Het Nederlandse geldkantoor van Hamas staat volgens justitie in de Vierambachtsstraat in Rotterdam. Op een regenachtige ochtend zijn er in de Al-Quds shop geen klanten. Schappen liggen vol met dadels, olie, kruiden, islamitische boeken en Palestijnse vlaggen. In de hoek van de winkel staat een collectebus, voor een afscheiding naar een kantoorruimte. „Daar is niemand”, klinkt het van achter een kassa. Een oude man met een petje op kijkt op van zijn telefoon. „De stichting is gesloten”.
Achter de wand in de winkel is stichting Israa gevestigd, voluit: ‘Internationale Steun Rechtstreeks Aan Armen’. De organisatie zamelt geld in voor Palestijnse vluchtelingen. Maar volgens het Openbaar Ministerie werden deze donaties – ruim 6 miljoen euro in totaal – overgemaakt aan Hamas. Amin Abou Rashed, volgens het OM de informele leider van Israa, werd deze zomer aangehouden en zit nog vast. Zijn dochter, penningmeester van de stichting, werd na een voorarrest vrijgelaten. Donderdag stond Abou Rashed weer voor de rechter, die moest oordelen over de voortgang van het onderzoek.
Door de Gaza-oorlog staat Hamas in de schijnwerpers. Hoe slaagde de militante beweging erin op 7 oktober de dodelijkste aanval ooit op Israël uit te voeren, met onder meer duizenden raketten en moderne drones? Daar waren veel financiële middelen voor nodig. Internationaal gaat de aandacht vooral uit naar Iran als geldschieter. Maar ook uit Europese netwerken ontvangt Hamas steun, hoewel het sinds 2003 op de Europese lijst van terroristische organisaties staat. En de 55-jarige Abou Rashed is volgens het OM een „zeer belangrijke schakel” in die netwerken.
Opgegroeid in een Palestijns vluchtelingenkamp in Libanon, vluchtte Abou Rashed in 1991 naar Nederland. Dat was nadat hij een arm was kwijtgeraakt tijdens de Libanese oorlog. Hij vestigde zich in Leidschendam en groeide uit tot een van de bekendste activisten voor de Palestijnse zaak.
Tegelijk wordt Abou Rashed al jaren achtervolgd door beschuldigingen van connecties met Hamas. In 2013 wees Israël hem aan als lid van het „Europese hoofdkwartier van Hamas”. Nederland deed daar voor zover bekend niets mee. Op websites als Geenstijl.nl en het blog van oud-journalist Carel Brendel wordt geregeld geschreven over Abou Rasheds dubieuze banden. Het leidde meer dan eens tot politieke ophef. Zoals toen Brendel in 2017 op zijn blog meldde dat Abou Rashed een „Hamas-conferentie” in Rotterdam zou hebben georganiseerd. Burgemeester Aboutaleb kwam onder politieke druk te staan de conferentie te verbieden, maar hield vol dat Hamas er niets mee te maken zou hebben. Bij de huidige Gaza-protesten in Nederland wordt de beeltenis van Abou Rashed meegedragen op spandoeken van medestanders, die roepen om zijn vrijlating. Wie is deze omstreden activist en fondsenwerver, en hoe zit het met zijn vermeende banden met Hamas?
Tikkie
„Ik ga het nu doen, inshallah, een tikkie van vijftig euro.” Imam Mustapha Benchiki draait zijn telefoon naar de camera van de livestream. „Kijk maar even mee allemaal, hier is mijn tikkie. Ik hoop dat Allah het van mij gaat accepteren. Volg mijn voorbeeld alsjeblieft, aanwezigen, dat jullie óók gaan doneren!” Op het benefiet van de stichting Israa in 2020 zitten drie imams achter een tafel. Israa houdt een inzameling voor corona-noodhulp in Palestijnse vluchtelingenkampen. De imams proberen het publiek over te halen een gift te doen. Allah zal hen er rijkelijk voor belonen, weet imam Benchiki zeker. „Of je krijgt belasting terug, of je krijgt opslag van je baas, of die ene bekeuring die je had gekregen gaat opeens niet door. Heel veel zaken houdt Allah dan bij jou weg!”
