N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
FIFA-voorzitter Aan de vooravond van het meest controversiële WK voetbal zijn de ogen van de wereld meer dan ooit gericht op Gianni Infantino. Is hij de vernieuwer na alle schandalen? „We zien een nieuwe laag van corruptie.”
Met weidse armgebaren spreekt Gianni Infantino een zaal vol voetbalbestuurders indringend toe. Het is februari 2016, het Hallenstadion in Zürich. „De FIFA is in crisis, de reputatie is aangetast”, zegt de Zwitsers-Italiaanse jurist. De toekomst van de wereldvoetbalbond staat op het spel, na het aftreden van voorzitter Sepp Blatter en de arrestatie van topbestuurders op verdenking van corruptie. Met vier andere kandidaten strijdt de vrij onbekende Infantino om het voorzitterschap.
Hij schakelt moeiteloos van het Italiaans – de taal van zijn ouders – naar het Duits, hij groeide op in het Duitstalige deel van Zwitserland. En vervolgens van het Spaans, Frans, Engels naar het Arabisch. Infantino wil zich presenteren als voorzitter voor álle continenten, voor álle ruim tweehonderd nationale bonden.
Een van de toehoorders die dag is Declan Hill, een Canadese professor en onderzoeksjournalist. Het valt hem op dat het hardste applaus klinkt als Infantino in zijn speech belooft meer geld vrij te maken voor de bonden – 5,5 miljoen dollar per bond per vier jaar, meer dan een verdubbeling. „Het geld van de FIFA is júllie geld”, roept Infantino.
Hoewel Infantino in de buitenwereld het beeld creëert van een voorzitter die voor een nieuwe bestuurscultuur zal zorgen na alle schandalen, geeft hij bestuurders een duidelijk signaal dat zij met een stem op hem kunnen rekenen op meer inkomsten. De extra miljoenen zijn onweerstaanbaar, zeker voor bonden uit kleine landen.
Met die campagne, ook gericht op uitbreiding van het WK van 32 naar 48 landen, verslaat hij de favoriet, sjeik Salman bin Ibrahim Al Khalifa uit Bahrein. Sindsdien zit Infantino, hoewel niet onomstreden, vast in het zadel. Zijn herverkiezing bij het FIFA-congres in Rwanda, 16 maart 2023, staat al vast – hij is de enige kandidaat.
Infantino kwam bovendrijven in het machtsvacuüm na de vele malversaties in de bestuurlijke top van het mondiale voetbal. Hij werd uit het niets naar voren geschoven als kandidaat van de Europese voetbalbond UEFA, waar hij secretaris-generaal was. En nam de plek in van UEFA-voorzitter Michel Platini, de gedoodverfde kandidaat die zich moest terugtrekken toen bleek dat hij in 2011 een dubieuze betaling van 1,8 miljoen euro van Blatter had ontvangen uit de FIFA-kas.
Zes jaar later, aan de vooravond van het meest controversiële WK voetbal, zijn de ogen van de wereld meer dan ooit gericht op Infantino (52). Hoe geeft hij leiding aan een van de invloedrijkste en kapitaalkrachtigste sportorganisaties, met 4,5 miljard euro omzet in WK-jaar 2018? Heeft hij daadwerkelijk voor een andere, meer open cultuur kunnen zorgen? En hoe moet zijn zachte opstelling ten aanzien van het fel bekritiseerde gastland Qatar worden geïnterpreteerd?
Charmant en daadkrachtig
Mensen die Infantino kennen noemen hem charmant, ambitieus, daadkrachtig. Na de periode-Blatter, voorzitter van 1998 tot en met 2015, heeft hij sommige dingen ten goede veranderd, zegt oud-voorzitter van spelersvakbond FIFPro Theo van Seggelen, die Infantino al zo’n 25 jaar kent. „Hij is transparanter. En voor het vrouwenvoetbal heeft hij zijn verdienste. Maar na Blatter doet iedereen het beter.”
