
Een U-bocht is snel gemaakt. Nog geen vijf jaar geleden demarreerde het Britse BP in één keer naar de kopgroep van de meest ‘groene’ olie- en gasbedrijven ter wereld, toen het met een reeks vergaande en unieke klimaatdoelen kwam.
Als eerste fossiele-energiebedrijf kondigde het concern in 2020 aan de olieproductie juist áf te gaan bouwen, met wel 40 procent (ten opzichte van 2019), in tien jaar tijd. Tegelijkertijd zei BP fors meer geld te steken in schonere energiebronnen. Beyond Petroleum werd het bedrijf door sommigen ineens genoemd, in plaats van het aloude British Petroleum.
Maar deze woensdag is BP weer afgezakt naar de achterhoede van het peloton. Op een speciale beleggersdag kondigde topman Murray Auchincloss aan dat het baanbrekende oliedoel van 2020 weer (vrijwel volledig) wordt losgelaten. En de ambitieuze investeringen in hernieuwbare energiebronnen worden eveneens fors teruggeschroefd.
Het hoofddoel om in 2050 ‘netto’ CO2-neutraal te zijn blijft staan, maar critici vinden dat vooral een hol doel. Je kan er immers ook aan voldoen door CO2 af te vangen en op te slaan onder de grond. Terwijl het toch de bedoeling zou zijn om gewoon minder fossiele energie te produceren.
Het is de voorlopige culminatie van een terugtrekkende beweging die BP al een tijdje geleden heeft ingezet. Eerder, in 2023, werd het reductiedoel al flink afgezwakt, naar 25 procent. Maar nu verdwijnt het dus nagenoeg helemaal. De maximale verwachte productie in 2030 ligt nu nog maar 4 procent lager dan in 2019. Andere groene doelen waren ook al wat minder ambitieus gemaakt.
Trend in de hele sector
BP sluit ermee aan bij een trend die je in de hele olie- en gassector ziet. Ook het (inmiddels) Britse Shell heeft groene doelen afgezwakt, en wil meer focussen op gas. Het Noorse Equinor, voorheen Statoil, heeft recent ook een tournure aangekondigd. De Amerikaanse oliebedrijven deden altijd al een stuk minder aan vergroening. Het Franse Total is volgens sommige kenners van de sector nu de groenste. De staatsoliebedrijven uit onder meer Rusland en Saoedi-Arabië zijn overigens nog weer veel ‘viezer’ dan de westerse.
Tijdens de beleggersdag legde Auchincloss uit waarom de stappen volgens hem noodzakelijk zijn. Sinds de energiecrisis van 2022 is het volgens hem duidelijk geworden dat de wereld toch niet zo snel van olie en gas af kan dan eerder werd gedacht. Toen het Russische gas wegviel, bleken hernieuwbare energiebronnen onvoldoende beschikbaar om het ‘gat’ te vullen, en dus brak er een energiecrisis uit. Energieprijzen schoten door het dak. Toen BP zijn ambitieuze klimaatbeleid in 2020 aankondigde, was de situatie juist nog compleet andersom. De coronacrisis was net uitgebroken, en de olie- en gasvraag was wereldwijd ingestort.
De laatste tijd is daar volgens hem nog bij gekomen dat hernieuwbare energie steeds vaker onvoldoende geld oplevert. De rendementen vallen tegen als gevolg van een recente combinatie van problemen, aldus Auchincloss. De kosten van duurzamere energieprojecten zijn sterk toegenomen (door inflatie en hoge rentes), en de opbrengsten juist gedaald. Veel grote industriebedrijven aarzelen op hun beurt met verduurzamen, omdat daar grote investeringen mee gemoeid zijn, en dus blijft de vraag achter, wat de prijzen onder druk zet. Overheden subsidiëren ondertussen ook steeds minder duurzame energie, omdat projecten eerder wel rendabel waren.
BP ‘dubbel’ geraakt
Volgens een insider wordt BP daarbij „dubbel” geraakt, omdat het ook nog eens meer deed op het vlak van hernieuwbare energie dan veel andere olie- en gasbedrijven. De vier Europese oliereuzen, Shell, BP, Total en Equinor, hebben daar eigenlijk allemaal last van, zegt deze bron. Zij produceren samen maar 6 procent van alle olie, maar ze zijn weer goed voor 60 procent van alle investeringen in koolstofarmere energie in de sector. „Daar gaat het mis.”
Dat is overigens nog steeds maar 1 procent van alle wereldwijde investeringen in schonere energie, volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA). Dus zo bezien valt die inspanning ook wel weer mee. Maar de crisis in de hernieuwbare-energiesector raakt BP er hoe dan ook niet minder om. Je kunt het de pech van te hard van stapel lopen noemen, aldus de insider.
Het gevolg is volgens hem dat aandeelhouders ontevreden worden, en die leggen nou eenmaal veel gewicht in de schaal bij oliebedrijven. „Als zij weglopen, heeft het bedrijf geen kapitaal om alle kostbare investeringen te doen”, zegt hij.
