Er is meer nodig om het aantal vuurwerkslachtoffers naar beneden te krijgen. Dat vinden niet alleen burgemeesters van grote steden die het kabinet oproepen tot nieuwe maatregelen, maar ook experts. Het huidige ‘afsteekverbod’ dat in steeds meer gemeenten van kracht wordt, werkt volgens hen niet.
„Het is geen zinvolle maatregel”, zegt Martijntje Bakker, directeur van VeiligheidNL, het kenniscentrum voor letselpreventie dat onderzoek doet naar vuurwerkslachtoffers. Volgens Bakker trekken inwoners zich weinig aan van het verbod, omdat er door de overheid ‘tegenstrijdige signalen’ worden afgegeven. „Je mag vuurwerk kopen maar niet afsteken. En als je het tóch doet, wordt er – om begrijpelijke redenen – niet op gehandhaafd. Dat is een rare combinatie van maatregelen.”
Uit cijfers blijkt volgens Bakker dat het afsteekverbod weinig effect heeft. „Ziekenhuizen in regio’s waar een afsteekverbod geldt, hebben het sindsdien niet minder druk gekregen.”
In 2020 besloten de eerste gemeenten tot zo’n lokaal afsteekverbod, waaronder Rotterdam. Inmiddels geldt het in negentien gemeenten (van de 342). Vanwege het uitblijven van landelijke maatregelen zullen er „gegarandeerd veel meer gemeenten volgen met een lokaal verbod”, stelt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Weinig van te merken
In Utrecht, Alkmaar en Zutphen was het dit jaar voor het eerst verboden vuurwerk af te steken. Alledrie de gemeenten laten weten dat er weinig van te merken was. In Rotterdam overleed een 14-jarige jongen door een vuurwerkongeluk. In Utrecht waren er minder slachtoffers dan voorgaande jaren maar was het letsel wel zwaarder, meldt UMC Utrecht.
„We hadden van tevoren ook niet verwacht dat er niks zou worden afgestoken”, zegt de woordvoerder van de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma. „Het verbod was vooral bedoeld om het gesprek op gang te brengen.”
Niet alleen de ziekenhuizen, ook de brandweer had het druk afgelopen jaarwisseling. Zo waren er opmerkelijk veel autobranden, 270 in totaal, blijkt uit cijfers van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV).
Coronapandemie
Volgens Bakker heeft het meer zin om kinderen beter voor te lichten. „Vorig jaar zagen we een substantiële stijging onder slachtoffers tussen de 12 tot 15 jaar. Die zou je nog veel meer kunnen informeren over de risico’s van zwaar vuurwerk.”
Om het aantal slachtoffers écht te verminderen, zijn meer ingrijpende maatregelen nodig, zegt Bakker. Ze verwijst naar de forse daling van slachtoffers tijdens de coronapandemie. „Toen was er niet alleen in Nederland maar ook in omringende landen een verbod. In het tweede coronajaar was er geen verbod in omringende landen, en zag je dat het aantal slachtoffers direct weer verdubbelde. Dus eigenlijk is een verbod pas écht effectief als je daarover Europese afspraken zou maken.”
Dat lijkt er voorlopig niet van te komen. Coalitiepartijen PVV, BBB, VVD en NSC willen geen verbod, zei premier Schoof al voor de jaarwisseling.
Tot die tijd blijven gemeenten hopen dat ze met lokale verboden een ‘gedragsverandering’ teweeg kunnen brengen. De woordvoerder van Zutphen trekt een vergelijking met de invoering van het rookverbod. „Dat mocht op gegeven moment ook niet meer. In het begin hield niemand zich eraan, en nu is het vreemd als iemand een sigaret opsteekt in de kroeg. We hopen dat het zo ook met vuurwerk zal gaan.”
