In de week waarin half Nederland in het teken staat van de NAVO-top die dinsdag en woensdag plaatsvindt in Den Haag, volgen wij het economische nieuws. Dat houdt vanochtend nog niet over, vandaar dat we beginnen met een vooruitblik op een grote rechtszaak die vandaag inhoudelijk van start gaat. Het gaat om de strafzaak tegen onder meer ex-Jumbo-topman Frits van Eerd. Hij staat terecht vanwege verdenking van witwassen, omkoping en valsheid in geschrifte.
Veel ophef was er in het najaar van 2022 toen de FIOD binnen bleek te zijn gevallen bij toenmalig Jumbo-topman Frits van Eerd.Bij een doorzoeking werd bij Van Eerd in de werkplaats in een koelkast onder meer 75.000 euro aan contant geld gevonden, ook bij hem thuis werd op verschillende plekken voor bijna twee ton aan cash in beslag genomen.
Lees ook
Na twee jaar begint proces tegen ex-Jumbo-topman Frits van Eerd
Een van de redenen dat Justitie denkt aan witwassen is vanwege de grote hoeveelheid aangetroffen 500 eurobiljetten bij Van Eerd en de aparte plekken waar hij ze bewaarde. Daarnaast zou de oud-topman geld en crossmotoren hebben aangenomen van Theo Eggens in ruil voor sponsorbetalingen door Jumbo, voor onder meer motorcrossteams van Eggens. Dat geld werd in werkelijkheid voor criminele activiteiten gebruikt en Van Eerd zou een deel ervan privé hebben teruggekregen voor zijn diensten. Eggens was tevens eigenaar van een bedrijf dat auto’s leverde aan zware criminelen.
De oud-topman beweerde tegenover rechercheurs van de FIOD dat het geld afkomstig is van de opbrengsten van zijn auto’s en motoren waarin hij handelde. Dit deed hij naast zijn topmanschap van een van de grootste supermarktketens van Nederland. Het in huis hebben van grote hoeveelheden cash zou voortkomen uit de angst overvallen te worden, zo schreef het FD dat de verhoren inzag. Van Eerd moest als gevolg van de invallen en verdenkingen opstappen bij Jumbo.
Lees ook
Hoe kwam Jumbo-topman Frits van Eerd terecht in de wereld van louche autohandelaar Theo Eggens?
De behandeling van de zaak tegen onder meer Van Eerd vindt plaats op maandag, dinsdag en donderdag bij de rechtbank in Groningen. Ook Eggens staat daarbij terecht. Het zal voor het eerst zijn dat de gevallen ex-Jumbo-baas zich publiekelijk gaat verantwoorden voor zijn acties. Bij een eerdere regiezitting vorig jaar was Van Eerd afwezig.
Over het gebruik van de volledige namen van deze twee verdachten. De naam van Frits van Eerd is vanaf het eerste moment voluit geschreven vanwege zijn grote bekendheid. Voor Theo Eggens geldt dat zijn naam voorkomt in een aantal van zijn bedrijven en dat hij in twee boeken op naam heeft gesproken over zijn veroordeling voor witwassen in 2008. Tegen een tweede veroordeling voor witwassen heeft hij cassatie aangetekend.
Prijs koopwoningen opnieuw gestegen
Natuurlijk is er nog meer nieuws vanochtend. Een kort overzicht:
De prijs van koopwoningen is in mei opnieuw gestegen, zo melden statistiekbureau CBS en het Kadaster. Gemiddeld betaalde een koper vorige maand 471.875 euro voor een woning. Dat is een stijging van 9,7 procent ten opzichte van een jaar geleden. De huizenprijzen liggen volgens het CBS inmiddels 11,7 procent hoger dan de piek in juli 2022. Daarna daalden de prijzen, om vanaf juni 2023 weer toe te nemen. In totaal zijn er in mei 19.614 woningen verkocht; 11,5 procent meer dan in mei 2024.
Het is afwachten hoe de markten reageren op de aanvallen van de VS op Iran dit weekend. De belangrijkste is misschien wel de olieprijs. De waarde van een vat Amerikaanse olie ging maandagochtend meteen 1,1 procent omhoog maar 74,65 dollar, terwijl een vat brentolie 1,2 procent meer kost (77,90 dollar). De olieprijs zat de afgelopen weken al in de lift door de aanvallen van Israël op Iran. Dat laatste land heeft inmiddels gedreigd de straat van Hormuz af te sluiten, een belangrijke transportroute voor het vervoer van olie. In Azië is de Nikkei-index 0,2 procent lager gesloten, de Hangseng-index in Hongkong verloor 0,1 procent.
