Gratis kinderopvang: in Zeeuws-Vlaanderen weten ze al precies wat dat betekent

Crèches In 2025 moet kinderopvang voor werkende ouders in Nederland vrijwel gratis zijn. In Zeeuws-Vlaanderen gebeurt dat nu al in drie dorpen. Gevolg: ouders gaan meer werken, maar ook hogere druk op het opvangpersoneel.

Bij de kinderopvang in Sas Van Gent.
Bij de kinderopvang in Sas Van Gent. Foto Wouter van Vooren

Toen Yuri Jordaan (26) uit Sas van Gent nog geen kinderopvang had, werkte ze geregeld ’s avonds door. Tegenwoordig is ze buiten werktijd écht met haar hoofd bij haar gezin, vertelt ze.

Ook kan de ambulant medewerker bij de GGZ nu meer betekenen voor haar cliënten, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt die ze onder meer helpt met hun financiën of een afspraak maken met de huisarts. Sinds zoon Jeremiah, nu anderhalf jaar, in de Zeeuws-Vlaamse plaats naar de vrijwel gratis kinderopvang gaat, werkt ze vier in plaats van drie dagen.

„Mijn cliënten kunnen mij nu vaker om hulp vragen. En thuis ben ik een leukere moeder en partner.” Bovendien, vertelt Jordaan, hebben ze nu meer te besteden. Daarom hebben ze onlangs een huis gekocht.

Sinds ruim een jaar is de kinderopvang in de Zeeuws-Vlaamse grensplaatsen Sas van Gent, Heikant en Eede voor vier dagdelen gratis. De regio loopt daarmee vooruit op een ontwikkeling die de rest van het land pas in 2025 gaat zien.

Het kabinet wil dat de kinderopvang dat jaar grotendeels gratis wordt voor werkende ouders in heel Nederland. De rijksoverheid zal dan 96 procent van de maximumuurprijs vergoeden, ongeacht het inkomen van de ouders. Zo moet het voor hen makkelijker worden om meer te gaan werken. Voor niet-werkende ouders is de opvang straks niet gratis.

Na het schandaal met de kinderopvangtoeslag wil het kabinet van het huidige stelsel af. Ouders moeten nu nog zelf een inkomensafhankelijke toeslag aanvragen, en riskeren terugvordering als blijkt dat zij meer hebben verdiend dan opgegeven. Om het stelsel minder gecompliceerd te maken, is het de bedoeling dat de nieuwe subsidie straks rechtstreeks naar de kinderopvang gaat.

Zeeuws-Vlaanderen heeft niet willen wachten op de rijksoverheid

„Zeeuws-Vlaanderen heeft niet willen wachten op de rijksoverheid”, zegt Rianne Vons, bestuurder van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, met 45 locaties de grootste aanbieder in de regio. Veel Zeeuws-Vlaamse ouders hebben hier de afgelopen jaren gekozen voor kinderopvang in het nabijgelegen België, waar kinderen vanaf 2,5 jaar gratis naar de kleuterklas kunnen. Soms verhuizen zelfs complete gezinnen naar België.

Om een verdere leegloop in de regio tegen te gaan, financieren gemeenten, kinderopvang en schoolbesturen sinds april 2022 minstens twee jaar grotendeels gratis kinderopvang in de grensplaatsen Sas van Gent, Heikant en Eede voor werkende en niet-werkende ouders.

Verdeeldheid over plannen

De plannen van het kabinet voor gratis kinderopvang in 2025 leiden tot verdeeldheid in de branche en onder experts. Voorstanders zien kinderopvang veelal als een onmisbare fase in de ontwikkeling van kinderen, die daarom voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Tegenstanders maken zich zorgen over de haalbaarheid van de plannen vanwege het tekort aan pedagogische medewerkers. Het kabinet is van plan de kinderopvang nog meer te subsidiëren dan nu in Zeeuws-Vlaanderen gebeurt, maar ook dit model zorgt al voor een flinke toename in de vraag naar kinderopvang.

Lees ook: GGD-directeur Coenen over nieuw stelsel crèches: ‘We zien een enorm probleem aankomen’

Het aantal vacatures in de kinderopvang is in de afgelopen vijf jaar toegenomen van 1.600 naar 6.600, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. De vacaturegraad, het aantal vacante arbeidsplaatsen per duizend werknemers, verdrievoudigde in het tweede kwartaal van vorig jaar naar 55 – het hoogste cijfer ooit gemeten in de branche.

In de economische crisis na 2012 nam de vraag naar kinderopvang af door de toenemende werkloosheid. Ook in de opvang zelf verloren toen veel werknemers hun baan. Inmiddels is dat helemaal anders; nu groeit de vraag naar kinderopvang harder dan het aantal nieuwe medewerkers.

