Onveranderlijk en begeerlijk. Maar ook onhandig en ouderwets. De goudprijzen rijzen de pan uit. Maar wie koopt er in dit digitale tijdperk goud, en waarom?
In deze aflevering bespreken Maarten en Marike het verband tussen goud en geld. Nu, maar ook van oudsher. Waarom is goud al zo lang zo’n belangrijk transactiemiddel? Sinds wanneer stijgen de goudprijzen? Waarom werkte de goudstandaard niet? Groeit de goudvoorraad eigenlijk nog, en is goud wel zo waardevast? En zou crypto het nieuwe goud kunnen zijn?
Duitsland moet „het sterkste conventionele leger van Europa” krijgen, aldus kanselier Friedrich Merz (CDU) in een toespraak in de Bondsdag op woensdag. Volgens Merz is dat gepast voor een land met de meeste inwoners en de sterkste economie in Europa. Zijn regering zal „alle financiële middelen” ter beschikking stellen om de strijdkrachten op te vijzelen.
Volgens de website ‘Global Firepower Index’ hebben in Europa op dit moment het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië sterkere legers dan Duitsland. Het VK en Frankrijk zijn bovendien kernmachten; die wenst Merz alleen op ‘conventioneel’ vlak voorbij te streven – dus zonder kernwapens.
Merz’ woorden markeren zijn ambitie om Duitsland een prominente rol in Europa te laten spelen, zoals hij ook al liet zien met zijn reizen naar Parijs, Warschau en Kyiv in de eerste week van zijn kanselierschap. Bovendien is Merz’ expliciete doel de „sterkste” te zijn een breuk met het altijd voorzichtige taalgebruik van zijn voorgangers, en hun vrees om Duitsland angstaanjagend machtig te laten lijken.
Minder schuw
Merz is wat dat betreft minder schuw. „Sterkte schrikt agressoren af, zwakheid nodigt agressoren uit”, aldus de kanselier in de Bondsdag. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Johann Wadephul (CDU), onderstreepte de boodschap van Merz nog eens bij een NAVO-bijeenkomst in Turkije, waar Wadephul Duitse steun toezegde voor een richtlijn om 5 procent van het bbp aan defensie uit te geven.
Op dit moment is de NAVO-norm dat de lidstaten minstens 2 procent van het bbp besteden; Duitsland haalde die norm jarenlang niet. Eerder eiste de Amerikaanse president Donald Trump een verhoging van de norm naar 5 procent. Wadephul committeerde zich aan dat door Trump gewenste percentage na een gesprek met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio. Voor Duitsland zou 5 procent van het bbp ruim 2 miljard euro aan defensie-uitgaven per jaar betekenen.
Lees ook
Lees ook: Veldkamp ziet in Antalya ‘zeer brede steun’ voor plan Rutte over verhoging NAVO-norm
Wadephuls toezegging moet de weg plaveien voor de NAVO-top die eind juni in Den Haag wordt gehouden. President Trump heeft eerder te kennen gegeven mogelijk niet eens te komen als er geen akkoord wordt bereikt over die 5 procent. Tegelijkertijd wees Wadephul meteen op een achterdeurtje voor Trumps eis: van de 5 procent voor defensie zal zo’n 1,5 procent worden geïnvesteerd in wegen en bruggen, die dan ook tanks en ander materieel moeten kunnen dragen – maar waar burgers met lichtere voertuigen eveneens profijt van hebben.
Verandering schuldenregels
Wadephul heeft in zekere zin makkelijk praten, want door een verandering van de Duitse schuldenregels worden investeringen in defensie niet langer ingeperkt door de jaarlijkse begroting. De voornaamste obstakels om het „sterkste leger” te worden zijn het gebrek aan mankracht en een tekort aan capaciteit van de wapenindustrie. Volgens experts zijn er voor een slagvaardig Duits leger zo’n 460.000 militairen nodig; nu zijn er zo’n 180.000. Voorlopig moet een vrijwillig dienstjaar dat aantal iets opkrikken.
Een Taurus-langeafstandsraket tijdens een luchtvaartshow in het Duitse Schönefeld, juni 2024.
