Geen gedoe met pionnetjes, ‘gewoon gaan’

Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: fietslessen geven.

Foto

Fietsen is best lastig als je hakken of gladde instappers draagt, of kleren die tot aan de grond reiken. Dat is vaak het eerste wat de pupillen van Aïcha El Kadiri (45) leren. Zij geeft twee keer per week fietsles aan „migrantenmoeders”, in het Zuiderpark in Den Haag, om ze een beetje „meer vrijheid te geven”. De vrouwen die ze lesgeeft kunnen vaak geen auto betalen, en het openbaar vervoer wordt steeds duurder. Dan is het wel handig als je kan fietsen. Maar dat is niet vanzelfsprekend als je buiten Nederland bent opgegroeid.

We zitten bij Pandje 4, een buurtpunt waar El Kadiri onder andere Nederlands les geeft en een inloopspreekuur houdt voor vrouwen die moeite hebben de papieren van de overheid te begrijpen. El Kadiri werkte als verpleegkundige maar is daarmee om gezondheidsredenen gestopt, en rolde daarna het vrijwilligerswerk in. Het meest bekend is ze om de fietslessen, die ze ook veelvuldig op sociale media promoot. El Kadiri wil zoveel mogelijk vrouwen aan het fietsen krijgen en heeft zelfs een slagzin bedacht: ‘Hoofddoek in de wind en gaan!’

Niet gek dat de gemeente Den Haag haar belde om fietsambassadeur te worden. Gniffelend laat ze een filmpje zien: een buurtgenoot staat vogelpoep te poetsen van de abri waar een poster van El Kadiri en haar fiets hangt. Die buurtgenoot is de Roemeense Rozemary, die haar af en toe bij de fietslessen assisteert, maar er nu vooral voor de gezelligheid is: het is ramadan, dus heeft El Kadiri de fietslessen met de grote groep tijdelijk stopgezet, zegt ze. We wachten op Leila, die voor het eerst privéles krijgt op de fiets van haar man.

Als zij redelijk soepel komt aanrijden, vallen de monden van haar docenten open. „Die meid kan gewoon fietsen!” Maar Leila zegt dat ze nog niet alle verkeersregels kent, en het eng vindt om naar de drukkere plekken in Den Haag te gaan. Rozemary blijkt zelfs nog banger dan haar leerling als ze haar fiets uitprobeert. Op haar bakfiets redt ze zich wel, zegt ze, maar een gewone fiets vindt ze maar wiebelig. En veel te hoog. El Kadiri hoort dat wel vaker: „Ik zit te ver van de grond!”

Zelf vond ze het erg leuk om te leren fietsen, vertelt ze. Haar vader had twee banen, als automonteur en schoonmaker, dus was het extra bijzonder dat hij de tijd nam om haar op een fiets te zetten, te duwen, en te roepen dat ze moest trappen. Zo geeft ze zelf eigenlijk ook les, zegt ze. Geen gedoe met pionnetjes en lesboeken. „Gewoon op de fiets stappen en gaan.” Sommige vrouwen hebben maar één les nodig om het fietsexamen te halen, anderen raadt ze aan om er dertig te volgen. „Leren fietsen is onderdeel van de integratie. Zelfs premier Rutte rijdt op de fiets.”