N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oppositie Sinds 2021 trekt Kais Saied steeds meer macht naar zich toe. De afgelopen dagen werden meerdere belangrijke tegenstanders van de president gearresteerd.
In Tunesië is maandag oppositiepoliticus Noureddine Bhiri, een belangrijke criticus van president Kais Saied, opgepakt. Het is de meest recente in een golf arrestaties van tegenstanders van Saied die twee dagen geleden begon, zo meldt persbureau Reuters. Bhiri maakt deel uit van Ennahda, de grootste oppositiepartij van Tunesië, en werd eind 2021 ook al gearresteerd.
Ook andere critici van president Saied werden de afgelopen dagen opgepakt. Ten minste twee andere oppositiepolitici, het hoofd van onafhankelijk radiostation Mosaique FM, twee rechters die vorig jaar al werden ontslagen, en een zakenman werden de afgelopen dagen gearresteerd. Volgens autoriteiten hebben de arrestaties te maken met een „samenzwering tegen de staatsveiligheid”.
Het vertrouwen van de bevolking in het leiderschap van Saied, die in 2019 aan de macht kwam, is bijzonder laag. Sinds 2021 groeien de zorgen over de democratische rechten in het land, sinds Saied steeds meer macht naar zich toe trekt. In maart vorig jaar ontbond Saied het parlement. Ook toen motiveerde hij dat besluit met een onderzoek naar „samenzweringen” tegen de veiligheid van de staat. Bij de meest recente landelijke verkiezingen, in december 2022, kwam slechts 9 procent van de stemgerechtigden opdagen. De verkiezingen werden op grote schaal geboycot.
Wéér is het crisis. Wéér staan er draaiende camera’s rond het Catshuis. En wéér zegt premier Dick Schoof na urenlang praten, schorsen en toch maar weer verder praten dat er „genoeg vertrouwen” is tussen PVV, VVD, NSC en BBB om verder te gaan.
Hij ziet er niet opgelucht uit. Wel moe en gespannen. Steeds zegt hij: „Er was en is geen racisme in het kabinet. En ook niet in de coalitiefracties.”
Zo hadden ze het afgesproken in het kabinet en met de partijleiders: dit moest de boodschap zijn. Al wisten ze in het Catshuis ook dat het mogelijk een ongeloofwaardige boodschap was. Na een dag waarop de enige bewindspersoon van Marokkaanse afkomst was opgestapt, Nora Achahbar van NSC.
Waarna via veel media naar buiten kwam wat er eerder die week, maandag, gezegd zou zijn in de ministerraad. Daar zouden bewindspersonen van verschillende partijen zich racistisch hebben uitgelaten over moslims en Marokkaanse Nederlanders. Citaten die rondgingen: „halalvreters”, „antisemitisme zit diep in het dna van moslims”, „kutmarokkanen”.
Polariserende omgangsvormen
In haar ontslagbrief schrijft staatssecretaris Achahbar van Toeslagen dat ze vertrekt om „de polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken”. Die hadden een „zodanige impact” op haar gehad dat ze haar werk als staatssecretaris „niet meer effectief” kon en wilde doen. Achahbar schrijft niets over racisme. En over welke omgangsvormen ze het precies heeft en van wie, zegt ze ook niets. Waardoor Schoof ’s nachts in zijn persconferentie bij het Catshuis kan zeggen dat ze bedoelde: de omgangsvormen „in de samenleving en in de Tweede Kamer”. En dus niet in het kabinet.
Lees ook
Bij toeslagenouders slaat het vertrek van Achahbar in als een bom
Hij zal, zegt hij, nooit zeggen wat er aan tafel in de ministerraad is gezegd. En dus ook niet ontkennen dat er racistische uitspraken zijn gedaan. Waar het op neerkomt: over zijn ministers en staatssecretarissen is van alles naar buiten gekomen, maar ze hebben met z’n allen vastgesteld dat dat géén racisme was.
Schoof leest in zijn verklaring ook voor dat zijn kabinet juist „een kabinet is dat strijdt tegen racisme, tegen antisemitisme en tegen discriminatie”. Maar hij kijkt onzeker als hem wordt gevraagd om uit te leggen wat het betekent dan wél dat de enige vrouw in het kabinet van Marokkaanse afkomst vertrekt. „Het is buitengewoon te betreuren is dat mevrouw Achahbar vertrokken is en dat daarmee zeg maar een lid, een staatssecretaris met een migratieachtergrond vertrokken is uit het kabinet.”
Schoof houdt het kort, lang niet alle vragen kunnen worden gesteld.