Foto Ralk Hirschberger / AFP
In zijn toespraak op woensdag benadrukte Merz dat in Oekraïne de „Europese democratische orde” op het spel staat, en dat Duitsland samen met zijn Europese buren Oekraïne blijft ondersteunen. Of de regering-Merz ook de door Oekraïne gewenste langeafstandsraket Taurus levert blijft onduidelijk. De nieuwe regering wil minder expliciet communiceren wat het precies aan materieel aan Oekraïne levert; onder de regering van Olaf Scholz was daarover een online lijst te raadplegen met precieze aantallen, kalibers en modellen. Over de Taurus hielden woordvoerders van Merz en van minister van Defensie Boris Pistorius (SPD) zich deze week dan ook op de vlakte.
Binnen de SPD is er nog altijd grote weerstand tegen de leveringen van Taurus aan Oekraïne; SPD-fractievoorzitter Matthias Miersch is fel tegen. Onder de sociaal-democraten klinkt steeds weer de roep om Duitse diplomatieke inspanningen om de oorlog te beëindigen. Vorige week kwam naar buiten dat SPD-Bondsdaglid Ralf Stegner in april naar Bakoe reisde, waar hij samen met een aantal andere politici van SPD en CDU een Russische delegatie ontmoette met onder meer oud-premier Viktor Zoebkov. De reis kwam Stegner op veel kritiek te staan, maar er waren ook prominente SPD’ers die Stegners vredesmissie toejuichten.
Het Openbaar Ministerie eist 140 uur taakstraf tegen een woordvoerder van de Tweede Kamer die verdacht wordt van lekken. Ze zou informatie hebben doorgespeeld over het instellen van een extern onderzoek naar het gedrag van voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib. Dat bleek donderdag bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak in de rechtbank Den Haag. Het OM onderbouwt de zaak tegen Sonja K. met verklaringen van betrokken ambtenaren en telefoongegevens.
Het presidium, het bestuur van de Tweede Kamer dat bestaat uit acht Kamerleden, had op 28 september 2022 besloten tot een onderzoek naar Arib. Die avond stond dat al in NRC, met passages uit het advies van de landsadvocaat dat ten grondslag lag aan het besluit. Toenmalig Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66), opvolger van Arib, deed daarop aangifte vanwege het lekken van vertrouwelijk informatie. Tweeënhalf jaar later staat de eigen woordvoerder van Bergkamp terecht.
Arib, deze donderdag aanwezig in de rechtszaal, schoot vol toen de rechter haar slachtofferverklaring voorlas
Arib was in 2021 al afgezwaaid als Kamervoorzitter, maar was in 2022 aangesteld om een Kamercommissie te leiden die het beleid rond de coronapandemie zou onderzoeken. Ambtenaren vreesden opnieuw gebukt te gaan onder wat ze beschouwden als grensoverschrijdend gedrag. Die klachten werden in 2023 door een onderzoek van recherchebureau Hoffmann deels onderschreven.
Arib, deze donderdag aanwezig in de rechtszaal, schoot vol toen de rechter haar slachtofferverklaring voorlas. Ze eist 1.500 euro schadevergoeding voor de aantasting aan haar „eer en goede naam”.
Lees ook
Onderzoek: onveilige werkomgeving onder Kamervoorzitter Arib
‘Stoom-afblaassessie’
Belangrijk in de zaak acht het OM de ‘scenario-sessie’ van het ambtelijk directieteam. Die vond plaats een aantal uur voor NRC het nieuws bracht over het voorgenomen onderzoek. K. was daarbij. Na het unanieme besluit tot een onderzoek zou Bergkamp contact met Arib leggen. De mogelijkheid dat Arib daarna de vlucht naar voren zou nemen, of al kennis had van de beslissing, was onderdeel van de bespreking. Dat deze bijeenkomst, met een aantal ambtenaren, plaats had gevonden was tijdens een tweede onderzoek van de Rijksrecherche aan het licht gekomen, nadat betrokkenen hier in een eerder stadium geen ruchtbaarheid aan hadden gegeven.
