We kennen elkaar hier.”
Bewoners van de Fultonstraat krijgen een picknickbank in ruil voor het gebruiken van een deelauto. Foto Bart Maat
Toen de gemeente de picknicktafel weg wilde hebben, kwam een deel van de bewoners in opstand. Elders in de wijk waren al ‘fietsvlonders’ – parkeerplekken die worden ingeruild voor fietsnietjes – en ‘terrasvlonders’ voor cafés: waarom dan geen ‘bankvlonder’? Ruim 73 procent van de straatbewoners stemde in met het behouden van de tafel.
In ruil voor de plek die ze bezetten, deelt een aantal inwoners een auto; in dit stuk wijk gaat het om 102 gezinnen voor 15 auto’s. „De meeste auto’s staan een groot deel van de tijd stil. Je koopt ook geen vliegtuig voor één keer per jaar vakantie”, redeneert Walter Dresscher, die een bewonerscoöperatie opzette.
Zo’n deelauto of het openbaar vervoer, dat is gewoon niet realistisch voor hardwerkende mensen
Niet alle bewoners van de Fultonstraat zijn blij. „Er zijn mensen die een auto nodig hebben, wij worden hier weggepest”, zegt een van hen. Ze wil niet met naam in NRC, er is tussen buren onderling al voldoende ‘gedoe’ geweest over het parkeren. Ze zegt: „Acht maanden per jaar is het kutweer, dan zit er niemand aan die tafel.”
De picknickbank is niet haar enige irritatie. „Ik hoef echt niet voor de deur te staan, maar ga als gemeente zuinig om met de schaarse ruimte.” Ze wijst op andere parkeerplekken die werden ingeruild voor fietsnietjes of laadpalen, voor ondergrondse afvalcontainers. Voor een pakhuis waarin appartementen werden gebouwd, staan deelauto’s.
De nieuwe auto
Dat is het beleid van de gemeente: wanneer nieuwe woningen worden gebouwd, moet de projectontwikkelaar parkeren op eigen terrein mogelijk maken of bewoners wijzen op deelauto’s en openbaar vervoer.
In de Boomblauwtjelaan in de wijk Ypenburg, bij de socialewoningbouwflat die vier jaar geleden werd neergezet, leek dat geregeld. De binnenplaats werd geen tuin, maar een parkeerplaats. Jennifer Romijn was een van de eerste bewoners: „Er was een vol-is-vol-beleid. Als je niet kon parkeren, dan reed je terug de straat op.”
De parkeerplaats op de binnenplaats van de Hofbadtoren in de Haagse wijk Ypenburg. Foto Bart Maat
Er waren namelijk maar 62 plekken voor ruim honderd bewoners. Dat leek geen probleem, tót de gemeente betaald parkeren invoerde in dit gedeelte van de wijk, zoals volgens haar al was besloten bij de ontwikkeling van de flat in 2017, ook vanwege de nabijheid van een zwembad en bioscoop. En de flatbewoners géén parkeervergunning voor op straat.
Ze zijn woest in de flat. Volgens hen staat het parkeerterreintje naast de flat vrijwel altijd leeg. In de straten achter de flat, met koophuizen die deels een eigen parkeerplek hebben, hebben de bewoners – zoals buurvrouw Michelle van der Lubbe het verwoordt – „poet, twee of drie auto’s en wel een vergunning voor de straat”.
In de flat ging de woningbouwcorporatie loten. Romijn: „Ik heb geturfd, er zijn mensen ingeloot die geen auto hebben.” Een oplossing is door de gemeente gevonden op het parkeerterrein van het zwembad naast de flat, maar zegt ze: „Dat is niet zo ver, maar toch…”
Van der Lubbe valt bij: „Ik heb een dochtertje van acht maanden, sta ik daar.” Ze is verpleegkundige en werkt onregelmatige uren. „Zo’n deelauto of openbaar vervoer, dat is gewoon niet realistisch voor hardwerkende mensen.”
Dat is toch geen groen, dat perkje? Maak daar gewoon parkeerplekken van
Datzelfde zeggen de bewoners van de starterswoningen aan de andere kant van het zwembad. Zij balen óók van het betaald parkeren, voor de eerste auto betaal je 97 euro per jaar, voor de tweede 339 euro. Een treinstation ligt op een kwartier lopen, de tram op vijf. „Het ov is niet te doen met twee kinderen en boodschappen”, zegt een andere Jennifer.
