‘Het is alsof je elke dag over een snelweg rijdt”, zegt Hans de Raaff, beleidsmedewerker milieu van de Drentse gemeente Borger-Odoorn. „Jaren rij je probleemloos dezelfde route. En dan ineens krijg je een snelheidsbekeuring. En de volgende dag weer. Elke dag. Terwijl je niks anders bent gaan doen. Op het werk klaag je erover, en collega’s zeggen: wij ook, jij ook al? Dat is het gevoel dat bij gemeenten leeft.”
De metafoor van De Raaff gaat over PMD-afval (plastic, metalen, drankenkartons). Gemeenten melden dat steeds meer van het door inwoners gescheiden PMD-afval wordt afgekeurd, tot wel driekwart van het ingezamelde afval.
De afkeuring gaat vaak per vrachtwagen: de hele lading gaat dan alsnog de verbrandingsoven in, óók plastic dat goed te recyclen zou zijn. Gemeenten lopen daardoor inkomsten mis voor het plastic afval dat ze hebben verzameld, en moeten bovendien betalen voor de (milieuvervuilende) verbranding. Ook bewoners zijn de dupe, want veel gemeenten verhogen vervolgens hun afvalstoffenheffing.
Sommige grote steden laten al het ingezamelde afval ‘nascheiden’ in fabrieken, maar de meeste gemeenten hebben ‘bronscheiding’. Bewoners gooien hun plastic afval dan in een aparte bak.
Lees ook
Crisis in de plasticrecycling: nieuw plastic is te goedkoop
Radioprogramma KRO-NCRV Pointer deed een steekproef naar afkeuring van afvalplastic, waarbij 21 gemeentes vragen beantwoordden. Roosendaal meldde er geen extra last van te hebben. De andere twintig hadden er de afgelopen jaren wel mee te maken. Ze meldden ook extra kosten en gederfde inkomsten. Middelburg en Amersfoort schatten de ‘schade’ hierdoor op 400.000 euro, Apeldoorn noemt 1,3 miljoen en Enschede ruim 2 miljoen euro.
De gemeenten wijzen Verpact aan als schuldige. Die organiseert de inzameling van het plastic afval en is opdrachtgever van veel van de locaties waar dit wordt gekeurd. Wie betaalt, bepaalt – aldus gemeenten.
Verpact heette tot 1 maart het Afvalfonds, en is in feite een organisatie van de verpakkende industrie – bedrijven als Unilever en Procter & Gamble. Die industrie heeft van de overheid de verantwoordelijkheid gekregen voor recycling van de verpakkingsmaterialen die zij voor hun producten gebruiken. Verpact voert die taak uit. Bedrijven betalen de stichting ruim een euro per kilo plastic voor de verwerking en recycling ervan.
Gemeenten en Verpact ruziën nu. De gemeenten vinden dat Verpact te streng laat controleren op vervuiling van het PMD-afval en te rigoureus afval afwijst. In december stemde op een vergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten 99,3 procent voor een motie om een contract dat ze hebben met Verpact open te breken. Tegelijk werd het nieuwe kabinet opgeroepen de regie terug te pakken over de verwerking van PMD-afval.
Maximaal 15 procent vervuiling
Het contract tussen gemeenten en Verpact dat nu ter discussie staat, stamt uit 2020. Daarin staat uitgebreid beschreven hoe vervuild PMD-afval in de vuilniswagens mag zijn. Afgesproken werd dat er maximaal 15 procent ‘vervuiling’ mag zijn. Volgens gemeenten worden de afspraken strenger toegepast dan ze bedoeld zijn.
Om te de-escaleren zoekt staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) nu een onafhankelijk bemiddelaar tussen gemeenten en Verpact.
In Borger-Odoorn rijden, als in zoveel andere gemeenten, elke paar weken vrachtwagens rond om de PMD-containers te legen. Ze gaan naar een ‘overslaglocatie’ waar de chauffeur zijn lading in een hal op de vloer stort. Daar staat de ‘acceptant’ die de vracht uit elkaar trekt, en er zoveel mogelijk verontreiniging uithaalt. Dat gaat met name om spullen die geen verpakkingsafval zijn; denk aan grijze afvalzakken, vijverfolie en landbouwfolie.
Wordt de vracht niet goedgekeurd, omdat de vervuiling meer dan de maximale 15 procent is, dan gaat alles alsnog naar de verbrandingsinstallatie – ook het deel dat wél goed is.
Werd van Borger-Odoorn in 2021 nog minder dan 1 procent van het PMD-aanbod afgekeurd, nu is het opeens 23 procent. En dat terwijl de gemeente bewoners juist extra is gaan informeren over wat wel en niet de container in mag. Andere gemeenten noemen vergelijkbare of nog hogere afkeuringspercentages. Apeldoorn, meldt zelfs dat driekwart van zijn afval wordt afgekeurd. Die gemeente heeft ondergrondse PMD-containers, waar vaak verkeerd afval in belandt, zo leert de ervaring.
Volgens gemeenten keken overslaglocaties voorheen vooral naar ‘stoorstoffen’: materialen die per se niet in de recycling mogen komen. Denk aan klein chemisch afval, pvc, lege verfblikken. Maar tegenwoordig wordt in de praktijk vaak gekeurd op aanwezigheid van etensresten in het afval. In antwoord op vragen van Pointer bevestigde afvalverwerker Rova (Midden- en Oost-Nederland) dat „een complex protocol” nu wordt gebruikt als „harde afrekenmethode”.