Het opvoeren van Europese defensie-uitgaven kan ook tot groei van de economie leiden, meldt de Rabobank maandagochtend. Mits investeringen op de juiste manier gedaan worden, stellen economen van de bank. Investeringen mogen niet enkel leiden tot prijsstijgingen van defensiematerieel en winststijgingen voor bedrijven. Rabobank pleit voor prestatieafspraken. Ook de financieringswijze is belangrijk: de bank pleit voor het verhogen van de staatsschuld, omdat extra uitgaven binnen de huidige begroting leiden tot het korten van bestedingen op andere terreinen.
De Raad van de Europese Unie heeft Kajsa Ollongren benoemd tot speciale vertegenwoordiger voor de mensenrechten. Dat schrijft de Raad maandag op de eigen website. De oud-minister volgt de Zweed Olof Skoog op. In totaal zijn er tien speciale vertegenwoordigers van de EU (EUSR) met elk een eigen portefeuille, die rapporteren aan Kaja Kallas, de buitenlandvertegenwoordiger van de Europese Unie.
Als gezant voor de mensenrechten moet Ollongren het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie wereldwijd onder de aandacht brengen. Ook zal ze toezien op naleving van het internationaal humanitair recht en strafrecht. Verder zal ze regelmatig met regeringen in gesprek gaan over de omgang met mensenrechten.
De Europese Raad benadrukt Ollongrens „uitgebreide nationale ervaring” door meerdere Nederlandse ministerposten. Als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in Rutte III (2017-2022) regelde de D66’er onder meer dat Nederlandse politieke partijen geen geld meer mogen aannemen van donateurs buiten de Europese Unie. Vanaf 2022 was Ollongren twee jaar minister van Defensie. In die periode haalde Nederland voor het eerst de NAVO-norm die stelt 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie uit te geven.
Lees ook
Ollongren: Poetins grens stopt niet bij de NAVO-grens
‘Functie elders’
In 2021 legde Ollongren haar taak als verkenner van het kabinet Rutte IV neer omdat door haar toedoen vertrouwelijke aantekeningen uitlekten, waaruit bleek dat de onderhandelaars zochten naar een „functie elders” voor Pieter Omtzigt. Het toenmalige CDA-Kamerlid, dat als lastig werd ervaren, was niet op de hoogte van die plannen.
Afgelopen april meldde onder meer De Telegraaf dat Ollongren zich terugtrok als kandidaat voor de functie van hoofd van het Europees Defensieagentschap (EDA), dat EU-lidstaten helpt bij het versterken van defensie. Het is niet duidelijk waarom ze uit de race zou zijn gestapt.
Ollongren studeerde geschiedenis studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en bestuurskunde aan de École Nationale d’Administration in Parijs. Voor ze de politiek in stapte, was ze jarenlang topambtenaar. In het cv dat de Europese Raad van haar publiceerde, valt eveneens te lezen dat ze reservist is bij de Nederlandse luchtmacht.
Begin deze maand trad Ollongren toe tot de Raad van Commissarissen van de Postcode Lottery Group, het moederbedrijf van Postcode Loterij en Vriendenloterij. Ollongrens voorganger als EU-gezant, Skoog, wordt plaatsvervangend secretaris-generaal voor politieke zaken bij de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO).
Tussen gerafeld blad schuilt een geel bolletje, ter grootte van een tennisbal. Te klein, te geel – hier kan Kees Buijsman, bloemkoolteler uit Lutjebroek, niks mee. In een krat gaan zes grote witte bloemkolen. Nederlanders houden van grote witte bloemkolen. Acht kleinere kan ook nog. Maar deze is zo klein, die is het oogsten niet waard. Duidelijk geval van faunaschade. Houtduiven zijn hier de boosdoeners.
Kees Buijsman kan met recht zeggen dat hij uit de kool komt. Zijn vader teelde al bloemkolen, Kees en zijn broer namen het bedrijf in Lutjebroek over. Duiven zijn er altijd geweest. Maar ze aten alleen de jonge blaadjes, de grotere kolen lieten ze links liggen. Nu blijven ze terugkomen. „Ze strippen de kolen tot er geen blad meer aan de nerf zit”, zegt Buijsman.