Ze wil niet met haar achternaam in NRC, haar man Sandib werkt bij een ov-bedrijf. Ze hebben twee auto’s: „Wie gaat mij naar huis rijden als ik geen auto mag hebben?”, vraagt hij. Jennifer wijst naar een groenstrook tussen het zwembad en de parkeerplekken. „Als ze die nu weghalen en dan zo schuin de auto’s. Dan is er toch meer ruimte?”
De rijdende auto
In de Kaapstraat, in het Transvaalkwartier tussen de Haagse Markt en het Zuiderpark, wijst Ali Bekdur ook op een perkje. „Dat is toch geen groen? Maak er gewoon parkeerplekken van. Nu is het een verwaarloosd stukje dat ten koste gaat van de bereikbaarheid.”
In het stukje straat waar Bekdurs makelaardij is gevestigd, wordt volgens hem dubbel geparkeerd, op de stoep geparkeerd, en vooral wordt het ingereden terwijl het doodloopt. Dan proberen automobilisten achteruit weer terug te rijden. Iedere dag, verzucht hij, ontstaan er ruzies. De gemeente zegt dat door actief handhaven het „ongewenste gedrag” afneemt.
Hollanders van tachtig proberen nog te fietsen. Turken zeggen: ‘ben je gek?’
De Kaapstraat is doodlopend gemaakt om de onoverzichtelijke kruising waarop hij uitkomt, veiliger te maken. De vijfsprong is nu een viersprong, volgens de gemeente verbetert zo de doorstroom. Er is een ‘sterfietsroute’ om snel fietsen van de ene kant van de stad naar de andere te bevorderen.
„Hollanders van tachtig proberen nog te fietsen. Turken zeggen ‘ben je gek’”, zegt Isa Dohan van tabakshop Cigo. „Het is fietsweer, maar heb jij iemand zien fietsen terwijl je hier staat?” De auto is een statussymbool, maar ook, zegt Dohan: „Hier werkt iedereen: in de uitzendbranche, in de kassen, in de bouw.” Net als buurman Bekdur heeft hij zijn winkel nu aan een pleintje in plaats van de straar. „Het heeft parkeerplekken gekost.”
De twee „snappen heus wel dat er minder auto’s moeten komen”. „Maar onze straat doodlopend maken is niet de oplossing”, zegt Bekdur. „Ik ben in heel veel grote steden geweest, Londen, New York, Istanbul. Daar heb je een metro om snel van de ene kant naar de andere te gaan.” Dohan: „Ik zou drie keer moeten overstappen om van huis hier te komen.”
Buurvrouw Katja Dzhodova is wel blij: „Het is beter doodlopend voor de kinderen. Mensen rijden hier zo snel, wel tachtig.” Ook zij en haar man, die in de bouw werkt, hebben elk een auto. Eén minder? Dat zou lastig zijn, zegt ze.
Lees ook
Stapje voor stapje moet de Hagenaar de auto uit
De afgepakte auto
Wethouder Arjen Kapteijns krijgt vaak naar zijn hoofd geslingerd dat hij, als GroenLinkser, de „auto wil afpakken”. Kapteijns: „We doen dit juist om de stad bereikbaar te houden voor mensen die de auto écht nodig hebben. Dat kan als we anderen stimuleren om een alternatief te gebruiken dat qua betaalbaarheid en comfort hetzelfde is.”
Hij erkent: „We vragen ook wel wat. En mensen hebben een gevoel van privilege: de auto hoeft misschien niet daadwerkelijk voor de deur te staan, maar wel in de straat – en dan liefst voor niks.” Maar, zegt hij: „Dat is niet houdbaar.”
Kapteijns zegt ook: „Dit is geen politiek vraagstuk meer, dit is een ruimtevraagstuk. Mijn voorganger was een VVD’er, dáárvoor zat hier een D66’er. Wie hier ook zit, zal iets moeten doen.”
