Op een maandagochtend, eind september, lopen er maar weinig mensen door de binnenstad van Tilburg. En van die weinige mensen op straat weten nog minder mensen wie Esmah Lahlah is. „Esmee wie?”, vraagt de serveerster van een koffiehuis om de hoek van het stadhuis bij het zien van een portret van de Tilburgse wethouder. „Of nee. Presenteert zij niet het Sinterklaasjournaal?” Rechtenstudent Naomi Verschure, die op hetzelfde terras koffie drinkt, zit iets warmer:„Stond deze vrouw niet ooit op posters in de stad?”
Nog diezelfde week brengt de lokale volkszanger Benno van Vugt zijn nieuwe carnavalsnummer uit. Op de vrolijke melodie van meidengroep Luv’ uit de jaren zeventig gaat het liedje snel viral. Hé hallo, de locoburgemeester / Hé hallo, die doet weer lekker gek. Uitgedost in de oranjegroene sjaal van ‘Kruikenstad’ Tilburg figureert Lahlah zelf in het clipje – licht ongemakkelijk, een beetje stijfjes. Esmahlahlah-lahlah-lah.
Het is een onverwacht cadeautje voor GroenLinks-PvdA: gratis pr. De twee partijen op links doen voor het eerst met een gezamenlijke lijst aan de Tweede Kamerverkiezingen mee. Met de keuze voor Esmah Lahlah als nummer twee, na lijsttrekker Frans Timmermans, heeft de gecombineerde partij een zeker risico genomen. Een weliswaar ervaren bestuurder van de zevende stad van Nederland (228.000 inwoners), maar Lahlah is landelijk nog weinig bekend en heeft nauwelijks politieke ervaring. Bovendien is ze nog maar twee jaar lid van GroenLinks, en sinds drie weken ook van de PvdA.
Wie is de vrouw voor wie GroenLinks-leider Jesse Klaver opnieuw een stapje opzij zette? Na de keuze voor PvdA’er Timmermans als lijsttrekker, zetten de twee partijen Esmah Lahlah op plek twee – dat moest een vrouw zijn. Klaver nam genoegen met plek drie.
Esmah Lahlah (44) maakte naam in Tilburg als wethouder sociale zaken. Al ver voor ‘bestaanszekerheid’ een campagnethema in de Haagse politiek werd, had zij dit onderwerp op de kaart gezet. In 2018 werd zij als onafhankelijk bestuurder toegevoegd aan het centrum-linkse college van burgemeester en wethouders. Haar portefeuille: arbeidsparticipatie en bestaanszekerheid.
Zelf heeft Lahlah nooit in armoede geleefd. Ze kreeg van haar ouders – Marokkaanse vader, Nederlandse moeder – volop kansen om te gaan studeren. Als tiener wilde ze graag juf op een basisschool worden, maar haar ouders stelden dat ze met haar gymnasiumdiploma ook naar de universiteit kon. Het werd kinderpsychologie in Tilburg. In 2013 promoveerde ze daar aan de rechtenfaculteit. Haar proefschrift Invisible victims ging over de relatie tussen geweld binnens- en buitenshuis onder Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse jongeren.
Lahlah groeide op in een warm gezin, waar de Marokkaanse en Nederlandse cultuur samenkwamen. Thuis vierde ze Sinterklaas en Suikerfeest. Haar moeder, die zich op jonge leeftijd had bekeerd tot de islam, maakte zowel andijviestamppot als Marokkaans brood. Er werd Arabisch gesproken met een Brabants accent, en andersom.
In hun Helmondse volkswijk zag Lahlah wat ze nu armoede zou noemen. Voor haar is armoede een beladen term, omdat veel mensen zich ervoor schamen niet rond te kunnen komen. In haar eerste campagnespeech op het gezamenlijke congres van GroenLinks en PvdA, vorige maand in Ahoy, legde ze uit dat armoede voor haar niet alleen over „voldoende inkomen” gaat, maar ook over „een geschikte woning en een veilige en gezonde leefomgeving”. Of het nu de gemeente is of het Rijk, de overheid, vindt Lahlah, moet ervoor zorgen „dat de basis op orde is”. Dat is Lahlahs lezing van het begrip ‘bestaanszekerheid’.
Volgens Mario Jacobs, van 2018 tot 2021 GroenLinks-wethouder in Tilburg, wist Esmah Lahlah met kleine initiatieven mensen een steuntje in de rug te geven. „De ANWB kwam eens met een campagne om het fietsen onder kinderen te stimuleren. Esmah sprong daar handig op in en wist voor arme gezinnen gratis fietsen te regelen.” In mei van dit jaar kondigde ze aan om 150 bijstandsgezinnen 150 euro extra per maand te geven, als experiment.
