Gekibbel over de overwaarde, terwijl de rechter alleen maar ‘hapklare brokken’ wil

Na hun scheiding in 2019 stonden ze al meerdere keren tegenover elkaar in de rechtbank. Nu is Yolande een kort geding tegen haar ex-man Raymond begonnen, omdat ze het niet eens worden over de te verdelen overwaarde van een woning.

Aan de ene kant van de zaal de advocaat van de vader, die op Curaçao woont en de zitting niet bijwoont. Aan de andere kant de moeder. Achter in de zaal zit de tienerdochter.

Rechter: „U vindt”, richting moeder, „dat de woning een overwaarde heeft van 128.00 euro. En u zegt”, richting advocaat van vader, „dat de overwaarde 145.000 euro is.” En dan: „Ik zie heel veel stukken in het dossier, het belang van ze is mij niet helemaal duidelijk.”

Advocaat vader: „Dat is om te laten zien dat normale en simpele afspraken maken met mevrouw niet mogelijk is, snapt u?”

Rechter: „Eerst de feiten. En we spreken af: als de een spreekt, houdt de ander zijn mond. Dat kan moeilijk zijn.” De advocaat van moeder zit op het puntje van haar stoel. De advocaat van vader zit breeduit ontspannen. Moeder staart bleek voor zich uit. De tienerdochter wiebelt met haar been.

Advocaat vader: „Mijn cliënt stelt in zijn stukken dat zijn dochter vermogend is. Dit heeft te maken met een erfenis.”

Advocaat moeder: „Dit kort geding ziet toe op het huis. Die erfenis staat hier los van.”

Rechter: „We beginnen klein.”

Taxatierapport

Advocaat vader: „Mijn cliënt wil betalen wat hij moet betalen. Ik heb wel tien e-mails gestuurd. We kregen niet wat we wilden, snapt u?”

Rechter: „Wat is de grondslag van uw vordering?”

Advocaat vader: „Dat mijn cliënt eerlijk betaalt wat hij moet betalen.”

Rechter: „Dat is geen grondslag. Ik wil hapklare brokken. We hebben hier een taxatierapport van de makelaar dat is ingetrokken. Hoezo?”

Advocaat moeder: „Van de financieel adviseur hoorde mijn cliënt dat het rapport was ingetrokken. En meneer” – ze draait haar hoofd richting de tegenpartij – „reageert ook niet snel.”

Advocaat vader: „Mevrouw is verantwoordelijk voor het onderhoud van de woning, die is verpieterd.”

Advocaat moeder: „Dat rapport is van mei. In oktober kregen we te horen dat het niet goed was.”

Moeder vult aan: „Ik dacht dat ik er bijna van af was. Hij wil ons kapotmaken.”

Advocaat vader: „ Mevrouw had de woning moeten onderhouden. Dat is haar verplichting, snapt u?”

Advocaat moeder: „Mag ik daar iets over zeggen?”

Rechter: „Nee, dat mag u niet.”

Advocaat moeder: „De huizenprijzen zijn inmiddels gestegen.”

Advocaat vader: „De makelaar die we hadden afgesproken, kan morgen taxeren, die kan ik nu bellen.”

Moeder: „Dan gaat het buiten mij om, ik word daar iebel van.”

Rechter: „De makelaar die u samen hebt afgesproken, kan morgen taxeren, dat is toch mooi?”

Moeder: „De peildatum van de woning moet dan wel eerder liggen.”

Rechter: „Ik wil niet naar het verleden kijken, anders zitten we hier vanavond nog.”

De advocaat belt op de gang met zijn cliënt. Buiten de zaal kibbelen de advocaten op fluistertoon verder. Dan komen ze weer naar binnen.

Rechter: „Ik zie zware gezichten.”

Advocaat moeder: „Meneer wil de alimentatiestukken ontvangen.”

Advocaat vader: „Mijn cliënt wil betalen wat hij moet betalen, niet meer, niet minder. Het is een principiële man.”

Moeder: „Nu wil hij ineens meer betalen? Ik wil dat het stopt!”

over RaymondRechter Voor mij is het irrelevant of hij een lieverdje is of niet

Rechter: „Hoe fair is het de spanningen in het gezin te laten bestaan? De procedure trekt een wissel.”

Moeder: „Hij maakt zijn kinderen kapot!”

Rechter: „Voor mij is irrelevant of hij een lieverdje is of niet.”

Advocaat vader: „Ik moet zo weg voor het tienminutengesprek van mijn kind.”

Rechter: „Ik zit hier ook al een uur langer.”

Advocaat moeder: „We zullen de papieren leveren.”

Rechter: „Meneer wordt ontslagen van de verplichting van de hypotheek. De overwaarde wordt vastgesteld op 135.000 euro. Mevrouw mag de notaris kiezen.”



Leeslijst