Alle coalitieakkoorden sinds 2014 reppen over „een optimale balans” tussen auto en ruimte, en over parkeer- en verkeersmaatregelen om de leefbaarheid te verbeteren. Of er nu een linkser college zat (met de Haagse Stadspartij), een rechtser (met Hart voor Den Haag), een college met ‘autopartijen’ als VVD of Denk, of met groene partijen als de Partij voor de Dieren of GroenLinks.
De openbare parkeerplaats aan de voorkant van de Hofbadtoren in de Haagse wijk Ypenburg. Foto Bart Maat
In de Haagse gemeenteraad, waar debatten snel gepolariseerd raken, is weinig overeenstemming. Daar werd de afgelopen maanden verhit gesproken over een referendum over het uitbreiden van betaald parkeren, en over de noodzaak van een zero-emissiezone. Over paaltjes die een sluiproute afsloten, een flat waarvan de bewoners om moesten rijden om de parkeergarage te bereiken, een plein dat heringericht zou worden.
Hagenaars willen, als je het ze vraagt, zelf ook een leefbare en bereikbare stad. Tótdat concrete projecten hun straat raken, merkt Jos de Jong van de Fietsersbond. Hij is regelmatig bij bewonersbijeenkomsten als een straat opnieuw wordt ingericht, en woonde veel raadsvergaderingen bij.
Den Haag, zegt De Jong, is aanzienlijk onveiliger voor fietsers en voetgangers dan andere steden. Maar ieder verbetervoorstel van het college kost ruimte voor de auto. „En dan lopen de emoties hoog op.” Ongeacht achtergrond, opleiding of inkomen.
„Straat voor straat” wil Kapteijns toch Den Haag proberen te overtuigen om minder de auto te gebruiken. „We parkeren ook niet meer op het Binnenhof”, zegt hij.
Lees ook
In Puchstad Den Haag moet de brommer een vergunning hebben
Burgemeesters van de zes grote steden gaan wisselend om met hun nieuwe bevoegdheid om woningen tijdelijk te sluiten na een explosie voor de deur, blijkt uit een inventarisatie van NRC.
Op 114 woningexplosies werden vorig jaar in Rotterdam 32 woningen gesloten. Dit terwijl in Amsterdam 4 woningen werden gesloten op een totaal van 191 woningexplosies in de regio.
Advocaten en de Rotterdamse Ombudsman zijn bezorgd over de wijze waarop woningensluitingen plaatsvinden. Bewoners kunnen zich namelijk niet verweren tegen de politierapportage waarop de sluiting mede gebaseerd wordt. Na een tijdelijke sluiting kan een verhuurder het huurcontract ontbinden.
Geconfronteerd met het verschil tussen 010 en 020 valt ze even stil, de Rotterdamse ombudsman Marianne van den Anker. In beide steden waren vorig jaar aanslagen met explosieven op woningen aan de orde van de dag. Maar waar de Rotterdamse burgemeester 32 woningen sloot na een aanslag – en de bewoners op straat zette – deed de burgemeester van Amsterdam dat slechts vier keer. „Deze cijfers laten zien dat het in veel gevallen ook anders kan”, zegt Van den Anker.
Als ombudsman vraagt ze al maanden aandacht voor de slachtoffers van de explosies. Toen die aanslagen – vooral gepleegd met illegaal vuurwerk zoals cobra’s – drie jaar geleden in zwang raakten, betroffen het vrijwel altijd afrekeningen in het criminele circuit. Algauw werden ook woningen van onschuldige familieleden doelwit.
Explosieven worden tegenwoordig ook op de deur geplakt bij vechtscheidingen en arbeidsconflicten
Anno 2025, ziet Van den Anker, is een criminele link überhaupt niet meer vanzelfsprekend. „Explosieven worden tegenwoordig ook op de deur geplakt bij vechtscheidingen, broodnijd, arbeidsconflicten en andere onenigheid.”
Ombudsmannen gingen dan ook anders kijken naar de explosies. En politie, justitie, gemeenten en woningcorporaties zouden dat ook moeten doen, vindt Van den Anker. Een cobra aan de voordeur kan tegenwoordig iedereen overkomen. „Er wordt nu bijna niet geredeneerd vanuit het idee dat je dan een slachtoffer bent.”