Foto Simon Lenskens
Buijsman staat tussen de bloemkolen op een akker vlak bij Westwoud en laat zien wat houtduiven hier aanrichten. Samen met taxateur Dirk Jan Roos, die in opdracht werkt voor BIJ12, de instantie die namens de provincies tegemoetkomingen voor faunaschade uitkeert.
Roos komt hier vaker. Hij loopt door het land en neemt de schade op. Afhankelijk van de bloemkoolprijs krijgt de teler een vergoeding. Als die tenminste alles heeft gedaan om zijn gewassen te beschermen. Door jonge planten af te dekken, en vlaggen, bewegende vogelverschrikkers en knalapparaten neer te zetten bijvoorbeeld.
Op het eerste gezicht staan de kolen er vanochtend goed bij. In het midden staan volle bloemkolen in strakke rijen. Maar langs de randen liggen open stukken, de bladeren zijn kort en aangevreten. En omdat de koolbladeren te klein blijven om de bodem te bedekken, tiert het onkruid welig. Dat neemt weer voeding weg van de kool. En dat alles maakt de witte bloem in de kool onverkoopbaar.
De combinatie van water en veel grasland maakt Noord-Holland een snoepwinkel voor ganzen
De meeste bloemkolen komen nog steeds tot volle wasdom, maar aangevreten kolen groeien minder goed. „Als de bloemkolen gelijk opgroeien, halen we met twee oogsten alles van het land”, zegt Buijsman. Nu moet hij wel vijf, zes keer keer mensen inhuren om te oogsten.
Stille slopers
Ganzen en wolven zijn berucht vanwege de schade die ze aanrichten. Maar houtduiven, dat zijn de stille slopers. Vandaag publiceert BIJ12 de cijfers over het schadejaar 2024. De vergoede faunaschade in Nederland neemt al jaren toe. In 2024 bedroeg die 75 miljoen euro, 20 miljoen meer dan een jaar eerder.
Ongenaakbaar op nummer 1 staat de grauwe gans, met 35 miljoen euro aan tegemoetkomingen. Op 2 de houtduif: bijna 11 miljoen. De wolf, weliswaar voor het eerst in de top 10, kwam met de 876.093 euro nog niet aan een tiende van dat bedrag.
Vanuit de gewassen berekend, is grasland de grootste schadepost met bijna 50 miljoen, maar meteen daarna komt de bloemkool. Een relatief duur gewas, de schade bedroeg vorig jaar 5,5 miljoen euro. De gebroeders Buijsman kregen vorig jaar zo’n twee ton uitgekeerd.
Dol op raaigras
Noord-Holland is de provincie waar wilde dieren en landbouw elkaar het meest in de weg lijken te zitten. De combinatie van water en veel grasland maakt het een snoepwinkel voor ganzen. Ze zijn dol op kortgemaaid Engels raaigras en geven het nauwelijks de kans weer aan te groeien. Houtduiven, kauwen en kraaien op hun beurt komen af op de kolen en sla op de vruchtbare West-Friese klei.
In totaal keerde de provincie vorig jaar meer dan 27 miljoen euro uit. Voor 2025 hadden de provincies landelijk 61 miljoen euro aan faunavergoeding begroot, maar ze willen dit nu al opschroeven naar 96 miljoen euro.
Dat de kosten stijgen, betekent overigens niet dat de schade evenredig toeneemt. Deels zijn de hogere kosten het gevolg van meer aanvragen: versoepeling van de regels heeft de drempel verlaagd om een claim in te dienen.
En wat ook te horen valt: de tolerantie neemt af. Boeren en tuinders voelen aan alle kanten druk, maar zelf zouden ze lijdzaam moeten toezien hoe dieren hun oogsten verpesten? Dat frustreert, en de provincie krijgt daarvoor de rekening.
Maar meer faunaschade is er ook. Een belangrijke oorzaak, meldt BIJ12, is dat houtduiven in een aantal provincies niet meer afgeschoten mogen worden.