Opgeluchte leiders coalitiefracties
Hij loopt weg om plaats te maken voor de partijleiders die om de beurt tegen journalisten zeggen hoe „blij” ze zijn dat „de lucht is geklaard” en dat ze met z’n allen verder gaan. Want „spannend” was het wel. „Maar we zijn eruit gekomen”, zegt Caroline van der Plas.
Wat er dan zo spannend was en waar ze uitgekomen zijn – niemand zegt het. Zoals ze ook niet willen zeggen waar ze het de hele avond over hebben gehad, en wat er nu wel of niet gezegd is in de ministerraad. Ze stappen in hun auto’s en zijn weg. „We zijn weer een weekje verder”, appt iemand uit de coalitie aan NRC.
Week na week is het crisis. Al was het kabinet misschien wel nooit zo dicht bij de politieke afgrond als deze keer. Maar hoe lang kun je als premier blijven volhouden dat alles écht goed gaat? Elke keer krijgt Schoofs imago een nieuwe deuk, en ook zijn geloofwaardigheid. Hij wil de premier zijn voor alle Nederlanders en Nederland vooruit helpen, en zegt dat elke keer, maar moet dan toch ook weer reageren op tweetjes, uitspraken, onderlinge ruzies.
Geloofwaardigheidsprobleem NSC
Ook NSC zit met een geloofwaardigheidsprobleem. Op vrijdag is duidelijk dat Achahbar niet de enige van die partij is die wil opstappen. Judit Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken, twijfelt ook. Zelfs al de hele week.
Toch blijven alle andere NSC-bewindslieden nu zitten. En ook tijdelijk partijleider Nicolien van Vroonhoven zegt vrijdagnacht dat er „geen racisme” is in het kabinet. Maar zo lang niet duidelijk is wat er wel of niet gezegd is in de ministerraad, zal daar twijfel blijven over blijven. Oppositiepartijen eisen op vrijdag al openbaarmaking van de notulen van de ministerraad. Normaal gesproken zijn die geheim en Schoof zegt in zijn persconferentie op besliste toon dat die notulen „staatsgeheim” zijn. „En dat blijft voorlopig zo.”
„De toon en inhoud van het debat zoals dat ook de afgelopen week is gevoerd is in strijd met mijn persoonlijke waarden en integriteit”, zei de opgestapte staatssecretaris Nora Achahbar van Financiën (NSC) vrijdagnacht in een korte toelichting op haar vertrek. „En in strijd met wie ik ben”.
Ze herhaalde daarbij dat ze de huidige polarisatie in de samenleving „gevaarlijk” vindt, zoals ze ook al in haar vrijdagavond laat gepubliceerde afscheidsbrief schreef.
In haar schriftelijke en mondelinge toelichting op haar vertrek nam Achahbar het woord „racisme” niet in de mond, terwijl daar vrijdag wel uitdrukkelijk berichten over circuleerden.
Ze beantwoordde na haar korte verklaring geen vragen van journalisten, die onder meer wilden weten wat er waar is van de berichten dat bewindslieden tijdens de ministerraad van maandag zouden hebben gesproken over „kutmarokkanen” en „halalvreters”.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Schoof: We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan
Toen het populaire Instagramaccount Cestmocro deze week onder vuur kwam, deed het kanaal zelf daar in zijn karakteristieke stijl verslag van. BBB-leider Caroline van der Plas had op X gepleit voor een verbod van „haatzaaiende platforms zoals #CestMocro”.
Cestmocro brengt nieuwsberichten altijd in een opeenvolging van foto’s, met een grote kop. Nu meldde het: „Van der Plas wil Cestmocro verbieden. Ze vergeet echter dat we in Nederland wonen en niet in Israël”.
De volgende foto’s tonen screenshots van de Grondwet en van twee Wikipediapagina’s, over de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid. De laatste foto toont een tweet: „Dit is het dodelijkste jaar voor journalisten in de geschiedenis en volgens onderzoek van CPJ [Committee to Protect Journalists, red.] doodt Israël bewust journalisten in Gaza.” Het bericht heeft 80.000 likes en bijna vierduizend reacties.
Cestmocro is een van de populairste nieuwskanalen voor jongeren. Met 1,1 miljoen volgers is het even groot als NOS Stories en in de leeftijdsgroep 13-24 jaar heeft het zelfs meer volgers. Veel voorkomende thema’s zijn (wereld-)politiek, rampen, gender, islam, influencers, en voetbal. Die populariteit dankt Cestmocro aan de snelle berichtgeving en de vaak tabloid-achtige koppen. Die succesformule werkt goed bij jongeren, die hun nieuws immers niet meer van tv en kranten halen, maar van sociale media op hun telefoon.