Lees ook
Hoe verkeerd afgestoken vuurwerk een fatale afloop kreeg: ‘Ik kreeg pas een ongerust gevoel toen ik hem niet kon bereiken’
Walnoot, rozen, kersen, citroen, olijf, esdoorn. De Syrische kunstenaar en houtbewerker Ibrahim Abu Khadouj (60, bijnaam Abu Hani) benoemt één voor één de houtsoorten die op een werktafel liggen in zijn atelier. In de stoffige ruimte staan grote houtbewerkingsmachines, achterin staat zijn werk uitgestald. Abu Hani is meester in een typisch Damasceens ambacht: mozaïek, een techniek van ingelegd hout.
Na het ontwerpen van een patroon begint hij ieder kunstwerk met het maken van de mozaïek. Daarvoor worden lange stokjes uit verschillende houtsoorten in geometrische vormen gesneden, en vervolgens strak op elkaar gelijmd. Daarvan worden zeer dunne plakjes afgesneden. De zo ontstane mozaïeken worden ingelegd in houten doosjes, schaak- of backgammonspellen, meubels of spiegellijsten.
Na het in de was zetten van het hout komen de verschillende kleuren, gevangen in het mozaïek, meer tot hun recht: het citroenhout wordt geler, het kersenhout roder, het walnoothout dieper bruin. Soms wordt aan de mozaïeken parelmoer toegevoegd.
De kunst van het houten mozaïek bloeide eind negentiende eeuw op in Damascus, in Ottomaans Syrië. De ontwikkeling van de techniek wordt vaak toegeschreven aan de ambachtsman Girgis Bitar. Ook in de eeuwen daarvoor was het Syrische houtwerk beroemd. Met diverse houtsoorten, voornamelijk uit Syrië zelf, werden verfijnde en complexe houtkunstwerken gemaakt, die elders in de regio gretig aftrek vonden.
Vlucht uit Damascus
In ballingschap heeft Abu Hani een werkplaats in een industriële buitenwijk van de Jordaanse hoofdstad Amman, waar hij in mei 2012 vanuit Damascus naartoe vluchtte. Abu Hani is een zachtaardige man van weinig woorden. Vol liefde vertelt hij over zijn vak en de houtsoorten. Wanneer het over de oorlog in Syrië gaat, wordt zijn verdriet in het atelier voelbaar. Zijn wijk Jobar, in het oostelijke deel van Damascus, is hevig gebombardeerd door het regeringsleger van Assad. Nadat Abu Hani met zijn gezin was gevlucht, werden zijn huis en werkplaats verwoest. „Een van mijn neven is bij een checkpoint tussen Damascus en het omliggende platteland aangehouden, en sindsdien verdwenen.”
In Jordanië wonen ruim 600.000 geregistreerde Syrische vluchtelingen. Nu het regime van president Bashar al-Assad is gevallen, zijn sommigen van hen terug naar Syrië gegaan, vaak tijdelijk om op zoek te gaan naar familieleden, of om te kijken hoe hun oude woonplaatsen erbij liggen. Voor Abu Hani is dat nog niet aan de orde. Op zijn telefoon laat hij een filmpje zien dat hij recent ontving van een kennis uit Jobar, die vorige maand na de val van Assad voor het eerst terug kon naar het voorheen afgesloten gebied. Zijn oude wijk ligt volledig in puin.
Voor de oorlog hadden meer dan twintig ambachtslieden van het houten inlegwerk in Damascus een atelier in de stad – een deel van hen is de afgelopen jaren tijdens de burgeroorlog gevlucht. De familie van Abu Hani raakte verspreid over Jordanië, Turkije, Zwitserland en Canada.
De liefde van Abu Hani voor het mozaïek ontstond op zijn veertiende, toen zijn broer een werkplaats opende tegenover hun huis in Jobar, en hij na school bij hem in de leer ging. Al snel besloot hij school te verlaten en zich volledig te richten op het houtbewerken, dat aandacht en precisie vereist. „Het duurde tien jaar voordat ik het ambacht volledig beheerste en zelfstandig een stuk kon maken.”
