N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaatverandering Fossiele subsidies blijven torenhoog, de fossiele industrie boekt recordwinsten. Gesoebat over definities staat hervorming in de weg, schrijven Laurie van der Burg en Pieter Pauw.
Protestactie van Extinction Rebellion op de A12 in Den Haag.
Foto Olivier Middendorp
Onlangs kwamen er opnieuw cijfers naar buiten over de hoogte van de Nederlandse fossiele subsidies. Eerdere berekeningen schatten de fossiele subsidies op 4,4, 8,3 of 17,3 miljard euro per jaar. Volgens de nieuwste analyse lopen de gemiste belastingen op fossiele brandstoffen in sommige jaren op tot 30 miljard euro.
Al in 2009 beloofde Nederland in G20 verband om te stoppen met fossiele subsidies en in 2013 maakte het die belofte opnieuw, met de EU. Tien jaar en heel wat rapporten later gaat de discussie nog steeds over definities en bedragen, in plaats van over concrete plannen om gemaakte afspraken na te komen.
Ondertussen blijven fossiele subsidies torenhoog, terwijl de fossiele industrie recordwinsten boekt en huishoudens onbetaalbare energierekeningen voorgeschoteld krijgen.
Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) stelt in een Kamerbrief dat het kabinet overweegt om jaarlijks inzicht te gaan bieden in de omvang van de subsidies en hij zal daar nog dit voorjaar een eerste poging toe doen. Dit soort transparantie is belangrijk, maar mag concrete beleidsverandering niet verder vertragen.
Klimaatmaatregelen
Minister Jetten zou in de voorjaarsnota van mei een alomvattend plan moeten integreren voor het afschaffen van fossiele subsidies, als deel van het aangekondigde pakket aanvullende klimaatmaatregelen. De minister heeft namelijk alle ingrediënten tot zijn beschikking om een afbouwplan te maken.
Ten eerste is, anders dan de discussie over de hoeveelheid subsidies doet voorkomen, de definitiekwestie al beslecht. Het Nederlandse kabinet hanteert de definitie voor een subsidie van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Dit is een internationaal erkende definitie, met juridische werking. Het is een brede definitie die onder andere directe subsidies, belastingvoordeel, prijssteun en overheidsinvesteringen via staatsbedrijven of publieke banken omvat.
Ten tweede bieden de bestaande analyses van fossiele subsidies genoeg informatie om een afbouwplan op te stellen. In 2020 publiceerden de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Energieagentschap (IEA) een rapport, op basis van de WHO-definitie en in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Posten die de OESO en de IEA niet kwantificeerden, zijn in andere analyses wel onderzocht. De hoogte van de subsidies is niet per sé leidend, want die fluctueert sterk met de energieprijzen.
Ten derde konden fossiele subsidies tot voor kort met miljarden tegelijk onder de radar worden verstrekt, omdat het veelal om belastingvoordelen gaat. Nu is er echter flinke publieke druk om ze af te schaffen. Het is overigens tekenend dat de ontvangers van de subsidies zich niet roeren in het debat.
Rijkere huishoudens
Er zijn vele redenen om fossiele subsidies af te schaffen. Nederland kan er de CO2-uitstoot met 7,5 procent mee omlaag brengen tot 2030. We liggen momenteel niet op koers om de klimaatdoelen voor 2030 te halen, dus dit is een belangrijke kans. Het afschaffen van de fossiele subsidies maakt daarnaast miljarden vrij voor een eerlijke duurzame transitie. Momenteel zijn het vooral de vervuilende industrie en rijkere huishoudens die baat hebben bij de subsidies, niet de huishoudens of vernieuwende bedrijven die dit soort steun het hardst nodig hebben.
Ook geeft het afschaffen van de subsidies een impuls aan de industrie om te verduurzamen en daarmee toekomstbestendig te worden, en verbetert het de luchtkwaliteit. Luchtvervuiling veroorzaakt in Nederland een paar duizend sterfgevallen per jaar.
Hoe kan een afbouwplan voor fossiele subsidies eruit zien? Het moet onder andere de regressieve energiebelasting aanpakken. Nog steeds betaalt een grootverbruiker per kuub gas twaalf keer minder belasting dan een huishouden en per kWh elektriciteit zelfs 110 keer minder. Ook moet het plan subsidies voor gaswinning en raffinaderijen aanpakken en zorgen dat subsidies voor gasverbruik in de glastuinbouw en cement- en staalindustrie niet pas in 2025, maar al eerder worden stopgezet.