Maar anders dan NOS Stories is Cestmocro geen professioneel nieuwsmedium. Het kanaal haalt veel berichten van sites als NOS en RTL-nieuws, en neemt ook berichten over die rondgaan op sociale media en berichten uit roddelbladen. Niet bekend is wie de eigenaar of maker(s) van Cestmocro zijn – ondanks pogingen van media, waaronder NRC, om dat te achterhalen.
De snelheid waarmee het account de (ingekorte) berichten plaatst, gaat soms ten koste van de nuance en de feitelijkheid. Onder de berichten staan vaak haatreacties. Zo verspreidde Cestmocro vorig jaar ongefundeerde beweringen en misleidende beelden over lessen relationele en seksuele vorming van kenniscentrum Rutgers. Dit leidde tot oproepen tot geweld tegen Rutgers-medewerkers.
Het Commissariaat voor de Media stelt in een recent rapport dat jongeren qua betrouwbaarheid een duidelijk verschil zien tussen Cestmocro en NOS. Verreweg het merendeel van de ondervraagde jongeren gebruikt naast Cestmocro ook gevestigde nieuwskanalen als NOS en RTL.
Jongeren hebben meer vertrouwen in professionele nieuwsorganisaties. Dat geldt ook voor de meeste jongeren met een biculturele of migratieachtergrond, maar het percentage dat NOS vertrouwt is in die groep wel lager dan bij jongeren als geheel (68 procent tegenover 85 procent). Voor 44 procent van hen geldt Cestmocro als betrouwbare nieuwsbron, tegen 33 procent bij de hele groep.
Sinds het begin van de oorlog tussen Israël en Hamas besteedt Cestmocro hier veel aandacht aan. Vaak kiest het voor het Palestijnse perspectief. Berichten krijgen veel reacties van gelijkgestemden.
Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) deed eind oktober vorig jaar aangifte tegen de eigenaar van CestMocro en verschillende gebruikers die zich antisemitisch op het platform hadden uitgelaten. Het CIDI noemde de pagina een „broeinest voor antisemitisme”. Het Openbaar Ministerie seponeerde de zaak.
Woensdag richtte Van der Plas zich in de Tweede Kamer op zowel het account en als reacties onder de berichten van Cestmocro, „dat vol staat met antisemitische uitingen die niet worden gemodereerd”. Cestmocro reageerde in een bericht dat bepaalde woorden en zinnen wel degelijk automatisch worden geblokkeerd. We „proberen zo veel mogelijk actief te modereren”. Het account stelt dat het onmogelijk is iedere haatreactie te verwijderen – en wijst daarbij op racistische reacties onder tweets van Van der Plas zelf.
Minister Van Weel (Justitie, NSC) zei een verbod van Cestmocro mogelijk te achten, als tenminste sprake is van strafbare feiten. Sommige juristen zijn evenwel heel kritisch over het voorstel. Aan de NOS vertelden experts dat een dergelijk verbod neigt naar censuur en dat een verbod in theorie zou kunnen, maar erg uitzonderlijk en disproportioneel zou zijn.
Advocaat Christiaan Alberdingk Thijm, gespecialiseerd in informatierecht, plaatst vraagtekens bij de juridische haalbaarheid van het voorstel. „Maatregelen tegen accounts moeten doelgericht en proportioneel zijn”, zegt hij tegen NRC. „Een heel account verwijderen op basis van de reacties is op zich niet voldoende grond. En al helemaal als blijkt dat de eigenaar reacties wel verwijdert, zie ik dit voorstel niet standhouden. Het is een draconische maatregel die de vrijheid van meningsuiting zou beperken.”
Thomas Bruning, secretaris van journalistenvakbond NVJ, zegt dat het voorstel duidt op een fundamenteel probleem. „De politiek gaat hier op de stoel van de rechter zitten en Van der Plas bepleit eigenlijk censuur. Als je kanalen wil gaan verbieden heb je echt geen oog voor waar een rechtsstaat voor staat. Wel is het echt problematisch dat we niet weten wie achter het account zit, ze zijn namelijk nu helemaal niet aanspreekbaar. Niemand weet wie het is, het is de Banksy van de media.”
Cestmocro is alweer overgegaan tot de orde van de dag. „Enkele gevechten tijdens wedstrijd Frankrijk-Israël”, aldus een grote kop op vrijdag. De beelden tonen een bijna leeg voetbalstadion en enkele incidenten op de tribune. Op laatste foto een jongen met een Palestijnse vlag.