Bovendien loopt BP het risico dat het, als het maar lang genoeg ‘ondergewaardeerd’ wordt op de beurs, op zekere dag wordt overgenomen door een concurrent. BP heeft sinds een paar weken ook ‘last’ van een activistische aandeelhouder die stevig op ingrijpende maatregelen aandringt om het tij te keren. Een verhuizing naar de VS, waar minder druk op oliebedrijven staat om te vergroenen, zou een van de verzoeken zijn.
Beleggers willen meer fossiel
BP heeft dus eigenlijk niet veel keus, klinkt het bij het bedrijf. De ‘groene’ aandeelhouders zijn volgens de ingewijde met te weinig om een vuist te kunnen maken tegen de beleggers die op meer fossiel aandringen. Een groepje van 48 boze aandeelhouders, waaronder de Nederlandse vermogensbeheerders Van Lanschot Kempen, Robeco en MN Services, heeft vorige week een brief gestuurd naar de top van BP waarin het schreef „bezorgd te zijn” over een eventuele afzwakking van de klimaatambities, waarover toen al geruchten rondgingen. NRC heeft die brief ingezien.
Maar deze groep heeft alles bij elkaar maar 2,5 procent van de aandelen van BP in handen, volgens berekeningen van de Financial Times. De activistische aandeelhouder Elliott, een Amerikaans hedgefonds, die op minder vergroening aandringt, heeft alleen al zo’n 5 procent.
Zouden de groene beleggers de aandelen van de fossiele beleggers overnemen, dan heeft BP meer ruimte om te vergroenen, aldus de insider. Ook als dat wat minder rendeert, omdat die beleggers nou eenmaal minder hoge rendementseisen stellen. Maar deze beleggers willen dat vaak niet omdat ze BP onvoldoende groen zouden vinden. „Ze haken pas aan als BP 50 procent groen is.”
De fossiele beleggers haken juist weer af als BP meer dan 20 procent vergroent, vervolgt de bron. In feite is er daardoor een ‘kloof’ waardoor de energietransitie bij BP nu stokt. Een ‘vallei des doods’, wordt het wel genoemd in de olie- en gassector. De insider: „Voor groene beleggers zijn BP en andere Europese bedrijven eigenlijk te fossiel, voor fossiele beleggers zijn ze weer te groen.”
In het ‘groene beleggerskamp’ reageren ze dat BP hun wel een reden moet geven om meer te investeren – of om überhaupt te blijven. Insiders zeggen dat BP eerder juist veel groene beleggers heeft weggejaagd met zijn terugtrekkende bewegingen. Een van hen zegt: „Als het klimaatbeleid van 2020 in stand was gebleven, hadden ze nu ongetwijfeld meer groene aandeelhouders gehad.”
Het terugschroeven van de koolstofarmere activiteiten heeft volgens deze ingewijden ook meer te maken met een gebrek aan overtuiging dan met economische overwegingen – al ontkennen ze niet dat hernieuwbare energie het moeilijk heeft op dit moment. Een van hen zegt: „Total slaagt er wel in om duurzamere projecten rendabel te maken. En BP zegt zelf ook dat sommige biobrandstof-activiteiten meer opleveren dan fossiele brandstoffen. Het idee dat koolstofarmere energiebronnen alleen maar geld kosten, is onzin. Je moet gewoon meer je best doen.”
Existentiële bedreiging
In het groene kamp vinden ze vooral dat BP kiest voor de makkelijkste weg, omdat met fossiele energie nu natuurlijk ook inderdaad (veel) meer winst te maken valt, met dank aan de nog altijd relatief hoge prijzen. Maar dat is wel een route die mogelijk alleen op korte termijn gunstig is, vrezen zij. Op langere termijn vormt de hernieuwde focus op fossiel juist een existentiële bedreiging voor de onderneming – en daarmee voor de beleggingen van de aandeelhouders.
„Nu meer investeren in olie en gas leidt weliswaar tot meer omzet op korte termijn, maar als er straks, over een paar decennia, veel minder vraag naar olie is, zit je met olieputten die niks meer opleveren”, zegt een ingewijde. „‘Stranded assets’, noemen we dat.”
Volgens de ingewijden vinden die ‘fossiele’ beleggers dat zelf niet zo erg. „Die zijn namelijk toch vooral met de korte termijn bezig, zij kijken maximaal vijf jaar vooruit.” Het zijn vooral Amerikaanse vermogensbeheerders zoals Blackrock en Vanguard, die klanten hebben die ook op de korte termijn winst willen maken. Maar voor beleggers die erin zitten voor de langere termijn, zoals pensioenfondsen, is winstgevendheid over twintig jaar ook cruciaal. En daar gaat het mis.
„We begrijpen de hachelijke situatie waarin BP verkeert, en winst maken op korte termijn is heus niet verkeerd”, aldus de insider. „Maar je moet ook kijken naar een gezonde bedrijfsvoering voor de toekomst. BP kan het nu hebben over een vallei des doods, maar verderop in de toekomst dreigt anders een ravijn vol rottende lijken.”
