De gemeente Hoorn gaat géén excuses aanbieden voor haar rol in het slavernijverleden. Een ruime meerderheid van partijen vindt excuses „overdreven” en „onnodig polariserend”, zo bleek donderdag tijdens een stemming in de gemeenteraad. Eerder boden vrijwel alle steden die betrokken waren bij de Nederlandse slavenhandel wél hun excuses aan.
Hoornse stadsbestuurders hadden een prominente rol in de handelscompagnieën VOC en WIC, die vanaf de zeventiende eeuw de Nederlandse slavenhandel bestierde. Een onderzoek in opdracht van de gemeente dat afgelopen zomer verscheen, becijferde dat ten minste 17.000 slaafgemaakte Afrikanen onder Hoornse vlag werden vervoerd. Daarnaast geldt de Hoornse VOC-bestuurder Jan Pieterszoon Coen, die een omstreden standbeeld heeft in het centrum van de stad, als de grondlegger van de Nederlandse slavernij in Azië.
Desondanks ziet de raad geen aanleiding om sorry te zeggen. Een belangrijke reden die partijen geven, is het feit dat premier Mark Rutte (VVD) en koning Willem-Alexander al excuses hebben aangeboden namens de staat. „Zij hebben dat op uitstekende wijze gedaan”, zegt Roger Tonnaer van de Fractie Tonnaer, de grootste partij in de Hoornse raad. „Wij vinden het overdreven en niet gepast om dat als stadsbestuur nog eens dunnetjes over te doen.”
Excuses van de gemeente zouden „alleen maar bijdragen aan verdere polarisatie”, zegt fractievoorzitter Guido Breuker van coalitiepartij ÉénHoorn. „Grote groepen mensen in de stad vinden excuses te ver gaan, en dat vinden wij ook.” Volgens Breuker „heeft het geen zin” om de landelijke excuses „op iedere straathoek te herhalen”. „We lossen de problemen van de mensen niet op door ons voortdurend bezig te houden met wat er drie- of vierhonderd jaar geleden heeft plaatsgevonden.”
‘Stadsgesprekken’
De VVD stemde vooral tegen de slavernij-excuses vanwege het risico op financiële claims, zegt fractievoorzitter Rob Droste. „Stel dat Hoorn daardoor herstelbetalingen zou moeten doen? Daar is de gemeente niet toe in staat. Wij proefden dat excuses voor bepaalde mensen vooral een haakje waren om financiële compensatie te vragen.”
Hoorn, dat zich afficheert als Stad van de Gouden Eeuw, worstelt al langere tijd met het slavernijverleden. Nadat demonstranten in 2020 slaags waren geraakt met de politie bij het standbeeld van J.P. Coen, organiseerde het college een reeks ‘stadsgesprekken’ over ‘inclusie en het koloniale slavernijverleden’. Een besluit over excuses voor het slavernijverleden werd telkens vooruitgeschoven.
Hoewel alle Nederlandse steden en provincies die een hoofdrol speelden in de handel en uitbuiting van slaven – – – onder meer Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Vlissingen – de afgelopen jaren excuses hebben aangeboden, bleven die in Hoorn vooralsnog uit. Met de stemming van afgelopen donderdag maakt de gemeenteraad definitief duidelijk dat Hoorn deze morele roeping niet voelt. „Wij zien als partij geen enkele link tussen het stadsbestuur van vandaag en het zichzelf verrijkende bestuur van destijds”, aldus Guido Breuker van ÉénHoorn.
Roy Drommel (GroenLinks), wiens fractie vóór de excuses stemde, noemt het standpunt van de gemeenteraad „te krankjorum voor woorden” en „uiterst triest”. „Als stadsbestuur heb je een eigen rol en verantwoordelijkheid.” Het onderzoek naar het Hoornse slavernijverleden, zegt Drommel, kan maar tot één conclusie leiden: sorry zeggen. „Wat heb je verder nog nodig om excuses te maken? Hoorn heeft meer slaven verhandeld dan we in die tijd als inwoners hadden. Mensen werden gebrandmerkt met ons stadswapen.”
Standbeeld
De discussie over het eventueel verwijderen van het standbeeld van J.P. Coen, ooit door Drommel aangezwengeld, is wat de tegenstanders van excuses betreft nu ook afgesloten. „Dat standbeeld staat er al 120 jaar en is al die tijd al controversieel”, zegt VVD’er Rob Droste. „Het is onderdeel geworden van de geschiedenis van Hoorn. Mensen die erlangs lopen, denken heus niet: wat is dat een geweldige man. Maar hij heeft wel bijgedragen aan de welvaart van Hoorn.”
Het gemeentebestuur is wel voorstander van een nieuwe ronde stadsgesprekken. Fractie Tonnaer is ook voorstander van een slavernijmonument en het vernoemen van straten naar de antikoloniale schrijver Anton de Kom en slavenleider Tula. „En we willen financieel ondersteunen”, zegt Roger Tonnaer, „dat lesmateriaal in Suriname uit de Nederlandse tijd wordt aangepast.”
Lees ook
Gejuich en tranen als de koning om vergiffenis vraagt
Leeslijst