Geweldsexplosie in Oost-Groningen: ‘De grote jongens hebben mot met elkaar’

Geweld Een steekpartij op klaarlichte dag en meerdere beschietingen schokten Oost-Groningen. De regio biedt veel kansen voor drugscriminaliteit, zien onderzoekers. „Er zou extra politie moeten zijn.” 

Politieafzetting na een melding van een schietpartij op een industrieterrein in Winschoten.
Politieafzetting na een melding van een schietpartij op een industrieterrein in Winschoten. Foto Persbureau Meter/ANP

De geweldsgolf begon op donderdag 6 juli op het terras van een ijssalon in Winschoten . Op klaarlichte dag, er waren kinderen bij, belaagde een groepje mannen een ander groepje, een 29-jarige man werd gestoken en raakte ernstig gewond. Die avond volgden er twee schietpartijen op een bedrijventerrein en begin vorige week werden een woning en een kapsalon in het nabijgelegen Oude Pekela beschoten. Dinsdagnacht was er een explosie bij een schoonheidssalon in Groningen – volgens regionale omroep RTV Noord had ook die te maken met het geweld in Winschoten. En donderdagochtend probeerden twee mannen een pand in Winschoten te beschieten. Het pistool ging niet af.

De ontwrichting in de Oost-Groningse stad Winschoten (ongeveer 18.000 inwoners) was compleet met het afgelasten van de Nacht van Winschoten, het jaarlijkse feest op het Marktplein, afgelopen weekend. „Veiligheid voorop” en „ontzettend zuur”, zei burgemeester Cora-Yfke Sikkema in een verklaring. Ze noemde de incidenten van de afgelopen tijd „heftig”. Na veelvuldig overleg met politie en OM besloot ze de Nacht niet door te laten gaan. Activiteiten werden geschrapt, de kermis moest om 8 uur ’s avonds dicht en er was geen livemuziek. De politie mocht iedereen fouilleren en er was cameratoezicht. De sfeer was „grimmig” volgens een aanwezige.

Het zou de eerste editie na corona zijn geweest, er werden tienduizenden bezoekers verwacht. „Ook dit wordt ons nu afgenomen”, zegt Rudy van Weelde, eigenaar van Cafetaria Monkie, pal aan het Marktplein. Van der Weelde runt zijn cafetaria al 34 jaar. Hij heeft de stad zien veranderen. „Het is nu zo’n zes jaar echt te zien”, zegt hij. „Dealertjes. Jongens van twintig die in een Mercedes rijden. Ze komen ook bij mij hoor. Ik bak al jaren voor die gasten.”

Van der Weelde ziet al langere tijd drugstoeristen vanuit Duitsland komen, „voor de coffeeshops”. Maar het extreme geweld van de afgelopen weken – dat is nieuw. „Iedereen hier fronst de wenkbrauwen. De grote jongens hebben mot met elkaar. Je moet het zo zien: Shell en Esso hebben ruzie en doen alles om te winnen. Maar dan in het criminele circuit.”

Lees ook: In de eerste zes maanden van dit jaar al meer explosies dan in heel 2022

Ideale infrastructuur

Drugshandel in Oost-Groningen is al jaren een probleem. Afgelopen maart verscheen Ondermijning in het Ommeland, een rapport over de oorzaken en aanpak van drugscriminaliteit in negen gemeenten in de provincie Groningen. Diverse factoren dragen bij aan de aanwezigheid van drugscriminaliteit. Het gebied is groot en uitgestrekt, met relatief weinig inwoners. Er zijn veel „risicoplekken”, zoals bedrijventerreinen en goedkoop agrarisch vastgoed. De grens met Duitsland is lang. En er is een ideale infrastructuur voor drugsdoorvoer: goede wegen, zeehavens, vliegvelden.

Winschoten is een logisch epicentrum voor drugshandel: het is de eerste stad op de A7 naar Duitsland. Daarnaast is de haven van Delftzijl dichtbij. Vruchtbare grond voor drugscriminaliteit dus, met als bijkomstigheid: onvoldoende agenten, concludeert het rapport. Volgens de wettelijke norm is er per 5.000 inwoners één wijkagent. De gemeenten Oldambt (waar Winschoten ligt) en Pekela hebben dus tien wijkagenten voor hun 50.000 inwoners. Die gaan begrijpelijkerwijs niet patrouilleren in weilanden en uithoeken – dan missen ze urgente oproepen in stedelijke gebieden. Het resulteert in „politieloze streken”, aldus het rapport.

Lees ook: De Drent ‘ziet, hoort en zwijgt’ als het om drugscriminaliteit gaat

Onverschilligheid

Wat ook mee kan spelen, is het lage vertrouwen in de overheid in de regio. De prijzen zijn hoog, de politiedekking schaars, en dan faalt de overheid ook nog op het aardbevingsdossier. „Er heerst onverschilligheid omtrent overheidsregels” , schrijven de onderzoekers. „Normatieve drempels om te profiteren van misdaad(geld) brokkelen af. Dat maakt het voor criminele netwerken gemakkelijker om jongeren en volwassenen te rekruteren.”

De oplossing? Meer geld en meer mensen om de veiligheid te waarborgen. „Eigenlijk zou daar extra politie moeten zijn”, zei hoofdonderzoeker Edward van der Torre vrijdag tegen RTV Noord. „Een uitgestrekt, dunbevolkt grensgebied met vakantieparken moet eigenlijk reden zijn om de capaciteit op te schroeven.”

Cafetariahouder Van der Weelde heeft weinig vertrouwen in de aanpak. „Pak je er één, dan steekt een ander de kop op. Zo gaat het in heel Nederland. In Rotterdam en Den-Haag blazen ze de boel op met bommetjes. Voor ons is dit nieuw. Misschien moeten ze het óf legaliseren óf keihard verbieden, zoals in Amerika.”

Hij hoopt dat de Nacht van Winschoten later in het jaar alsnog kan worden gevierd. Dat moet kunnen: „In het Wilde Westen zaten de kroegen ook vol.”