Lees ook
Het is wachten op een ramp: ‘Als zo’n voertuig of opslag met Cobra’s ontploft, is een halve woonwijk weg’
Keihard
Dankzij een verruiming van de gemeentewet kunnen burgemeesters sinds vorig jaar een woning sluiten als de openbare orde ernstig wordt verstoord door geweld – zoals bij een explosie. Door zo’n tijdelijke sluiting, vaak voor een maand, komen de bewoners op straat te staan. Hun woonruimte kunnen ze bovendien permanent kwijtraken, want na een sluiting mag de verhuurder het huurcontract buitengerechtelijk ontbinden.
Afgelopen jaren groeide het aantal aanslagen op woningen en bedrijfspanden in Nederland van 227 in 2022 naar ruim 1.100 in 2024. Voor burgemeesters die zich met de explosiegolf geen raad wisten, was uitbreiding van de sluitingsbevoegheid een vurige wens. Voorheen konden ze alleen sluiten als de aanleiding zich voordeed in de woning – zoals een drugs- of wapenvondst – en niet voor de deur.
Uit cijfers die NRC opvroeg bij de zes grootste steden blijkt dat burgemeesters hun nieuwe bevoegdheid wezenlijk anders aanwenden. Hoewel het aantal explosies in Amsterdam en Rotterdam elkaar weinig ontloopt, sloten de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb en diens opvolger Carola Schouten vorig jaar 32 woningen. In Amsterdam ging Femke Halsema slechts vier keer over tot sluiting. Zij kiest vaker voor lichtere maatregelen om de veiligheid te verbeteren, zoals cameratoezicht.
Ook de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma sloot verhoudingsgewijs veel woningen na een explosie: 9 op de 22, terwijl Jan van Zanen in Den Haag maar 6 op de 60 gevallen tot sluiting besloot. In Almere ging Hein van der Loo tot 8 sluitingen over op 44 explosies. Alleen de Eindhovense burgemeester Jeroen Dijsselbloem sloot geen enkele woning na een aanslag.
Dat Rotterdam met kop en schouders boven de rest uitsteekt, verbaast advocaat Burç Temeltasch uit de havenstad niets. „Keihard”, zo omschrijft hij het Rotterdamse beleid.
Recent was hij advocaat van een jong stel met kinderen op wier woning een aanslag werd gepleegd. Ze hadden geen antecedenten en het was niet zeker of ze überhaupt het doelwit waren, vertelt Temeltasch. Toch besloot de burgemeester tot sluiting. „En wat doet de woningbouwcorporatie? Die gebruikt die sluiting als wettelijke grondslag om de huurovereenkomst te ontbinden.”
Omdat het gezin niet meewerkte, ging de corporatie in oktober over tot een kort geding. Vol vertrouwen toog Temeltasch naar de rechtbank. Bij sluitingen leunt de burgemeester zwaar op een ‘bestuurlijke rapportage’ van de politie. „Daarin stond enkel: ‘Meneer heeft de aandacht van de politie’, zonder verdere toelichting. Vermoedelijk omdat hij werkt in de autoverhuurbranche.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="auto" data-description="Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211257/data128365189-64c8d0.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wQ9DZIGEzpd5j-8I58odPs2jOiU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211257/data128365189-64c8d0.jpg 1920w”>Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="auto" data-description="Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid” readability=”2″><img alt data-description="Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211300/data128365186-76dbb7.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/sgm_qu3mD6EXfH7lfrxW19KgoG4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211300/data128365186-76dbb7.jpg 1920w”>Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
Toch verloren ze de zaak. De corporatie mocht de angstgevoelens van omwonenden en het belang van een leefbare wijk zwaarder laten wegen, dan het ‘woonbelang’ van het gezin. Hoger beroep zagen de cliënten niet zitten, mede vanwege de hoge kosten.
Temeltasch kent talloze soortgelijke voorbeelden. „Wat al deze gevallen gemeen hebben, is dat gewone mensen, zonder eigen schuld of betrokkenheid, geconfronteerd worden met een reeks besluiten die hun leven volledig ontwrichten.” Ze komen na de explosie op straat te staan, moeten zelf opvang regelen en raken vervolgens hun huis definitief kwijt – zonder recht op vervangende woonruimte.