Jaarlijks haalt Israa, onder meer met dit soort benefieten, ongeveer 1 miljoen euro op voor Palestijnse vluchtelingen. Bij tal van moskeeën collecteren de vrijwilligers van de stichting, net als op islamitische basisscholen. Een voorbeeld is de Haagse Al-Qoeba school, die in 2018 bijna 4.000 euro ophaalt voor Palestijnse kinderen. Op een Facebookfoto van de school is te zien hoe Abou Rashed de cheque komt ophalen tijdens een feestelijke ramadanviering. Hij ontvangt de cheque in een volle gymzaal, versierd met slingers en met confettisnippers op de vloer.
De Facebookfoto van het vrolijke tafereel wordt in 2019 opgenomen in een geheim rapport van de Haagse politie, in bezit van NRC. De politie volgt de inzamelingsacties van Israa dan al argwanend, zo blijkt uit het rapport. Abou Rashed wordt erin beschreven als de „drijvende kracht” achter de stichting, die zich zou inlaten met „aan Hamas gelieerde personen”. Ook maakt het rapport melding van een financieel onderzoek, waaruit zou blijken dat de donaties van Israa „zeer waarschijnlijk” terechtkomen bij Hamas.
Het OM grijpt dan nog niet in. Pas deze zomer – vier jaar later – worden Abou Rashed en zijn dochter gearresteerd. Donderdag lichtte de officier van justitie op een pro-forma zitting toe hoe de donaties volgens het OM bij Hamas uitkwamen.
Op verschillende manieren zou Abou Rashed „relaties” onderhouden met Hamas. Zo zou hij in 2019 op de Jerusalem Pioneers Conference in Turkije zijn geweest met leden van Hamas. Ook zou hij de nummers van Hamas-kopstukken in zijn telefoon hebben staan.
Het geld zou hij met Israa via een omweg laten bezorgen bij Hamas. Dit zou volgens het OM lopen via de zogeheten Unie van het Goede, een parapluorganisatie van tientallen islamitische liefdadigheidsorganisaties, waaronder Israa. Deze Unie faciliteert de overdracht van het geld naar lokale goede doelen. Alleen: de Unie zou expres doelen uitkiezen die gelieerd zijn aan Hamas.
De Verenigde Staten zetten de Unie van het Goede hierom in 2008 op de terrorismelijst, waar Hamas al langer op staat. Europa werd onder druk gezet hetzelfde te doen, vertelt Jason Blazakis, toenmalig hoofd terrorismebestrijding van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. „De Unie van het Goede exploiteerde Europa”, zegt Blazakis. „In haar advertenties zeiden ze de Palestijnse bevolking te helpen; in werkelijkheid werden de fondsen overgeheveld naar Hamas.”
De EU weigerde het Amerikaanse voorbeeld te volgen. Waarom is niet bekend, maar uit het Amerikaanse sanctiebesluit valt af te leiden dat de gelden niet diréct voor terrorisme worden aangewend. Er wordt wel degelijk hulp geleverd – alleen dan namens Hamas. Blazakis spreekt van indirecte terrorismefinanciering. „Hamas hoeft op deze manier geen kostbare dollars te gebruiken om te doen wat de liefdadigheidsinstelling aanbiedt. In plaats daarvan kunnen ze het geld uitgeven aan iets dat terroristischer van aard is.”
Midden-Oostenexpert Joas Wagemakers van de Universiteit Utrecht is kritisch op het bestempelen van hulpprojecten als ‘terrorisme’. „Hamas kan zeker gelieerd zijn aan scholen, ziekenhuizen en andere sociale activiteiten, maar dat betekent nog niet dat die organisaties allemaal zélf terroristisch zouden zijn”, zegt Wagemakers. „Een ziekenhuis is gewoon een ziekenhuis. Daar heeft de gewapende tak van Hamas weinig mee van doen.”