Groen jasje
Het plan dient aan een aantal randvoorwaarden te voldoen om succesvol te zijn. Ten eerste dient het plan inzichtelijk te maken hoe bespaarde subsidies worden verschoven, en hoe huishoudens en bedrijven daarvan zullen profiteren. Subsidies kunnen bijvoorbeeld verschoven worden naar energiebesparingsmaatregelen voor huishoudens met lage inkomens, openbaar vervoer of stimuleringsmaatregelen voor het vergroenen van de glastuinbouw.
Ten tweede dienen nieuwe fossiele subsidies in een ‘groen jasje’ te worden voorkomen. Miljarden voor het afvangen en opslaan van CO2 of grijze waterstof zijn niet uit te leggen wanneer de fossiele industrie recordwinsten boekt, en zijn tevens niet verenigbaar met het principe dat de vervuiler betaalt.
Ten derde moet het plan niet de Nederlandse verantwoordelijkheid ontlopen door naar de EU te wijzen. Belastingheffing is nou net een bevoegdheid van de lidstaten, met slechts beperkte regulatie ruimte voor de EU.
De ‘laatste waarschuwing’ van het recent verschenen IPCC-rapport onderstreept dat het van levensbelang is om deze kans om de transitie te versnellen te pakken.
„Superman… Hij is geen man. Hij is een ‘het’”, zegt techmiljardair Lex Luthor tegen Superman in de nieuwste versie van de superheld-film. Geen speld tussen te krijgen: de bijna negentigjarige Superman is immers een goedhartige, optimistische en ongecompliceerde figuur – een soort blij ei van de planeet Krypton dat zich op aarde ontpopt tot superheld. Niks aan de hand zou je denken, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit: dankzij boos-Amerika is er anno 2025 weer ruis ontstaan over de oude superheld.
Wat is het probleem? Superman is een immigrant, of een alien voor wie dat wil, maar dat de regisseur James Gunn dit in een interview hardop had gezegd, was wel een probleem. Vooral omdat hij er terloops aan had gekoppeld dat Superman daarmee „het verhaal van Amerika vertelt”. Ook was de zinsnede, die tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de radio was bedacht, ‘Truth, justice, and the American way’ aangepast. Gunn had voor een vriendelijke variant gekozen: ‘Truth, justice and a better tomorrow’.
Migratie en vriendelijkheid: dat is een giftige cocktail voor Fox News, en de nieuwszender sprak er dan ook schande van. „Superman is going woke” was het uitgangspunt van een item waarin de film langs de lat van rechts-populistisch Amerika werd gelegd. Presentator Kellyanne Conway zag een complot in wat Gunn had gezegd. „Hij kon niet eens de slogan van Superman uitspreken, namelijk ‘fighting for truth, justice and the American way.’ Hij zei: ‘Truth, justice and all of those good things’!” Een van de gasten vond dat de cape een ‘woke-shield’ was geworden. Er was volgens hen één geruststelling: als Superman een immigrant was dan was hij wel een goed geassimileerde. Hij had twee banen en oogde op geen enkele manier als een achtergestelde immigrant.
Verwarde president
Dat was flink lachen op z’n Fox’ over die gekke Superman. Ook Donald Trump deed zijn zegje door zichzelf als Superman af te beelden op zijn socialemedia-site Truth Social. De verwarde president met opeens een gespierd lichaam: het is een beeldtaal waarmee meer potentaten raad weten. Ondertussen roerde Trump-aanhanger en voormalig tv-Superman Dean Cain zich ook in de discussie. „We weten dat Superman een immigrant is – hij is nota bene een alien… De ‘Amerikaanse manier’ is immigrantvriendelijk, enorm immigrantvriendelijk. Maar er zijn regels… Je kunt niet binnenkomen en zeggen: ‘Ik wil van alle regels in Amerika af, omdat ik wil dat het meer op Somalië lijkt.’ Er moeten grenzen zijn, want we kunnen niet iedereen in de VS toelaten. We kunnen niet iedereen hebben, de samenleving zal falen”, zegt Cain. Ook de Democraten roerden zich in de discussie op X, waarbij je je kan afvragen of daar nog iets te winnen was aan andere inzichten.