In zijn eerste jaren voert hij diverse hervormingen door, in reactie op de grootschalige corruptie bij de FIFA. De macht van de dagelijkse leiding wordt ingeperkt, de toewijzing van WK’s wordt democratischer en ligt niet meer exclusief bij een voorheen 24-koppig bestuur. Er komt een mensenrechtentoets voor kandidaat-gastlanden, de WK-bids worden publiekelijk, evenals de stemverhouding van de 211 aangesloten bonden bij de toewijzing.
Hoewel er sinds de verkiezing van Infantino geen grote corruptiezaken zijn geweest, is de FIFA in wezen niet veranderd, zegt onderzoeker Hill, verbonden aan de universiteit van New Haven in de VS. „Wat we bij de FIFA zien, is een nieuwe laag van corruptie. Het is in mijn optiek gevaarlijker dan de periode ervoor. Vóór de arrestaties in 2015 was corruptie relatief duidelijk. Het bestond letterlijk uit enveloppen met cash. Nu is genormaliseerd wat louche was. Je krijgt enorme dagvergoedingen. Het is hetzelfde, je krijgt betaald. Maar er is nu een officiële naam voor.”
De acht vicevoorzitters van de FIFA Council – het dagelijks bestuur – krijgen jaarlijks een ‘compensatie’ van 290.000 euro, de 28 reguliere leden 240.000 euro. Daarbovenop krijgt ieder lid een dagvergoeding van 240 euro als ze „in functie” zijn – en 145 euro wanneer de FIFA de maaltijden dekt. De vergoedingen zijn mede zo hoog om leden minder gevoelig voor corruptie te maken. Infantino ontving vorig jaar zo’n 3 miljoen euro aan salaris.
Het risico zit er volgens Hill in dat sinds corrupte bestuurders zijn gearresteerd, of geschorst zoals Blatter en Platini, het idee bestaat dat „FIFA een opgeruimde organisatie is, niks om je zorgen over te maken”. Van de 24 bestuurders die in 2010 de WK’s van 2018 (Rusland) en 2022 (Qatar) toewezen, zit er nog maar één in de Council. Maar in de laag eronder, de bestuurders van de zes regionale confederaties en de nationale bonden, zijn weinig nieuwe gezichten, zegt Hill. „Het is fundamenteel dezelfde organisatie.”
‘For the Game. For the World’, is de FIFA-slogan op het katheder als Infantino spreekt bij zijn verkiezing in 2016. De wereld verbeteren dóór voetbal. Zijn voorganger Blatter probeerde in 2015 al Israël en Palestina dichter bij elkaar te brengen door het organiseren van een ‘vredesduel’ tussen de nationale teams.
Ook Infantino probeert de FIFA, officieel een non-profitorganisatie, nadrukkelijk te positioneren als invloedrijke speler op het politieke toneel. Hij wekte begin dit jaar verbazing door in een toespraak bij de Raad van Europa te spelen met het idee dat een WK om de twee jaar – in plaats van iedere vier jaar – kan helpen voorkomen dat Afrikaanse vluchtelingen de gevaarlijke oversteek naar Europa maken.
Deze week haalde hij het nieuws door op de G20, de top in Bali met wereldleiders, te pleiten voor een staakt-het-vuren in Oekraïne gedurende het WK. Die boodschap kwam kort na een brief waarin hij de bonden van de 32 deelnemende landen opriep zich vooral op het voetbal te richten en zich niet te mengen in „ideologische en politieke gevechten”. De KNVB legde die oproep naast zich neer. „Natuurlijk gaan we het over voetbal hebben, maar óók over mensenrechten”, zegt secretaris-generaal Gijs de Jong.
Infantino is „opgescheept met de erfenis” van het vorige bestuur om het WK in Qatar te houden, zegt Van Seggelen, die in een FIFA-commissie zat die onafhankelijk advies gaf over mensenrechtenkwesties. Dat neemt niet weg dat Infantino, die een jaar voor het WK met zijn gezin in Doha is gaan wonen, „meer afstand” kan nemen van het gastland.
