Langs een vaart in Zuidwest-Friesland staat een huis op verhoogd terrein, voor als in de toekomst het water stijgt. De stroom komt van 54 zonnepanelen. Een warmtepomp haalt warmte uit de rivier. De muren zijn van kalkhennep, dat de eigenschap heeft CO2 op te slaan. Zo radicaal als de eigenaar dit huis verduurzaamde, zo uitgesproken is hij ook over het klimaat.
Het bekende NOS-gezicht Gerrit Hiemstra (61) bestudeert al decennia het weer. Lang keek hij door de bril van een rationeel wetenschapper. Maar in de afgelopen paar jaar veranderde het denken van de nuchtere Fries. Nu ziet hij scherper welke roofbouw op de planeet het veranderende weer veroorzaakt. Hij wil zoveel mogelijk mensen aan het verstand brengen dat ze zich echt, echt anders moeten gedragen. „Klimaatverandering, we zitten er middenin, en het wordt nog veel erger”, zegt hij. „Er is maar één oorzaak, dat zijn wij. Wij die elke week bij het pompstation staan te tanken.”
Vorig jaar kreeg Hiemstra de Machiavelliprijs (die jaarlijks wordt uitgereikt voor bijzondere publieke communicatie) voor zijn prominente rol in de klimaatdiscussie. Met lezingen probeert de weerman mensen bewust te maken van de ernst en impact van klimaatverandering. Bijna dagelijks discussieert hij op Twitter met klimaatontkenners en andere critici. Bijna honderdduizend volgers lezen met hem mee.
Het zelfvertrouwen om zich zo uit te spreken, kwam niet vanzelf. Hiemstra is een boerenzoon, hij groeide op in het Friese dorpje Suameer, gemeente Tietjerksteradeel, als tweede van vijf kinderen. Zijn dagen bracht hij grotendeels buitenshuis door: koeien melken, de stal uitmesten, bomen zagen en gras maaien.
Na het vwo ging Hiemstra (als eerste in het gezin) studeren. Hij koos voor landbouwtechniek in Wageningen. Daar kwam hij in een wereldwijs milieu, en werd hij zich ineens bewust van zijn achtergrond als dorpsjongen – hij was bijvoorbeeld nog nooit op vakantie in het buitenland geweest. Hij was zijn eerste studiejaren schuchter, had tijd nodig zich in de onbekende wereld thuis te gaan voelen.
Eén docent in het bijzonder maakte indruk op de jonge Hiemstra: de hoogleraar Meteorologie Bert Wartena, inmiddels overleden. Niet alleen omdat Wartena veel kennis bezat, maar ook omdat hij op een grote motor de campus opreed. Hij gaf college met zijn motorrijlaarzen aan. Net als Hiemstra kwam Wartena van het platteland, maar hij was zelfverzekerd en had een praktische houding. En dat praktische herkende Hiemstra ook in het vak zelf. „Meteorologie gaat over processen die we niet zien, maar het resultaat is overal om ons heen. Het is natuurkunde in de praktijk.”
Hoge- en lagedrukgebieden
De vele ramen in zijn huis reiken van de vloer tot bijna aan het plafond. Door zwarte kozijnen ziet Hiemstra een mooi, weids landschap. Als er een wolk boven het water hangt, de lucht grijs is of juist helder blauw, ziet hij meer dan anderen. Niet gewoon een wolk, maar hoe alles op elkaar inspeelt: hoge- en lagedrukgebieden, de tijd van het jaar, de zon die ervoor zorg dat warme lucht opstijgt, waterdamp die condenseert, afkoelt. De atmosfeer aan het werk. Hiemstra denkt vaak aan Johan Cruijffs gevleugelde uitspraak: „Je gaat het pas zien als je het doorhebt.” Voor hem ís dat meteorologie.
In 1998 zocht de NOS een nieuwe weerman. Hiemstra was net gestopt als hoofd van de operationele meteorologische dienst van het KNMI op Schiphol. In wijdere pakken dan nu, maar al even opgewekt vertelde hij het NOS-publiek over het aankomende weer. Als het regende was dat „fijn voor boeren en mensen met een tuin”.
Naast zijn televisiewerk begon Hiemstra in 2000 meteorologiebedrijf Weeronline. In die periode leerde hij Arnold Lobbrecht kennen, een hydroloog (deskundige op het gebied van watermanagement). Ze raakten bevriend. Later startten ze samen het bedrijf Weather Impact, waar wereldwijd ondernemers (veelal boeren in Afrika) voorspellingen kunnen opvragen van extreem weer door klimaatverandering.