Linda Voortman, partijgenoot en wethouder werk en inkomen in Utrecht, weet dat Lahlah grote moeite heeft met de Participatiewet uit 2015, die mensen met een bijstandsuitkering dwingt om sneller aan het werk te gaan. Lahlah lobbyt al jaren vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om deze wet te hervormen en wat minder hard te maken. Voortman: „Zo lang die hardvochtige wet nog bestaat, probeert zij de randen ervan op te zoeken en doet zij er alles aan om mensen in de bijstand op een creatieve manier te helpen.”
Veel lof oogstte Lahlah met haar actie in maart 2021 om vrijwillig een maand op bijstandsniveau te leven. Het kwam in haar geval neer op een boodschappenbudget van zo’n zestig euro per week voor haar en haar twee kinderen. Ze vond het stressvol. „Je bent voortdurend aan het nadenken”, vertelde ze destijds aan NRC. „Ik zocht thuis lege flessen met statiegeld. In de laatste dagen had ik nog 5 cent op m’n rekening.”
Een geslaagd experiment, ook voor het vestigen van haar reputatie als vindingrijke en assertieve wethouder. Ze hield interviews in landelijke kranten en zat in talkshow Op1.
Maar er klonk ook kritiek. „Dit was niet meer dan een pr-stunt”, zegt de Tilburgse advocaat Jean-Louis van Os, die mensen met een uitkering bijstaat. „Alle media zijn erin getrapt.” Slechts een maand van een uitkering leven, zegt Van Os, „laat je echt niet invoelen hoe dat werkelijk is. Zeker als je een maand later weer een paar duizend euro aan salaris binnenkrijgt.” De bezoldiging voor een wethouder in Tilburg bedraagt ruim 11.000 euro bruto per maand, plus een vaste onkostenvergoeding van 1.200 euro.
Ook in de gemeenteraad oogstte Lahlah niet alléén waardering voor haar maandje in de bijstand. „Puur voor de bühne”, moppert Peter van den Hoven van oppositiepartij LST. „Als je er na drie jaar wethouderschap armoedebeleid nog steeds achter moet zien te komen het hebben van uitkering betekent, wat heb je dan al die tijd gedaan?”
Lahlahs verstandhouding met de oppositie in de Tilburgse raad is op zichzelf niet slecht. Zeker niet in haar eerste termijn, van 2018 tot 2022, toen ze onafhankelijk wethouder was. Ongehinderd door een politieke kleur nam ze de ruimte om met alle fracties te overleggen. ‘Partijrijk’, noemde Lahlah zich liever, in plaats van partijloos.
Ondanks veel inhoudelijke meningsverschillen kon ook de Lijst Smolders Tilburg (LST), opgericht door BVNL-Kamerlid Hans Smolders, het met Lahlah vinden. „Qua karakter en qua persoon best een aardige vrouw”, zegt LST-raadslid Peter van den Hoven. „Ze kwam inderdaad vaak bij ons langs.”
Aan die onafhankelijke status maakte Lahlah begin 2022 een eind. GroenLinks-fractievoorzitter Evelien Kostermans vroeg haar om zich bij haar partij aan te sluiten én om meteen lijsttrekker te worden bij de gemeenteraadsverkiezingen van dat jaar. Hoewel ook andere partijen Lahlah hadden gepolst – D66 en PvdA – zei ze vrij snel ja. Kostermans had niet het gevoel dat ze de populaire wethouder erg moest overtuigen. „Wij waren op zoek, en zij was ook op zoek.” Volgens Halima Özen, een goede vriendin uit Tilburg, had Lahlah als partijloze wethouder „veel vrijheid” gekregen in het college en in de raad, maar: „ze vond het ook best eenzaam”.
De campagne die volgde was succesvol. Met bijna 21 procent van de stemmen werd GroenLinks de grootste partij in Tilburg. Kostermans: „Dat was zeker Esmahs verdienste. Ze voerde onvermoeibaar campagne, wist vanuit haar hart te spreken en daarmee mensen te bereiken.”
Het in Tilburg genoemde ‘Lahlah-effect’ bleef niet onopgemerkt bij de leiding van GroenLinks. „Die moeten we in de gaten houden”, dacht partijvoorzitter Katinka Eikelenboom. Wethouder Voortman merkte het bij Lahlahs optreden op het VNG-congres. „Dan hoorde ik wethouders van andere partijen zeggen: hadden wíj maar zulke talenten.”
Zowel Eikelenboom als Voortman speelde een belangrijke rol om Lahlah naar Den Haag te halen. Met oud-Tweede Kamerlid Voortman sprak Lahlah veel over wat het Kamerlidmaatschap vermag. En het was Eikelenboom die haar aan het begin van de zomer vroeg om serieus na te denken over een overstap naar de landelijke politiek. De kandidatencommissie, waar Voortman duovoorzitter van was, droeg haar uiteindelijk voor als „ideale nummer 2”. De commissie roemde Lahlah als een „zeer bevlogen politicus en bestuurder met een groot sociaal hart” die „in Tilburg en daarbuiten ongekend populair is”.