Er golden al strikte voorwaarden voor het afschieten van ganzen. Het geweer is de laatste optie, als boeren alles hebben gedaan om schade te voorkomen. Een aantal andere dieren, waaronder de houtduif, mocht nog vrij worden bejaagd. Tot 2023. Toen oordeelde de Raad van State dat de provincie Noord-Holland onvoldoende onderbouwd had waarom beschermde diersoorten gedood mochten worden. Afschot van houtduiven is nu zonder ontheffing niet meer toegestaan.
Taxateur Roos noemt het een kip-ei-kwestie. Toen duiven nog bejaagd mochten worden, was de populatie beheersbaar en kon de provincie niet onderbouwen dat afschot nodig was. „Pas nu het uit de klauwen loopt, kunnen ze aantonen dat jagen nodig is voor een goede balans.”
BBB-gedeputeerde Jelle Beemsterboer hoopt dat jagers volgend jaar weer op houtduiven kunnen schieten
De provincie is op dit moment hard bezig die onderbouwing alsnog te leveren, wil BBB-gedeputeerde gedeputeerde Jelle Beemsterboer (BBB) graag gezegd hebben. Zodat jagers volgend jaar weer op houtduiven kunnen schieten, hoopt hij. Maar het becijferen van de schade is daarvoor niet genoeg, er zijn ook vogeltellingen nodig.
„Het ganzenplan telde bijna vierhonderd pagina’s”, zegt Beemsterboer, om aan te geven hoeveel er nodig is om een nieuw faunabeheerplan te schrijven dat ook stand houdt bij de rechter als het wordt aangevochten. „Want dat gebeurt standaard.”
„Intussen zien we de populatie uitdijen”, zegt Beemsterboer. „En straks zitten we in de situatie dat jagers heel veel dieren moeten doden om de populatie weer naar beneden te krijgen.”
Om de ganzen in Noord-Holland nogmaals als illustratie te gebruiken: „We willen van 150.000 standganzen, die het hele jaar blijven, naar 20.000. Om uiteindelijk weinig ganzen te hoeven schieten, moet je er eerst heel veel doden.” De BBB-gedeputeerde vindt het aan alle kanten ongemakkelijk, zegt hij. Voor de ondernemers, maar ook voor de provincie en dus voor de belastingbetaler.
En dan is er nog iets, zegt hij: „Waarom is het zo moeilijk om die afgeschoten dieren een plaats in de voedselketen te geven?” De gans is nu mondjesmaat als pastrami in de supermarkt te vinden. De houtduif is nog verder van ons bord.
Rust- en foerageergebieden
Voordat de vraag hoe je duif bereidt überhaupt ter tafel komt, stellen dierenbeschermers iets fundamenteels aan de orde: de inrichting van het Nederlandse landschap en de dominantie van intensieve landbouw daarin. Ook kleinere populaties blijven naar akkers en weilanden komen zolang er veel raaigras en weinig rust- en foerageergebieden zijn. En bosschages voor de duiven.
Er wordt te snel naar het geweer gegrepen
Bovendien nemen uitgedunde populaties van bijvoorbeeld ganzen snel weer toe als dieren worden gedood, zegt de Dierenbescherming. „Er wordt te snel naar het geweer gegrepen”, zegt woordvoerder Marlous van ’t Pad Bosch. „Kijk eerst naar de knelpunten in een gebied, los die op, en kijk dan pas naar afschot.”
De Dierenbescherming schrok vorige week toen bleek dat demissionair staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, BBB) de jacht nog snel meer ruimte wil geven, tientallen wilde soorten zijn dan niet meer beschermd. Van ’t Pad Bosch: „In de huidige wet is het uitgangspunt voor afschot ‘nee, tenzij’, dat wordt ‘ja, mits’. Dat maakt het dus makkelijker om dieren af te schieten. Het wordt het beginpunt, in plaats van een laatste redmiddel. En dat treft bovendien veel meer soorten dan de vijf die nu vrij bejaagd mogen worden. Als dieren hun beschermde status verliezen, daalt niet alleen die ene populatie, maar ook die van dieren in de keten die daarvan afhankelijk zijn.”
Houtduif gaat niet goed
Bij de houtduif is te zien wat je bij meer dieren ziet: een kloof tussen cijfers en perceptie. Of eigenlijk, tussen het algemene beeld en de situatie op een akker. Op basis van vogeltellingen heeft de houtduif een ‘ongunstige staat van instandhouding’. In gewoon Nederlands: het gaat helemaal niet zo goed met de houtduif. Maar als ze allemaal op vijftien hectare bloemkool afkomen om te snacken, is het niet zo gek dat de teler en de taxateur zeggen: het worden er steeds meer.
