Het eerste wat Tadej Pogacar zei toen hem vorig jaar werd gevraagd wat hij van de route van deze Tour de France vond, was dat hij vooral uitkeek naar de tweede week. Dan zou de Tour de Pyreneeën aandoen, en op een manier die hij nog niet eerder had ervaren. „Met name de etappe naar Peyragudes spreekt me aan”, zei de Sloveen destijds tegen het Franse L’Equipe. „Want ik heb die klim nog nooit in een tijdrit gedaan.”
Deze vrijdag staat in de Tour die tijdrit bergop op het programma, van Loudenvielle naar Peyragudes. Drie kilometer is het vlak, dan begint de weg omhoog te lopen, van 4,5 procent naar het gemiddelde van 7,9 procent naar het steilste stuk, vlak voor de finish op de start- en landingsbaan van het vliegveld op de bergpas, van 16 procent. De in totaal 10,9 kilometer zullen de renners in 20 tot 25 minuten afleggen.
De paar keer dat afgelopen jaren een klimtijdrit werd verreden in de Tour, was die vaak beslissend. In 2020 ging Pogacar in de voorlaatste etappe landgenoot Primoz Roglic voorbij op La Planche des Belles Filles. Drie jaar later werd Pogacar zelf vermorzeld door Jonas Vingegaard in de contre-la-montre naar Combloux.
Lees ook
De Tour lijkt al beslist: uit de teambus van Pogacar zijn lachsalvo’s te horen. ‘Hij was zo sterk’
Regerend olympisch en wereldkampioen tijdrijden Remco Evenepoel benadert de klimtijdrit niet als een gewone tijdrit, „maar als een bergetappe”, zei hij in aanloop naar de Tour. „Alsof je in een bergrit met verse benen aan de laatste klim van de dag begint en die zo snel mogelijk boven moet komen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135064846-fbe41f.jpg|https://images.nrc.nl/ttTqTh0CGuAszdZc4bYkkOe93fI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135064846-fbe41f.jpg|https://images.nrc.nl/b_koaf9xDyyKZIStHaSuimjVa84=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135064846-fbe41f.jpg)
Profiel van de klimtijdrit van vrijdag
Frontaal oppervlak
Het verschil tussen de twee soorten tijdritten heeft alles te maken met de krachten waartegen de renners moeten vechten. Bij een vlakke tijdrit is aerodynamica het belangrijkst, om de luchtweerstand zo klein mogelijk te maken. „Het gaat dan om het vermogen dat je kunt trappen per vierkante centimeter frontaal oppervlak”, vertelt Victor Campenaerts, erkend hardrijder van Visma-Lease a Bike. Hoe groter dat frontale oppervlak van renner en fiets, hoe groter de luchtweerstand en hoe meer vermogen de renner moet trappen voor eenzelfde snelheid.
Bij een klimtijdrit is dat niet het geval, zegt Mathieu Heijboer, die bij Visma-Lease a Bike verantwoordelijk is voor de tijdritten. „Omdat de snelheid bergop lager ligt, is de luchtweerstand minder van belang. Het draait allemaal om gewicht, en het vermogen dat je kunt trappen per kilo.” Bij de Nederlandse ploeg zijn ze er obsessief mee bezig; toen Vingegaard in 2023 in Combloux won, reed hij op een zwarte fiets. Alle lak was er vanaf geschuurd, dat scheelde toch weer 100 gram.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135023895-c9d72b.jpg|https://images.nrc.nl/Tv_4fOFlqlmTj1Gn59FIwwukVNA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135023895-c9d72b.jpg|https://images.nrc.nl/WcC22elqocqHA25vbrGkrv2MZto=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135023895-c9d72b.jpg)
Klassementsleider Jonas Vingegaard in de tijdrit in 2023 naar Combloux, alle lak was van zijn fiets geschuurd om tijd te winnen. Foto Christophe Petit / EPA
Ook de renners doen er alles aan zo licht mogelijk aan de start te staan. Vezels (in fruit en groente) worden vooraf zo veel mogelijk afgezworen, net als te veel koolhydraten en zout, want dat houdt vocht en dus gewicht vast. „Daar kun je zo twee kilo zwaarder van worden”, zegt Tom Dumoulin, die in 2017 wereldkampioen tijdrijden werd en gezondheidswetenschappen studeerde.