Syrisch walnoothout
Na zijn vlucht naar Amman creëerde Abu Hani in een nieuwe werkplaats een stukje Damascus. Het hout waar hij mee werkt is deels afkomstig uit zijn geboorteland, dat hij sinds 2012 niet meer heeft gezien. Een van zijn geliefde houtsoorten, het walnoothout, komt uit Ghouta, de groene omgeving ten oosten van Damascus, grenzend aan zijn oude woonplaats Jobar. In het district Ghouta vond een van de gruwelijkste aanvallen door het Assad-regime plaats toen het gebied in handen was van gewapende oppositiegroepen. Dit leidde in bijvoorbeeld 2013 tot de inzet van chemische wapens tegen de bevolking.
Abu Hani’s atelier in Amman ademt Damascus. Tegelijkertijd leidt zijn werk ook af van de wereld buiten de mozaïek, en de herinneringen aan de oorlog. „Als ik aan het werk ben, dan denk ik aan niets anders.” Hij maakt vooral klassieke ontwerpen, met ingelegde mozaïeken in vierkante, rechthoekige of stervormen. Maar hij ontwerpt ook meer experimentele designs: een van de mozaïeken op een houten doos is geïnspireerd op het patroon van oude tegelvloeren in de huizen van Damascus. Zijn kunstwerken worden behalve in Jordanië ook in het buitenland verkocht.
Om te zorgen dat het ambacht niet in de vergetelheid raakt, wil Abu Hani de techniek overdragen aan de volgende generaties, en leidt daarom studenten – waaronder zijn 33-jarige zoon – op in zijn atelier. Ook hun zal het tien jaar kosten voordat zij de kunst volledig beheersen, denkt hij. Telefoons worden tijdens lessen uit de werkplaats geweerd. „Je moet rustig en geduldig zijn, en doorzettingsvermogen hebben.”
Elon Musk komt als geroepen, voor de radicaal-rechtse politici en partijen die hij op verschillende continenten te hulp schiet. Niet alleen omdat hij de rijkste man ter wereld is, of omdat hij zo’n reusachtige megafoon heeft, als eigenaar en populairste gebruiker van X. Maar vooral om wie hij is.
Musk heeft zich bewezen als vernieuwer. Met zijn elektrische auto’s, zijn raketten en satellieten, zijn initiatieven op het gebied van kunstmatige intelligentie, cryptovaluta en hersenimplantaten, en niet te vergeten zijn ambitie om mensen naar Mars te sturen, belichaamt hij moderniteit en vooruitgang. En dat straalt gunstig af op de conservatieve politici en partijen die hij nu luidruchtig en dramatisch aanprijst als de laatste kans om hun landen voor de ondergang te behoeden.
De hele radicaal-rechtse beweging, van aankomend president Donald Trump tot de Duitse AfD en de Nederlandse PVV, leunt sterk op nostalgie naar een geïdealiseerd verleden (Making America Great Again! Nederland weer van ons!). Wat ontbrak was een moderniseringsvisie, projecten waaraan mensen in donkere tijden optimisme kunnen ontlenen.
Precies dat biedt Musk – naast alle reactionaire ideeën, complottheorieën, provocaties, dreigementen en hatelijkheden waarin hij óók grossiert. Voor de 78-jarige, niet altijd meer samenhangend pratende Trump werkt de 53-jarige, altijd opgewonden ideeënfontein Musk aan zijn zijde als een soort verjongingskuur. Musk heeft gezorgd voor nieuwe energie en een „rebranding van Trumps imago”, schreef The New Yorker kort na de verkiezingen. Alsof Trump opeens ook een beetje deel uitmaakt van het snelle wereldje in Silicon Valley, dat met revolutionaire technologieën bezig is de toekomst van de mensheid te bepalen.