Superman gaat de wereld voorlopig niet van een cultuuroorlog redden. Bij Fox gingen ze sowieso niet kijken naar deze anti-Amerikaanse film: „We gaan niet naar het theater om ons de les te laten lezen door iemand die zijn ideologie in ons gezicht wil smijten.” De ironie van smijten met ideologieën ontging Conway, maar ze heeft gelijk. Met ideologieën moet je niet smijten. Soms moet je gewoon voor je waarden durven uit te komen.
Dat deden het Amsterdamse Paradiso, het Utrechtse Doornroosje en 013 in Tilburg deze week door alsnog Bob Vylan uit te nodigen. De punkband die in Engeland tijdens hun Glastonbury-optreden „Dood, dood, dood aan de IDF” [het Israëlische leger] had geroepen, kreeg met menig afzegging te maken, waaronder de voorprogramma’s waarvoor ze in Nederland geboekt waren. Maar daar lieten de Nederlandse zalen het niet bij zitten, en ze gaven Bob Vylan een eigen podium. In haar verklaring stelde Paradiso dat de woorden van Bob Vylan „niet de onze zijn, maar we erkennen het recht op verontwaardiging over oorlog en massaal menselijk leed. Zulke thema’s horen in onze ogen ook thuis in het publieke debat en op het podium”.
Daar kan Fox nog wat van leren als ze het hebben over een film- of theatervoorstelling. Op z’n Supermans: „I’m here to fight for truth and justice.”
Een roestig ijzeren hek, de spijlen krom getrokken. Een gruizig pad over een met onkruid overwoekerd erf. Een jonge kerkuil die zich zo te zien te pletter heeft gevlogen en bij de verveloze voordeur is neergelegd, de vleugels zorgzaam om het lijf gevouwen. En dan, binnen in het schemerdonker, op een harde houten spijlenstoel: de Vlaamse schrijver Chris De Stoop, bekend van bestsellers als Dit is mijn hof (2015). Er is nu een theatervoorstelling van gemaakt die 30 augustus in première gaat op het Zeeland Nazomerfestival.
Dit is mijn hof gaat over de teloorgang van de boeren in Vlaanderen en over de mentale nood van zijn broer, die drie jaar ouder dan hij was en vóór alles boer wilde zijn – tot het niet meer ging. In de nacht van 4 op 5 december 2010 pleegde hij zelfmoord, zesenvijftig jaar oud. Sindsdien rijdt Chris De Stoop bijna alle dagen van Wommelgem, waar hij woont met zijn vrouw, naar de vervallen boerderij in Sint-Gillis-Waas om bij het raam te gaan zitten schrijven. „Alsof ik”, zegt hij, „een schuld aan mijn broer moet afbetalen, en aan de boerderij, die me zoveel gegeven heeft.”
Ik ben met hem naar een therapeut gegaan, maar therapie werkt niet zo erg als je geen prater bent. Boeren zijn geen praters
Hij werd er in 1958 geboren en ging er op zijn 21e weg om, als eerste van alle generaties boeren boven hem, te gaan studeren, in Leuven, germanistiek. Hij werkte als journalist voor het Vlaamse weekblad Knack en reisde de hele wereld over voor zijn reportages. Zijn broer, die in 1980 na de dood van hun vader door een hersentumor het bedrijf met hun moeder had voortgezet, zag het als een vorm van desertie. „Ik liet de boel in de steek. Daar ging het vaak over tussen hem en mij, al was ik op het laatst om de paar dagen bij hem, en zeker elke zaterdag om hem te helpen met het boerenwerk.”
Kort na zijn broers dood stopte Chris De Stoop bij Knack en nu schrijft hij bijna alleen nog boeken waarin hij als een sociaal bewogen onderzoeker vertelt over de boerenwereld die aan het verdwijnen is, over zijn zonderlinge oom Daniël, die in zijn boerderij in Henegouwen vermoord werd door een jeugdbende, over de laatste bewoner van de Damiaanhoeve in Limburg, die verdacht werd van de moord op zijn vrouw. Daarnaast heeft hij nog wat akkertjes, waarop hij met de laatste boer in de buurt gewassen verbouwt. Vorig jaar zonnebloemen, dit jaar gras en maïs.