De drukte van zijn verschillende banen ontvlucht Hiemstra op het water. In het zeilen vond hij de rust en ruimte terug waar hij al opgroeiend van genoot. Hij doet het in stijl: op een klassieke zeilboot (een Swan) uit 1975, 47 voet lang. Hij liet het schip in 2010 overvaren uit de VS door een schipper in te huren en zelf als een van de drie bemanningsleden aan boord te gaan. Ze waren een maand onderweg. Vooraf twijfelde hij flink: zou hij wel de oceaan oversteken? „Ik dacht: ik moet het niet doen. Maar dan blijkt dus dat het best kan, dat je met minder water en heel weinig slaap toe kunt.”
Zijn compagnon Lobbrecht bewondert, zegt hij, dat Hiemstra onvermoeibaar vrolijk en kalm blijft bij felle discussies over klimaatverandering. „Hij probeert niet met herrie en lawaai zijn boodschap over te brengen. Het deert hem verder niet wat mensen over hem zeggen.”
De Volkskrant doopte hem tot ‘weerwoord-man’. Twitter groeide uit, zegt Hiemstra zelf, tot „een beetje een hobby”. Hij kan mensen stevig van repliek dienen. Zo schreef hij over een tweet van Thierry Baudet: „Een tweet met vier keer onzin. Wie kan hier overheen?” De politicus had onder meer ontkend dat er sprake was van toenemend extreem weer.
Het zit niet in het karakter van de Fries om echt emotioneel te worden. Het woord activistisch vindt hij ook niet op zichzelf van toepassing, hij wil gewoon vertellen hoe het zit, wat wetenschappers zien. „Wat we meemaken, en wat we nog mee gaan maken. Het is echt ongekend. En heel veel mensen halen gewoon hun schouders op.”
Steeds meer westenwinden
Hiemstra zag gedurende de jaren het weer sterk veranderen. Het Nederlandse klimaat was altijd best gelijkmatig. Maar in de winters kwamen er steeds meer westenwinden met stortbuien. De zomers werden droger. Het was niet door één weersmoment dat hij bevlogen raakte over klimaatverandering. Wel waren er een paar schokkende eye-openers.
Zoals die zomer van 2019. Hiemstra weet nog hoe hij aan zijn ogen twijfelde achter zijn bureau in Hilversum, toen hij naar de waarden keek op de computer. „Nóóit, nooit had ik me kunnen voorstellen dat het ooit een keer 40 graden zou worden in Nederland.” Zo schrok hij ook van de overstromingen in Limburg, België en Duitsland, met meer dan tweehonderd doden en miljarden schade. „Het klimaat verandert veel sneller dan mensen zich realiseren.”
Bij zijn lezingen haalt de Fries er vaak de Elfstedentocht bij. Hiemstra zelf schaatste hem nog, grotendeels, halverwege de jaren tachtig. Voor hem is de tocht realiteit. Maar: de laatste tocht is nu 26 jaar geleden en zijn twee kinderen (twintigers) zullen die niet meer meemaken denkt hij. „Voor de hele jongere generatie is dit letterlijk al geschiedenis. ”
Zo denkt hij ook terug aan de winters die waarschijnlijk nooit meer terugkomen. Wekenlang sneeuw, wekenlang schaatsen, dat was normáál. In zijn ouderlijk huis, verwarmd door een kolenkacheltje, stonden de ramen vol ijsbloemen.
Hiemstra vreest dat mensen zich niet goed realiseren dat dit het eindpunt niet is, dat het weer nog veel meer gaat veranderen, veel sneller, veel dramatischer. „Grootschalige bosbranden worden in Nederland voorstelbaar. Overstromingen zoals in 1953 worden op de langere termijn voorstelbaar. Weinig mensen hebben in de gaten hoe groot dit is.”
De laatste jaren is Hiemstra nog uitgesprokener geworden, en nog meer overtuigd geraakt. Zendingsdrang, noemt hij het ook wel. Als men was blijven leven zoals in de jaren zeventig, zaten we nu veel minder in de problemen, weet hij. „We moeten anders nadenken over onze manier van leven. Die is veel te verkwistend, we zijn te veel roofbouw op de wereld aan het plegen.”
Lobbrecht ziet de laatste jaren meer practice what you preach bij Hiemstra. Hij werd vegetariër, bouwde twee jaar (tot in 2020) aan zijn circulaire huis, en stopte met vliegen naar Afrika voor zijn bedrijf Weather Impact. „Hij gaat stappen verder dan anderen”, zegt Lobbrecht, „dat doet hij heel goed. Het verhaal klopt, en is compleet.”
voorliefde voor Lancia’s
Elektrisch rijden was even slikken, vanwege Hiemstra’s voorliefde voor stijlvolle Italiaanse Lancia’s. Een collega van Hiemstra, weerman Peter Kuipers Munneke, kan zich zijn eerste werkdag bij de NOS in 2013 goed herinneren. Hiemstra zou hem inwerken, maar was verlaat: hij had een afspraak gehad met de voorzitter van de Lancia-vereniging in Nederland. „We hebben de hele dag over bezineauto’s gepraat”, zegt Kuipers Munneke.