K. had de leiding in de bijeenkomst, „niet inhoudelijk, alleen om te structureren”, verklaarde ze. Volgens K. was wel over een scenario gesproken waarin publiciteit gezocht werd, maar alleen als onderdeel van een brainstorm waarin alle opties „uitgelopen” werden. Ze herinnerde zich nog dat ze het scenario dat Arib als eerste naar buiten zou treden op de flip-over had geschreven. „Mijn rol is het overzien van het schaakbord”, zei K. „Wat zou er kunnen gebeuren?”
Wel had een ambtenaar opgemerkt, volgens K. grappend, dat „Sonja wel iemand kan bellen”. Waarop zij zei: „Daarvoor ga ik niet bellen.” Zelf noemde ze dat nu een „gebbetje”. En K. zou hebben gezegd dat ze „vaker met dit bijltje heeft gehakt”, volgens een ambtenaar. Dat bestreed ze. Een ander had gezegd het er „koud van” te krijgen, de suggestie dat lekken een optie was.
Telefoongegevens wijzen ook op contact met de NRC-journalist. K. verklaarde zich dit niet meer te kunnen herinneren, maar dat ze alleen kon speculeren dat de journalist aandrong naarmate de publicatie naderde. K. erkende dat ze de NRC-journalist in een eerder stadium had verteld dat er „misschien nieuws kwam uit de Tweede Kamer” en dat ze zich daarover later voor de kop geslagen had. Volgens haar konden de contacten ook te maken hebben met een andere opdrachtgever waar ze toen voor werkte.
Lees ook
Griffier: oud-Kamervoorzitter Arib vindt dat ‘iedereen tegen haar is’
Landsadvocaat
Ook verdacht vindt het OM een trip naar Amsterdam in de middag van die 28ste september. Daarover had ze een smoes gemaild aan collega’s: haar dochter zou geblesseerd zijn en ze moest naar Utrecht. Ze zei nu dat ze zelf geen rol meer voor zich zag op kantoor en er wel vaker tussenuit ging. Omdat die dag collega’s „on edge” [gespannen] waren en haar mogelijk op zouden zoeken, had ze iets verzonnen als reden voor haar afwezigheid. Ze ging naar de Haarlemmerdijk in Amsterdam, naar eigen zeggen omdat ze wel vaker in haar oude buurt komt. Ze wist niet meer wat ze daar die specifieke middag had gedaan.
Het OM gaat ervan uit dat ze de NRC-journalist trof en acht wettelijk en overtuigend bewezen dat ze heeft gelekt. Zij was ook in het bezit van het advies van de landsadvocaat, dat Kamervoorzitter Bergkamp haar had gestuurd. De managers van het ambtelijk apparaat beschikten hier niet over, stelde het OM vast. De gevolgen van het uitlekken waren groot: niet alleen voor Arib, aldus het OM, maar ook ambtelijke managers die vonden dat ze niet langer verder konden en opstapten.
Schade
De schade die de zaak aanricht aan haar eenmansbedrijf is groot, zei K. Haar buffer als ondernemer is verdampt, haar huis moet ze verkopen. Erger vindt ze de reputatieschade en de twijfel aan haar integriteit. Of ze nu vrijgesproken wordt of niet, zei ze, „er is geen minister meer die mij aanneemt”. Ze zei dat één opdrachtgever haar op vijf uur per maand aanhoudt.
Haar advocaat Robert Malewicz vroeg vrijspraak. „We weten niet wat er besproken is. Ja, er was telefonisch contact. Soms kort, soms iets langer. Of daar ook informatie is gelekt, kan niet met bewijsmiddelen worden gevoed.”
Hij bracht tevens in dat geen onderzoek is gedaan naar de politici, onder andere in het presidium, die ook zouden kunnen hebben gelekt. Aangezien het OM dit niet kan doen, vroeg hij de rechtbank om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. Alleen de regering of de Tweede Kamer kan beslissen hen te laten berechten, voor de Hoge Raad.
Het OM gaat ervan uit dat ze de NRC-journalist trof en acht wettelijk en overtuigen bewezen dat ze heeft gelekt
Dat er genoeg andere scenario’s bestaan is volgens hem duidelijk, „er is alleen geen onderzoek naar gedaan”, aldus Malewicz. „Wie is nu op hoogte geweest?” Hij noemde mogelijk andere Kamerleden, fractieleiders en fractieondersteuners. „En er waren ook drie ambtenaren bij de presidiumvergadering aanwezig.” Ook konden er volgens hem meerdere mensen bij de bestanden van het presidium „op de N-schijf”, zo verklaarde hij op basis van verklaringen van ambtenaren. Verder benadrukt hij dat zijn client „geen enkel belang” had.
