Gegriefd Israël zal zich met hand en tand verdedigen tegen genocide-aanklacht

‘Er is niets afgrijselijker en onzinniger”. Zo omschreef de Israëlische president Isaac Herzog de aanklacht van Zuid-Afrika tegen Israël dat het genocidale daden begaat in de Gazastrook. „We zullen met trots betogen dat we het recht op zelfverdediging hebben”, aldus Herzog.

In Israël is de genocidezaak van Zuid-Afrika voor het Internationaal Gerechtshof met verontwaardiging begroet. Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat er geen feitelijke en juridische basis voor is en dat Zuid-Afrika het hof „misbruikt”. De woordvoerder van de regering, Elyon Levy, noemde het een „bloedsprookje”.

De aanklacht roept ook de nodige emoties op in Israël. „Het is niet makkelijk om beschuldigd te worden van een genocide die gepleegd zou zijn door een staat die verrezen is uit de as van de grootste genocide uit de geschiedenis”, schreef de linkse columnist Gideon Levy in de krant Haaretz. Overigens betoogt Levy dat er wel sprake is van genocide, maar dat dit niet het doel was van de oorlog.

Indien de zaak, die nog jaren kan duren, resulteert in de uitspraak dat Israël schuldig is aan genocidale daden in Gaza, zal dit de internationale reputatie en relaties van het land flink aantasten. Zuid-Afrika roept ook op tot een directe beëindiging van de militaire operaties in Gaza. Een dergelijk bevel van het hof zou echter geen garantie bieden dat Israël de oorlog in Gaza daadwerkelijk beëindigt. Hoewel zijn uitspraken bindend zijn, kan het hof naleving zelf niet afdwingen.

‘Alles betrof zelfverdediging’

De 86-jarige Britse advocaat Malcolm Shaw zal Israëls zaak bepleiten in Den Haag. „De Israëlische verdediging zal zich zeer sterk concentreren op de gebeurtenissen van 7 oktober, door te onderstrepen dat deze historisch en ongekend waren en dat alles wat daarna kwam zelfverdediging betrof”, zegt Haggai Matar, een Israëlische journalist en directeur van +972 Magazine, telefonisch vanuit Tel Aviv.

Volgens Matar zal Israël daarnaast proberen te laten zien dat het leger Palestijnse burgers juist heeft geholpen, door evacuatiebevelen te geven en hen te beschermen tegen Hamas die hen als menselijk schild zou gebruiken.

„De Israëlische bestuurlijke elite die de afgelopen maanden de Israëlische acties in de Gazastrook heeft gesteund is duidelijk geschokt door de aanklacht en maakt zich zorgen om de implicaties,” zegt Nimer Sultany, onderzoeker op het gebied van het recht aan de School of Oriental and African Studies in Londen. Sultany noemt Israëls argument van zelfverdediging „irrelevant”, „want zelfs als je handelt uit zelfverdediging kun je nog genocide plegen.”

Het Internationaal Strafhof kan naleving van een uitspraak niet afdwingen

In het 84-pagina’s tellende rapport van Zuid-Afrika zijn een groot aantal uitspraken opgenomen van onder meer Israëlische ministers en legergeneraals die moeten bewijzen dat er sprake is van een genocidale intentie. De lijst bevat onder meer diverse oproepen tot gedwongen emigratie, verhongering van de bevolking en de vernietiging van Gaza.

„Iedereen in Israël richt zich nu op die uitspraken. Er is helemaal geen aandacht voor wat Israël werkelijk doet in de Gazastrook”, zegt Matar. „In het hof zal Israël kortweg beweren dat de uitspraken onbelangrijk zijn en dat de betreffende politici niet de besluiten nemen. Ook liberalen in Israël zeggen: ‘dat zijn die rechtse idioten’.”

Het is de vraag of de jury in het Internationaal Gerechtshof ervan overtuigd zal zijn dat de uitspraken een randverschijnsel zijn, aangezien de lijst ook uitspraken bevat van de leden van het oorlogskabinet, onder wie premier Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant, die zei dat Israël in Gaza vecht tegen „menselijke dieren”.

Opmerkelijke benoeming

Volgens de regels van het Internationaal Gerechtshof mogen de verschillende partijen, Zuid-Afrika en Israël in dit geval, beiden een rechter benoemen waarmee de vaste jury van vijftien rechters in het hof wordt uitgebreid. Israël heeft de 87-jarige veteraan Aharon Barak aangewezen. Barak diende tussen 1978 en 2006 in het Israëlische Hooggerechtshof, waarvan elf jaar als president.

De aanstelling van Barak is opmerkelijk gezien zijn kritiek op de omstreden juridische hervormingen door de regering het afgelopen jaar die onlangs zijn verworpen door het Hooggerechtshof. Barak was het doelwit van ultrarechtse politici in de regering die hem zagen als vertegenwoordiger van het ‘activisme’ en de bevooroordeeldheid van het Hooggerechtshof.

De rechtse vijandigheid richting Barak is nu deels in de koelkast gezet in de hoop dat Israël op zijn internationale reputatie kan meeliften in Den Haag. „Barak wordt internationaal gezien als een gerespecteerde rechter en juridische expert, in het bijzonder wegens zijn rol als liberale voorzitter van het Hooggerechtshof”, vertelt Matar. „Bovendien is hij een overlevende van de Holocaust. Deze twee factoren zullen, in de verwachting van de Israëlische regering, een positief effect hebben op de zaak.”

Ook Sultany ziet dat Netanyahu zijn persoonlijke vijandschap met Barak opzij heeft gezet om hem te gebruiken als „schild” tegen internationale beschuldiging van genocide. „In tegenstelling tot Netanyahu en zijn coalitiepartners, die worden gezien als ultrarechts en controversieel, wordt Barak internationaal niet negatief bekeken.”

Nooit illegaal verklaard

Barak wordt overigens niet alleen door ultrarechts bekritiseerd, maar ook door tegenstanders van de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden. Zij wijzen erop dat de besluiten van het Israëlische Hooggerechtshof, met Barak als belangrijke vertegenwoordiger, consequent de rechten van Palestijnen heeft ondermijnd. Ook heeft hij Israëlische nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever nooit illegaal verklaard. „Barak heeft altijd geprobeerd de bezetting en apartheid wit te wassen met juridische redeneringen”, zegt Matar.

Een belangrijk voorbeeld is de Israëlische bouw van een muur dwars door de bezette Westelijke Jordaanoever. Het Internationaal Gerechtshof bestempelde de muur in 2004 als illegaal volgens het internationaal recht. „De uitspraak werd door Barak en het Hooggerechtshof tegengesproken”, vertelt Sultany. „Het resultaat was de bouw van de muur, met een licht gewijzigde route, op geconfisqueerd Palestijns land.”

De aanklacht van Zuid-Afrika wekt in Israël ook zorgen dat het een precedent zal vormen voor andere internationale zaken, bijvoorbeeld in het – door Israël niet erkende – Internationaal Strafhof. Barak wordt door velen gezien als iemand die het land kan vrijwaren van dergelijke zaken. „Barak is een van de grootste verdedigers van Israëls veiligheidsapparaat” schrijft defensie-analist Yoav Limor in de Israëlische krant Israel Hayom. „Hij verdedigt zijn land tegen zijn vijanden.”


Lees ook
Pleegt Israël genocide? Daarover gaan rechters in Den Haag zich buigen

Autowrak in het zuiden van de Gazastrook, vermoedelijk na een aanval van Israël