Een paar jaar later vertelde Hiemstra aan Kuipers Munneke dat hij in een Tesla had gereden (destijds meer gedoe dan nu vanwege een tekort aan laadpalen). Hij was fan. „ ‘Ik heb in de toekomst gereden’, zei hij. Dat was zo’n moment dat ik merkte: er is in zijn hoofd iets aan het veranderen.”
Mensen zeggen dat ze niet zonder auto kunnen, zonder vliegen. Maar als het echt moet, kan het wel degelijk
Met het weerbericht komen de mannen de huiskamers van een paar miljoen mensen binnen. Steeds vaker proberen ze daarbij op klimaatverandering te wijzen. „Gerrit en ik nemen het voortouw. Bijvoorbeeld door het maandoverzicht van het weer, op de laatste dag van de maand, in de context van opwarming van de aarde te plaatsen. Dan zeggen we dat de maand januari gemiddeld twee graden warmer was dan honderd jaar geleden.”
Ook los van de weerberichten probeert het duo journalistieke aandacht te genereren voor weersextremen. „Op nieuwsredacties is er veel aandacht voor bijzonder weer in Nederland en in de VS. Maar daarbuiten niet, gek genoeg. Dus dan trekken we de redactie even aan z’n jasje, en wijzen we bijvoorbeeld op de overstromingen in Nieuw-Zeeland, of de extreme sneeuwval in Polen en Tsjechië.”
Toch houdt Hiemstra zich in, zegt hij zelf. „Ik loop wel rond in een journalistieke omgeving, maar ben geen journalist. Daar heb ik ook respect voor.” Bij de NOS moet je, zegt Hiemstra, een beetje je persoonlijke overtuiging thuislaten. „Ze hebben geen kleur, geen missie, geen agenda, niks anders dan mensen informeren over wat er gebeurt in de wereld. Als er dan ergens een vliegtuig neerstort om maar wat te zeggen, en er verschijnt een belangrijk klimaatrapport, dan weet ik waar het journaal mee opent.”
Kuipers Munneke ziet dat Hiemstra niet snel emotioneel wordt over het klimaat. „Maar ik proef bij hem wel af en toe onbegrip over mensen die er heel anders over denken. Voor Gerrit is het een uitgemaakte zaak: in de toekomst worden huizen duurzaam gebouwd en rijden we allemaal elektrisch. Zelf kan ik wel eens denken: komt dit wel goed? Maar voor hem is het zó logisch: de energietransitie. Ik denk dat hij daar optimisme uit haalt.”
Duurzaam huis en een Tesla
„Het bijzondere is”, zegt Hiemstra, „overal om ons heen barst het van de energie. In het water zit energie, in de grond, in de lucht. De zon is een oneindige energiebron. Er ís geen tekort aan energie. Het enige wat we moeten proberen, is op een zo simpel mogelijke manier die energie eruit te halen en voor onszelf te gebruiken.”
Maar dat wordt, zegt hij, pas makkelijker als we er weinig van nodig hebben. „Als we zo nodig moeten vliegen, of een jacuzzi in de tuin zetten – dan gaat dat niet. We moeten voor onszelf gaan afstrepen wat niet essentieel is.”
Maar heeft Hiemstra niet makkelijk praten, met zijn zakelijk succes? Hij kon een duurzaam huis en een Tesla betalen. Veruit de meesten zitten niet in zo’n luxe positie. „Juist de mensen met meer geld hebben de grootste CO2-uitstoot”, werpt de weerman tegen. „Daarom moeten zij het méést veranderen. Mensen met minder geld hoeven ook minder te doen, maar kunnen wel proberen energie te besparen in huis, minder spullen te kopen, minder vlees te eten en minder de auto pakken. Vaak bespaart dat nog geld ook.”
Het raakt aan een dieper geworteld idee bij Hiemstra. mensen kunnen meer aan dan ze denken. Het geeft hem hoop in de klimaatcrisis. Want de grootste uitdaging die we hebben, zit volgens hem tussen de oren. „Mensen zeggen dat ze niet zonder auto kunnen, zonder vliegen. Maar als het echt moet, kan het wel degelijk. Dan is er ineens veel meer mogelijk dan als je het mensen vraagt.”