Verschoningsrecht
Er is ook nog een tweede verdachte in beeld, een ambtenaar uit het toenmalige management van de Tweede Kamer. Tegen hem is op dit moment geen vervolging ingesteld. Eén van de bij het artikel betrokken NRC-journalisten is verhoord, die beriep zich op het verschoningsrecht.
Lees ook
Onder bejubeld Kamervoorzitter Khadija Arib knakte de ene na de andere ambtenaar
Met nog maar zes weken te gaan tot de NAVO-top in Den Haag (24 en 25 juni) neemt de spanning in het bondgenootschap over toekomstige defensie-uitgaven toe. Op tafel ligt een torenhoge Amerikaanse eis om de NAVO-norm te verhogen naar 5 procent. Sommige Europese landen moeten daar niet aan denken, maar voor de VS zijn de Europese defensie-uitgaven het belangrijkste onderwerp op de Haagse agenda.
Om de discussie te stroomlijnen heeft secretaris-generaal Mark Rutte twee weken geleden een ‘scoping-paper’ op tafel gelegd. De defensie-uitgaven moeten stijgen van jaarlijks 2 procent van het bruto binnenlands product naar 5 procent. Daarvan moet 3,5 procent besteed worden aan klassieke defensie-uitgaven, 1,5 procent mag besteed worden aan randvoorwaarden zoals verbetering van de infrastructuur.
Het voorstel is een klassiek-Ruttiaans handigheidje, al wil hij zelf in de openbaarheid niet over de cijfers praten. Militairen zeggen ongeveer 3,5 procent nodig te hebben om de plannen voor de verdediging van het NAVO-grondgebied uit te kunnen voeren. Trump had 5 procent geëist en een aantal Zuid-Europese landen wilden de last verlichten door verbetering van infrastructuur of cyberbeveiliging als defensie-uitgaven te boeken. Nu krijgt Trump zijn streefcijfer, de militaire planners krijgen wat ze nodig hebben en is Zuid-Europese landen, die al bij een richtlijn van 3,5 procent een deel van de uitgaven wilden gebruiken voor randvoorwaarden, de pas afgesneden. De bondgenoten krijgen, zo is het idee, tot 2032 de tijd om stapsgewijs naar de nieuwe norm toe te groeien, verklapte premier Schoof vorige week.
Enorme sprong
Krijgt Rutte zijn voorstel erdoor? Het plan betekent hoe dan ook een enorme sprong. Acht landen haalden de huidige norm van 2 procent begin dit jaar nog niet. Rutte zei voorafgaand aan de vergadering in Antalya dat hij verwacht dat vrijwel alle landen tegen de tijd dat ze naar Den Haag vertrekken de 2 procent zullen aantikken. De VS geven krap 3 procent uit, Polen komt met 4,7 procent in de buurt van de beoogde norm.
Rutte heeft zich er eerst van vergewist dat het Witte Huis zich in het plan kan vinden. De nieuwe Amerikaanse NAVO-ambassadeur liet er geen twijfel over bestaan dat de VS hoge verwachtingen hebben van de Europeanen én van de top. Het ‘Haagse investeringsplan’ is voor Matthew Whitaker het belangrijkste onderwerp voor de vergadering.
„Laat er geen misverstand over bestaan, deze ministeriële bijeenkomst wordt anders dan anders”, zei Trumps man in Brussel voorafgaand tegen journalisten. „Jullie hebben allemaal gehoord dat de president en de vicepresident willen dat de NAVO-bondgenoten zich achter een nieuw investeringsplan van 5 procent scharen. We willen graag meer details horen over hoe bondgenoten denken dat voor elkaar te krijgen.”
Whitaker liet ruimte voor investeringen in cyber en infrastructuur. Hij waarschuwde wel dat het „geen grabbelton” mag worden met „alles wat je maar kunt verzinnen”.