Sinds de dood van zijn broer rijdt Chris De Stoop bijna alle dagen naar de vervallen boerderij in Sint-Gillis-Waas om te schrijven.
Foto Wouter van Vooren
Je was in Haïti toen je broer stierf.
„Nota bene om een reportage over kleine boeren te schrijven na de aardbeving die daar geweest was. Na vijf dagen werd ik gebeld door een familielid die huisdokter is. Het heeft me twee dagen gekost om terug te keren; twee dagen heb ik zitten huilen in vliegtuigen en op luchthavens. Er lag hier een dik pak sneeuw en het had de hele week gevroren, tot min tien. Ik zag voor me hoe mijn broer bezig was geweest om met ketels heet water de waterleidingen en de drinkbakken open te houden, en om de kalveren, koeien en stieren water te geven uit de enige kraan die nog werkte.
„Die vrijdagnacht was de dooi ingezet en dan weet je dat sommige beesten de volgende ochtend tot hun schoft in het water staan doordat de lekken zijn gaan spuiten. Het moet hem wanhopig hebben gemaakt. Zijn troetelkalf, een mager scharminkel waar hij zoveel zorg en genegenheid in had gestopt, lag dood naast de mesthoop, de poten stijf naar de hemel, de bevroren tong uit de muil. Het was vreselijk. Het was een vreselijk harde periode.”
Hij verwaarloosde de moestuin, las de krant niet meer, keek geen tv, zat hele nachten daar te roken
Jullie moeder was al opgenomen in het verpleeghuis.
„Net voor die laatste zomer was ze gevallen, maar toen kon ze revalidatie weer naar huis. Ze ging weer aan het werk, op haar 82ste. Ze verzorgde de kalveren, ze gaf ze de fles als ze niet goed dronken – mijn broer had een zoogkoeienbedrijf – en deed het huishouden. Maar in oktober viel ze weer en toen had ze haar heup en bekken en knieschijf gebroken door vergevorderde osteoporose. Al snel was duidelijk dat ze nooit meer op de boerderij zou terugkeren. Ze kon zich niet eens meer omdraaien in bed. Mijn broer bleef alleen achter.
„In de zomer zei hij al dat hij het niet meer zag zitten. Hij dacht aan de dood, zei hij. Wie zou er rond zijn kist staan? Hij verwaarloosde de moestuin, las de krant niet meer, keek geen tv, zat hele nachten daar te roken.”
Chris De Stoop wijst naar de zwarte sofa bij het tafeltje waarop zijn laptop staat.
„Ik ben met hem naar een therapeut gegaan, maar therapie werkt niet zo erg als je geen prater bent. Boeren zijn geen praters. Achteraf zei de therapeut tegen mij dat het proces al enkele jaren bezig moest zijn geweest. Als dan op een kritiek moment een paar dingen samenkomen, is het gevaar van suïcide heel groot.”
Foto’s Wouter van Vooren
Je vertelt in ‘Dit is mijn hof’ ook zijn angst voor de overheid.
„Ik zie nog het gruwelijke beeld van mijn broer die elke keer dat ik kwam aanrijden vanachter een muur stond te kijken of het niet weer een controleur was. De controleurs mogen elk moment je erf binnenvallen en hij was een keer betrapt toen hij achter de schuur hout aan het opstoken was, zoals hij zijn hele leven gedaan had. Maar nu was het verboden. Hij had een nieuwe milieuvergunning nodig en hij was heel bang dat zijn oude, nog niet afgedekte mesthoop een probleem zou worden. Het meest extreme was de hormonenbrigade van de politie die huiszoeking kwam doen. Ze gingen in de koeienstal monsters nemen van de mest en het voer. Ze joegen de vrij rondlopende beesten op tot ze scheten van angst.
„Mijn broer werd ondervraagd alsof hij een misdadiger was, uitgerekend mijn broer, die traditioneel en kleinschalig werkte en zijn beesten voederde met eigen gewassen. Wat zou hij met hormonen werken? Een razzia was het. Alle kasten en laden hier in huis werden opengetrokken, de matrassen werden omgedraaid, ze snuffelden door de papieren van mijn vader zaliger, ze woelden met hun vuile handen door mijn moeders schone wasgoed. Ze lachten om de ouderwetse bedoening hier. Mijn hele leven zal me bijblijven wat mijn moeder toen zei: ‘Ge moogt alles onderzoeken, ge moogt boetes geven, maar ge moogt niet iemand zijn eer afpakken!’ Mijn broer heeft weken moeten wachten tot zijn in beslag genomen dieren weer werden vrijgegeven. Alle monsters waren negatief.”
