Het aantal kerkleden neemt nog altijd af, maar opvallend is wel dat meer Gen Z’ers dan Millenials zichzelf als gelovig beschouwen. Dat blijkt – op Palmzondag – uit het persbericht rondom de publicatie van de zesde editie van ‘God in Nederland’. Dat is de tienjaarlijkse enquête van de Radboud Universiteit, HDC Centre for Religious History van de Vrije Universiteit Amsterdam en KRO-NCRV. Zij doen onderzoek naar de religieuze en kerkelijke ontwikkelingen in Nederland, gericht op het christelijke geloof.
Het onderzoek is gebaseerd op de antwoorden van ongeveer 2.000 Nederlanders. Zij vulden in 2024 een enquête in. Daaruit blijkt dat de ontkerkelijking doorzet: In 2015 was nog 32 procent van de Nederlanders lid van een kerk, tien jaar later is dat 27 procent.
Opvallend is wel dat 27 procent van de ondervraagde Gen Z’ers, mensen van de Generatie Z (doorgaans geboren tussen 1997 en 2012), zichzelf als gelovig beschouwt. Dat is meer dan de generatie daarvoor: 22 procent van de Millennials (1981-1996) is gelovig. Ook na een rondgang van NRC in maart van dit jaar bleek dat verschillende kerkgenootschappen een toenemende religieuze belangstelling van jongeren signaleren. Ook de verkoop van bijbels neemt toe, bleek uit onderzoek van het Nederlands Dagblad.
Sinds 1966, op initiatief van het damesblad Margriet, vindt het onderzoek ‘God in Nederland’ plaats. Latere edities werden gepubliceerd in 1979, 1996, 2006 en 2015. Later deze maand verschijnt de publicatie ‘God in Nederland 1966-2024’, met daarin de volledige onderzoeksresultaten.
Lees ook
Kerken zien meer jongeren komen. ‘Wij denken dat de heilige geest aan het waaien is’
Volgens de overlevering was het protest tegen de plaatsing van kruisraketten – in 1983 in Den Haag – met 550.000 deelnemers het grootste in de Nederlandse geschiedenis. Er werd door de organisatie hard gerekend om het aantal aanwezigen in te schatten – daarvoor keek ze onder meer naar de verkoop van treinkaartjes en het aantal gehuurde bussen. Logisch, want het aantal mensen dat op komt dagen, laat zien hoeveel draagvlak de boodschap geniet.
Aantallen zijn politiek, ziet ook Stefan Verwer, communicatiemanager bij Oxfam Novib. Verwer werkte mee aan de inschatting van het aantal mensen dat afgelopen zondag de Rode Lijn-demonstratie van Oxfam Novib bijwoonde.
Sommige betogers haakten af bij het Vredespaleis, bijvoorbeeld mensen die slecht ter been waren
Die middag meldde de organisatie dat 150.000 mensen aanwezig waren bij het protest in Den Haag. Met de demonstraties wil de organisatie doorgaan totdat „de Nederlandse politiek de Rode Lijn trekt en de Nederlandse medeplichtigheid aan Israëls oorlogsmisdaden stopt”.
Oxfam Novib had deze keer goed uitgedacht hoe het aantal deelnemers te tellen, zegt Verwer: „We wilden voorkomen dat het bij een ruwe schatting bleef. Er wordt vaak geprobeerd de opkomst lager voor te stellen dan die daadwerkelijk is.”
Dat ervoer hij na de vorige Rode Lijn-demonstratie van 18 mei, die werd ingeschat op honderdduizend deelnemers – een aantal waarvoor niet zo’n uitgebreide onderbouwing was als deze keer.
‘Sfeerbeheerders’
Hoe kwam Oxfam Novib tot de schatting? Met behulp van ongeveer vijftig ‘sfeerbeheerders’, die ervoor moeten zorgen dat de demonstratie niet uit de hand loopt. Die stonden langs de aanlooproutes naar het Malieveld en op het terrein zelf. Later stonden ze ook langs de stoet die door de stad trok. Op drie afgesproken momenten maakten ze foto’s van hun locatie. Een collega verderop, achter een computer, stelde vast hoeveel personen er gemiddeld per vierkante meter stonden. „We hebben de gegevens ingevoerd in MapChecking”, zegt Verwer. Dat is een online tool die aan de hand van de dichtheid van mensen en het oppervlak het aantal aanwezigen schat.
