Geen voorkeurstemmen, machtige grote provincies: hervorming van het kiesstelsel kan ook nadelig uitpakken

Om de gevoelsafstand – de ‘kloof’ – tussen kiezer en gekozen politici te overbruggen is al veel bedacht, van een correctief referendum en een lagere kiesgerechtigde leeftijd tot een ander kiesstelsel. Van dat laatste maakt het kabinet-Schoof nu werk.

Minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) bereidt een wijziging voor waarbij 125 van de 150 Tweede Kamerleden niet langer worden gekozen via een landelijke lijst, maar uit een lijst die per provincie andere kandidaten bevat. Daardoor wordt „de worteling van de volksvertegenwoordiging in de samenleving vergroot”, aldus een nog ongepubliceerd plan waaruit RTL Nieuws woensdag citeerde.

Deze coalitie ziet vooral een (sociaal-)geografische kloof: tussen Randstad en de regio, tussen de stad en een platteland dat geen gehoor vindt voor zijn zorgen. Zie de protesten van boeren of aardgasgedupeerden. Een nieuw kiesstelsel moet „de regionale band” tussen kiezer en volksvertegenwoordiging versterken, kondigde het Hoofdlijnenakkoord al aan.

BBB en NSC, de grootste voorstanders van kiesstelselhervorming, lieten zich voor de verkiezingen inspireren door buitenlandse voorbeelden. In zijn Nieuw Sociaal Contract rekende Pieter Omtzigt op basis van het Zweedse model, BBB flirtte met het Deense. In beide stelsels wordt gestemd per district. Zo worden de meeste zetels verdeeld, waarna via verschillende berekeningen ‘compensatiezetels’ worden toegekend.

In 2012 werd Pieter Omtzigt met voorkeursstemmen gekozen. De kans onder het nieuwe stelsel daarop zou nagenoeg nul zijn

Henk van der Kolk
hoogleraar electorale politiek (UvA)

Uitermarks plan voor een „evenredig regionaal kiesstelsel” gaat ook uit van zo’n tweede verdeling van 25 zetels, waardoor elke partij een eerlijk aantal zetels krijgt. Het plan is volgens RTL met andere bewindspersonen besproken. Nu moet zij „de boer op” voor steun in de coalitie.

Lijsttrekker

Omdat kandidaten zich in dit plan nog maar in één provincie verkiesbaar mogen stellen, denkt de minister dat ze dat zullen doen in de provincie waar ze vandaan komen of waar ze wonen, maar verplicht is het niet. In deze vorm komt voor partijen een eind aan het landelijk lijsttrekkerschap; de lijsttrekker moet als kandidaat ook één provincie kiezen.

Daar zit vermoedelijk niet elke lijsttrekker op te wachten, zelfs niet als ze actief hervorming bepleiten. „In 2012 werd Pieter Omtzigt met voorkeursstemmen gekozen. De kans onder het nieuwe stelsel daarop zou nagenoeg nul zijn”, zegt Henk van der Kolk, hoogleraar electorale politiek aan de Universiteit van Amsterdam die met twee andere academici Uitermarks plan doorrekende.

Grote vraag is daarom „hoe zo’n systeem, als het er eenmaal is, bespeeld gaat worden”, zegt Tom van der Meer, UvA-hoogleraar politicologie. Het zou er bijvoorbeeld toe kunnen leiden dat „politici zich tactisch kandideren, zoals we ook zien in andere landen [met een districtenstelsel]. Dan stelt de partijtop zich kandidaat in Zuid- of Noord-Holland, grote provincies met veel kiezers en dus relatief veel zetels. De ironie is dat grote provincies politiek dan juist machtiger worden”.

Dat raakt ook aan een wezenlijk aspect van het huidige stelsel: de meeste mensen stemmen op de lijsttrekker omdat die hen nu eenmaal het meest aanspreekt. Het is als het ware de belangrijkste ‘voorkeurstem’. „In het nieuwe stelsel wordt het regionale geoptimaliseerd ten koste van al het andere”, zegt Van der Kolk. Als je bijvoorbeeld in Utrecht woont en een Groninger uit de landelijke politiek wilt belonen met je stem, kan het niet. „Zo daalt het belang van voorkeursstemmen én andere waarden, zoals man/vrouw, deskundigheid, etniciteit.”

Duizenden trechters

Er moeten nog wel veel keuzes worden gemaakt, zoals over het aantal vereffingszetels, de kiesdrempel daarbij en bijvoorbeeld de vraag of kiezers in het Caribisch gebied gegarandeerde zetels krijgen. Als je aan alle wieltjes kunt draaien zijn er in theorie ruim 12.000 varianten van dit stelsel, blijkt uit de doorrekening.

Belangrijkste vragen van de onderzoekers: hoe kun je partijpolitieke proportionaliteit behouden (de verhouding tussen aantal stemmen en zetels) en hoe is de geografische vertegenwoordiging te verbeteren?

Daartoe hebben ze alle verkiezingsuitslagen sinds 1998 „door duizenden trechters gegooid”. Conclusie: als je het goed inricht lijkt de politieke evenredigheid van nu goeddeels bereikbaar. Maar niet altijd: bij 30 vereffeningszetels kun je niet uitsluiten dat vijf of meer zetels „terecht komen bij politieke partijen die er in het huidige stelsel geen recht op zouden hebben”. Of een partij die nu net één zetel haalt, kan er in het nieuwe stelsel net géén krijgen.

Is dat acceptabel? „Volgens de Grondwet moet de Tweede Kamer ‘evenredig’ worden verkozen”, zegt Van der Meer. „Als je acht zetels scheef uitkomt, is dat nog evenredig? Wat is de kans? Dat zijn politieke en juridische vragen in een grijs gebied.”

Ook bij regionale spreiding kun je vragen stellen. Is de Randstad echt oververtegenwoordigd? Ja, met dertig zetels. Maar ook andere regio’s hebben relatief veel Kamerleden ten opzichte van het aantal inwoners (Groningen, Zuid-Limburg, Twente). Die zijn bovendien „vocaal”, zoals uit eerder onderzoek bleek, terwijl de politieke onvrede er groot is.

Ook de vraag wie op de ‘vereffeningslijst’ komt, doet ertoe. Als die allemaal uit Zuid-Holland komen, beïnvloedt dat ook de spreiding. Dat is nu volgens de onderzoekers „een black box in het kiesstelsel”. En dan nog: zelfs een perfecte geografische afspiegeling lost het vermeend ontbreken van een regionale band niet op als politici nauwelijks „als regiovertegenwoordigers herkenbaar en aanspreekbaar” zijn, zoals nu.

Haagse politici die lokale belangen behartigen, dat mag niet van de Grondwet. Maar, zegt Van der Kolk, vroeger hanteerden partijen in verschillende kieskringen verschillende kieslijsten. „In de jaren zeventig is het afgeschaft. Nu lijkt het dus verplicht te worden. Maar dat hoeft helemaal niet: als NSC en BBB regionaal met eigen lijsten willen komen, kan het ook binnen het huidige stelsel.”


Lees ook

Voer een regionaal kiesstelsel in

De plenaire zaal in het tijdelijke Tweede Kamergebouw.