De kant van Qatar
In lijn met Qatar stelde hij dat er drie migrantenarbeiders zijn omgekomen bij de bouw van WK-stadions. Dit zijn alleen mensen die stierven tijdens een ongeluk op bouwplaatsen van de stadions, het werkelijke aantal ligt vrijwel zeker hoger. „Zuiver theoretisch kan hij het punt misschien maken”, zegt De Jong. „Maar als je dit zegt, raak je in Nederland iedereen kwijt. Mij ook.”
Waarom kiest Infantino hierin zo nadrukkelijk de kant van Qatar? „Ik denk dat hij oprecht hetzelfde gevoel als de emir heeft: dat er alleen maar kritiek is, en geen erkenning voor wat ze wel goed doen”, zegt De Jong. „En dat er vanuit Europa met enige morele superioriteit naar het Midden-Oosten wordt gekeken.”
Eerder kwam Infantino in opspraak toen hij zei dat de FIFA heeft geholpen om migrantenarbeiders „waardigheid en trots” te geven door de bouwprojecten voor het WK, ondanks de beschuldigingen van mensenrechtenschendingen bij de bouw van stadions.
Hill vindt dat Infantino nadrukkelijker de regie had moeten nemen over dit WK, na zijn verkiezing zes jaar terug. Zo had hij, mede door de vele arrestaties, de stemming over kunnen doen, vindt Hill. „Of hij had tegen de Qatarezen kunnen zeggen: dit zijn de problemen, vind een manier om tegemoet te komen aan de zorgen bij de mensenrechtenorganisaties, betaal de arbeiders netjes, zorg dat er geen klachten zijn. Dat heeft hij allemaal niet gedaan.”
Van Seggelen was teleurgesteld in Infantino toen die maart vorig jaar FIFA’s mensenrechtencommissie ontbond – de Human Rights Advisory Board bestond uit acht experts die advies gaven over onder meer de situatie van arbeiders in Qatar. Deze was in 2017 op initiatief van Infantino opgezet en hij vroeg de Nederlandse bestuurder persoonlijk zitting te nemen. „Op een gegeven moment zat het hem in de weg, denk ik. In mijn beleving had het alles met Qatar te maken”, zegt Van Seggelen. „Hij wilde geen risico nemen.”
WK in Saoedi-Arabië?
Een vergelijkbare kwestie speelde in 2017 rond de onafhankelijke bestuurscommissie van de FIFA. Toen deze de herverkiezing van de Russische vicepremier Vitali Moetko in het FIFA-bestuur blokkeerde omdat de politieke neutraliteit in het geding was, werd de voorzitter van de commissie, de Portugees Miguel Maduro, vervangen. Die verklaarde later dat Infantino zich zorgen maakte over de gevolgen van de uitsluiting van Moetko met het ook op het WK in Rusland in 2018.
Dit toont volgens Hill dat Infantino zijn eigen wil doordrukt – onafhankelijke commissie of niet. „Vanaf dat moment waren er geen checks and balances meer op het voorzitterschap van Infantino.”
Zijn voormalige bondgenoot bij de UEFA, Platini, is een vijand sinds Infantino zijn kandidatuur overnam en werd gekozen. Platini diende in Frankrijk een aanklacht in tegen Infantino wegens ‘actieve beïnvloeding’ – mogelijk doelend op de voorzittersverkiezing in 2016.
Infantino kan maximaal tot 2028 aanblijven als voorzitter. Het is niet ondenkbaar dat onder zijn voorzitterschap het WK van 2030 wordt toegewezen aan Saoedi-Arabië, dat samen met Griekenland en Egypte een bid zou voorbereiden. In augustus werd Infantino nog gesignaleerd bij een bokswedstrijd in Jeddah met kroonprins Mohammad bin Salman – sinds een jaar de eigenaar van de Engelse club Newcastle United.