Radicaal en ongeremd
Ook in andere landen zouden politici graag iets meepikken van die glans van Musk. Zoals de leider van de Duitse liberale FDP, Christian Lindner, die een tot mislukken gedoemde poging deed aan te schurken tegen Musk. Die koos liever voor de radicaal- en deels extreemrechtse AfD. Want radicaal is Musk altijd. Uit op ophef, kabaal en het verstoren van de gevestigde orde – van de auto-industrie tot de ruimtevaart tot de democratische politiek in verschillende landen. Musk heeft „een strijdbare relatie met de wereld”, karakteriseerde zijn eerste vrouw hem eens volgens de biografie Musk, van Walter Isaacson.
Deze donderdag meldde de Financial Times dat Musk met niet nader genoemde geestverwanten heeft overlegd hoe ze het best de Britse premier Keir Starmer nog voor de volgende verkiezingen ten val kunnen brengen. Op X, waar hij meer dan 211 miljoen volgers heeft, beschuldigde Musk Starmer er eerder van „medeplichtig aan massale verkrachtingen” te zijn geweest, „in ruil voor stemmen”. Hij schreef op X ook een peiling uit over de vraag of „Amerika het Britse volk moet bevrijden van zijn tirannieke regering”.
Musk heeft de smaak van de politiek duidelijk te pakken, sinds hij deze zomer in de verkiezingscampagne van Donald Trump een centrale rol opeiste. Zijn tactiek is daarbij altijd tweeledig: met grote woorden steun verlenen aan zijn favorieten, en tegelijk wilde en ongeremd harde aanvallen lanceren op hun tegenstanders, die in veel gevallen vertegenwoordigers zijn van de zittende macht.
In Duitsland, net als het Verenigd Koninkrijk een van de belangrijkste bondgenoten van de Verenigde Staten, helpt Musk de omstreden anti-immigratiepartij AfD door op X te verkondigen dat alleen de AfD Duitsland nog kan redden. Afgelopen donderdagavond, zo’n zes weken voor de parlementsverkiezingen, hield hij een live-gesprek op X met partijleider Alice Weidel. Het was een teken van respect voor haar partij, waarmee Musk vanaf de andere kant van de oceaan een flinke bres sloeg in de muur om de AfD die de andere partijen in Duitsland koortsachtig overeind proberen te houden. In strijd met de waarheid noemde Musk Weidel „de leidende kandidaat om Duitsland te gaan leiden” (in de peilingen staat de AfD zo’n tien procentpunten achter op de CDU).
Afgelopen weken had Musk op X zijn pijlen al gericht op drie prominente vertegenwoordigers van de Duitse staat: bondskanselier Scholz („een incompetente dwaas die onmiddellijk moet aftreden”), president Steinmeier („een anti-democratische tiran”) en vice-kanselier Habeck („een verrader”).
‘De trol niet voederen’
Politici en media zien zich genoodzaakt steeds in te gaan op wat Musk agendeert. De vraag waar hij precies op uit is wordt daarbij nauwelijks gesteld, laat staan beantwoord. Gaat het hem echt om de politieke agenda van een partij als de AfD? Of wil hij in Europa vooral chaos zaaien, in de hoop zo af te komen van de door hem en de andere techbazen vervloekte regulering van sociale media en andere digitale bedrijven?
Musk is moeilijk ergens op vast te pinnen. Het jennen en sarren beheerst hij als weinig anderen. Toen de Canadese premier Justin Trudeau zijn aftreden had aangekondigd en sterk afwijzend reageerde op Trumps suggestie dat Canada zich bij de VS zou moeten aansluiten, kon Musk het niet laten Trudeau op X belachelijk te maken. „Meid, je bent niet meer de gouverneur van Canada, het kan niemand iets schelen wat je zegt.”
Politici en media zien zich genoodzaakt steeds in te gaan op wat Musk agendeert
De buitenlandse leiders proberen het hoofd koel te houden. Scholz pleitte ervoor niet te veel aandacht aan hem te besteden en „de trol niet te voederen”. Maar een effectief antwoord op Musks politieke agitatie hebben ze niet. „Wie zou tien jaar geleden hebben geloofd”, zei de Franse president Macron maandag hulpeloos, „dat de eigenaar van een van de grootste sociale netwerken ter wereld steun zou geven aan een nieuwe, internationale reactionaire beweging, en zich direct zou mengen in verkiezingen, onder meer in Duitsland?”