Jaimi van Essen, D66-wethouder in Deventer, diende – toen nog als wethouder in Losser – de motie bij de VNG in om het Verpact-contract open te breken. „De afspraken zijn aan een herziening toe”, zegt hij. „Het doel moet zijn: circulariteit. Niet het zo goedkoop mogelijk verwerken van afval omdat de industrie dat zo wil.” In beide gemeenten maakte hij mee dat de afkeuring toenam. „Van de ene op de andere dag.”
Koekenpannen
„Het probleem met PMD is dat de verpakkingen niet zo goed worden leeggemaakt”, zegt Verpact-directeur Hester Klein Lankhorst. „Sommige mensen gooien een vol pak yoghurt weg, of een verpakking waar nog vlees in zit. We komen luiers tegen, koekenpannen. Het probleem is echt serieus.”
Dat gemeenten ineens steeds meer afkeuring merken, komt volgens haar doordat de keurmeesters op de overslaglocaties de afspraken uit 2020 beter naleven. „Er ging vroeger heel veel doorheen met te veel vervuiling. Dat verstoorde daarna het recyclingproces.” Vaak werden toegelaten vrachten alsnog verbrand, zegt Klein Lankhorst.
Het contract openbreken, waar gemeenten om vragen, ziet ze absoluut niet zitten. Gemeenten moeten volgens haar beter hun best doen voor een ‘schone’ PMD-stroom. Bijvoorbeeld door bewoners beter te informeren over wat wel en niet de PMD-bakken (of -zakken) in moet. Of door te stoppen met ondergrondse containers voor PMD-afval.
Lees ook
Waarom scheiden we zelf ons afval? En vijf andere vragen over afvalscheiding
Zo eenvoudig is het niet, zeggen gemeenten. Ze zijn al volop bezig mensen beter te informeren, maar het is tegelijk een ingewikkeld verhaal. Leg maar uit dat de bak bedoeld is voor verpakkingen en niet voor grote stukken ander plastic – de verpakkingsindustrie betaalt immers. En vertel ook maar eens dat biobased plastic, niet gemaakt uit aardolie, ook al niet in de bak mag.
Ondanks maatregelen om meer plastic te recyclen en minder te verbranden, blijft het percentage afgedankt plastic dat toch wordt verbrand hoog. In 2022 ging het om 52 procent van al het ingezamelde plastic.
Gemeenten wijzen erop dat veel plastic daarnaast geen hoogwaardig nieuw gebruik krijgt. Het eindigt bijvoorbeeld als bermpaaltje, niet als nieuwe verpakking.
Dat verkeerde spullen in de PMD-container terechtkomen, is zeker niet de enige reden dat er uiteindelijk weinig wordt gerecycled, zegt Marieke Brouwer, onderzoeker bij Wageningen University & Research. „De meeste verpakkingen zijn niet goed recyclebaar.”
Brouwer deed er in 2021 onderzoek naar. Destijds bleek slechts 28 procent van de verpakkingen goed geschikt voor hergebruik. Bedrijven houden er bij hun keuzes te weinig rekening mee. Zo zijn wasmiddelflacons moeilijk te recyclen als er een heel groot label op geplakt is. Brouwer zag ook vaak combinaties van verschillende soorten plastic, of papier én plastic. De industrie zou haar producten anders moeten ontwerpen, zegt ze.
Versmering
Tegelijk heeft Brouwer ook begrip voor het strikte optreden van Verpact tegen verkeerde spullen tussen het PMD-afval. „Voedselresten geven in het recyclingproces inderdaad een vervelende versmering. De computer herkent de verpakking en ziet de etensresten niet. De volgende stap is dan vermalen. Als er heel veel voedselresten in zitten, geeft dat veel viezigheid.”
Maar ook mét ongewenste stukken karton of textiel ertussen kan je PMD-afval nog goed recyclen, zegt Brouwer. „Uit ons onderzoek blijkt dat als de vervuiling eruit gesorteerd wordt, het voor de kwaliteit van het recyclaat [de grondstof voor gerecyclede producten] niet zo’n probleem is. Maar het geeft extra moeite en kosten voor het sorteerbedrijf. Dus het is een geldkwestie. De vraag is: waar in de keten los je het probleem op?”
Anders dan bij glas en karton is recycling van plastic verpakkingen jaar na jaar verlieslatend. Het kost Verpact en de bedrijven erachter ruim 300 miljoen euro per jaar om plastic te sorteren en te recyclen. „Glas is een simpeler grondstof”, zegt Brouwer. „Plastic komt in verschillende vormen, soms gemengd met papier en andere materialen. Dat is een heel ander verhaal.”
Verpact probeert producenten aan te sporen hun producten beter te verpakken. Zo krijgen ze korting als ze een goed recyclebare verpakking maken. Ook introduceerde de stichting een apart tarief voor verpakkingen die deels uit gerecycled plastic bestaan.
Klein Lankhorst erkent dat de verschillen in het tarief klein zijn en niet direct iedereen overtuigen. „Zolang ruwe olie en dus nieuw plastic zo goedkoop is, kunnen we dit niet alleen.”
Intussen wachten gemeenten en Verpact tot het ministerie van Infrastructur en Waterstaat de onafhankelijk bemiddelaar in hun conflict heeft gevonden. Sleutelen aan de norm van hooguit 15 procent vervuiling wil Klein Lankhorst in ieder geval niet. „Gemeenten kunnen toch niet met droge ogen zeggen: wij willen naar een kwart vervuiling toe? Dat zou toch bezopen zijn, als we een circulaire economie willen? Ik hoop dat we snel in een constructief gesprek terechtkomen over hoe het beter kan.”