Om toch voldoende brandstof binnen te krijgen, storten renners zich op vezelarme voeding als witte pasta en witte boterhammen met veel zoet beleg als honing en jam. „Je moet loaded zijn, maar niet te loaded”, zegt Evenepoel over hoe hij de balans wil bewaren tussen genoeg energie hebben en zo min mogelijk wegen.
Opzetstuurtje
Voor het zover is, moeten de renners en hun teams eerst besluiten in welke ‘setup’ ze gaan rijden. Pakken ze de aerodynamische tijdritfiets of de lichte klimfiets? Proberen ze een tijdritfiets zo licht mogelijk te maken, of laten ze een opzetstuurtje op een klimfiets monteren, zodat ze toch in een aerodynamische houding gaan liggen?
Elke keuze biedt zo zijn voordelen. Volgens Thymen Arensman, die een goede tijdrit in de benen heeft, kunnen renners op een klimfiets in een comfortabelere houding zitten. „In een vlakke tijdrit ben je op een tijdritfiets aan het vechten met je eigen spierspanning om in de juiste houding te blijven zitten. Dat valt nu weg.” Volgens de lange Nederlander kunnen de meeste renners zo iets harder trappen, omdat ze zich niet over hun stuur hoeven te buigen in een poging de luchtweerstand te minimaliseren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135023892-6b9fc7.jpg|https://images.nrc.nl/y-hH2orDru8mKhJKGTSvUZSo2ek=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135023892-6b9fc7.jpg|https://images.nrc.nl/Kk8rONoWIsf6gc-iTY-gAzVdBD4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135023892-6b9fc7.jpg)
Tom Dumoulin werd in 2017 wereldkampioen tijdrijden in het Noorse Bergen. Foto Jerry Lampen
Het gevoel van de renner is ook belangrijk, zegt Dumoulin. „Als je comfortabel op je tijdritfiets rijdt, ook bergop, kies je daarvoor.” Het zou hem niet verbazen als Vingegaard, die in 2023 liet zien heel goed te kunnen klimmen op zijn tijdritfiets, daarvoor kiest. „Maar echte klimmers als Adam Yates en David Gaudu kunnen veel meer vermogen kwijt op een gewone fiets”, zegt Dumoulin.
Een laatste optie is beginnen op de tijdritfiets en aan de voet van de klim op een klimfiets stappen. Dumoulin, die in 2017 wereldkampioen werd nadat hij niet van fiets wisselde voor de slotklim („Ik wilde die stress niet, en kon goed klimmen op mijn tijdritfiets”), ziet dat niet gebeuren bij de favorieten. „In drie kilometer vlakke weg maak je zo weinig verschil dat je meer verliest met de wissel dan het daarvoor oplevert.”
Warming-up
Vingegaard dook in het Deense Aalborg dit voorjaar de windtunnel in om zijn kleding, materiaal en positie op de fiets te perfectioneren. Pogacar heeft tijdens zijn hoogtestage in Isola 2000 veel meer op de tijdritfiets getraind dan in andere jaren. Evenepoel overwoog de Ronde van Zwitserland te rijden vanwege een klimtijdrit in het parcours. Hij koos uiteindelijk, net als Vingegaard en Pogacar, voor het Criterium du Dauphiné.
Het zal vrijdag een kwestie van geduld zijn, zegt de man die vrijdag in zijn regenboogtrui start. Evenepoel: „Je wil niet al volledig verzuurd aan de voet van de klim aankomen. Dus ik ga de eerste drie kilometer als warming-up gebruiken en zodra de klim begint, ga ik all-out.”
Dat is slim, weet Dumoulin: bergop is het eenvoudiger tijdwinst te boeken dan op het vlakke. „Hoe hoger de snelheid, hoe meer extra vermogen je relatief moet leveren om nog sneller te gaan. Maar hoe steiler de weg wordt, hoe lager de snelheid en hoe meer verschil je kunt maken met relatief minder extra vermogen.”