Niet alleen ziet Buijsman sinds twee jaar meer duiven. Hij merkt ook dat ze zich niet meer zo makkelijk laten verjagen. De bewegende vogelverschrikkers, het geritsel van de plastic vlaggen, het getoeter uit de auto van Buijsmans vader, die de hele dag rondjes rijdt om de vogels te verjagen, het gaskanon dat elke twintig minuten een paar doffe knallen afschiet – het doet ze niks.
Foto Simon Lenskens
„Kijk, daar zitten ze”, zegt Kees Buijsman. Hij heeft net het gaskanon gedemonstreerd. Maar pas als hij honderd meter verderop met de auto langs een veld jonge bloemkolen rijdt, vliegt een troep duiven sloom op, om een paar meter verder alweer neer te strijken.
Jagers houden niet alleen de populatie onder controle, met elk schot jagen ze ook veel vogels weg, zeg Buijsman. „Nu we de jager niet meer mogen inschakelen, hebben de duiven vrij spel, het is hier net de Febo. Ik wil ze niet uitroeien, maar ze moeten weer bang zijn voor de jager.”
Tussen de bloemkolen schieten twee hazen richting de horizon. Roos zegt: „De balans is zoek. Mensen hebben een negatief sentiment bij jagen, maar als je hoort hoe groot de economische schade nu is, is dat dan wat je wilt?”
Aan de vogels zelf hebben de teler en de taxateur geen hekel. Duiven en kraaien zijn slimme beesten, zegt Buijsman. Roos spreekt van „een stukje evolutie”. Vogels passen zich snel aan. „Als de jager komt, zijn ze op hun hoede. Als ze mij zien denken ze: o, het is de taxateur maar.”
Voor iets wat FIFA-voorzitter Gianni Infantino vorige maand „een baanbrekend initiatief” noemde – de oprichting van een vluchtelingenteam voor Afghaanse voetbalsters – was de media-belangstelling lauw. Een paar zinnen in nieuwsberichten, daar bleef het meestal bij. Terwijl een tweede nieuwsfeit van die dag – er komen hogere boetes voor racisme – breed werd uitgemeten.
Leed mag je niet vergelijken, ik weet het, maar het valt op hoe snel de aandacht voor de teloorgang van het Afghaanse vrouwenvoetbal verflauwt, terwijl de situatie van speelsters die niet weg wisten te komen na de machtsovername door de Taliban, in 2021, er niet beter op wordt. Sports & Rights Alliance, een internationale ngo, sprak eind maart in een rapport van „een van de meest opgejaagde groepen” in Afghanistan. De onderzoekers riepen de FIFA op een einde te maken aan de isolatie van het Afghaanse team, en zich hard te maken voor de terugkeer van speelsters naar het internationale podium.
De FIFA zit in een lastig parket. De Afghaanse voetbalsters kregen geen toestemming van de Taliban om deel te nemen aan de kwalificatie voor de Azië Cup, eerder dit jaar, waardoor kwalificatie voor het WK van 2027 onmogelijk werd. Omdat de Taliban het vrouwenelftal niet erkennen, kan de FIFA volgens de eigen regels geen toestemming geven voor deelname van de vrouwen aan internationale toernooien. Geven ze die toestemming wél, bij wijze van uitzondering, dan zoeken ze niet alleen de confrontatie met de Taliban, maar brengen ze mogelijk ook Afghaanse vrouwen in gevaar.
De oprichting van een vluchtelingenteam voelt daarom als een waterig compromis, of, zoals de Sports & Rights Alliance het diplomatiek noemde: een gedeeltelijke oplossing.
De „genderdiscriminatie” door de Afghaanse voetbalbond wordt er niet mee aangepakt, zei directeur Andrea Florence. Wedstrijden van het vluchtelingenteam tellen niet mee voor de wereldranglijst. De Sports & Rights Alliance zou niet rusten, zei ze, voordat de FIFA met officiële erkenning en financiële ondersteuning voor het Afghaanse vrouwenteam komt.