Groenlinks-PvdA rekent erop dat Lahlah op 22 november een stemmentrekker wordt. „We willen Esmah zo veel mogelijk inzetten in de campagne”, zegt GroenLinks-voorzitter Eikelenboom. Maar de partijen zeggen nog niet te hebben nagedacht over haar rol na de verkiezingen. Eikelenboom: „Dat zien we dan wel weer. First things first.”
Het is niet ongebruikelijk dat de nummer twee op de kandidatenlijst met de toekomstige fractievoorzitter gaat mee-onderhandelen bij een eventuele formatie. Maar het ligt in de rede dat die positie bij GroenLinks-PvdA wordt ingenomen door Jesse Klaver, die al tweemaal een formatieproces heeft meegemaakt. En als na een verkiezingsoverwinning Frans Timmermans premier zou worden, zoals de twee partijen vurig wensen, moet Lahlah dan de nieuwe fractieleider worden? Die politieke ervaring heeft zij nou net niet – ze zat nooit in de gemeenteraad. Dus GroenLinksers vermoeden dat daar dan eerder iemand anders voor in aanmerking komt.
En meteen doorschuiven naar het kabinet? „Alle opties liggen open. Ik kan me Esmah ook heel goed voorstellen als opvolger van Carola Schouten: de nieuwe minister voor Armoedebeleid”, zegt de huidige nummer twee in de GroenLinks-fractie, Corinne Ellemeet, bij wie Lahlah ook veel te rade ging over haar kandidatuur.
Met Timmermans en Lahlah vormen volgens beide partijen in elk geval een ideale combinatie. Een sociaal-democraat met een (inmiddels) uitgesproken groen profiel naast een GroenLinkser die juist strijdt voor sociale rechtvaardigheid. En ook het plaatje ziet er goed uit. De 62-jarige Timmermans die, met buikje, bril en baard, op sociale media voor kabouter wordt uitgemaakt, naast de veel jongere half-Marokkaanse vrouw die marathons loopt.
In die hobby heeft Lahlah een uitlaatklep gevonden. Ze traint meermaals per week en heeft de marathons van Rotterdam, Parijs en New York achter haar naam staan – beste tijd: 4 uur, 7 minuten.
Al acht jaar op rij wandelt ze mee in een 40 kilometer lange tocht tijdens de Nacht van de Vluchteling. „Ik wacht op niemand”, is inmiddels een gevleugelde uitspraak binnen hun gezamenlijke Tilburgse vriendinnengroep, zegt Halima Özen. Hoe zwaar de tocht ook is, zolang de finish in zicht is, is opgeven of wachten voor Lahlah geen optie. Diezelfde bevlogenheid ziet Özen terug in het Lahlahs karakter en werktempo: „Ze staat altijd op standje gáán.”
Ook oud-collega en vriendin Rianne Letschert prijst Lahlahs doorzettingsvermogen. Letschert was directeur van het International Victimology Institute Tilburg waar Lahlah promoveerde. Als vriendin maakte ze mee dat Lahlah door een nare echtscheiding ging, als werkgever stond ze haar bij. „Esmah doorstaat elke storm”, vertelt de huidige collegevoorzitter van de Universiteit Maastricht . „Wat er ook gebeurt, ze houdt haar blik naar voren en slaat zich erdoorheen.”
Toen Halima Özen hoorde over Lahlahs mogelijke stap naar Den Haag, was haar eerste reactie angst. „Ik gun heel het land Esmah, maar tegelijk was ik bang”, vertelt ze. „Ik weet uit ervaring hoe een vrouw van kleur met een hijab benaderd kan worden.” Dat Lahlah een hoofddoek draagt heeft haar in Tilburg en Helmond nooit in de weg gezeten, maar dat is in Den Haag misschien wel anders.
Ook Letschert ziet „hoe vrouwen in de politiek worden neergesabeld”. Wethouder Voortman hield Lahlah voor dat de Haagse politiek hard en grof kan zijn. „Daar is ze zich bewust van, maar ze kan het goed van zich afzetten, geloof ik. Ze straalt een bepaalde rust uit. Nare ervaringen gaan haar niet onder de huid zitten.”
Volgens Halima Özen laat Lahlah zich niet door angst leiden. „Ze denkt vooral: ik heb wat te brengen.” En, zo stelt de vriendin zichzelf gerust: „Ik denk dat Esmah met haar charmes zelfs Geert Wilders omver weet te blazen.”