Politierapportage
Voor het onderbouwen van een sluiting is de bestuurlijke rapportage van de politie cruciaal. Die maakt aannemelijk of de aanslag op de woning was gericht en mogelijk met een crimineel conflict samenhangt.
„Het probleem is dat die rapportages vol staan met speculaties en aannames”, vertelt advocaat Angelique Bhagwandin die meerdere ‘explosieslachtoffers’ als cliënt heeft. Om haar punt te illustreren, loopt ze met NRC de politierapportage van tientallen pagina’s langs die werd opgesteld na een explosie bij de woning van haar cliënte E.
Die deed zich vorig jaar juni voor om 00.20 uur. Nog dezelfde dag produceerde de politie een bestuurlijke rapportage en sloot burgemeester Aboutaleb de woning voor een maand. Mevrouw E., haar achttienjarige zoon en vijftienjarige dochter kwamen op straat te staan.
In de rapportage wordt de doopceel van de hele familie gelicht. Zo staat over mevrouw E. dat ze in 2019 op Marktplaats een gestolen elektronisch apparaat kocht, iets wat ze volgens Bhagwandin niet wist en waarvoor ze niet is vervolgd. Over haar dochter blijkt de politie een registratie te hebben gemaakt vanwege overlast en baldadigheid. Het betreft een incident van jaren geleden, toen ze op Nieuwjaarsdag naast haar neefje stond die vuurwerk afstak, aldus Bhagwandin.
Van de zoon van E. wordt in het rapport de indruk gewekt dat hij een van de grootste criminelen van de stad is. Hij komt 125 keer in de politiesystemen voor, onder meer vanwege verboden vuurwapenbezit, een gestolen scooter en het bezitten van tientallen grammen hasj. „Het is een probleemjongere van wie je er in Rotterdam en andere steden heel veel hebt”, erkent Bhagwandin. „Hoe hij in de rapportage wordt neergezet, is echter buiten alle proportie. Daardoor ontstaat een tendentieus beeld.”
Het probleem is dat die politierapportages vol staan met speculaties en aannames
In plaats van alleen veroordelingen te benoemen – E.’s zoon is volgens Bhagwandin twee keer veroordeeld – noteert de politie in het rapport iedere registratie en iedere observatie die ooit door agenten is gemaakt. De heftigste registratie betreft vuurwapenbezit. Dat de jongen daarvan is vrijgesproken vermeldt het rapport niet.
De slotsom van de politie over de aanslag luidt dat kennelijk sprake is van criminele onenigheid, mogelijk in de wereld van de zware criminaliteit of softdrugs. „Kennelijk, mogelijk. De politie weet nog helemaal niet wat speelt, maar speculeert wel over een samenhang met het criminele circuit. Moet je dat niet eerst even uitzoeken voor je de woning dichtgooit?”, zegt Bhagwandin.
Het wringt des te meer omdat maanden later een buurjongen voor de aanslag is aangehouden. Bij een tussentijdse zitting in de rechtbank Dordrecht, die NRC bezocht, hield hij de lippen stijf op elkaar. Voor Bhagwandin is echter duidelijk dat hier een burenruzie speelde, geen crimineel conflict.
Bij het verloren kort geding om de woningsluiting ongedaan te maken woog de bestuursrechter de politierapportage, die een crimineel conflict veronderstelt, echter zwaar mee.
De kritiek op bestuurlijke rapportages deelt ombudsman Van den Anker. Ze kent het dossier van mevrouw E. „Wij maken ons zorgen over welke informatie wordt gebruikt en hoe die wordt gewogen.” De ombudsman wijst erop dat burgers geen invloed hebben op wat agenten registreren en dat in de systemen makkelijk fouten sluipen. Bijvoorbeeld omdat een agent een verkeerde registratiecode gebruikt.
Een dichtgetimmerde portiek in de Crooswijkseweg.
Foto Phil Nijhuis / ANP
In een buurgemeente van Rotterdam kwam ze laatst een politieregistratie tegen van een profvoetballer die op een pleintje stond te kletsen met een blowende jongere. Vervolgens werd geregistreerd dat hij voor drugsoverlast zorgde. „Wanneer je wil dat een pand dichtgaat, worden dit soort registraties erbij gehaald.”