Musk zélf heeft geen enkel democratisch mandaat, ook niet in de Verenigde Staten, waar Trump hem een belangrijke rol heeft toegewezen bij het inkrimpen van het overheidsapparaat. Hij hoeft zich van niemand wat aan te trekken – en doet dat schijnbaar ook niet.
First Buddy
De enige die hem misschien aan banden kan leggen is straks president Trump. In enkele maanden is de tech-miljardair erin geslaagd zo’n nauwe band met Trump op te bouwen, dat hij in de media de informele titel ‘First Buddy’ heeft gekregen. Volgens een van de kleinkinderen van Trump is Musk inmiddels bijna deel van de familie en heeft hij „uncle status” bereikt.
Maar terwijl Musk – met heel veel goede wil – nu nog gezien kan worden als een nogal zelfstandig en onconventioneel opererende adviseur, dringt de vraag zich op of hij eigenlijk niet al machtiger is dan Trump. Musk heeft geen ambtstermijn die op zeker moment verstrijkt. Hij heeft zijn eigen massale aanhang en zijn eigen relaties met wereldleiders (verwacht van hem geen hatelijke tweets over de presidenten Poetin van Rusland, Xi van China, of kroonprins Mohammed bin Salman, de feitelijke heerser van Saoedi-Arabië).
Volgens een van de kleinkinderen van Trump is Musk bijna deel van de familie met „uncle status”
In 2023 schreef The New Yorker nog over „de schaduwheerschappij van Elon Musk”. Maar twee jaar later staat hij in het volle licht – een positie die hem goed lijkt te bevallen. Hij uit zich met een spervuur van berichten op X, vele tientallen per dag, vol grote woorden, grofheden en uitzinnige beschuldigingen – over politiek, games, de media (een van zijn favoriete mikpunten) en het ‘virus van het woke denken’ (een van zijn andere mikpunten). Met filmpjes van raketlanceringen, puberale grappen, hondenfluitjes naar extreemrechts en commentaar op ontwikkelingen in de pop-cultuur, waarvan hijzelf als cultfiguur inmiddels deel uitmaakt.
Musk is, met zijn raketten, satellieten (cruciaal op het slagveld in Oekraïne) en X, ook zónder Trump een geopolitieke speler van jewelste. Zo bezien heeft hij betere papieren om zijn stempel op deze tijd te drukken dan de president die hij geacht wordt te dienen.
Thomas Mann hield van bouwen. Niet alleen van een imposant oeuvre met vuistdikke romans zoals Buddenbrooks en Der Zauberberg , maar ook van huizen. Zo liet hij in 1913 in zijn woonplaats München een grote, bürgerlich-herrschaftliche villa neerzetten, waarin hij met zijn vrouw Katia en zijn zes kinderen woonde. Een salon was er niet. De belangrijkste kamer op de begane grond was de aan het terras grenzende werkkamer van de schrijver, waar Mann ’s ochtends schreef om het geschrevene ’s avonds aan zijn gezin voor te lezen.
Van het prijzengeld van de Nobelprijs voor Literatuur liet Mann in 1929 in het Litouwse Nidda op een hoog duin een houten villa met zeezicht bouwen. Hij zou er slechts drie zomervakanties doorbrengen, want toen in 1933 de nazi’s aan de macht kwamen, bleef hij in Zwitserland en durfde hij niet meer via Duitsland naar Litouwen te reizen.
Manns bouwwoede bereikte een hoogtepunt in 1942 in Pacific Palisades, een sjieke buitenwijk van Los Angeles, ook wel ‘Duits Californië’ genoemd, omdat er zoveel andere Duitse ballingen woonden, zoals de filosofen Theodor W. Adorno en Max Horkheimer, de componist Arnold Schönberg en Nobelprijslaureaat Lion Feuchtwanger, de Duits-Joodse schrijver van de bestseller Jud Süss (1925).