Weeskinderen in Gaza
Maar hoe zit dat met de projecten waar het geld van Abou Rasheds stichting belandt? Het voornaamste doel van Israa zijn weeskinderen in Gaza. „Het hart van Stichting Israa klopt voor ons weeskinderenproject”, aldus het laatste jaarverslag. Voor 35 euro per maand kunnen donateurs van Israa een wees sponsoren; in totaal onderhoudt de stichting op deze manier 1.400 Gazaanse kinderen. De organisatie waar Israa dit aan uitbesteedde, heet ‘The Mercy Association for Children’.
In het Arabisch heet de ngo Mabarra ar-Rahma. Het is volgens een VN-site de enige officieel erkende wezenopvang in de Gazastrook. Wie in Arabische nieuwsbronnen zoekt naar de organisatie, stuit al gauw op een link met Hamas. Ziad Al-Zhaza was voorzitter van de raad van bestuur van de Mercy Association, voordat hij in 2006 namens Hamas minister van Gaza werd. Inmiddels is hij overleden aan de gevolgen van corona.
Via deze Al-Zhaza was het weeshuis dus op z’n minst gelinkt aan Hamas. Volgens het OM geldt dat voor nog een tweede weeshuisbestuurder: dat zou een adjunct-staatssecretaris van Hamas zijn geweest.
Maar is het weeshuis daarmee te bestempelen als een verlengstuk van Hamas, zoals het OM stelt?
Zijn advocaat Jill Leyten vindt van niet. „Het linken van een bestuurslid van een stichting aan Hamas is nog geen bewijs dat het geld niet werd besteed aan kinderen of voedselpakketten. Je moet wel kunnen bewijzen dat het geld bij Hamas terechtkwam. En daar biedt het hele dossier geen enkele aanwijzing voor.”
Na de vorige pro forma zitting had de rechter ook de nodige vragen. „Is het überhaupt mogelijk om geld in en uit Gaza te krijgen zonder dat dit bij Hamas terechtkomt?” vroeg de rechtbank zich af. Vrijdag bepaalt de rechter of Abou Rashed zijn zaak in vrijheid mag afwachten.
Verbod teruggedraaid
Een eerdere poging om Hamas-financiering langs deze weg tegen te gaan, liep op niets uit. In 2013 verbood Nederland de Turks-Nederlandse hulporganisatie IHH, omdat het via een Turkse zusterorganisatie geld had overgemaakt aan de Unie van het Goede, dat uiteindelijk bij Hamas zou belanden. Dit zou blijken uit een geheim ambtsbericht van de AIVD. De rechter wilde wel eens weten waar de AIVD dat op baseerde, en besloot de onderliggende stukken in te zien. Daaruit viel volgens de rechter echter niet op te maken dat IHH langs deze weg Hamas financierde. Het verbod werd teruggedraaid.
Recent probeerde de Oostenrijkse justitie een groep moslims te vervolgen voor financiële steun aan Hamas. Een van de aanwijzingen hiervoor was een hulpproject van Abou Rashed. De politie stuitte op foto’s uit 2012. Daarop staat Abou Rashed met de Oostenrijkers op een bijeenkomst in Gaza naast kopstukken van Hamas. Abou Rashed ontvangt voor zijn inzet zelfs een onderscheiding uit handen van Ismail Haniyeh, leider van Hamas. Haniyeh voert vaak het woord namens de strijdgroep, onder meer over de recente aanslagen van 7 oktober.
De Oostenrijkse verdachten verklaarden tegenover de politie dat zij bij toeval op de bijeenkomst waren beland. Ze waren met Abou Rashed op hulpmissie. Haniyeh was op dat moment premier van Gaza, en reikte vanuit die rol onderscheidingen uit voor de hulp. Het illustreert de complexiteit van de strafzaak tegen Abou Rashed, waarin Hamas geldt als verboden organisatie en tegelijk als bestuur van de Gazastrook waar de hulp terechtkwam.
De Oostenrijkse justitie kon uiteindelijk geen bewijs vinden voor financiering van Hamas en liet die beschuldiging dit jaar vallen.
Lees ook
‘Voor Hamas was het nu of nooit’
Leeslijst