MapChecking wordt ook door sommige gemeenten en de politie gebruikt bij evenementen. Maar: „Het blijft voor een groot deel mensenwerk.”
De eerste telling, waar 150.000 uitkwam, was tussen 13.00 en 13.30 uur, zegt Verwer. Het was het drukste moment aan het begin van de mars. Latere tellingen waren iets lager, onder andere omdat een deel van de deelnemers onderweg stopte of voortijdig vertrok. „Sommigen haakten af bij het Vredespaleis, bijvoorbeeld mensen die slecht ter been waren.”
Het verschil tussen de hoogste en de laagste meting was volgens Verwer maximaal vijfduizend mensen.
Lees ook
Aantallen, daar draait het om op de tweede Rode Lijn-demonstratie
Politie
In nieuwsberichten kwamen ook heel andere aantallen naar voren: enkele tienduizenden, „honderdduizend”, schreef de NOS. En persbureau ANP schatte op een bepaald moment zeventigduizend mensen.
Hoe zit dat? Ze maakten volgens Verwer vooral een inschatting op het oog. Dat is bijna niet te doen als het om zoveel mensen gaat, zegt hij. „Op ons podium werd aanvankelijk ook door iemand het getal 100.000 genoemd, nog voordat wij onze onderbouwde inschatting hadden gedaan.”
Oxfam Novib was deze keer de enige die systematisch telde. De politie schatte in het verleden vaak achteraf de opkomst, maar niet langer, zegt woordvoerder Suzanne van de Graaf van de landelijke politie. De politie merkte dat haar inschattingen vaak verschilden van die van de organisatie, wat vervolgens tot onmin leidde. „Het blijven schattingen.”
Zulke onenigheid ontstond bijvoorbeeld bij de mars Samen voor Nederland, in 2021. De organisatie wilde een geluid tegen de coronamaatregelen laten horen. De gemeente sprak van ruim twintigduizend demonstranten, de organisatie ging uit van vijftigduizend tot honderdduizend mensen. „Zo wilden wij het niet”, zegt Verwer. „Je wil niet dat de discussie gaat over het aantal mensen, in plaats van over de boodschap.”
Lees ook
Zette Belgrado een geluidswapen in tegen betogers? ‘Het voelde alsof iemand mijn gezicht had opgeblazen’
Tegenover een geautomatiseerde bloemenwinkel, waar voorverpakte boeketten en lang houdbare rozen worden aangeboden, ligt een man met blauwe pet ’s ochtends om zes uur op een bankje te slapen. De eerste winkels van het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne openen twee uur later, dus alleen een paar forenzen zien een andere man ongestoord door de gangpaden fietsen. Bij de MediaMarkt is een om geld bedelende man met papiertjes en een vuurtje in de weer. Op enkele meters afstand liggen nog twee slapende mannen.
De voorbije zes tot acht maanden is „zowel het aantal personen als de overlast en incidenten in Hoog Catharijne in de nacht toegenomen”, schreef het Utrechts college onlangs in een brief aan de gemeenteraad. Ook de sfeer „wordt grimmiger”. Daarom gaat het winkelcentrum ergens deze zomer ‘s nachts potdicht, een wens van de eigenaar, institutioneel vastgoedbelegger Klépierre. Treinreizigers kunnen minimaal een jaar geen gebruik maken van de snelle 24-uursroute die door een deel van Hoog Catharijne loopt, tussen de binnenstad en het hoofdstation.
Ondanks extra beveiligers, uitrukkende politie en een persoonsgerichte aanpak nam de overlast, volgens de gemeente, niet af. De groep overlastgevers – daklozen, drugsgebruikers, dealers – bestaat doorgaans uit dertig tot vijftig personen. Het gaat om Utrechtse inwoners en migranten uit Oost-Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, schrijft het college. Vooral jonge asielzoekers uit Syrië en Algerije worden verantwoordelijk gehouden voor de toename van (gewelds)incidenten. Door de nachtelijke sluiting hoopt de gemeente dat overlastgevers hulp zoeken bij een nachtopvang, terugkeren naar een COA-locatie of zorg aannemen.