Stap in de goede richting
Naast hoogte en aard van de uitgaven speelt ook de termijn waarop de norm gerealiseerd moet zijn een rol in de onderhandelingen. Het idee is dat landen elk jaar een stap in de goede richting zetten en dat die stappen vastgelegd worden.
In 2014 gaven de landen zichzelf tien jaar de tijd om naar de huidige norm van 2 procent te groeien. In de praktijk gebeurde er jarenlang vrijwel niets en begonnen de landen, mede onder druk van de nieuwe Russische dreiging, pas de laatste jaren vaart te maken. Dat wil Rutte nu voorkomen. Rutte spreekt ook liever niet over een ‘pledge’, belofte, maar over een plan voor investeringen.
Een aantal landen sprak onmiddellijk steun uit voor het voorstel van Rutte, zoals Duitsland. Ook Tsjechië en Denemarken zijn positief. Sommige zuidelijke landen willen meer ruimte voor niet-kernuitgaven en meer tijd om naar de nieuwe norm te groeien. Noordelijke staten neigen naar meer tempo en meer harde defensie-uitgaven.
Sommige zuidelijke landen willen meer ruimte voor niet-kernuitgaven en meer tijd om naar de nieuwe norm te groeien
België ziet helemaal niets in het plan, aldus minister Maxime Prévot. „Ik zal in naam van België vandaag duidelijk uitleggen dat ons land grote budgettaire tekorten heeft en dus op korte – zelfs middellange – termijn niet kan instemmen met een doelstelling van 5 procent en eerlijk gezegd zelfs 3,5 procent”, zei hij op de Belgische radio. België wil in 2034 op 2,5 procent zitten. Prévot zocht steun bij zuidelijke Europese landen, met wie hij een coalitie wil vormen die voor meer tijd pleit. Hij denkt aan een termijn van tien tot vijftien jaar.
Ook in gastland Nederland ligt de kwestie nog heel gevoelig. Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp wilde in Antalya nog niet ingaan op de Nederlandse inzet. Hij zei niet vooruit te willen lopen op doelen, tijdpaden en tussenstappen, maar voor hem staat als een paal boven water dat de NAVO-uitgaven opgeschroefd moeten worden om de afschrikking te versterken. Volgens Veldkamp was er aan de vergadertafel „zeer brede steun” voor de voorstellen van Rutte.
Moeilijke discussies
Er is, zo kort voor de top in Den Haag, ook nog onzekerheid over het aantal officiële vergaderingen van regeringsleiders en over de vraag of er een formele vergadering zal zijn van NAVO-leiders met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky. Tijdens een top vergaderen de bondgenoten doorgaans een keer onderling, een keer met gasten zoals de leiders van de EU of van bevriende landen in de Indo-Pacific. Daarnaast kunnen leiders ook vergaderen in het kader van de NAVO-Oekraïne raad.
Om het risico op moeilijke discussies te vermijden, is het handig om de top kort te houden, evenals het slotdocument waar álle bondgenoten het over eens moeten worden. De NAVO-top in Den Haag zou ingedikt kunnen worden tot één vergadering van leiders en een aantal vergaderingen van ministers.
De VS zouden er niet voor voelen om Zelensky uit te nodigen. Veldkamp zei na afloop dat hij zich in de vergadering sterk heeft gemaakt voor de komst van Zelensky. „Nederland heeft voorgesteld dat president Zelensky aanwezig is bij de NAVO-top.” Het voorstel kon volgens Veldkamp op brede steun rekenen, maar hij wees er ook op dat het uiteindelijk aan Rutte is om gasten uit te nodigen. Rutte redde zich uit de situatie met de mededeling dat er nog geen enkele uitnodiging de deur uit is gegaan.
De vergadering in Turkije was een van de laatste mogelijkheden voor alle bondgenoten elkaar persoonlijk te spreken in de aanloop naar de top. In een ideale planning worden de laatste plooien glad gestreken op een vergadering van ministers van defensie begin juni.
Lees ook
Lees ook: Onenigheid in coalitie over defensie-uitgaven: in de Voorjaarsnota is 700 miljoen vrijgemaakt, maar er zijn vele miljarden nodig