Van den Anker pleit daarom voor een „veel zorgvuldigere” werkwijze. Dat is extra belangrijk omdat niet zelden ook kinderen de dupe van een sluiting zijn. Ze stelt voor na een explosie de situatie te ‘bevriezen’, terwijl de bewoners tijdelijk elders verblijven en de politie zorgvuldig onderzoek doet voor een bestuurlijke rapportage. Zo zou ook hoor en wederhoor bij de bewoners toegepast kunnen worden over wat de politie noteert.
Aanvechten
Een burgemeesterssluiting heeft namelijk bijzonder veel impact. Niet alleen moeten bewoners een maand – of langer – op eigen kosten elders verblijven, ze lopen ook het risico hun huis voorgoed kwijt te raken. Want zodra een burgemeester een woning tijdelijk sluit, kan de verhuurder sinds vorig jaar het huurcontract buitengerechtelijk ontbinden.
In Rotterdam deed corporatie Hef Wonen dat het vaakst van de corporaties die cijfers wilden delen met NRC. Van de tien keer dat het kon na een explosie, ontbond deze corporatie zeven keer de huurovereenkomst – waaronder die van mevrouw E. Woningcorporatie Havensteder deed dat slechts na één van de twaalf woningssluitingen.
Bewoners plaatst dat voor een enorm probleem. Een opzegging aanvechten is daarnaast juridisch complex. Er bestaan twee routes. De eerste loopt via het aanvechten van de (tijdelijke) burgemeesterssluiting. Bewoners kunnen naar de bestuursrechter stappen om de sluiting van tafel te krijgen door te betogen dat die niet noodzakelijk en evenwichtig is geweest.
Burgemeesters verweren zich daar echter geregeld met succes tegen door erop te wijzen dat zij een belangenafwegingen hebben gemaakt tussen die van de bewoners en de openbare orde.
Bijkomend probleem, zo signaleren advocaten en ombudsman Van den Anker, is dat de rechter in zulke procedures kijkt of de burgemeester tot sluiting had kunnen overgaan gezien de informatie waarover hij toen beschikte – zoals de politierapportage. Dat de woningcorporatie de huurovereenkomst wil ontbinden en bewoners op straat zet, is latere informatie en wordt doorgaans niet meegewogen.
Je kunt je niet verdedigen over wat in de bestuurlijke rapportage staat en de verhuurder kan ook je huurcontact opzeggen
De tweede juridische mogelijkheid is de ontbinding van de huurovereenkomst aanvechten bij de civiele rechter. In het geval van mevrouw E. dient die zaak in juli, zegt Bhagwandin. Winst van zo’n zaak is niet vanzelfsprekend, omdat de woningcorporatie volgens de letter van de wet tot ontbinding kan overgaan als een burgemeester de woning heeft gesloten. „Ik zal de rechter erop wijzen dat de ontbinding in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en zwaar leunt op een tendentieuze politierapportage die niet is gestoeld op feiten die door een onafhankelijk rechter zijn vastgesteld”, zegt Bhagwandin.
Hoewel het er volgens ombudsman Van den Anker onder de nieuwe Rotterdamse burgemeester Schouten zorgvuldiger aan toe gaat is het huidige systeem volgens haar onhoudbaar. Ze heeft er alle begrip voor dat de wet is aangepast om burgemeester en woningcorporaties meer mogelijkheden te geven om ondermijning te bestrijden. En in sommige gevallen waren woningsluitingen en huurcontractontbindingen volkomen terecht. In de praktijk wordt echter onvoldoende stilgestaan bij het feit dat explosies al lang niet meer alleen in het criminele circuit plaatsvinden en allerlei andere slachtoffers maken.
Van den Anker wijst erop dat onschuldige mensen nu vier keer gestraft kunnen worden. „Eerst omdat je onschuldig slachtoffer van een explosie kan zijn. Vervolgens heeft de buurt meteen een oordeel over je klaar. Daarna kun je je niet verdedigen over wat in de bestuurlijke rapportage staat en ten slotte kan de verhuurder ook nog eens het huurcontact opzeggen. ”