N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onlangs kwamen er opnieuw cijfers naar buiten over de hoogte van de Nederlandse fossiele subsidies. Eerdere berekeningen schatten de fossiele subsidies op 4,4, 8,3 of 17,3 miljard euro per jaar. Volgens de nieuwste analyse lopen de gemiste belastingen op fossiele brandstoffen in sommige jaren op tot 30 miljard euro.
Al in 2009 beloofde Nederland in G20 verband om te stoppen met fossiele subsidies en in 2013 maakte het die belofte opnieuw, met de EU. Tien jaar en heel wat rapporten later gaat de discussie nog steeds over definities en bedragen, in plaats van over concrete plannen om gemaakte afspraken na te komen.
Ondertussen blijven fossiele subsidies torenhoog, terwijl de fossiele industrie recordwinsten boekt en huishoudens onbetaalbare energierekeningen voorgeschoteld krijgen.
Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) stelt in een Kamerbrief dat het kabinet overweegt om jaarlijks inzicht te gaan bieden in de omvang van de subsidies en hij zal daar nog dit voorjaar een eerste poging toe doen. Dit soort transparantie is belangrijk, maar mag concrete beleidsverandering niet verder vertragen.
Klimaatmaatregelen
Minister Jetten zou in de voorjaarsnota van mei een alomvattend plan moeten integreren voor het afschaffen van fossiele subsidies, als deel van het aangekondigde pakket aanvullende klimaatmaatregelen. De minister heeft namelijk alle ingrediënten tot zijn beschikking om een afbouwplan te maken.
Ten eerste is, anders dan de discussie over de hoeveelheid subsidies doet voorkomen, de definitiekwestie al beslecht. Het Nederlandse kabinet hanteert de definitie voor een subsidie van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Dit is een internationaal erkende definitie, met juridische werking. Het is een brede definitie die onder andere directe subsidies, belastingvoordeel, prijssteun en overheidsinvesteringen via staatsbedrijven of publieke banken omvat.
Ten tweede bieden de bestaande analyses van fossiele subsidies genoeg informatie om een afbouwplan op te stellen. In 2020 publiceerden de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Energieagentschap (IEA) een rapport, op basis van de WHO-definitie en in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Posten die de OESO en de IEA niet kwantificeerden, zijn in andere analyses wel onderzocht. De hoogte van de subsidies is niet per sé leidend, want die fluctueert sterk met de energieprijzen.
Ten derde konden fossiele subsidies tot voor kort met miljarden tegelijk onder de radar worden verstrekt, omdat het veelal om belastingvoordelen gaat. Nu is er echter flinke publieke druk om ze af te schaffen. Het is overigens tekenend dat de ontvangers van de subsidies zich niet roeren in het debat.
Rijkere huishoudens
Er zijn vele redenen om fossiele subsidies af te schaffen. Nederland kan er de CO2-uitstoot met 7,5 procent mee omlaag brengen tot 2030. We liggen momenteel niet op koers om de klimaatdoelen voor 2030 te halen, dus dit is een belangrijke kans. Het afschaffen van de fossiele subsidies maakt daarnaast miljarden vrij voor een eerlijke duurzame transitie. Momenteel zijn het vooral de vervuilende industrie en rijkere huishoudens die baat hebben bij de subsidies, niet de huishoudens of vernieuwende bedrijven die dit soort steun het hardst nodig hebben.
Ook geeft het afschaffen van de subsidies een impuls aan de industrie om te verduurzamen en daarmee toekomstbestendig te worden, en verbetert het de luchtkwaliteit. Luchtvervuiling veroorzaakt in Nederland een paar duizend sterfgevallen per jaar.
Hoe kan een afbouwplan voor fossiele subsidies eruit zien? Het moet onder andere de regressieve energiebelasting aanpakken. Nog steeds betaalt een grootverbruiker per kuub gas twaalf keer minder belasting dan een huishouden en per kWh elektriciteit zelfs 110 keer minder. Ook moet het plan subsidies voor gaswinning en raffinaderijen aanpakken en zorgen dat subsidies voor gasverbruik in de glastuinbouw en cement- en staalindustrie niet pas in 2025, maar al eerder worden stopgezet.
Groen jasje
Het plan dient aan een aantal randvoorwaarden te voldoen om succesvol te zijn. Ten eerste dient het plan inzichtelijk te maken hoe bespaarde subsidies worden verschoven, en hoe huishoudens en bedrijven daarvan zullen profiteren. Subsidies kunnen bijvoorbeeld verschoven worden naar energiebesparingsmaatregelen voor huishoudens met lage inkomens, openbaar vervoer of stimuleringsmaatregelen voor het vergroenen van de glastuinbouw.
Ten tweede dienen nieuwe fossiele subsidies in een ‘groen jasje’ te worden voorkomen. Miljarden voor het afvangen en opslaan van CO2 of grijze waterstof zijn niet uit te leggen wanneer de fossiele industrie recordwinsten boekt, en zijn tevens niet verenigbaar met het principe dat de vervuiler betaalt.
Ten derde moet het plan niet de Nederlandse verantwoordelijkheid ontlopen door naar de EU te wijzen. Belastingheffing is nou net een bevoegdheid van de lidstaten, met slechts beperkte regulatie ruimte voor de EU.
De ‘laatste waarschuwing’ van het recent verschenen IPCC-rapport onderstreept dat het van levensbelang is om deze kans om de transitie te versnellen te pakken.