Witte villa
Deze villa van Thomas Mann ligt in het rampgebied van het door de natuurbranden geteisterde Los Angeles. Het gebouw werd ontruimd en is vooralsnog onbeschadigd. Maar de belendende Villa Aurora van Lion Feuchtwanger, die sinds de dood van zijn vrouw in 1995 een belangrijk cultureel centrum is met onder meer de zeer kostbare bibliotheek van de schrijver, werd deels door brand verwoest.
Mann, die in 1938 vanuit Zwitserse ballingschap naar de VS was gevlucht, liet in Pacific Palisades op een grote lap grond, die hij voor 6500 dollar had gekocht, een langgerekte modernistische, witte villa met grote raampartijen neerzetten. Vanaf het terras in zijn tuin had hij uitzicht op de Stille Oceaan. Ook had hij de volgens eigen zeggen „de mooiste werkkamer” van zijn leven.
’s Middags wandelde Mann op de nabijgelegen boulevard met zijn poedel Niko en bewonderde hij behalve de Stille Oceaan ook de mooie matrozen die er flaneerden.
Deze keer had het huis wel een salon. Beroemde Duitse musici, onder wie de eveneens voor Hitler gevluchte dirigent Bruno Walter gaven er huisconcerten. De halve Duitse Exil-gemeenschap kwam bij de Manns op bezoek. Als je het even niet doorhad, dan waande je je gewoon in het intellectuele Duitsland van voor 1933. De Villa Aurora van Lion Feuchtwanger, die de schrijver in 1943 had laten bouwen, deed daar niet voor onder, al troffen daar vooral linksere Duitsers zoals Bertolt Brecht en Hanns Eisler elkaar, met wie de conservatieve Manns het niet zo op hadden.
‘Deutsche Hörer!’
De witte villa zou een historische locatie worden, al was het maar omdat Mann altijd zei: „Duitsland is waar ik ben.” Zo schreef hij er zijn radiotoespraken met de titel Deutsche Hörer! waarin hij zijn landgenoten opriep om tegen Hitler in opstand te komen. Ook voltooide hij er Doktor Faustus, zijn roman over de ondergang van Duitsland, en werkte hij er aan zijn Joseph-und-seine Brüder-tetralogie. In Californië was het alsof hij een nieuw schrijversleven was begonnen, ver weg van de nazi’s die zijn comfortabele bestaan in München hadden verstoord en hem zijn fortuin en zijn lezers hadden afgenomen.
Uit ergernis over de communistenjacht die na de oorlog in de VS losbarstte en veel van zijn Duitse vrienden, van links tot rechts, verdacht maakte, keerde Mann in 1952 terug naar Europa, waar hij in Zwitserland neerstreek. In Duitsland zou hij niet meer willen wonen, hoe de Duitse regering ook haar best deed om hun coryfee terug te halen, die tussen 1933 en 1945 door de nazi’s zo was verketterd.
De witte villa werd verkocht aan een Amerikaanse advocaat, wiens nazaten er tot 2016 zouden wonen. Daarna kwam het huis op de markt, zonder dat melding werd gemaakt van zijn beroemde vroegere bewoner. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat de villa gesloopt zou worden. Maar een groep Duitstalige schrijvers, onder wie Nobelprijswinnares Herta Müller, wist dat te voorkomen. De toenmalige Duitse regering, de huidige Duitse president Frank-Walter Steinmeier voorop, besloot de villa te kopen om er een Duits cultureel centrum van te maken. Het gebouw en met name Thomas Manns studeerkamer werden grotendeels in oorspronkelijke staat hersteld. Sinds zijn opening in juni 2018 is de villa een ‘interdisciplinair en transcontinentaal dialoogcentrum’ waar de grote thema’s van deze tijd worden besproken.
Lees ook
Hollywood-beroemdheden zien hun huis in vlammen opgaan – lot van Paul Verhoevens villa onzeker