Hij was omsingeld, schrijf je, door partijen die hem weg wilden hebben.
„In de jaren zestig waren hier in de straat twaalf boerderijen en die zijn bijna allemaal verdwenen, zoals in heel Europa miljoenen boerenbedrijven verdwenen zijn door de keuze voor een koers naar grootschaligheid, industrialisering en intensivering. Aan de overkant, waar vroeger onze beste wei was, een pachtwei, zit nu een grote meubelzaak. En daar” – hij draait zich om op zijn stoel – „is een immens tomatencomplex gekomen, waar Roemeense en Bulgaarse vrouwen de hele dag in een waanzinnig tempo tomaten zitten te sorteren, pure agro-industrie. Hiernaast is een villa gebouwd, op drie meter afstand van onze meer dan tweehonderd jaar oude schuur. Er stonden toen nog koeien in en mijn broer was bang dat de bewoners klachten zouden indienen wegens stankoverlast en lawaai. Daarachter is een windmolenpark gekomen, ondanks het verzet van mijn broer, en dan was er nog de autoweg naar Antwerpen, waardoor mijn broer afgesneden raakte van de polder waar ’s zomers zijn koeien liepen.”
De Stoop verbaast zich over de projecten rond de boerderij, zoals de bouw van een snelweg en een windmolenpark.
Foto Wouter van Vooren
De polder die deels is ingenomen om nieuwe natuur te creëren.
„Ter compensatie van de uitbreiding van de Antwerpse haven. Voor boeren is het lastig te begrijpen dat daar goede landbouwgrond voor werd opgegeven. Boeren hebben altijd gedacht dat ze in en met de natuur werken, en dan komen er opeens mensen die zeggen: je bent op een totaal verkeerde manier bezig, wat jij doet is het tegenovergestelde van natuur. Eén generatie geleden had je als boer een nobel beroep, je had aanzien in het dorp.
„Nu ben je een milieuschender en een dierenbeul. En dan de stikstofcrisis die erbij is gekomen. Die heeft de existentiële onzekerheid onder boeren nog vele malen vergroot. Ze zien een zondvloed aan maatregelen op zich afkomen en ze hebben geen enkele duidelijkheid over hun toekomst. Toen ik Dit is mijn hof schreef was net het boek De hanenbalken van Lizzy van Leeuwen uitgekomen, over zelfmoord op het platteland. Daarin werd al vastgesteld dat dubbel zoveel boeren als burgers uit het leven stappen.”
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-description="Exterieur van de boerderij.
Foto Wouter van Vooren
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Exterieur van de boerderij.
De Stoop werd in 1958 op de boerderij geboren en woonde er tot zijn 21e.
Foto Wouter van Vooren
Je broer had graag een gezin gehad.
„Het is er nooit gekomen. Hij was een heel populaire jongen vroeger, veel populairder dan ik. Hij had ook veel meer relaties met meisjes dan ik, maar na een jaar, hooguit twee jaar, sprongen ze altijd af, want die meisjes wilden niet boeren. Tot zijn veertigste ging hij nog naar bars en discotheken, soms ging ik met hem mee. Het was zielig om hem en al die andere boerenzonen die tevergeefs op zoek waren naar een vrouw, rijen dik rond de bar te zien staan. Als hij het geluk had gehad om wel een vrouw te vinden, dan denk ik dat hij zo door het leven was gefietst. Het was het grote verdriet van mijn moeder ook: dat haar oudste zoon altijd alleen was gebleven. Wat is een boer zonder boerin? Ze heeft moeten meemaken dat hij stierf. Ze kon het niet verwerken. Tot haar laatste snik verweet ze zichzelf dat ze was gevallen.”
Jij blijft jezelf verwijten dat je naar Haïti was vertrokken.
„Alle directe nabestaanden van iemand die zichzelf heeft gedood blijven zich afvragen waarom ze het niet hebben voorkomen en of ze niet mede de oorzaak zijn geweest. Mijn broer en ik hadden een zeer goede en warme relatie. Tot mijn eenentwintigste heb ik hier” – hij trekt de deur achter zich open – „in de opkamer met hem in één bed geslapen.”