De speelsters die hun land niet wisten te ontvluchten zijn monddood gemaakt, we horen niets meer van hen. Maar degenen die een veilig heenkomen vonden, hebben wél een stem. Hoe denken zij over het FIFA-initiatief? Spelen ze nog steeds voetbal? Willen ze deel uitmaken van het vluchtelingenteam? Hebben ze nog contact met oud-ploeggenoten? Denken ze dat de Taliban ooit zullen zwichten voor internationale druk, en het Afghaanse vrouwenelftal laten meedoen aan toernooien?
Met de nodige moeite kom ik in contact met twee vrouwen die voor Afghanistan uitkwamen. De een, Bahara Kohistani, speelde als verdediger voor Istiqlal in Kaboel, en kwam twintig keer uit voor het nationale elftal. De ander, Fatima Foladi, speelde als spits voor Adalat, in het westen van Afghanistan, en was een rijzende ster in de onder 17. Kort voor de Taliban de macht overnamen, scoorde ze nog in een wedstrijd tegen Tajikistan.
Ik realiseer me dat de vrouwen getraumatiseerd kunnen zijn door hun ervaringen, en dat mijn vragen gevoelig kunnen liggen. Het laatste wat ik wil: hen of eventuele achterblijvers in Afghanistan in gevaar brengen. Daarom stel ik voor schriftelijk te communiceren. Daar stemmen ze mee in.
Een deel van hun antwoorden ontvang ik op de dag dat het kabinet valt. Het contrast tussen hun schrijven en het moddergooien in Den Haag kan bijna niet groter. De vrouwen zijn wijs en eloquent – het raakt me. Beiden bedanken me voor mijn aandacht voor „dit belangrijke onderwerp”. Ze voelen zich „vereerd”. De omgekeerde wereld. Hoe kan het dat hun stem niet vaker gehoord wordt?
Bahara (23) schrijft dat ze Afghanistan ontvluchtte na de val van Kaboel, in augustus 2021, ze liet een deel van haar familie achter. Het was „een angstaanjagende, chaotische en onzekere dag”. Ze onderhoudt nog steeds contact met voormalige ploeggenoten. „Sommigen zijn ontsnapt, anderen zitten nog steeds in Afghanistan. We doen wat we kunnen om elkaar te steunen.”
Fatima (20) schrijft dat ze weg wist te komen met een Amerikaans militair vliegtuig, na eerst drie nachten op het vliegveld van Kaboel te hebben doorgebracht, zonder eten. „In het vliegtuig zaten honderden mensen opeengepakt. We hadden geen idee wie ons hielp of waar we naartoe gingen. Het was de ergste dag van mijn leven. Diep traumatisch.”
Haar bekendheid als voetbalster hielp haar ontsnappen naar Australië, schrijft Bahara, maar morele of praktische steun van de FIFA heeft ze nooit gekregen – het waren activisten en mensenrechtenorganisaties die haar bijstonden. Ook Fatima, die in de VS woont, heeft „nooit een telefoontje of e-mail” van de FIFA ontvangen, waarin bezorgdheid doorklonk over haar veiligheid.
Het lijkt de vrouwen niet te hebben ontmoedigd. De afgelopen jaren heeft Fatima druk uitgeoefend op de FIFA, samen met Khalida Popal, een van de grondleggers van het Afghaanse vrouwenvoetbal. Op mijn vraag wat ze vindt van het vluchtelingenteam, schrijft ze: „Zonder officiële erkenning voelt het nog steeds alsof we aan de zijlijn staan, alsof onze verhalen en offers net genoeg aandacht krijgen om kritiek te pareren, maar niet genoeg om echte verandering af te dwingen.”
Toch voelen zowel Fatima, die voor een lokaal Amerikaans team speelt, als Bahara, die voor Melbourne Victory speelt, voor een plek in het vluchtelingenteam. Fatima schrijft dat ze onlangs een online FIFA-bijeenkomst heeft bijgewoond. De bond wil ‘identificatiekampen’ organiseren, op meerdere continenten. Daarna wordt geselecteerd, en volgen vriendschappelijke duels. Op de vraag of deelname risico’s met zich meebrengt, antwoorden beiden bevestigend. „Velen van ons hebben nog familie in Afghanistan”, legt Fatima uit. „We moeten voorzichtig zijn”, zegt ook Bahara.
Fatima’s droom is om Afghanistan te vertegenwoordigen op internationale voetbaltoenooien. „Maar meer nog dan dat hoop ik deel uit te maken van een beweging die Afghaanse vrouwen weer terugbrengt in de sport.”