N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Mestbeleid Het geduld van Brussel met het Nederlandse mestbeleid was al op: ruimte voor versoepeling krijgen de boeren niet.
Het leest als een pijnlijke excuusbrief voor het geven van valse hoop in onzekere tijden. „Ik betreur het zeer dat ik terug moet komen op de ruimte die ik eerder gaf”, schreef landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) vrijdagmiddag aan de Tweede Kamer – en indirect aan de boeren in Nederland.
De agrarische sector krijgt van Brussel geen verder uitstel bij de afbouw van het uitrijden van mest tot 2026, was het nieuws dat Adema kwam brengen. Er komt geen ‘overgangsjaar’: boeren moeten al vanaf dit jaar specifieke maatregelen nemen om milieuschade door meststoffen zoals nitraat tegen te gaan, in plaats van per 1 januari 2024.
Stikstof
In Nederland mogen boeren sinds 2006 meer mest uitrijden dan in andere Europese landen, net als bijvoorbeeld in Denemarken, Duitsland en Ierland. De reden voor deze uitzondering, die ‘derogatie’ wordt genoemd, is onder meer dat grassen in het gematigde klimaat van Nederland langer groeien en meer stikstof opnemen en onschadelijk maken.
Nederlandse boeren mochten zo jarenlang 230 tot 250 kilo stikstof uit mest per hectare uitrijden over hun land. Maar omdat Nederland de uitstoot van stikstof moet halveren, en de kwaliteit van water en natuur moet herstellen, heeft Brussel vorig jaar bepaald dat boeren vanaf 2026 net zoveel als elders mogen uitrijden: 170 kilo stikstof per hectare.
Nu er geen uitstel komt, moeten boeren per 1 maart bijvoorbeeld al verplicht ‘bufferstroken’ van in principe 3 meter aanleggen tussen hun land en water. Boeren mogen hierop wel telen, maar ze niet bemesten of gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Verder moeten boeren uiterlijk 1 oktober ‘vanggewassen’ inzaaien, zoals gras of bladkool. Dit is groen dat stikstof uit de bodem opneemt, na bijvoorbeeld maïsteelt op zand- en lössgrond.
De maatregelen betekenen voor boeren minder opbrengst van hun land. Het is ook ondoenlijk om ingezaaide grond nu weer om te moeten ploegen, reageerde landbouworganisatie LTO. „Gewassen als wintertarwe, winterprei of bloembollen zitten al stevig in de grond”, aldus een online reactie. „Als de Commissie haar eis niet intrekt, zullen we elke mogelijkheid onderzoeken om dit juridisch aan te vechten”, zegt LTO-voorzitter Sjaak van der Tak.
Lees het artikel Nederland is overbemest, van de lucht tot het grondwater
„Ik snap heel best dat het voor heel veel boeren echt een hele negatieve dag is, dat ze dit nu weer horen. En dat is jammer”, zei Adema.
Wegens het nieuws had Adema „onverwacht” van de landbouwbeurs in Berlijn naar de ministerraad in Den Haag moeten vertrekken, twitterde hijzelf. Al deed hij na afloop tegen journalisten zijn best om het beeld van een gehaast en paniekerig vertrek tegen te spreken.
Begin december vorig jaar heeft Adema het idee van een overgangsjaar uitgewerkt in een Kamerbrief. Sinds vorig maand is hij ook al op de hoogte van de bezwaren van de Europese Commissie, antwoordde hij desgevraagd aan journalisten.
Juridisch bindend
Er is contact geweest met eurocommissaris Virginijus Sinkevicius, bevestigt een woordvoerder van de Europese Commissie. „Er is in herinnering gebracht dat er condities zijn die juridisch bindend zijn en dat daaraan voldaan moet worden.”
Brussel heeft zelfs gedreigd alle afspraken over geleidelijke afbouw van het mestbeleid in te trekken, zeggen bronnen. Dat zou de bedrijfsvoering van veel boeren direct in gevaar brengen en een politieke crisis hebben veroorzaakt. „Zover zijn ze niet gekomen”, reageerde Adema.
Het betekent dat weer een geitenpaadje van het kabinet is afgesneden en de druk op de stikstofaanpak is opgevoerd. En dat de Europese Commissie opnieuw heeft laten blijken dat het geduld met Nederland echt op is: de slechte staat van water en natuur moet hersteld worden
Het overgangsjaar dat Adema wilde, was er op nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer gekomen. Tweederde van de Kamer stemde vorig jaar in met een motie van de ChristenUnie, CDA en VVD om rekening te houden met het volgende teeltseizoen bij het afbouwen van het mestbeleid. Ofwel: uitstel.
„Het is wel duidelijk dat de Europese Commissie dit soort geitenpaadjes niet meer accepteert”, erkende Adema. Het besluit zet ook extra druk op het landbouwakkoord dat het kabinet met boeren wil sluiten over een duurzame toekomst voor de agrarische sector. „Ik ga met de boeren door”, zei Adema. „Ik hoop dat ik dat vertrouwen nog krijg.”