Wat ga je met deze boerderij doen?
„Het is gruwelijk om de eeuwenlange band met de grond en de voorouders te verbreken. Ik ben niet eens de laatste schakel, ik ben de tang die de laatste schakel doorknipt. De boerderij is oud en versleten, niet meer levensvatbaar. Ik hoop hier nog lang mijn schrijfplek te hebben, liefst tot mijn laatste dag.”
Lees ook
‘Praat bij suïcidale gedachten niet alleen met lotgenoten. Zo kom je in een negatieve spiraal terecht’, zeggen deze onderzoekers
Bijna alle Nederlandse nieuwsbedrijven stellen een belangrijk deel van hun archief beschikbaar aan onderzoeksinstituut TNO, voor de ontwikkeling van een Nederlands antwoord op AI-modellen als ChatGPT. TNO en mediabedrijven hebben daar een overeenkomst voor getekend, zo is deze donderdag bekendgemaakt.
Het project, dat voorlopig GPT-NL heet, is daarmee een grote stap dichter bij verwezenlijking gekomen. Eind dit jaar of begin volgend jaar moet het volgens TNO, dat samenwerkt met medeoprichters SURF en NFI, gebruiksklaar zijn.
TNO kan nu voor de training van de kunstmatige intelligentie van GPT-NL artikelen gebruiken uit alle kranten en sites van onder meer de grote mediabedrijven DPG en Mediahuis (waaronder NRC), van andere leden van branche-organisatie NDP Nieuwsmedia en stukken van nieuwsdienst ANP. Daarmee is in één klap de hoeveelheid Nederlandse data verdubbeld waarmee het nieuwe AI-taalmodel ontwikkeld wordt.
Het gaat om bijna alle artikelen van de afgelopen twintig jaar, uitgezonderd die van de laatste zes maanden. Alleen de publieke omroep doet (nog) niet mee. Volgens een woordvoerder is die wel „in gesprek met GPT-NL over de mogelijke levering van data voor het AI-model”.
Diefstal
Het ministerie van Economische Zaken financiert het project met 13,5 miljoen euro, om in Nederland te komen tot „een transparant, eerlijk en toetsbaar gebruik van artificiële intelligentie (AI)”. GPT-NL moet het Nederlandse alternatief worden voor de taalmodellen die internationale AI-bedrijven als Google, Meta en OpenAI de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Die hebben enorme hoeveelheden data gebruikt waarvoor zij geen toestemming hadden gevraagd aan de eigenaars van de auteursrechten, laat staan dat ze ervoor betaalden. Onlangs noemde topman Christian Van Thillo van DPG, het grootste mediabedrijf in Nederland, deze manier om kunstmatige intelligentie te ontwikkelen in NRC nog „de grootste diefstal ooit van auteursrechtelijk beschermd materiaal”.
Internationaal hebben mediabedrijven verschillend gereageerd op het feit dat AI-bedrijven op die manier hun journalistiek hebben gebruikt. The New York Times heeft een proces aangespannen tegen OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, wegens inbreuk op zijn auteursrechten. Maar sinds een klein jaar zijn enkele andere internationale nieuwsbedrijven (waaronder de Financial Times, The Guardian, Le Monde, Axel Springer en persbureau AP) begonnen hun data tegen betaling beschikbaar te stellen aan AI-bedrijven.
Big Tech
In Nederland heeft geen van de nieuwsuitgevers op eigen houtje zo’n akkoord gesloten. Omdat vooral gróte nieuwsbedrijven afspraken kunnen maken met AI-bedrijven, en kleinere uitgevers dan achter het net vissen, wilde de sector in Nederland zo veel mogelijk samen optrekken om de dominantie van Big Tech het hoofd te bieden. Zo’n gezamenlijke aanpak levert ook een grotere dataset op, wat aantrekkelijk is voor AI-makers.
De nieuwsbedrijven krijgen nu nog geen geld voor de data die ze TNO leveren. Maar als GPT-NL op de markt komt, delen ze allemaal in de eventuele opbrengsten. Nu de afspraak met TNO rond is, willen de nieuwsbedrijven ook gezamenlijk in gesprek met Big Tech over een licentie voor de beschikbaarstelling van hun data tegen betaling.
