Goed nieuws: je bent 12,5 procent leuker dan je denkt

In mijn werk ontmoet ik wekelijks nieuwe mensen. Al meer dan 35 jaar. Dat blijft spannend. Je hoopt dat het klikt, maar het voelt niet altijd zo. Sinds een tijdje weet ik dat dit komt door de ‘liking gap’; de sympathie-kloof.

Sympathie-kloof

De sympathie-kloof is een vrij nieuw begrip in de psychologie. In 2018 beschreven onderzoeker Erica Boothby en haar collega’s dit voor het eerst. Zij stelden vast dat we meestal onderschatten hoe aardig anderen ons vinden. Dat geldt na een eerste kennismaking. Maar ook na langere gesprekken en zelfs als we iemand al maanden kennen. Volwassenen hebben hier last van. Jongeren. Ook bij kinderen van vijf jaar werd de sympathie-kloof al aangetroffen.

12,5 procent

In de eerste studie van Boothby werd mensen, na een tweegesprek van vijf minuten, gevraagd naar hun sympathie voor de ander. Dat gebeurde aan de hand van vier vragen, zoals: „Ik zou de andere deelnemer graag beter leren kennen”. Ook werd hun verzocht in te schatten hoe de ander over hen dacht. Gemiddeld dachten deelnemers dat ze, op een schaal van 1 tot en met 7, door de ander gewaardeerd werden met een 5,17. In werkelijkheid lag dat cijfer 12,5 procent hoger, namelijk op 5,82. In andere studies, ook in ‘real life’-situaties, werd een vergelijkbare kloof gevonden.

Waarom?

Waarom onderschatten we hoe sympathiek anderen ons vinden? Onderzoekers geven verschillende verklaringen. Zo stelden Boothby en haar collega’s dat de meeste mensen het belangrijk én griezelig vinden hoe anderen over hen denken. Daarom letten we extra goed op ons eigen vreemde of gekke gedrag in gesprekken. Zeker bij eerste kennismakingen.

Later onderzoek toont ook een relatie met persoonlijkheidskenmerken. Wie lager scoort op extraversie en hoger op neuroticisme, denkt doorgaans dat hij minder goed ligt bij anderen.

Op het werk

Ook op de werkvloer troffen onderzoekers de sympathie-kloof aan én diverse negatieve gevolgen. Want wie denkt dat collega’s hem of haar niet sympathiek vinden, vraagt minder snel om hulp, voelt zich minder opgenomen in een team en deelt minder informatie. En dat leidt dan weer tot verminderde tevredenheid en prestaties. Niet zo gek dat veel organisaties werken aan onderlinge verbinding en psychologische veiligheid, want die dingen ontstaan niet vanzelf.

En nu?

Kennis helpt. Wie de sympathie-kloof kent, kan zichzelf corrigeren: „Hé, Ben, ze hebben echt geen hekel aan je.” Nog mooier is om je meer op de ander te richten en minder op hoe je zelf overkomt. Interessant zijn is leuk, interesse tonen is beter, houd ik mezelf regelmatig voor.

Toch zit me nog iets dwars. Fijn dat anderen mij sympathieker vinden dan ik dacht. Maar veel van mijn gesprekspartners van de afgelopen decennia hebben misschien nooit gehoord van de ‘liking-gap’. Die geloven al jarenlang dat ik hen niet mag. Ik wil dat bij deze graag rechtzetten: ik vind jullie allemáál écht véél leuker dan jullie denken. Minstens 12,5 procent.

Ben Tiggelaar schrijft wekelijks over persoonlijk leiderschap, werk en management.