Lees ook
Gemeenten slaan alarm: jonge asielzoekers uit Syrië glijden af naar de criminaliteit
Restauranthouder Jan Hagenouw vindt de nachtelijke sluiting van Hoog Catharijne „een heel goed idee”.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Kosten
Jan Hagenouw denkt dat de nachtelijke sluiting „een heel goed idee is”. De eigenaar van restaurant Hagenouw, gehuld in een groen shirt met blauwe bretels, zit om half twaalf ’s middags samen met zijn vrouw, roze shirt en rode lippenstift, voor zijn zaak in Hoog Catharijne. Op tafel liggen het AD Utrechts Nieuwsblad en De Telegraaf. De extra beveiligingskosten die eigenaar Klépierre maakt worden doorberekend aan de ondernemers, stelt hij. „Terwijl het om een probleem met asielprocedures draait. Als ze een veilige plek hebben, halen ze ’s avonds echt geen rottigheid uit in Hoog Catharijne.”
Hagenouw, die ook de Belangenvereniging Hoog Catharijne voorzit, is 35 jaar ondernemer in het winkelcentrum en heeft ook de problematiek met heroïneverslaafden meegemaakt in de vorige eeuw. „Dit probleem is niet hetzelfde, want niet lokaal op te lossen. Anders hadden we wel een draaiboek uit de kast gehaald.” De huidige problematiek moet door landelijke of Europese politici verholpen worden, vindt hij.
Als ze een veilige plek hebben, halen ze ’s avonds echt geen rottigheid uit in Hoog Catharijne
De meeste winkels langs de 24-uursroute horen bij een keten. Als NRC vrijdagochtend en -middag vraagt naar ervaringen van winkelpersoneel, wordt vaak eerst een hogergeplaatste opgebeld, die vervolgens geen toestemming geeft voor een interview. Het onderwerp ligt gevoelig.
Soms willen werknemers wel anoniem iets kwijt. Volgens de assistent-manager van een hamburgerrestaurant, willen sommige werknemers geen sluitdiensten meer draaien. Ze vrezen een grote groep hangjongeren die ’s avonds samenkomt in het winkelcentrum, gevolgd door drugsdealers. „Na negen uur is het één grote feestpartij.” Daarom is hij is blij met de onlangs geplaatste extra camera’s. Ook is de politie bij calamiteiten binnen drie minuten aanwezig, zegt hij.
Veiliger
De manager van een broodjeszaak, Marcos van Rossum, betrapte eens iemand die op zijn terras aan het urineren was. In de ochtend is het winkelcentrum een „vuilnisbelt”, stelt hij. Bij een lunchzaak, een paar deuren verder, trof de ochtendploeg buiten tafels aan met kots en brandplekken. Er zijn geregeld vechtpartijen. Toch baalt een vrouwelijke medewerker dat het winkelcentrum ’s nachts dichtgaat, omdat de fel verlichte route binnendoor voor haar veiliger aanvoelt.
Ook de NS, medeverantwoordelijk voor de veiligheid in de stationshal, heeft twijfels over het tijdelijke plan. „We begrijpen de keuze, maar vrezen dat de sluiting het probleem niet oplost maar verplaatst. In de stationshal hebben ze ook een dak boven hun hoofd”, zegt een woordvoerder telefonisch. De NS is nog in gesprek met de gemeente over de overlast, maar wil niet in detail treden over de inhoud.
De nachtelijke sluiting voelt voor de Utrechtse VVD, de grootste oppositiepartij in de raad, als „capitulatie” en „symptoombestrijding”, zegt lijsttrekker Tess Meerding. De partij pleit voor een permanente politiepost in het stationsgebied met agenten. „Als de politie nu een ronde doet, houden de overlastgevers zich even koest. Maar daarna gaan ze door met wat ze van plan waren.”