Herman Wolswinkel, directeur van NDP Nieuwsmedia: „Big Tech-bedrijven stellen regelmatig dat uitgevers AI-innovatie in de weg staan, omdat het niet te doen zou zijn met alle rechthebbenden afspraken te maken. Dat argument telt in Nederland niet meer: er is nu één loket waar AI-makers, ook de grote technologiebedrijven, terecht kunnen voor een grote, hoogkwalitatieve en Nederlandstalige dataset voor de training van AI.”
Artikelen van de afgelopen zes maanden zijn uitgesloten van het akkoord, omdat de nieuwsbedrijven de AI-makers niet willen voorzien van actuele informatie waarmee ze zich tot concurrenten kunnen ontwikkelen. „Eén op de twintig Nederlanders gebruikt nu al een chatbot voor nieuws, en één op de negen jongeren doet dat”, zegt Wolswinkel. „Terwijl uit onderzoek blijkt dat chatbots in veel dingen goed zijn, maar niet in het brengen van betrouwbaar nieuws. Voor ons staat voorop dat de nieuwsmedia zélf de bron blijven waar het publiek komt om betrouwbaar nieuws te lezen, te bekijken of beluisteren.”
Bronnen
In meerdere opzichten zal het Nederlandse taalmodel verschillen van ChatGPT, Gemini of Grok. Niet alleen worden auteursrechten gerespecteerd, ook is TNO transparant over de data waarmee het model wordt getraind. Die zijn niet zomaar her en der van het internet geplukt, maar afkomstig van gezaghebbende bronnen als de Tweede Kamer, website rechtspraak.nl, Het Utrechts Archief, museum Naturalis – en nu dus ook van de gevestigde nieuwsbedrijven. Persoonlijke gegevens worden uit de data gefilterd, zodat de chatbot die niet kan verspreiden. Daardoor kan GPT-NL (anders de Amerikaanse en Chinese modellen) voldoen aan de Europese privacywetgeving, in Nederland de AVG.
GPT-NL zal niet gratis zijn en is in eerste instantie ook niet bedoeld voor individuele gebruikers. Doelgroep vormen bedrijven, instellingen en overheden, die op basis van GPT-NL hun eigen chatbot kunnen bouwen, bijvoorbeeld als vraagbaak voor hun klantenservice.
„Met ons budget van 13,5 miljoen euro kunnen we niet hetzelfde ontwikkelen als de grote techbedrijven, die miljarden tot hun beschikking hebben”, zegt Selmar Smit, grondlegger van GPT-NL en manager science and technology bij TNO. „Vergelijk GPT-NL met een middelbare scholier. Die moet je ook nog een vervolgopleiding geven voor je hem aan het werk kan zetten.” Voor onderzoekers komt er een aparte licentie, met een zo laag mogelijk tarief, zegt Smit.
Heeft dit relatief kleine, Nederlandse project kans van slagen in de concurrentie met de AI-modellen van Big Tech? Smit ziet zeker goede kansen, om te beginnen met de overheid als klant. „Ambtenaren mogen eigenlijk niet werken met systemen die niet in overeenstemming zijn met de AVG. Ook Nederlandse multinationals kunnen het eigenlijk niet maken om niet AVG-proof te werken. Als wij met GPT-NL een veilig alternatief kunnen aanbieden, is er eigenlijk geen reden meer om ChatGPT te blijven gebruiken. Voor de consument is dat nog acceptabel, maar niet voor grote organisaties.”
Lees ook
Lees ook: Een Nederlands, ethisch AI-model bouwen? ‘Moeilijk, maar we geloven dat het gaat lukken’
Het idee voor GPT-NL, zegt Smit, kwam voort uit de wens niet afhankelijk te zijn van „een aantal grote, Amerikaanse spelers” en hun taalmodellen. Die zijn nuttig, maar onduidelijk is waarmee ze getraind zijn. „Als je kijkt wat er nu gebeurt in de wereld, kan je niet helemaal uitsluiten dat zulke grote bedrijven er materiaal in stoppen dat hun belang dient, en niet dat van ons. Ons doel is een AI-model te bouwen volgens de Europese normen en waarden, met respect voor de auteursrechten en de privacy.”