Sandra Schauwvliege (59) werkt al 24 jaar als pedagogisch medewerker bij de kinderopvang in Sas van Gent. Ze heeft er honderden kinderen groot zien worden. Daardoor kan ze nauwelijks meer ongestoord over straat – ouders en kinderen groeten haar voortdurend. Maar sinds de kinderopvang in haar dorp gratis is, heeft ze het buiten de deur helemaal druk. Op Koningsdag blijft ze daarom, zeker dit jaar, liever binnen. „Soms wil ik ook gewoon mezelf zijn”, zegt ze. „Geen juffrouw.”

Nadat de kinderopvang in de drie Zeeuws-Vlaamse dorpen gratis was geworden, nam de toestroom op de betrokken locaties sterk toe, vertelt bestuurder Vons. Dat leidde tot enige onrust. Omdat de pedagogisch medewerkers hun aandacht over meer kinderen moesten verdelen, kregen de baby’s niet meer altijd de fles van hun ‘vaste gezicht’. „Ouders zagen ook dat medewerkers het heel druk hadden. Zij maakten zich daar zorgen over.”

Personeel vinden was de laatste jaren al moeilijk, zegt manager personeelszaken Babs van de Graaf. Maar nu de opvang in een deel van de regio nagenoeg gratis is, is dit nog lastiger geworden. Haar afdeling is sindsdien met twee fte’s uitgebreid. Vorig jaar nam ze 49 pedagogisch medewerkers aan, waardoor hun totaal begin dit jaar op 360 kwam. Maar ook stonden vijftien vacatures voor de functie open.

Forse toestroom en overuren

Pedagogisch medewerker Talitha Goossen liet haar manager onlangs weten dat de toegenomen werkdruk haar te veel wordt. Ze werkt op de opvang in Heikant, waar ouders niet hoeven te betalen. De groepen zijn een stuk groter geworden, de werkdruk is evenredig toegenomen. Door de vele overuren die ze maakt, wil ze het aantal werkuren in haar contract verlagen. „Soms heb ik nergens meer energie voor als ik thuiskom.”

Maar de hulp die ze kinderen kan bieden – ook die van niet-werkende ouders – is Goossen veel waard. Ze heeft nu een jongetje in de groep wiens ouders in de bijstand zitten. Juist voor hem is het waardevol dat hij naar de opvang komt, ziet ze. „Zijn ouders hebben niet veel te besteden. Thuis eet hij daardoor bijvoorbeeld niet vaak fruit. Dat krijgt hij hier wel.”

Het is overigens nog maar de vraag of werkende ouders door gratis kinderopvang méér uren gaan werken, zoals het kabinet hoopt. Het Centraal Planbureau rapporteerde in 2020 dat ouders door gratis kinderopvang juist iets minder zullen gaan werken. Mogelijk komt dat doordat ze bijna geen geld meer hoeven te verdienen voor kinderopvang.

In Zeeuws-Vlaanderen blijkt in ieder geval een aantal ouders met een kind op de gratis opvang nu langer te werken. Van de ruim zestig betrokken ouders is ruim een vijfde meer gaan werken, kwam naar voren uit een enquête van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen. Ook zijn enkelen door de gratis kinderopvang júist aan het werk gegaan, of met een nieuwe studie begonnen.

Lees ook het tweede deel van dit tweeluik: Hoe voorkom je dat de jeugd van Zeeuws-Vlaanderen naar België gaat?

Neem Yasmin Mohammad (32), uit Sas van Gent. Zij woont zeven jaar in Nederland en heeft nu voor het eerst een baan, omdat zoon Adam (2) naar de gratis opvang gaat. Voor die tijd leefde het gezin van het minimumloon dat haar man verdiende. Opvang was te duur, dus bleef zij thuis met Adam. Nu is ze vier ochtenden per week groepshulp op een kinderopvanglocatie in Sluiskil, een paar kilometer verderop.

Haar gezin vluchtte vanuit Syrië naar Nederland. Inmiddels hebben ze een verblijfsvergunning. „Dat ik nu werk, geeft mij zelfvertrouwen en het gevoel dat ik hier een toekomst heb. Ik bouw een netwerk op en mijn Nederlandse taal gaat steeds meer vooruit.”

Ook voor de taalontwikkeling van Adam is het goed dat hij naar de opvang gaat, ziet ze. „Hij komt elke dag thuis met een nieuw woord dat hij geleerd heeft.”

Ook pedagogisch medewerker Sandra Schauwvliege maakt sinds de ingang van de gratis opvang veel overuren. Omdat er meer kinderen zijn, is er vaker overleg nodig met haar collega’s: over de groepsindeling, de nieuwkomers en de voortgang van de kinderen. Volgens haar contract werkt ze bijna 25 uur, in de praktijk meestal zo’n 32. „Maar ik moet ook nog tijd maken voor mijn kleinkinderen. Ik ben wel oma van dertien kleinkinderen, snap je?”