De politie heeft een capaciteitsprobleem, erkent Meerding, „maar dit is zo’n uitzonderlijke situatie dat vergaande politiemaatregelen nodig zijn”. Recentelijk heeft ze samen met de lokale tak van D66 vragen ingediend bij burgemeester Sharon Dijksma. Zijn er geen andere maatregelen dan sluiting mogelijk?, wil Meerding onder meer weten.
Een ingang van Hoog Catharijne.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Susan & Freek
De gemeente Utrecht zegt tegen NRC dat alles wat er over de kwestie te zeggen valt in de raadsbrief staat. Het stadsbestuur schrijft dat de nachtelijke sluiting „geen structurele oplossing” is, maar verwacht dat de overlast rondom het station op korte termijn vermindert. De autoriteiten beloven na invoering in de gaten te houden of de overlast zich verplaatst. Waar nodig treden handhavers op of bieden zorgverleners hulp aan, belooft het stadsbestuur.
Restauranthouder Hagenouw hoopt dat de bewakers van het winkelcentrum zich snel weer met andere zaken kunnen bezighouden. „Toen [zangduo] Suzan & Freek eens een pop-up store openden, stonden er zulke achterlijke rijen. Dat leiden we wel graag in goede banen, want dan komen er géén messen tevoorschijn.”
Als het rond de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv in november vorig jaar uit de hand zou lopen, dan volgens scenario’s die de politie kende. Hooligans zouden elkaar in groepen te lijf kunnen gaan. De Kristallnachtherdenking diezelfde avond zou door demonstranten verstoord kunnen worden, op vergelijkbare wijze als bij de opening van het Holocaustmuseum.
Dat ongeregeldheden ook heel anders zouden kunnen verlopen stond niet bij de politie op het netvlies. Dus toen kleine groepjes relschoppers gerichte aanvallen gingen uitvoeren op Israëlische Maccabi-supporters én op „mensen die voor Joods werden aangezien”, werd de politie verrast.
Lees ook
Lees ook de reconstructie: Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
Dat blijkt uit een rapport dat de Inspectie Justitie en Veiligheid maandagochtend heeft gepubliceerd. De inspectie, die binnen het ministerie toezicht houdt op uitvoeringsorganisaties, onderzocht hoe de politie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zich voorbereidden op de wedstrijd en de herdenking, en hoe de politie daadwerkelijk handelde. Beelden van mishandelingen en andere ongeregeldheden gingen begin november de hele wereld over, leidden tot diplomatieke spanningen en verdere onrust tussen groepen in Amsterdam.
Met klassieke scenario’s heeft de politie ervaring, zegt hoofdinspecteur Peter Neuteboom. „En nu deed zich een situatie voor waarin relschoppers achter individuele supporters aan gingen. Daar had de politie geen antwoord op.”
Het rapport heeft lof voor de wijze waarop de Amsterdamse politie haar werkwijze op straat wist aan te passen toen de situatie zo anders bleek dan verwacht. De Amsterdamse politie, zegt Neuteboom, „bleef binnen bestaande concepten doorwerken, totdat ze rond middernacht zagen dat er iets anders aan de hand was dan voorzien. Toen besloten ze om niet achter relschoppers aan te gaan, maar om de belaagden te beschermen.” Bijvoorbeeld door een grote groep Maccabi-fans in te sluiten en met bussen naar hotels te brengen. Door snel te schakelen, handelde de politie „professioneel en slagvaardig”, zegt hij.
Het rapport roept tegelijkertijd de vraag op of de politie die verrassing ook niet over zichzelf afriep. Bleef het niet te lang in klassieke scenario’s denken, toen de situatie in appgroepen en in de stad ook op iets heel anders kon wijzen? „Helemaal tevreden zijn we niet”, zegt Neuteboom
Het gaat voor het eerst mis in de nacht voor de wedstrijd. In Amsterdamse appgroepen is dan al een paar dagen gesproken over het aanvallen van Israëliërs – ook de politie las die berichten, meldde Het Parool in december. Op de avond zelf trekken Maccabi-fans door de binnenstad. Zij trekken een Palestijnse vlag van een gevel, belagen een taxichauffeur en – die informatie uit het rapport is nieuw – vallen met „hangsloten scooterrijders” aan. Daarna mobiliseren onder meer taxichauffeurs zich, met name rond een casino waar veel Maccabi-fans samengekomen zijn. Dat is zoals de politie het verwachtte: groepen die elkaar belagen.
