Geen concrete plannen voor specifieke energiesteun in het komende jaar

Hoge energieprijzen Er zijn op dit moment geen gerichte voornemens om de energielasten voor minder draagkrachtigen in 2024 te beperken.

Hoewel de ergste crisis op energiegebied voorbij is, zijn de energieprijzen nog altijd hoger dan vóór de Russische invasie in Oekraïne.
Hoewel de ergste crisis op energiegebied voorbij is, zijn de energieprijzen nog altijd hoger dan vóór de Russische invasie in Oekraïne. Foto Jeffrey Groeneweg/ANP

Een nieuw prijsplafond in 2024 tegen de hoge energieprijzen zit er niet in. En ook voor een specifieke energietoeslag zijn nog geen concrete plannen. Volgens bronnen in de politiek en de energiebranche zijn er op dit moment geen gerichte voornemens van het kabinet om de energielasten voor minder draagkrachtige huishoudens in 2024 te beperken.

Het kabinet verklaarde in april compensatiemaatregelen voor te bereiden voor kwetsbare huishoudens die lijden onder hoge energielasten en de inflatie. Rond de eventuele energiesteun in 2024 kondigde het kabinet aan in overleg te gaan met energieleveranciers en gemeenten. Hun medewerking is cruciaal om met gerichte financiële steun te komen.

Die gesprekken hebben niet tot concrete voorstellen geleid die komende maandag bij het begin van de begrotingsbesprekingen in Den Haag op tafel liggen. Een van de oorzaken is dat sommige coalitiepartijen de financiële steun niet via de energierekening willen laten lopen. Een andere reden die wordt genoemd is dat het moeilijk uitvoerbaar is om de juiste mensen een energietoeslag te geven. Een prijsplafond instellen voor mensen met een lager inkomen wordt bijvoorbeeld onhaalbaar geacht omdat de gegevens daarvoor ontbreken.

Het inmiddels demissionaire kabinet had eerder dit jaar al laten weten geen verlenging te willen van maatregelen die de energielasten van alle huishoudens beperken. Een voorbeeld van zo’n generieke maatregel is de instelling van het genoemde prijsplafond, dat dit jaar afloopt. Door dit plafond wordt de consument beschermd tegen extreem hoge energieprijzen, zoals die van vorig jaar.

Lees ook: Nederland gaf relatief weinig uit aan energiesteun

Het prijsplafond werd vorig jaar inderhaast vlak voor Prinsjesdag aangekondigd, om huishoudens te beschermen tegen recordprijzen. Nadeel van deze maatregel is dat de financiële risico’s voor de overheid hoog zijn en de maatregel niet specifiek gericht is op kwetsbare huishoudens. Inmiddels zijn de gas- en elektriciteitsprijzen onder dit plafond beland en is de financiële steun daarmee vervallen. Maar niemand kan uitsluiten dat de energietarieven komende winter weer gaan stijgen.

Tijdelijk Noodfonds Energie

Veel energiebedrijven vrezen dat de betalingsproblemen bij hun klanten blijven bestaan of erger worden wanneer er geen gerichte steun is. Daarom pleiten zij al langer voor de verlenging van het Tijdelijk Noodfonds Energie, dat eind vorig jaar werd opgericht. Zo’n 165.000 mensen deden een beroep op dit fonds. Het kabinet zegde in november maximaal 50 miljoen euro toe voor het steunloket voor de laagste inkomens. Sinds dit voorjaar is het fonds gesloten.

Hoewel de ergste crisis op energiegebied achter de rug is, zijn de energieprijzen nog altijd hoger dan vóór de Russische invasie in Oekraïne. Zo is de gasprijs op dit moment tweemaal zo hoog als twee jaar geleden. Eneco maakte onlangs bekend dat het aantal betalingsregelingen bijna 70 procent hoger ligt dan in 2022. Vorige maand nog pleitte As Tempelman, bestuursvoorzitter van de energieleverancier, voor een verlenging van het noodfonds. „Het sentiment is nu dat we het ergste wel achter de rug hebben nu prijzen weer wat zijn gedaald”, zei hij in Het Financieele Dagblad, maar „als alle steun wegvalt komen deze mensen in de schulden terecht. Dat moeten we niet willen.”

Voor een nieuwe energietoeslag zijn voor 2024 ook geen plannen. Dit jaar hadden kwetsbare huishoudens het recht op een energietoeslag van 1.300 euro, al is dat geld overigens nog niet uitgekeerd. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat dit bedrag bij huishoudens terechtkomt die minder dan 120 procent van het sociaal minimum verdienen. Het definitieve wetsvoorstel is echter nog niet gereed en wordt na het zomerreces verwacht. Dan moeten beide Kamers het voorstel nog aannemen.