Maar diezelfde nacht worden op meerdere plekken in Amsterdam ook al individuele Israëliërs belaagd, waarna de daders snel vluchten – precies het type aanval dat zich de avond erna in veelvoud zal herhalen. Ook donderdagmiddag, op klaarlichte dag, vindt zo’n ‘flitsactie’ plaats, op het Spui. Toch worden die acties niet herkend als afwijking van de voorbereide scenario’s. Ook appberichten die, met name op donderdag overdag en ’s avonds, al oproepen om „losse groepen” en „zionisten overal waar je ze ziet” aan te vallen, worden door de politie gezien als bevestiging van hun scenario.
Hoe kan dat? Neuteboom gaat „een beetje voor de politie zitten praten”, en zegt: „Die mishandeling op het Spui was op dat moment een unieke actie. De politie maakt de afweging dat het een op zichzelf staand iets is. Achteraf beschouwd was het dat niet.” En „achteraf was het misschien ongelukkig” dat dreigende appberichten door de politie werden geïnterpreteerd binnen het klassieke scenario.
Tegelijkertijd zag Neuteboom in de appberichten die hij kon lezen geen aankondigingen voor wat er donderdagnacht daadwerkelijk gebeurde: razendsnelle aanvallen door jongens op fatbikes en scooters. Er was daarom „geen aanleiding om andere scenario’s” te ontwikkelen dan die binnen de klassieke kaders pasten. Het was „business as usual”. Daar, zegt Neuteboom, „moet je het hogere niveau niet mee belasten”: de driehoek van burgemeester Femke Halsema, de politiechef en het Openbaar Ministerie.
Mishandeld
De aanvallen van donderdagnacht waren uiteindelijk niet alleen tegen Maccabi-fans gericht, concludeert het rapport. Er werd ook expliciet gezocht naar Joden en mensen „van wie relschoppers dachten dat ze Joods waren”, aldus Neuteboom. Meerdere mensen zijn om die reden daadwerkelijk mishandeld, terwijl ze Joods noch Israëlisch waren, zo blijkt uit verklaringen van agenten, berichten op sociale media en verklaringen van slachtoffers.
Had het allemaal anders kunnen verlopen? Antwoorden hebben op vragen die je niet kent, kan niet, zegt Neuteboom. „Wie dat kan, verdient de hoofdprijs.” Tegelijkertijd is de klassieke inzet van de mobiele eenheid bij flitsacties als die na de wedstrijd „te statisch”. De politie moet volgens de inspectie daarom „flexibele en adaptieve” manieren van inzet gaan ontwikkelen. Neuteboom: „De politie moet sneller kunnen schakelen naar het onbekende, zodat ze eerder tot actie kunnen overgaan.”
De inspectie heeft haar oorspronkelijke vraagstelling – samengevat: over welke informatie beschikten de politie en de NCTV voor en tijdens de rellen? – uitgebreid naar de uitvoering. Daarbij kijkt het rapport niet alleen naar de politie, maar ook naar de NCTV.
Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam had persoonlijk met het hoofd ervan gebeld op 29 oktober – „vanwege zorgen over de bijzondere omstandigheden en context waarin de wedstrijd plaatsvindt”, zoals de Amsterdamse driehoek na de rellen schreef. De burgemeester zei later dat ze nadrukkelijk had gevraagd naar de dreiging rond de aanwezigheid van de supporters. De NCTV zag, volgens het rapport van de inspectie, „geen aanleiding om aanvullende maatregelen te adviseren”.
Achteraf leidde dit tot enige wrevel tussen gemeente en NCTV, waarbij elk een andere uitleg gaf van wat was gevraagd en wat was geadviseerd. Het is reden voor de inspectie om de NCTV te adviseren: maak duidelijker wat gemeenten wel en niet van de veiligheidscoördinator kunnen verwachten.